Zoetermeerse organisatie herdenkt afschaffing slavernij in Suriname en Nederlandse Antillen en viert rode beschaving

Radjin Thakoerdin

In diverse steden in Nederland zijn er activiteiten in verband met de 159ste viering en herdenking van de afschaffing van de slavernij door Nederland op 1 juli in 1863. Zo ook in Zoetermeer. De Stichting Herdenking Slavernijverleden Zoetermeer (SHSZ) meent dat zo een herdenking niet mag ontbreken in de stad waar zo een 20.000 personen van Surinaamse en Antilliaanse komaf wonen. Op 4 juli organiseerde zij een bijeenkomst ter herdenking en viering van de afschaffing van de koloniale slavernij.

SHSZ-voorzitter Diane Vlet en burgemeester Michel Bezuijen

Herdenking van de rode slaven
Het opvallende aan deze activiteit was dat er naast het slavernijverleden van personen van Afrikaanse komaf, ook nadrukkelijk aandacht was voor de rode slaven, voorouders van de Inheemsen – voorheen Indianen – in Suriname. SHSZ-voorzitter Diane Vlet meent dat de afschaffing van de slavernij ten onrechte als een exclusieve zwarte aangelegenheid wordt gezien. De rode slaven vormen een vergeten hoofdstuk in de geschiedenis. Vele Inheemse tot slaafgemaakten bezweken onder het juk van de zware arbeid waartoe zij gedwongen werden. De SHSZ herinnert de gemeenschap eraan dat de Inheemsen in verzet kwamen en dat er toen in 1686 een vredesverdrag tot stand kwam met de toenmalige gouverneur Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck. Daarbij werd afgesproken dat de Inheemsen geen slavenarbeid meer hoefden te verrichten. Een ander feit dat de SHSZ  memoreert is dat het de Inheemsen waren die de gevluchte Afrikaanse slaven, Marrons, hebben leren overleven in het bos. Op het wapen van Suriname staan twee Inheemsen afgebeeld, maar toch hebben deze oorspronkelijke bewoners altijd een gemarginaliseerde positie gehad. In de zeventiende eeuw leefden er naar schatting 120.000 inheemsen in Suriname. Thans vormen zij een gemeenschap van ongeveer 20.000, verdeeld over negen stammen.

SHSZ-secretaris Muriël Kasimin en Wonny Stüger (kunstenares, inspirator van de plaquette)

“Laat het verleden niet doorleven in het heden.” 

Behalve afschaffing van de slavernij,  karakteriseerde SHSZ-secretaris Muriël Kasimin de bijeenkomst ook als een viering van de beschaving van de rode slaven. De bijeenkomst vond plaats bij het Castellum Palensteyn in Zoetermeer waar kransen werden gelegd bij de plaquette ‘De Drie Wijzen’, waarop drie vrouwen zijn te zien die hun ketenen verbreken met op de achtergrond slavenhuizen en de tekst “Laat het verleden niet doorleven in het heden” als een verwijzing naar moderne slavernij. Burgemeester Michel Bezuijen en wethouder Ingeborg ter Laak van Zoetermeer waren aanwezig en ze legden ook een krans. Daarna konden de aanwezigen genieten van poëzie, zang, dans, muziek, een Inheems ritueel en kleurrijke kleder­drachten.

Namens uitgeverij Sampreshan werden twee exemplaren van het prentenboek Hanna vertelt over slavernij en Hindostaanse contractarbeid aangeboden onder ver­mel­ding dat bij een tweede druk de Inheemsen uitdruk­ke­lijk zullen worden genoemd als de oorspronke­lijke bewo­ners van Suriname die ook tot slaaf waren gemaakt.

Hieronder ziet u een impressie van de bijeenkomst.

Foto’s: Radjin Thakoerdin (Sampreshan/Hindorama)

Bekijk de fotogalerie door te klikken op een foto.

TOP