Verkiezingen 25 mei 2020: Suriname verdient beter

Hans Ramsoedh

You can fool some people all of the time,

You can fool all people some of the time,

But you cannot fool all people all of the time.

Abraham Lincoln 1858

Van de Britse oud-premier Winston Churchill is de uitspraak dat de democratie de slechtste staatsvorm is die hij kende op alle andere na die zijn beproefd. Zijn uitspraak impliceert dat het democratische systeem imperfect is en gevaren met zich mee brengt. Het is namelijk de democratie die de verkiezing van populisten of politieke rattenvangers mogelijk maakt. In een democratie hebben kiezers het laatste woord. Hoe vaak wordt niet gezegd dat de kiezer altijd gelijk heeft. Deze stelling komen we vaak tegen in politicologische (hand)boeken en klinkt vaak op het eerste gezicht als een vanzelfsprekendheid. Het is echter tegelijk een dooddoener omdat ‘de kiezer’ niet bestaat, net zomin als ‘de politiek’. Vaak wordt hiermee bedoeld dat we de wil van de kiezer serieus moeten nemen. Deze uitspraak wordt meestal in de mond genomen door hen die zich kunnen vinden in de verkiezingsuitslag. Ik hecht grote waarde aan de democratische rechtsvorm, maar voeg gelijk hieraan toe dat in mijn optiek de kiezer niet altijd gelijk heeft. We kennen recente voorbeelden die aantonen dat de kiezer incompetente politici (Trump in de VS, Bolsonaro in Brazilië) een mandaat heeft gegeven, om over het verleden maar te zwijgen. Het blijft uiteraard een groot raadsel waarom de kiezer in beide landen een president heeft gekozen die incompetent, vrouwonvriendelijk en openlijk een racist is. Aanhangers van Trump zien hem vooral als iemand die de VS weer groot kan maken (Make America Great Again). Bolsonaro ziet Trump als zijn grote voorbeeld en voor hem geldt ook Brazilië eerst. Voor Bolsonaro geldt voorts dat hij de militaire dictatuur verheerlijkt, zoals die in Brazilië tussen 1964 en 1985 bestond. Beide voorbeelden illustreren dat ondanks de ‘heilige democratische methode’ heel gemakkelijk populisten en politieke rattenvangers via de democratie aan de macht kunnen komen. Zij gedijen in een klimaat waarbij (een deel van) de bevolking weinig vertrouwen heeft in politieke instituties in combinatie met sociale onvrede onder brede lagen van de bevolking. Deze politici werpen zich vervolgens op als de vertolker van de onvrede met de belofte de problemen op te lossen. Met populisten als leiders heeft een land niet de leiders die het verdient (omdat dit opgevat kan worden als eigen schuld dikke bult) maar wel de leiders die het kiest. Met hun stem hebben kiezers in een democratisch bestel echter wel een corrigerend instrument in handen. Met de leuze Change, Yes We Can! wist Barack Obama in 2008 Amerikaanse kiezers te bewegen om te kiezen voor verandering. Mahatma Gandhi wees burgers op het nemen van eigen verantwoordelijkheid: ‘Wees de verandering die je in de wereld wilt zien’.

Politieke rattenvanger

In mei 2010 kozen Surinaamse kiezers voor een populist en politieke rattenvanger: Desi Bouterse. Hij werd in 2010 in De Nationale Assemblée (DNA) langs democratische weg gekozen als president van Suriname. Voor de kiezer had Desi Bouterse en zijn partij (NDP) in 2010 de kroniek van een aangekondigde ontgoocheling moeten zijn. Onder leiding van coupleider Bouterse verpauperde Suriname tussen 1980 en 1987. De voor­naamste binnenlandse produc­tie werd geleverd door de bankbiljettenpers waarmee de binnenlandse geldvoorraad werd opgevoerd. Toen de militairen in 1987 terugkeerden naar de kazerne lieten zij een failliete boel achter. Hij geldt ook als de architect van de regering-Wijdenbosch tussen 1996 en 2000. De erfenis van deze regering was dat haar beleid Suriname in de grootste economische crisis in de historie van het land stortte. Suriname was in vier jaar tijd totaal verarmd en de economie was vrijwel kapot gemaakt. In deze jaren begon een proces van criminalisering van de staat in Suriname doordat de drugsmaffia onmiskenbaar greep had gekregen op de politiek, economie en het opsporingsapparaat. Deze door de NDP gedomineerde regering werd een regering van Baas en Bazen(naar Buddingh’, De geschiedenis van Suriname 2012; p. 388).In juli 1999 werd ondertussen Bouterse bij verstek door een Nederlandse rechtbank veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf. Uiteindelijk werd hij in juni 2000 in hoger beroep tot elf jaar cel veroordeeld wegens betrokkenheid bij een cocaïnetransport naar Nederland.

