Wandelend museumstuk in Silicon Valley

Mahesvari Autar
[20 december 2023]

In het 150ste gedenkjaar van de Hindostaanse immigratie in Suriname vertelt Mahesvari Autar, oprichter van het cultuurplatform DesiYUP, over identiteit en hoe bijzonder de Hindostaanse gemeenschap is. Zelf gebruikt ze de benaming ‘Hindoestanen’ voor de vanuit India naar Suriname geëmigreerde contractarbeiders en hun nako­me­lingen. In dit artikel conformeert ze zich aan de door Hindorama gebezigde benaming ‘Hindostanen’, de inclusieve benaming voor deze personen ongeacht hun religie of overtuiging (hindoe, moslim, christen, atheïst).

Mahesvari Autar, MET New York

In het hart van Silicon Valley deel ik mijn verhaal, waarin mijn Nederlandse, Hindostaanse en Indiase identiteiten samensmelten tot een levendig geheel.

“Ik wandel als een levend museumstuk door Silicon Valley”, deel ik met een zweem van trots mee aan een onbekende Indiër in het centrum van de hightechindustrie. In deze regio, waar innovatie en vooruitgang samenkomen, vertegenwoordig ik de levende geschiedenis van de Nederlandse Hindostanen.

In een gezellige Indiase kledingwinkel, gelegen in een van de karakteristieke winkelblokken die vaak worden bezocht door Indiase kennismigranten, maak ik kennis met Dipesh, een man van ongeveer 60 jaar. Te midden van kleurrijke sari’s die de winkel van plint tot plafond vullen, word ik verontschuldigend aangesproken vanwege mijn rollende Rotterdamse ‘R’. Al snel ontstaat er een ongedwongen gesprek waar tijd vervaagt en haast geen plaats heeft.

New York 5th Avenue

Manhattan aan de Maas

Ik vertel Dipesh over mijn stad, ‘Manhattan aan de Maas’. Tijdens mijn reis in New York, enkele dagen voor mijn bezoek aan Silicon Valley, viel het me op dat de overeenkomsten tussen New York en Rotterdam verder reiken dan alleen het visuele aspect van iconische hoogbouw.

In New York ervoer ik een gevoel van herkenning toen ik voor de ingang van Central Park een kunst­werk zag met kenmerken uit de hindoeïstische iconografie. Het kunstwerk, genaamd Ancestor, is gemaakt door de Brits-Indiase Bharti Kher en introduceert de bewonderaar aan een eeuwenoude Indiase traditie: het vereren van de scheppende kracht, de Universele Moeder.

Ancestor, Bharti Kher New York Central Park

De godin in het kunstwerk is gehuld in een rode sari, draagt gouden oorbellen en heeft gevlochten haren. In haar hand houdt ze het symbool voor het leven vast, een lotusbloem. De samengeklonterde hoofden symboliseren ‘al haar kinderen’, inclusief wijzelf, en de ‘meervoudige rollen die de vrouw vervult’. Zoals Kher in een van haar interviews opmerkte: “De Universele Moeder heeft met niemand een probleem. Iedereen is voor haar hetzelfde.”

Moments Contained Foto: Rotterdam, Make it Happen / fotograaf Iris van de Broek

Afgezien van de herkenning, vertoont het metershoge beeld opvallende overeenkomsten met het nieuwe bronzen beeld genaamd Moments Contained, gemaakt door Thomas J. Price. Dit beeld staat voor Rotterdam Centraal. Een jonge, zwarte vrouw gekleed in een joggingbroek, T-shirt en gympen, haar handen nonchalant in haar broekzakken gestoken.

De overeenkomst tussen beide kunstwerken is de plaatsing; ze zijn op prominente locaties in de stad te bewonderen. Het plaatsen van beelden van “vrouwen met een migratie-achtergrond” op drukbezochte locaties zendt een positief signaal uit naar de samenleving. Of de vrouw nu wordt afgebeeld als godin of alledaags, maakt in wezen niks uit. Ze mogen er allebei zijn en gezien worden! Hierdoor ontstaat vanzelf een transformatieproces in het denken. (H)erkenning van identiteit is in dit kroonjaar van 150 jaar Hindostaanse immigratie een belangrijk thema.

