Vorig jaar schreef Hans Ramsoedh een artikel Wat is typisch Hindostaans? Hierin ging hij in op een paar voorbeelden van wat als de Hindostaanse volksaard kan worden gezien, waaronder het verschijnsel van enorme aantallen gasten bij een huwelijk, uitgenodigd of niet, het kan allemaal. Ramsoedh nodigde lezers uit om ook met voorbeelden te komen van wat zij als typisch Hindostaans zien, waarmee een collage zou kunnen worden gemaakt. De typische kenmerken moeten daarbij vooral niet altijd zeer serieus worden opgevat maar dienen meer als vorm van humor. Het is namelijk belangrijk dat een volk/gemeenschap ook om zichzelf kan lachen als een vorm van zelfreflectie. De uitnodiging van Ramsoedh leidde echter niet tot spontane reacties. Dat ontlokte bij een Hindostaanse man de opmerking: “Typisch Hindostaans. Ze kunnen wel een hoop praten, maar daadwerkelijk iets opschrijven, ho maar.”
Verzameling van typische kenmerken
Hindorama heeft zelf een aantal mensen, zowel Hindostanen als niet-Hindostanen, benaderd om te vragen wat zij typisch Hindostaans vinden. Niet-Hindostanen noemden vooral:
- gastvrij, bescheiden en familie-georiënteerd;
- Hindostaanse gerechten als roti, bará en masalagerechten (zowel vlees als groente); en
- Bollywoodmuziek, -dans en –kleding (glitter and glamour/bling bling).
Ook Hindostanen brachten deze punten, al dan niet meer genuanceerd naar voren, maar er werden ook nog andere punten genoemd:
- erg statusgevoelig met als voorbeelden: tuk op academische titels, mooie auto, grote feesten, veel mensen uitnodigen, dure drank schenken en veel te veel eten (laten zien dat je niet gierig bent);
- bescheiden, maar meer in de zin van naar buiten toe geen activistisch gedrag tonen of weerwoord geven, want in de beslotenheid van eigen huis/familie/vrienden ventileert men wel flinke meningen. Sommigen typeerden dit als lafheid. Anderen noemden in dit verband ook de term tej (zichzelf erg belangrijk vinden of betweterig doen);
- ‘manai ka boli’ (wat zullen de mensen zeggen) met als opmerking dat dit op selectieve wijze wordt gehanteerd wat ook de typering “hypocriet” ontlokte bij een aantal personen;
- eetcultuur van pittig en vrij vet en zout voedsel, veel masala, doks, rode sardien en een of twee dagen per week vegetarisch voedsel;
- religieus in de zin dat men vaak puja’s doet, een eigen pujaruimte of godenafbeeldingen in huis heeft;
- zeer serieus omgaan met zaken als najar (‘het boze oog’), juthá (bevuiling door een ander van eten, bijvoorbeeld, door met gebruikte lepel of met de hand ervan te nemen).
- entertainment waar jong en oud van genieten: Indiase films en muziek maar ook baithak gáná.
- Gefocust op huidskleur, niet per se om een donkere huidskleur af te keuren, maar wel erg oplettend op de precieze tint.
Het mag duidelijk zijn dat het hier om een informele verzameling van kenmerken gaat die beslist niet is gestoeld op (semi)wetenschappelijk onderzoek. Een aantal van de genoemde kenmerken is wellicht ook niet alleen typisch Hindostaans. Maar het leek toch aardig om dit summiere beeld van hoe niet-Hindostanen tegen Hindostanen aankijken en hoe Hindostanen tegen hun eigen mensen aankijken hier te schetsen.
Gastvrijheid
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij het kenmerk gastvrijheid vanuit verschillende invalshoeken. Hoe bijvoorbeeld misbruik wordt gemaakt van de veelgeprezen gastvrijheid, maar ook hoe binnen de gemeenschap met gastvrijheid wordt omgegaan en de interactie met sommige andere typische kenmerken zoals bescheidenheid (geen weerwoord geven) en statusgevoeligheid.
“Ik kom roti bij je eten”
Niet-Hindostanen memoreerden veelal dat je heel makkelijk kunt aanschuiven bij een feestje of dat je te eten wordt uitgenodigd. In Suriname was bekend dat Creolen zichzelf vaak uitnodigden. Een Hindostaanse vrouw vertelde: “Altijd kwamen ze tegen mij zeggen als het Holi was ‘Ik kom roti bij je eten’. Maar omgekeerd verwachtten ze niet dat ik pom bij hen kom eten op 1 juli of met Kerst. Maar ja, zo was het. Wij Hindostanen gingen niet graag bij anderen eten, omdat wij niet alles eten, zoals zoutvlees enzo.”