De (Nieuw)Front-regeringen (coalitie van de traditionele etnische partijen) hadden voor economische stabiliteit gezorgd na de failliete boedel die zij hadden geërfd. De broodnodige saneringsmaatregelen leidden echter wel tot onvrede onder brede lagen van de bevolking waarvan politieke rattenvangers zelf veroorzakers waren en weer profiteerden. Bouterse wist dan ook in 2010 het reservoir van gevoelens van marginalisering, sociaaleconomisch en politiek onbehagen bij grote delen van de bevolking aan te boren en politiek te kanaliseren. Hoewel hij inmiddels officieel verdachte was in het Decemberproces was dat in Suriname geen beletsel voor het bekleden van een hoge politieke functie. Veel, vooral jonge, kiezers hadden behoefte aan verandering, aan een new car smell. In 2010 koos Suriname een president van wie zijn aanhang en partij vonden dat met hem, ondanks zijn verleden, neks no fout was [vrij vertaald ‘doe niet moeilijk, alles kan en alles mag’]. Bouterse begon enthousiast aan een waslijst met megalomane projecten (de bouw van een diepzeehaven, de aanleg van dammen en waterkrachtcentrales, de bouw van een brug over de Corantijnrivier, de aanleg van een weg naar Brazilië, de aanleg van een tramlijn tussen Paramaribo en Onverwacht et cetera) zonder dat duidelijk was hoe de plannen gefinancierd zouden worden. Luchtkastelen vlogen Surinamers sinds 2010 om de oren. Na vijf jaar waren er van zijn beloftes echter niet veel gerealiseerd. De regering-Bouterse I (2010-2015) maakte zich niettemin populair door een jaar voor de verkiezingen in 2015 een aantal populistische maatregelen te nemen: er kwam een algemene pensioenwet, een nationale basiszorgverzekering en een minimum uurloon. Daarnaast werden in januari 2015 de kinderbijslag en de Algemene Oudedagsvoorziening verhoogd. Voorts kregen basisschoolkinderen na school gratis eten en opvang. Onderdeel van het populistisch beleid van de regering-Bouterse was de forse uitbreiding van het overheidsapparaat. Het betekende in concreto dat economische stabiliteit werd opgeofferd aan de uitvoering van het sinterklaasbeleid van Bouterse. De verkiezingen in mei 2015 leverden de NDP met deze populistische maatregelen dan ook een historische monsteroverwinning op met zesentwintig zetels (van de 51 zetels van DNA).Na de euforie onder de NDP-aanhangers ontwaakten zij met een kater uit hun roes: de staatskas was leeg, de economische groei was rond de nul procent en de hulp van het IMF werd ingeroepen. De economische crisis was de ergste sinds de onafhankelijkheid en opeens was er het besef dat Suriname onder de regering-Bouterse zich had laten af- en misleiden door brood en spelen.

Pe a moni dé: Tralala

Vijf jaar later (2020) is de situatie nog alarmerender: de staatsschuld die ondertussen meer dan SRD 21 miljard (USD 3 miljard) bedraagt, internationale financiële instellingen die waarschuwden voor monetaire financiering door de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en dat het ongebreidelde leengedrag van de NDP-regering het land naar de afgrond zal leiden. Surinames kredietwaardigheid werd zelf door kredietbeoordelaars (Fitch Ratings en Standard &Poor’s) verlaagd van ‘B-min naar CCC+’, een junkstatus waarbij lenen moeilijk wordt en alleen tegen zeer hoge rente. Een land waar je liever geen zaken meedoet. Deze kredietbeoordelaars achten de kans klein dat Suriname zijn schulden zal kunnen aflossen. Op dit moment is het belangrijkste ‘wapenfeit’ van president Bouterse het strooien met voedselpakketten voor het armste deel van de bevolking in plaats van duurzame ontwikkeling.