De verschuiving van Dipesh’s verwarde blik naar een nieuwsgierige glimlach markeert het ontstaan van een waardevolle connectie. Zijn vraag volgt snel: “Hoe is het om als Hindostaan/Indiër in Nederland te wonen?” Ik kijk de eerste generatie kennismigrant uit Silicon Valley bedachtzaam aan en besluit hem meer te vertellen over mijn perspectief van de Hindostaanse diaspora.

Het beloofde land van Rama

Om bij het begin te beginnen. Er was ooit eens een schip Lalla Rookh, dat de eerste Indiase contractarbeiders bracht naar het beloofde land van koning Rama, het land Suriname. Dipesh vraagt verbaasd: “Suriname?” Het is ook elke keer een feestje om Indiase expats te vertellen dat er 150 jaar geleden al Indiërs waren die migreerden naar het toen nog onbekende continent Zuid-Amerika.

Deze Indiërs kwamen vooral uit de deelstaten Uttar Pradesh en Bihar, waar koning Rama groots wordt vereerd. Rama symboliseert voor velen vastberadenheid en rechtschapenheid. Hij wordt 150 jaar later nog steeds bezielend aanbeden door veel Nederlandse hindoes in mandirs (tempels) of in huizen. Betreden van het beloofde land van koning Rama vereiste een vijfjarig contract voor mijn voorouders. Ze maakten lange dagen op plantages en hadden maar weinig voorzieningen. Met maar weinig middelen moesten ze zichzelf zien te redden. Dipesh vraagt nieuwsgierig door: “Wat gebeurde er na die vijf jaar?”

Na het contract kregen de arbeiders van de Nederlandse kolonialisten de keuze: in Suriname blijven wonen waar ze een stuk land en wat geld kregen, of met een bescheiden bedrag terugkeren naar het land van herkomst. India bood destijds weinig hoop voor de allerarmsten onder de Britse koloniale heerschappij. Daarom kozen mijn voorouders ervoor om zich na hun contractperiode in Suriname te vestigen, in de hoop op een betere toekomst voor de volgende generaties. De beslissing van mijn voorouders heeft voor mij buitengewoon gunstig uitgepakt. Ik woon nu in een land waar ik talloze mogelijkheden heb om mezelf verder te ontwikkelen. Dit geldt uiteraard voor alle Nederlandse Hindostanen.

Het aanpassingsproces aan een nieuwe omgeving wordt treffend beschreven in het nieuwe boek van Salman Rushdie, Victory City. “Elke nieuwe plek waar mensen besluiten te wonen, voelt vreemd aan, en het kan generaties duren voordat het echt thuis wordt. De eerste mensen arriveren met afbeeldingen van de wereld in hun bagage, met dingen van elders die hun gedachten vullen, maar de nieuwe plek voelt vreemd. Het is moeilijk voor hen om erin te geloven, ook al hebben ze nergens anders heen te gaan en niemand anders te zijn.”

Geboren in het nieuwe Rama Bhoomi (land van Rama) koos mijn moeder toch om te vertrekken naar Nederland. Zij was op zoek naar stabiliteit en nieuwe kansen, en de politiek- economische situatie in Suriname maakte het onmogelijk voor haar om verder te bouwen aan een toekomst. Dit dachten wel meer landgenoten en dit leidde tot een tweede migratiegolf. Velen vertrokken rond de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 naar Nederland.

Zuid-Indiase tempel in de buurt van Washington

Tentoonstelling Een onvoltooid verleden

Mijn gesprek met Dipesh roept vragen bij mij op. Ik dwaal af en vraag me af wat de 24-jarige contractarbeider Mohamudkan Woozeerun van de situatie zou vinden anno 2023. Zou ze blij zijn met de Hindostaanse gemeenschap?

Het verhaal van de contractarbeiders kreeg voor mij in Woozeerun een gezicht tijdens mijn bezoek aan het Haags Historisch Museum in april. Daar bezocht ik de tentoon­stelling Koloniaal Den Haag – een onvoltooid verleden. Daar las ik haar naam op een doek; zij reisde mee op het eerste schip uit India. In een vitrinekast lag een schipperslogboek met namen van passagiers, hun fysieke kenmerken en geschatte leeftijd. Deze namen van toen leven voort in het DNA van de 180.000 Hindostanen in Nederland.

