Het is 2020. We gaan het derde decennium in het niet meer zo nieuwe millennium tegemoet. Afgelopen periode heeft zich gekenmerkt door talrijke gebeurtenissen die we eigenlijk met het bereikte beschavingsniveau van de mens niet meer hadden moeten willen meemaken. Om een paar te noemen: wereldwijd veel (oorlogs)geweld en mensen op drift, terreur, gekte rondom sociale media. En daar bovenop worden we nu geteisterd door de gevolgen van klimaatverandering. We zijn zo druk met onszelf bezig, dat we ons niet hebben willen realiseren dat de natuur ook een eigen dynamiek kent.
Vorig jaar hadden we thuis een dagkalender met wijsheden die we cadeau hadden gekregen en elke dag was het weer een verrassing welke wijsheid we meekregen. Mijn oog viel op twee die mij erg aanspraken, maar gezien de huidige ontwikkelingen helaas geen gemeengoed zijn. Ik zou ze daarom van harte onder ieders aandacht willen brengen:
“Wijsheid wordt nooit opgemerkt, omdat deze altijd verblijft in orde, kalmte, harmonie en vrede….” (Éliphas Lévi, een Franse filosoof wiens echte naam Alphonse Louis Constant was, 1810-1875);
“Wijsheid brengt nederigheid” (Abraham Ibn Ezra, Spaanse rabbijn, 1089-1164).
Deze wijsheden sluiten aan bij het hindoeïstische gedachtegoed dat uitgaat van harmonie, zowel innerlijke harmonie als harmonie van mens en omgeving en waarbij het de mens past zich bescheiden, niet superieur, op te stellen. Binnen de hindoegemeenschap in Nederland hoor je echter weleens onvrede hierover. Hindoes zouden niet zichtbaar zijn in de Nederlandse maatschappij, omdat ze zich (te) flexibel en onopvallend opstellen. Hun geloof is ook niet strak; het geeft vrijheid om een juiste invulling aan het leven te geven en stelt geen specifieke uiterlijke eisen zoals bepaalde kleding of bidgedrag. Ze conformeren zich makkelijk aan de normen van de samenleving waar zij zich bevinden en daarom zou er niet genoeg aandacht zijn voor specifieke wensen die zij wel hebben. Bijvoorbeeld authentieke tempels (mandirs) die niet in een bestaand pand zijn ondergebracht. Na jarenlange inspanningen is vorig jaar eindelijk de nieuwe Arya Samaj mandir in Den Haag geopend. Voor de zichtbaarheid is dit zeker een belangrijke verworvenheid, maar belangrijker is dat elke mandir, waar ook gevestigd, een plaats van wijsheid is waar orde, kalmte, harmonie en vrede heersen.
Ook zijn er personen die denken dat zij zich door uitingen van fundamentalisme van zichtbaarheid kunnen verzekeren. Hindoeïsme en fundamentalisme gaan echter niet samen omdat het hindoeïsme juist uitgaat van vrijheid en verdraagzaamheid. Een competitie aangaan met andere culturen of godsdiensten past daar ook niet bij. Waarom zou je overigens voor zichtbaarheid willen terugvallen op gedrag dat niet strookt met het centrale begrip van dharm, gedragscode voor spirituele groei? Hindostanen in Nederland gaan door voor goed geïntegreerd en goed opgeleid. Ze veroorzaken geen maatschappelijke overlast en genereren daardoor geen negatieve media-aandacht. Voor positieve aandacht moet je excelleren op bepaalde terreinen of goed vertegenwoordigd zijn in de media-, kunst- en sportwereld waar de spotlights vooral op zijn gericht. Willen we zichtbaarheid, dan zullen we daar meer interesse in moeten tonen of ontwikkeling van talenten in die richting moeten stimuleren.
Hindostanen zijn wel goed vertegenwoordigd in de medische wereld en de advocatuur. Vaak hoor je dat men hiervoor kiest omdat er veel geld te verdienen valt. Dat zal zeker voor sommigen gelden. Maar er zullen zeker ook mensen zijn die hun talenten echt inzetten om een waardevolle bijdrage aan de maatschappij te leveren. Die zich laten leiden door het hindoeïstische principe van dharm en door integere uitoefening van hun beroep spiritueel groeien. Als dit onzichtbaarheid betekent, dan moeten we dat misschien maar voor lief nemen. Liever onzichtbaar dan opvallen door gedrag dat ons op een lager beschavingsniveau brengt.
Ik wens ons allen veel wijsheid toe voor de komende decennia!