Bij dit alles volgde in januari 2020 het monetair drama waarbij de regering ruim honderd miljoen US dollar van de kasreserves van de commerciële banken (particulier geld) die waren ondergebracht bij de CBvS heeft gebruikt voor overheidsuitgaven zonder dat de banken hiervan op de hoogte waren. Het precieze bedrag is nog steeds onduidelijk. Zo worden er ook bedragen genoemd van 250 miljoen USD tot zelfs ruim 300 miljoen USD. Banken zijn maandenlang misleid en verkeerd geïnformeerd. Critici spreken van ‘gestolen kasreserves’, de ‘grootste bankroof allertijden’ en ‘diefstal met voorbedachten rade’. Pe a moni dé? [Waar is het geld gebleven?] is de vraag die iedereen in Suriname bezighoudt. De paladijn van Bouterse, vice-president Ashwin Adhin, bestempelde aanvankelijk deze hele kwestie als nep nieuws van ‘neppe mensen’ om vervolgens later te verklaren dat de kasreserves waren gebruikt voor de import van aardappelen [aloe in het Hindostaans], uien en valuta interventies. Onder de bevolking kreeg de vice-president de bijnaam van Aloe Baba. En de reactie van de president?Hij gaf tijdens een persconferentie aan dat twintig van de honderd miljoen USD was uitgegeven aan ‘tralala’: de ‘grote baas’ hing de vermoorde onschuld uit en zijn persconferentie was dan ook een knap staaltje a-no-mi-vertoning [ik ben niet verantwoordelijk, maar anderen]. Op de persconferentie werd duidelijk dat hij de regie kwijt was: hij sprak met een dikke tong, wauwelde, bazelde, zwamde en zeverde, en de meest gestelde vraag onder de aanwezige journalisten bij de persconferentie was of hij dronken was.

Met nog twee maanden voor de verkiezingen dacht de regering met gelegenheidswetgeving de economie te herstellen die op dit moment in een dramatische vrije val is terechtgekomen. Om de op hol geslagen dollarkoers omlaag te krijgen en de ontwaarding van de SRD tegen te gaan is door de coalitie in DNA op slinkse wijze een valutawet (Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren)uit de jaren tachtig doorgedrukt. In grote lijnen komt deze nieuwe wet erop neer dat overal slechts de door CBvS vastgestelde wisselkoers mag worden gehanteerd bij transacties. Het is verboden om vreemde valuta te kopen bij cambio’s of anderen en geldwisselkantoren mogen valuta die zij bij het publiek opkopen alleen aan banken verkopen. Oppositie en financiële instituten (CBvS, bankiersvereniging en cambiohouders) voelden zich misleid omdat zij benaderd waren om commentaar te geven op de Wet Toezicht Geldtransactiekantoren maar vervolgens geconfronteerd werden met een geheel nieuwe wet. Deze wet zal een herhaling van de economische ineenstorting uit de jaren tachtig betekenen toen er een enorme kapitaalvlucht plaatsvond omdat bedrijven niet meer investeerden, de officiële koers een lachertje werd, de zwarte markt ging bloeien, goederen vanwege de zware markt koers schaars en peperduur werden, de koopkracht achteruit ging en de werkloosheid en armoede toenamen. De Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren past bij een totalitair regime in een ontwrichte samenleving. Critici van dit ‘onuitvoerbaar gedrocht‘ spreken dan ook van ‘georganiseerde misdaad, institutionalisering van corruptie en een maffiawet’.