Zou Woozeerun zich verheugen over het feit dat meisjes in Nederland nu naar school gaan, hun eigen partner kiezen, carrières opbouwen en steeds meer economisch zelf­standig worden? Zou ze het waarderen dat vrouwen nu vrijelijk beslissen over de invulling van hun leven, of het nu betekent dat ze een nacht lang feesten of de avond doorbrengen met het lezen van een boek? Zou Woozeerun gebruikmaken van het stemrecht dat vrouwen tegen­woordig hebben? Of zou ze zelf een politieke carrière overwegen? Zou ze zich zorgen maken over de nog steeds kwetsbare positie van vrouwen in Nederland, wetende dat 45 procent van alle vrouwen ooit te maken krijgt met fysiek en/of seksueel geweld? Onder dit percentage vallen ook Hindostaanse vrouwen en meisjes.

Ik concentreer me weer op het gesprek met Dipesh. De koers van ons gesprek verandert. “Spreken jullie nog steeds Hindi?” Ik krijg het gevoel dat hij mijn migratie­verhaal vergelijkt met het verhaal van zijn eigen kinderen (tweede generatie).

Taal als verbindende factor van emoties

Taal is de sleutel die de deuren opent naar begrip, verbinding en het delen van de diepste gedachten en emoties tussen mensen. Mijn náni, oma van moederskant, heeft mij vanaf mijn jeugd het belang van taal meegegeven. Taal fungeerde voor haar als een doorgeefluik van traditionele Hindostaanse gebruiken, filosofische inzichten en dulár (liefde dekt niet eens de lading van dit woord). Het is puur emotie! Omdat náni de Nederlandse taal beperkt sprak, was het voor mij vrij normaal om Sarnámi met haar te praten. Ook al spreek ik Sarnámi met een Nederlandse tongval, het weerhield mij er niet van om van alles met haar te bespreken.

Het spreken van meerdere talen is vrij normaal. We spreken Engels, Duits, Spaans, Frans, dus waarom ook niet Sarnámi of Hindi? Het leren van een taal is waardevol om culturele nuances mee te krijgen. Taal is voor mij een geweldig middel geworden om mezelf te positioneren in de samenleving. Mijn beheersing van het Sarnámi en het Hindi heeft mij enorm geholpen bij de oprichting van mijn cultuurplatform DesiYUP. En het is mij gelukt om een Nederlands kinderboek Radha’s eerste concert uit te brengen, waarin woorden voorkomen die ik van náni heb geleerd. Zo ontstaat er herkenning bij met name Hindostaanse kinderen. Door middel van dit boek wil ik ze een gevoel van trots meegeven en ervoor zorgen dat ze de taal omarmen en koesteren.

Radha’s eerste concert boeklancering

Sinds een paar jaar besef ik namelijk hoe bijzonder onze Hindostaanse gemeenschap in Nederland is. Ik kreeg hulp bij deze realisatie. Vanwege mijn werk kom ik veel in aanraking met Indiase artiesten. Een van de artiesten was verbouwereerd toen hij hoorde dat een deel van onze gemeenschap elkaar begroet met ‘Rám Rám’. Zelfs bij een groet leggen we de link met de heroïsche koning Rama en het geschrift Ramayana. “Zeggen mensen dit nog steeds?” vraagt Dipesh net zo verbaasd. In India is alles met Rama gepolitiseerd, maar de ware essentie van de Ramayana en de schoonheid van de verhalen is bij de hindoe­gemeen­schap in Nederland nu nog in veilige handen.

De hindoecontractarbeiders haalden kracht uit de verhalen van het rijke epos. De eenvoudige toegankelijkheid van het verhaal in de taal Avadhi, maakte het voor velen makkelijk te begrijpen. En doordat het boek universele vragen poëtisch weet te beantwoorden, is het zelfs 150 jaar later nog springlevend. Dit gegeven onderstreepte de Indiase president Narendra Modi in 2017, toen hij voor het eerst een toespraak gaf op Nederlandse bodem. Het eerste wat hij deed, was de Hindostaanse gemeenschap compli­men­teren. Hij prees ons voor het behouden van de taal en het doorgeven van ons religieus-cultureel erfgoed, zonder afbreuk te doen aan onze integratie in Nederland.