Toen Hindostanen in grote getalen naar Nederland kwamen en verspreid over Nederland kwamen te wonen, hebben zij ook te maken gehad met Nederlanders die maar al te graag op het eten bij de Hindostaans buren kwamen. In het begin vond men dat niet erg. Het was zelfs goed voor de vriendschappelijke verhoudingen. Maar op een gegeven ogenblijk was het wel erg opvallend dat ze altijd tijdens etenstijd verschenen wetend dat er wel een hapje eten zou zijn. Een vrouw: “We vonden het wel vervelend, maar wilden hen niet wegsturen. Mijn man zei dat ik extra peper in het eten moest doen, maar dat vond ik zielig. Toen ik begon te werken, heb ik wel laten merken dat ik niet zo vaak bezoek kan hebben en zo is het opgelost, zonder ruzie.”
Lekker rommelen bij de buren
Dan heb je ook gevallen dat de kinderen uit de buurt altijd te vinden waren bij hun Hindostaanse vriendjes. De ouders vonden dat gezellig voor hun kinderen, totdat ze merkten dat de Nederlandse buren hun huis graag piekfijn in orde houden en de kinderen dus maar graag ergens anders laten rommelen. De moeder: “Ik vond dat niet leuk, maar ik kon niet aan die kinderen zeggen dat ze niet welkom zijn. Ik begon wel op te letten dat er bij mij niet te veel troep werd gemaakt en dat ik dus maar moest blijven sloven. Als er te veel rommel was, moesten ze zelf samen met mijn kinderen opruimen.”
Aftroeven
Hindostanen pakken graag goed uit bij een feestje. Er wordt veel eten en drank geserveerd. Onderling willen ze elkaar soms graag aftroeven. Als de een nasi en bami met kip had geserveerd, dan doet de ander daar ook nog roti met doks bij, bijvoorbeeld. En daarnaast zijn er altijd nog allerlei hapjes. Soms ben je nog van je bara aan het genieten of de loempia komt eraan en direct daarna roze kipsalade of ghugri. En uiteraard kun je niet weg alvorens ook nog een volledige maaltijd te nuttigen. Een Nederlandse vrouw: “Bij Nederlanders wordt je uitgenodigd voor koffie met gebak of voor een borrel, een aangeklede borrel of voor het eten. Bij Hindostanen is het alles ineen.”
Kwestie van eer
Dat er een overdaad aan eten wordt aangeboden is op zich niet zo een punt als je zelf kunt bepalen wat je allemaal wel of niet neemt. Maar soms wordt je continu achter de vodden gezeten en wordt het als het ware door de gastvrouw/-heer niet geaccepteerd dat je niet alles neemt. Gastvrijheid verandert in een vorm van tirannie. Het gaat niet meer om wat de gast graag heeft, maar om de eer van de gastvrouw of -heer. Dit is op komische wijze uitgebeeld in een sketch uit de BBC-serie Goodness Gracious Me die over Indiërs in Engeland gaat: https://youtu.be/RJaRh6QTTfU
Status en snoeverij
Bij bruiloften of andere grote feesten heeft het aantal gasten en alles eromheen ook te maken met status binnen de familie. Bij een huwelijk heeft het soms vooral te maken met het laten zien aan de ‘tegenpartij’, de familie van de bruidegom. Die moet vooral niet denken dat de familie van de bruid niet goed kan uitpakken. Er wordt soms geld bij de familie geleend om het huwelijk zo groots mogelijk te kunnen vieren.
Bij hoogopgeleide Hindostanen lijkt het er soms op dat die zich graag alleen tussen mensen van hun eigen niveau willen ophouden en hun uitnodigingsbeleid bij feestjes in die zin beperken. Die lopen dan weer het risico dat ‘men erover praat’ dat ze vrekkig zijn.
Welgestelde Hindostanen in Suriname kunnen ook uitpakken onder meer bij bruiloften om te laten zien dat zij goed in de slappe was zitten. Deze bruiloften hebben vooral het karakter van het ten toon spreiden of showen van rijkdom waarbij de ene familie de andere probeert te overtreffen. Er is security bij de ingang en het tonen van de uitnodiging is verplicht. Dit soort bruiloften is duidelijk geïnspireerd door tentoongespreide weelde in Bollywoodfilms. Het is ook de bedoeling dat mensen het na maanden nog hebben over de pracht en praal bij dat huwelijk van desbetreffende familie.