Samenvattend kan worden gesteld dat de financiële en sociaaleconomische situatie van Suriname in 2020 nog erger is dan die in 2000 toen de regering-Wijdenbosh na massale protesten naar huis ging. Onder president Bouterse kreeg de kleptocratie ruim baan, een nyan patu-regering [graaien in de staatskas] waarbij ex-militairen, vrienden en familie van Bouterse Suriname zijn gaan beschouwen als een persoonlijk wingewest. Ondertussen grijpt de armoede om zich heen in Suriname. Illustratief is een WhatsApp-bericht dat ik kortgeleden ontving van een jeugdvriend in Suriname. Op mijn vraag hoe het hem en zijn gezin verging, antwoordde hij: ‘A libi tranga, mi’e poesing wan fasi, maar a kondre ne lating tu, ding mang e kier oen dja’ [vrij vertaald: met heel veel moeite kan ik het hoofd boven water houden. Het is hier bar en boos]. Zijn situatie is vergelijkbaar met die van tienduizenden andere gezinnen. Ondertussen faciliteert Bouterses NDP mensen die kapitaal kunnen maken, maar die als tegenprestatie de partij moeten sponsoren. Vriend en vijand zijn het erover eens dat de corruptie tijdens de regering Bouterse nog nooit zo omvangrijk was, zelfs niet in de jaren tachtig tijdens de militaire dictatuur. De oppositie en maatschappelijke organisaties (werkgeversorganisaties en vakbonden) typeren de regering-Bouterse als een maffiaregering, evenals in de jaren 1996-2000 een regering van Baas en Bazen. In internationale onderzoeksrapporten wordt Suriname onder president Bouterse bestempeld als een ‘gecriminaliseerde staat’ met banden met transnationaal georganiseerde misdaad die zich bezig houdt met drugshandel, het witwassen van drugsgeld, illegale goudhandel en grootschalige corruptie. Hiermee is het land verworden tot een schaduwstaat waar machthebbers zich boven de wet stellen en daarnaast in de ergste traditie van derdewereldlanden een persoonlijk wingewest geworden van een kliek rond Bouterse.

Opoffering van Recht en Waarheid

Als president schoffeerde Bouterse De Nationale Assemblée die hij bestempelde als een ‘poppenkast’. Hij liet zich in dit vertegenwoordigend college heel sporadisch zien, zelfs niet tijdens begrotingsbehandelingen en belangrijke staatszaken. Voorts gaf hij blijk van minachting en intimidatie van de rechterlijke macht. Bouterse gebruikte het presidentschap om het Decemberproces tegen te werken. Een week voordat de openbaar aanklager zijn requisitoir zou houden nam de NDP-coalitie in 2012 in DNA een amnestiewet aan waarbij de verdachten van de Decembermoorden vrijuit gingen. Hiermee werkte de NDP op bestelling mee aan het uitschakelen van de rechtsstaat. Recht en waarheid werden opgeofferd voor het persoonlijk belang van de president. De Krijgsraad achtte de Amnestiewet echter strijdig met het grondwettelijk principe van niet-inmenging in een lopend proces.

Na zijn veroordeling in november 2019 door de Krijgsraad tot twintig jaar cel voor zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden liet de komiek Bouterse niet na tijdens een  kaderbijeenkomst van zijn partij lopend op het podium (‘mi o koiri go so’ [zo zal ik wandelend er naartoe gaan] te demonstreren hoe hij naar de Krijgsraad zou gaan om hoger beroep aan te tekenen. Vol bravoure verkondigde hij daarnaast op een politieke bijeenkomst in Coronie: ‘Mi taygi yu eerlijk. Den man no man sroto mi. Echte, echte, echte. Den no man. A no bigi mi du’ [Ik zeg het je eerlijk, ze gaan mij nooit kunnen opsluiten. Echt niet. Het gaat ze niet lukken. Dit is geen grootspraak].

