Veranderingen in de bevolkingssamenstelling van Suriname

prof. dr. Chan E.S. Choenni

In de loop der tijd is de etnische samenstelling van bevolking in Suriname in aanzienlijke mate veranderd. Tot 1970 vormden Creolen de grootste bevolkingsgroep van Suriname. Daarna werden de Hindostanen de grootste bevolkingsgroep. De laatste 10 jaar is de Creoolse groep echter in omvang  niet meer de tweede grootste bevolkingsgroep. De Marrons, die voorheen bekend stonden als Boslandcreolen/Bosnegers zijn als gevolg van een hoog aantal geboorten de tweede bevolkingsgroep geworden. Er werd in 2003 bij de volkstelling een splitsing in de Creoolse groep ingevoerd tussen Gemengden en Creolen/Afro Surinamers. Een belangrijke verandering is eveneens dat de groep der Gemengden als aparte bevolkingsgroep in aantal blijkt toe te nemen. De Groep Creolen/Afro Surinamers is mede door deze splitsing in de statistieken gedaald, maar er is ook nauwelijks een bevolkingstoename waar te nemen onder hen. De Hindostanen zijn weliswaar nog steeds de grootste bevolkingsgroep in Suriname maar hun aandeel in de bevolking is afgenomen. Alleen de Javaanse groep is vrij constant als het gaat om hun aandeel in de bevolking. Tenslotte neemt het aantal Brazilianen en zogeheten ‘nieuwe’ Chinezen toe in Suriname.

Wij zullen de ontwikkeling van de Surinaamse bevolking schetsen vanaf 1922 tot en met 2012 aan de hand van de verschillende volkstellingen. Suriname is gaandeweg een multi-etnische samenleving geworden. De oorspronkelijke bevolking -de zogeheten Indianen-, die tegenwoordig Inheemsen worden genoemd, was niet groot. Het ging om enkele duizenden die voornamelijk in het binnenland woonden. Hun aantal nam door de jaren heen nauwelijks toe. In 1950 woonden er bijvoorbeeld slechts 3.700 Inheemsen in Suriname. In de 17de eeuw vestigden zich Blanken, waaronder ook Joden in Suriname. Tevens werden zogeheten slaven uit (zwart) Afrika overgebracht. De nakomelingen van deze tot slaafgemaakten die op 1 juli 1863 hun vrijheid kregen, werden later Creolen genoemd. In 1863 was Suriname echter een relatief kleine samenleving met slechts 60.000 inwoners. Naast een paar duizend Blanken, waaronder Joden was de grootste groep ruim 33.000 vrijverklaarden. Daarnaast was een grote groep kleurlingen, vermenging van ‘Blanken’ en ‘Zwarten’, die meestal al vrij waren verklaard. Tevens woonde in het binnenland een groep Marrons, namelijk weggelopen slaven en hun nakomelingen. Ook woonden er al Chinezen die als contractarbeiders waren overgebracht. Er waren 2.500 Chinezen overgekomen, maar velen zijn weer teruggekeerd. De overige hebben zich  vermengd met Creolen. Chinese vrouwen zijn toentertijd zelden geëmigreerd naar Suriname.

De bevolking van Suriname veranderde echter drastisch van samenstelling door de komst van Hindostanen en Javanen. Tussen 1873 en 1916 kwamen ruim 34.000 Hindostaanse contractarbeiders van India naar Suriname. Een derde ging terug naar India. Ook vestigden zich in deze periode ruim 3.000 Hindostanen uit het Caraïbische gebied in Suriname. Van 1890 tot 1939 zijn ongeveer 33.000 Javanen naar Suriname gekomen en ruim een vijfde keerde terug naar Indonesië.

Volksstelling

De eerste volkstelling van Suriname was in 1921. De bevolking van Suriname was in 1922 toegenomen tot in totaal 110.933 inwoners. Na de Tweede Wereldoorlog vond in 1950 de tweede volkstelling plaats. De bevolking bijna was verdubbeld en telde in 1950 telde Suriname in totaal 217.400 inwoners

Tabel I: bevolkingsgroepen in Suriname in 1922 en 1950

We zien dat in 1922 Creolen de helft van de Surinaamse bevolking uitmaakten, gevolgd door Hindostanen met al een ruim een kwart aandeel. Javanen vormden een tiende deel van de Surinaamse bevolking in 1922.

Toename

In 1950 vond de tweede volkstelling plaats en de Surinaamse bevolking blijkt te zijn verdubbeld. Er is een toename waar te nemen van alle bevolkingsgroepen. De Creoolse groep is nog steeds de grootste groep, maar het aandeel van de van oorsprong Aziatische groepen (Hindostanen en Javanen) is toegenomen tot bijna de helft van de Suriname bevolking. Wij zien ook de opkomst van de Marrons; zij vormden in 1950 een tiende deel van de Surinaamse bevolking. In 1950 woonden er 2.300 Blanken/Europeanen, waaronder de zogeheten Boeren (Boeroe’s) en 2.700 anderen, waaronder Syriërs en Libanezen.

Na 1950 groeide de Surinaamse bevolking snel. Voorafgaand aan de onafhankelijkheid in 1975 zag de Surinaamse bevolking er qua samenstelling als volgt uit. Wij gaan uit van de cijfers van het Algemeen Bureau Statistiek in Suriname vastgesteld op grond van de derde (1964) en de vierde volkstelling (1971).

