Column Kanta Adhin

Woke of liever gewoon waakzaam?

Het verbod op discriminatie is een universele norm die is vastgelegd in diverse verdragen en nationale grond­wetten. Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet luidt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens gods­dienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.” Op basis van deze norm strijden maatschappelijke groeperingen tegen diverse vormen van discriminatie die er nog steeds bestaan. In Nederland gaat het dan met name om huidskleur (ras), afkomst en geslacht. Alhoewel niet kan worden ontkend dat er op dit terrein nog veel te doen is, ontkom ik niet aan de indruk dat voor sommigen het maatschappelijke protest meer een bezigheidstherapie is dan een oprechte strijd tegen onrecht. Van die hele ‘woke’ beweging, bijvoorbeeld, kan ik niet onder de indruk raken. Sterker, ik denk dat waakzaamheid is geboden om de samenleving niet te ondergraven.

‘Woke’ is afgeleid van de verleden tijd van het Engelse woord ‘to wake’, wakker worden/wakker maken en was eerst vooral gelieerd aan de strijd tegen zwart racisme in Amerika. Inmiddels is het veel breder en staat het voor bewustheid van issues van maatschappelijke ongelijk­heid. En als die issues er niet meer zijn of minder lijken te worden, dan worden ze weer opgeklopt omdat het super trendy is om ‘woke’ te zijn. Ik wil niet zeggen dat er in Nederland geen racisme bestaat, maar een leuze als ‘black lives matter’ is in de Nederlandse context tamelijk ’overdone’. Terwijl het in de toeslagenaffaire ging om schandelijke en grootschalige discriminatie, hebben de slachtoffers niet die massaprotesten met deelname van politieke kopstukken op de been kunnen krijgen. Zij konden helaas niet profiteren van een Amerikaans model om na te apen.

Ook als het om het rechttrekken van de ongelijke positie van vrouwen ten opzichte van mannen gaat, is er nog zeker werk aan de winkel. Ongelijke beloning voor gelijk werk lijkt haast niet uit te bannen. Traditionele rol­patronen en andere stereotyperingen worden aan­ge­pakt maar nog steeds zijn vrouwen in Nederland koploper als het gaat om werken in deeltijd. Taalgebruik wordt ontdaan van mannelijke dominantie. Zo hebben we het, bijvoorbeeld, over menskracht in plaats van mankracht en proberen we “hij” en “zijn” zoveel mogelijk te vermijden als we iedere willekeurige persoon bedoelen. Ook daar valt nog een behoorlijke slag te maken als we alleen al kijken naar de formulering van onze grondrechten, zoals godsdienstvrijheid (“Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden”) of het recht op privacy (“Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer”).

Genderneutraal taalgebruik is een uitdaging, vooral omdat het niet meer alleen om ‘hij’ of ‘zij’ gaat. De NS kwam met taalgebruik als ‘beste reizigers’ in plaats van ‘beste dames en heren’, om mensen met een andere genderidentiteit die zich niet per se mannelijk of vrouwelijk voelen niet uit te sluiten (zogenoemde non-binaire personen). Bij gender gaat het niet zozeer meer om het biologische geslacht maar om sociaal-culturele gedrags- en identiteitsaspecten van het man- of vrouw-zijn (bijvoorbeeld seksuele oriëntatie of ge­slachts­verandering). Als je het tegenwoordig over je man of je vrouw hebt, moet je oppassen voor een bepaalde blik van een ‘woke’ iemand, want de gendercorrecte term is ‘partner’.

Hoever men kan gaan in deze gendercorrecte cultuur bewijst het Britse Brighton and Sussex University Trust Hospital dat is overgegaan op een genderneutrale geboorte afdeling, waar het begrip ‘moeder’ wordt vermeden uit respect voor non-binaire of transgender personen. Moedermelk is mensenmelk (human milk). En borstvoeding (breast feeding) is chest feeding want ‘breast’ wordt met een vrouwenborst geassocieerd. Voor Nederlandse inclusiviteitsmensen is dit een geweldige ontwikkeling; zij zullen nog wel moeten kijken hoe ‘baarmoeder’ moet worden aangeduid. Waarschijnlijk komen ze dan op het Latijnse ‘uterus’ uit. Dus lieve mensen, laat je kinderen in verband met de gender­neutrale opvoeding die tegenwoordig wordt aan­ge­prezen vooral ook Latijn leren. In Amerika hoort bij deze opvoeding al dat kleine kinderen wordt geleerd dat ze niet per se een jongen of meisje zijn. In plaats van het alfabet krijgen zij de letters LGBTQIAP met de paplepel ingegoten. Dit lijkt mij voer voor psychologen, maar als die ook helemaal in de ‘woke flow’ zitten is daar geen heil van te verwachten.

Ik ben bang dat in plaats van harde discriminatie te bestrijden we ons gaan verliezen in geforceerde trendy uiterlijkheden om mogelijke belediging of disrepect van groepen mensen tegen te gaan. Zijn we niet bezig om mensen te kweken die helemaal niet meer tegen een stootje kunnen, steeds intoleranter en steeds on­ze­kerder over zichzelf worden? Die nu met het winterse weer niet eens meer hardop durven zeggen dat zij genieten van het witte landschap of dat het zo koud is dat hun ballen eraf vriezen, zonder beticht te worden van het verheerlijken van ‘white privilege’ of van seksisme?

TOP