 

 Na Gado pot’ unu dya

Bouterse ziet zichzelf als de politieke leider die de fakkel van de linkse activist en antikolonialist Anton de Kom heeft overgenomen. Het is zijn persoonlijke missie de Surinaamse geschiedenisboeken in te gaan als een volkspresident en de populaire vader des vaderlands en niet als de ex-dictator die in de jaren tachtig tegenstanders koelbloedig uit de weg liet ruimen. Suriname werd echter onder zijn leiding een land in moreel verval en machthebbers die niet schromen bedreigende taal te uiten enkel uit machtsbehoud terwijl corruptie en machtsmisbruik manifest zijn geworden. Daarnaast ziet hij zijn presidentschap en het feit dat zijn partij in het machtscentrum zit als goddelijke Voorzienigheid. Als reactie op de strafeis in juni 2017 van de auditeur-militair voor zijn aandeel in de Decembermoorden deelde Bouterse op een partijbijeenkomst mee niet te zullen aftreden bij een veroordeling: ‘Als God mij hier heeft neergezet, wie is de rechter dan om mij weg te sturen?’ riep hij tegen zijn aanhangers. De goddelijke Voorzienigheid haalde hij weer van stal als reactie op de protestdemonstraties tegen zijn beleid in februari 2020: ‘….na Gado pot’ unu dya en na Gado kan pur’ wi dya’ [God heeft ons in het machtscentrum en alleen Hij kan ons wegsturen]. Ondanks de goddelijke Voorzienigheid heeft hij als president volledig gefaald. In Bouterses jargon, zijn presidentschap is één grote grap met desastreuze gevolgen voor land en volk, dat wil zeggen een gedesillusioneerde en straatarme bevolking. In zijn tweede ambtsperiode (2015-2020) rezen er zelfs steeds meer twijfels over zijn geestelijke gesteldheid.

Ook op zijn voorbeeldfunctie als president valt het nodige af te dingen. Hij overschrijdt regelmatig de grens van het toelaatbare. Ondanks de afgekondigde maatregelen in verband met de corona-crisis zat de ‘volkspresident’ die zichzelf ook graag ziet als ‘man van het volk’ op Goede Vrijdag in de volkswijk Flora ontspannen (sigaret in de mond, glas whisky op tafel) met meer dan tien personen voor een fatu [gezellig onderonsje] en brasa’s [omhelzing] te geven dat het een lieve lust is. De beelden kwamen op sociale media terecht en de kritieken die losbarstten waren niet mals. Twee dagen later kwam hij met excuses voor zijn gedrag. Naar aanleiding hiervan schreef de columnist Stuart Rahan in De Ware Tijd (16 april 2020) in de stijl van de Surinaamse schrijver Edgar Cairo: ‘Die man zijn hoofd is geboord’ [hij spoort niet]. Al deze zaken maken één ding duidelijk: Suriname zit sinds 2010 opgescheept met een president die gewoon niet deugt.

Alternatief voor regering van Baas en Bazen

Is er een alternatief voor de huidige regering van Baas en Bazen? Als het gaat om coalitievorming is de Surinaamse politiek onvoorspelbaar. Samenwerking tussen politieke partijen geschiedt niet op basis van programmatisch vergelijk, maar als de gelegenheid zich voordoet. Opportunisme is dan ook een belangrijk kenmerk van de Surinaamse politiek en de meeste politici geven daarbij blijk van een verontrustende morele lichtheid. Zo kwam er na de verkiezingen in 2010 in Suriname een coalitie aan de macht waarbij drie gezworen vijanden (Bouterse als oud-bevelhebber, Brunswijk als leider het Jungle Commando en Somohardjo als een van de leiders van verzet in Nederland tegen het Bouterse-regime in de jaren tachtig) een coalitie sloten die niemand in Suriname voor mogelijk had gehouden.

De morele lichtheid van veel politici zien we onder meer terug bij de samenstelling van de partij-kieslijsten voor de verkiezingen: wie staat op een verkiesbare plaats en wie niet, wie zijn mogelijke overlopers? Zo heeft de VHP personen voorafgaand aan hun definitieve kandidatering een verklaring (wurgcontract) laten ondertekenen dat zij na de verkiezing niet zullen overstappen naar een andere partij op straffe van een boete van drie miljoen USD. Voorts zijn met nog anderhalve maand voor de verkiezingen drie hoofdbestuursleden van de VHP opgestapt vanwege hun ontevredenheid over de kandidatenlijst. Duidelijk moge zijn dat verkiezingen in Suriname niet alleen gaan over de verkiezing van 51 DNA-leden, ze worden ook gezien als een stille strijd om de 51 nieuwe rijken. De meeste DNA-leden zijn namelijk meestal ambtenaar die bovenop hun ambtelijke salaris ook nog een riante schadeloosstelling genieten als lid van DNA.