Tabel II: bevolkingsgroepen in Suriname in 1964 en 1972

Wij zien een forse toename van de totale bevolking van Suriname tussen 1950 en 1964; er was een toename met meer dan 100.000 als gevolg van een vrij hoog geboortecijfer. Wij zien dat in 1964 de Creolen nog steeds de grootste bevolkingsgroep zijn, maar de Hindostaanse groep is sterk toegenomen. Beide groepen vormden ruim een derde van de bevolking. De Javaanse groep vormde een zevende deel van de bevolking. In 1972 blijkt dat Hindostanen de grootste bevolkingsgroep zijn geworden. Wij zien ook een toename van de groep Marrons, die in 1972 een tiende deel van de Surinaamse bevolking uitmaken.

Daling bevolking

Voorafgaand aan de onafhankelijkheid verloor Suriname door emigratie naar Nederland ongeveer een kwart van zijn bevolking en ook daarna hield de emigratie naar vooral Nederland aan. Er was een forse daling van de totale bevolking ondanks een groot aantal geboorten. In 1980 is er ook een volkstelling (de vijfde) gehouden. Dat was in de periode van de zogeheten  ’Revolutie’. Er werd  besloten de etnische afkomst niet meer te registreren. Mede daardoor is deze volkstelling niet zo bruikbaar. De totale bevolking van Suriname bedroeg in 1980 volgens deze telling 355.240. Wij zien duidelijk dat er sprake was van een daling van de bevolking ten opzichte van 1972. Dat had te maken met de grote emigratie uit Suriname naar  Nederland. Suriname verloor voor de onafhankelijkheid een kwart van zijn bevolking. De Surinaamse bevolking bleek echter na 1980 langzaamaan weer toe te nemen, zoals uit de onderstaande tabellen blijkt. In 2004 blijkt Suriname bijna een half miljoen inwoners te tellen en in 2012 is de bevolking toegenomen met 50.000 tot ruim een half miljoen inwoners.

Tabel III: bevolkingsgroepen in Suriname in 2004 en 2012

Opkomst Marrons

In 2004 blijkt dat Marrons in aantal al de derde bevolkingsgroep zijn geworden van Suriname; zijn net iets groter dan de groep Javanen. In 2012 blijkt dat de Marrons in aantal fors zijn toegenomen en hun aantal is sinds 1972 meer dan verdubbeld. Marrons zijn in aantal de tweede bevolkingsgroep geworden als gevolg van een hoog geboortecijfer. Dit hoge geboortecifer hangt samen met polygamie bij de Marrons, mannen die meerdere vrouwen hebben. De andere bevolkingsgroepen laten geen grote toename zien. De Hindostanen zijn nog steeds de grootste bevolkingsgroep maar hun aandeel in de totale bevolking is niet toegenomen ondanks een  toename met 13.000 personen tussen 2004 en 2012. Bij de Javaanse groep is zelfs een lichte daling in hun aandeel ondanks een bescheiden toename met 2.000 personen. Ook het aandeel van de Creoolse is licht gedaald ondanks een toename met 1.600 personen in deze periode. Er heeft zich meer vermenging plaatsgevonden onder deze groep. De Creoolse groep is in omvang de derde bevolkingsgroep geworden.

Opkomst Gemengden

Een andere belangrijke ontwikkeling is de opkomst van de Gemengden. In 2004 was een op acht Surinamers gemengd. In 2012 is hun aandeel toegenomen en was bijna een op de zeven Surinamers gemengd. De groep Gemengden was bijna net zo groot als de Javaanse groep. Het is te verwachten dat binnen niet al te lange tijd de groep Gemengden groter zal zijn dan Javaanse groep en op termijn ook groter zal worden dan Creoolse groep. In 2012 zijn tot de groep Overig gerekend de 20.344 Inheemsen (Indianen), 1.667 Blanken (Kaukasisch) en 7.166 overig. De Categorie Onbekend bestaat uit 1.590 onbekend en 1.805 weet niet. Er wordt beweerd dat vele duizenden Brazilianen en ‘nieuwe’ Chinezen in Suriname wonen. Het is lastig hun aantal vast te stellen. Volgens de officiële gegevens van de volkstelling in 2012 woonden in Paramaribo 1.686 personen met de Braziliaanse nationaliteit en 1.964 met de Chinese nationaliteit, en 3.885 met de Guyanese nationaliteit. Soms worden een aantal 20.000-30.000 Brazilianen genoemd en meer dan 10.000 ‘nieuwe’ Chinezen. Er zou hier onderzoek naar moeten worden gedaan, want dit zijn geen officiële aantallen.

Al met al is Suriname een multi-etnische samenleving gebleven. De bevolking was gedaald rondom de onafhankelijkheid als gevolg van grote emigratie. Daarna is het weer toegenomen en in 2012 had Suriname meer dan een half miljoen inwoners. Het aantal Marrons en Gemengden neemt fors toe. De Hindostanen vormen nog steeds grootste de bevolkingsgroep, maar hun aandeel in de bevolking neemt niet meer toe. Het aandeel van Creolen en Javanen daalt zelfs licht, ondanks een geringe toename. Brazilianen en ‘nieuwe’ Chinezen zijn nieuwe bevolkingsgroepen in Suriname en steeds meer zichtbaar in het straatbeeld.

TOP