Dat vindt Dipesh interessant. Hij zegt dat zijn kinderen niet zo actief bezig zijn met cultuurbehoud. Ze zijn nu eenmaal de dominante minderheidsgroep in Silicon Valley, waardoor er een ander soort van ‘eenheidsgevoel’ heerst onder expat Indiërs. Zo zoeken ze elkaar eerder op als ze uit dezelfde streek of staat komen of dezelfde taal delen. Zo zullen de Punjabi’s niet snel contact initiëren met Zuid-Indiase kennismigranten. Ze zijn meer in zichzelf gekeerd en voelen zich eerder thuis in een subgemeenschap binnen de dominante minderheidsgroep van kennismigranten uit India. Dit fenomeen zie je ook terug bij de Indiase expats in Nederland en hier schuilt dan ook het gevaar in, omdat het juist segregatie bevordert. Hierin verschillen Hindostanen in Nederland wezenlijk van de expat Indiërs. Het is niet zo dat Hindostanen uit een polder enkel met poldergenoten omgaan. Het is hooguit leuk om te constateren op een verjaardagsfeestje dat iemand uit Nickerie komt, maar daar blijft het ook bij. Hindostanen zoeken elkaar eerder op, op basis van leefstijlen. Bijvoorbeeld volgers van Hindorama delen gezamenlijke culturele waarden en dat kan al gecategoriseerd worden tot een specifieke levenshouding.

En volgens de Indiase onderzoeker Roshni Sengupta, gespecialiseerd in de Hindostaanse gemeenschap in Nederland, speelt muziek een cruciale rol in het behoud van onze culturele identiteit. Haar paper Negotiating Minority Identities in Europe Through Cultural Preser­va­tion: Music as Heritage among the Dutch Hindustani Diaspora in the Netherlands benadrukt de maatschappe­lijke meerwaarde van cultuur en muziek. “Als een culturele minderheid zich in een grotendeels witte omgeving begeeft, is muziek een van de belangrijkste bindende factoren geworden voor de Nederlandse Hindostaanse gemeenschap, en draagt het bij aan het voortdurende thuisgevoel in het nieuwe thuisland.”

Bitterzoet 150 jaar Hindostaanse immigratie

Dit jaar staat de Hindostaanse gemeenschap in Nederland groots stil bij de 150 jaar Hindostaanse immigratie. Ik heb zelf een rol gespeeld door het organiseren van het herdenkingsfestival Eindeloos India. Het afgelopen jaar is het mij opgevallen dat de aandacht groots was. Er was ruimte voor het bittere verhaal van ontberingen en onderdrukking met een activistische ondertoon. En er was ook ruimte om het zoete en geromantiseerde helden­verhaal van overlevingskracht en verbinding te delen. Mijn voorkeur gaat uit naar het delen van het zoete verhaal.

Beide perspectieven, bitter en zoet, benadrukken de culturele kenmerken van de gemeenschap, zoals taal, dans, muziek, de Hindostaanse keuken, traditionele klederdracht en sieraden. De combinatie van al deze elementen is uniek. Het maakt ons als gemeenschap bijzonder en dat mogen we best koesteren. De zichtbaarheid van de gemeenschap kan ook anders gemeten worden. Sociaal-maatschappelijk zijn we als gemeenschap goed gepositioneerd en ja, het kan altijd op het niveau van politiek, sport en enter­tain­ment een tandje meer, maar zichtbaarheid kent vele aspecten. Het feit dat we een rijk cultureel erfgoed hebben dat dit jaar volop is geëtaleerd op verschillende manieren, draagt bij aan zichtbaarheid en (h)erkenning in de Nederlandse samenleving.

Terwijl Dipesh en ik spreken over het verleden en de toekomst, voel ik de rijke erfenis van mijn voorouders en de transformatie die mijn identiteit heeft doorgemaakt. Als een brug tussen werelden draag ik het epos Ramayana uit India met mij mee. Koester ik de Hindostaanse taal die gevormd is in Suriname. En prijs ik mezelf gelukkig met de titel ‘Rotterdamse cultuurmaker’. Ik heb mijn plekje gevonden in de Nederlandse samenleving.

Mijn gesprek met Dipesh in Silicon Valley eindigt met de erkenning van mijn wandelende museumstukstatus. Terwijl ik afscheid neem van hem in de sari-winkel, besef ik dat mijn reis naar Amerika niet alleen mijn persoonlijke reis is, maar ook een reis waarin mijn Nederlandse, Hindostaanse en Indiase identiteiten harmonieus samenvloeien, verrijkt door de gedeelde ervaringen en verbondenheid met het verleden en heden.

Foto’s: Mahesvari Autar

TOP