In de opiniepeilingen staat de NDP op verlies. Dit is niet verrassend gelet op het desastreuze sociaaleconomisch beleid en de endemische corruptie. Het is alleen koffiedik kijken hoe groot dit verlies zal zijn. Ik sluit niet uit dat de NDP ondanks het verlies toch nog op 18-20 zetels (thans 26) zal uitkomen. Intimidatie, fake news, strooien met voedselpakketten en het op de valreep treffen van populistische maatregelen door monetaire financiering zijn middelen die tot de habitus behoren van de regering-Bouterse.

De grootste uitdager van de NDP is de VHP onder leiding van Chan Santokhi die zich inmiddels heeft getransformeerd van een etnische (Hindostaanse) tot een multi-etnische partij. Deze partij staat in de peilingen op winst. Deze partij verklaarde te gaan voor 28 zetels (van de 51 DNA-zetels),maar bij dit aantal is de wens eerder de vader van de gedachte dan dat het gebaseerd is op realisme. Punt is dat in veel kiesdistricten de etnische factor nog steeds doorslaggevend is bij de stemkeuze. De groei van de VHP zie ik vooral in het terugwinnen van een deel van de achterban dat onderdak vond bij de NDP in 2010 en 2015. Het betekent voor de VHP dat vooral winst is te behalen in de kiesdistricten Paramaribo, Wanica, Commewijne, Nickerie en Saramacca waar de overgrote meerderheid van haar traditionele aanhang zit. In het meest gunstige geval heeft de VHP in potentie de mogelijkheid om van haar huidige acht DNA-zetels door te groeien naar 16-18 zetels.

De vraag of de NDP voor een derde termijn uit het machtscentrum kan worden gehouden met Bouterse als president is daarmee niet alleen afhankelijk van de winst van de VHP, maar ook van de overige oppositiepartijen zoals de eens zo machtige NPS. Deze partij (thans drie DNA-zetels) heeft een groot deel van haar traditionele Creoolse achterban verloren aan de NDP. Het is nog zeer de vraag of de NPS zal weten te profiteren van het verlies van het vertrouwen van de kiezers in de NDP. Niet uitgesloten dient te worden dat de partijen die eerder onderdeel waren van de Nieuw Front-regering (VHP, NPS, Pertjajah Luhur van Somohardjo en de A-combinatie waaronder de ABOP van Ronnie Brunswijk) gezamenlijk een meerderheid kunnen vormen na de verkiezingen. Of een dergelijke coalitie wenselijk is valt zeer te betwijfelen. Met name de Pertajah Luhur en ABOP zijn in het verleden onbetrouwbare politieke partners gebleken voor wie, meer dan andere partijen, meeregeren primair gericht is op patronage en cliëntelisme. Een herstel van de oude Nieuw Front-coalitie zou dan feitelijk neerkomen op puru bruku weri bruku [van de wal in de sloot]. Een coalitie van de VHP en de NDP? In 2010 stuurden belangengroepen (handelaren, ondernemers) binnen de VHP tevergeefs aan op een coalitie met de NDP. Tien jaar in de oppositie van de VHP is niet bevorderlijk voor hun particularistische belangen. Zij willen eindelijk eens hun ‘investering’ in de partij ‘verzilverd’ hebben. Het betekent dan ook dat zij er alle belang bij hebben dat de VHP na mei 2020 gaat meeregeren, desnoods met de NDP en met Bouterse als president. Uit het oogpunt van transparantie naar de kiezer toe is het van groot belang dat de VHP vóór mei 2020 openheid van zaken geeft over een eventuele samenwerking met de NDP van Bouterse.

Gelet op het opportunistische karakter van de Surinaamse politiek moet geen enkele coalitie na 25 mei worden uitgesloten. Welke regering ook na mei 2020 zal aantreden, de hoogste prioriteit zullen de reanimatie van de vastgelopen economie en de afbetaling van de torenhoge schuldenlast zijn om de boel weer op de rails te krijgen. Geen enkele oppositiepartij heeft tot nu toe aangegeven hoe zij dat gaan doen. Uit vrees voor verlies van de kiezersgunst hullen zij zich in een groot stilzwijgen over de noodzakelijke pijnlijke maatregelen die genomen dienen te worden om de economie weer op gang te krijgen. Gepresenteerde verkiezingsprogramma’s van de verschillende partijen zijn inwisselbaar en feitelijk wensenlijstjes. De kiezer vindt hierin geen grootse vergezichten, samenhangende visies en een concrete uitwerking en financiële onderbouwing van de plannen.

Voor de huidige Baas en Bazen in Suriname staan op 25 mei grote belangen op het spel. Met de vondst van grote olievoorraden voor de kust van Suriname en de verwachte miljardeninkomsten vanaf 2025 is het de huidige machtshebbers alles aan gelegen om de macht te behouden. Voor hen is de staat immers het vehikel voor particularistische belangen en ongebreidelde zelfverrijking. Het vertrouwen in de regering-Bouterse is tot het nulpunt gedaald. Indicatief is de afkondiging in april 2020 van de Wet Burgerlijke Uitzonderingstoestand in verband met de Covid-19-crisis. Deze wet heeft in de samenleving geleid tot grote ongerustheid. Met deze wet heeft de regering het mandaat gekregen verregaande beslissingen te nemen om ervoor te zorgen dat de gezondheidszorg van de burger gewaarborgd blijft. Wereldwijd worden echter binnen bestaande wettelijke kaders de beoogde doelstellingen gerealiseerd zonder dat grondwettelijke vrijheden van de samenleving volledig opzij worden gezet. Critici, zoals de Vereniging van Economisten (VES), van deze wet wijzen erop dat deze wet primair bedoeld is om het huidige desastreuze financieel-economisch beleid te continueren, zonder wettelijke beperkingen begrotingstekorten ongebreideld monetair te financieren en het recht om te protesteren tegen het wanbeleid in te perken. Dit is tekenend voor de ondemocratische inborst van de NDP.

Voor politieke partijen in Suriname is het op dit moment in verband met de corona-crisis haast een onwerkbare situatie: politieke publieke manifestaties zijn niet toegestaan en dit is uiteraard voor alle partijen een belangrijke handicap bij het mobiliseren van het kiezersvolk. In dat opzicht is de regerende NDP in het voordeel omdat zij de door haar gecontroleerde staatsmedia (radio en televisie) optimaal kan inzetten om kiezers achter zich te krijgen en zaken mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Ook is het zeer de vraag in hoeverre buitenlandse waarnemers vanwege de corona-crisis aanwezig zullen zijn bij de verkiezingen. De huidige regeerders zullen daar niet rouwig om zijn. Daarnaast is ook een punt van zorg bij de komende verkiezingen dat de voorzitter (de districtscommissaris) van het hoofdstembureau in elk district de autoriteit is over de verkiezingen. Aangezien alle voorzitters NDP-ers zijn moet dan ook extra worden gewaakt voor eerlijke verkiezingen.

Suriname op een tweesprong

De Surinaamse bevolking heeft geen gudu p’pa [gulle gever], helpiman of yepiman [weldoende verlosser of zorger] nodig, maar duurzame ontwikkeling door integere en competente bestuurders die democratische waarden omarmen en voorleven. Op 25 mei staat Suriname op een tweesprong: het gaat dan om een keuze voor politieke normaliteit dat wil zeggen goed bestuur en een fatsoenlijk Suriname of voor een partij of regering van Baas en Bazen. De kiezer heeft het laatste woord en in navolging van Gandhi: wees de verandering die je in Suriname wilt zien. Het land verdient beter!

Bij de foto’s:
1  Protestdemonstratie onder aanvoering van Bouterse tegen het beleid van de regering-Venetiaan in 2005 (foto IBS/OSO)
2  Protestdemonstratie tegen de NDP-regering 2020 (foto IBS/OSO)
3  Slachtoffers Decembermoorden ’82 
4  De drie heldhaftige rechters van de Krijgsraad die het vonnis uitsprak (foto Starnieuws)
5/6  Aanhang VHP (foto Ranjan Akloe)
7  VHP leider Chan Santokhi (foto Ranjan Akloe)

TOP