Suriname en Dubai

Chan Choenni

President Santokhi en delegatie tijdens Dubai Expo 2020. Projectie Surinaamse vlag op het dak van centrale expo-hal.

In november 2021 heeft de Surinaamse President Chan(drikapersad) Santokhi met zijn delegatie een succesvol bezoek gebracht aan Dubai. Dubai is momen­teel één van de rijkste en modernste landen ter wereld. Met de overvloedige inkomsten uit olie is een wereld­wonder tot stand gebracht. Vrijwel iedereen die Dubai heeft bezocht dan wel via de media Dubai kent, spreekt doorgaans in euforische termen over dit land. En terecht: in bijna een halve eeuw is een woestijngebied omgetoverd in een metropool met wolken­krabbers en optimale voorzieningen voor de burgers. Dubai heeft één van de grootste vlieghavens ter wereld en de wereldtentoonstelling Expo 2020 (1 oktober 2021 tot en met 31 maart 2022) alsook verschillende wereldcon­fe­ren­ties vinden momenteel in de Stadstaat Dubai plaats. Liefst 190 landen hebben een paviljoen op het uitgestrekte tentoonstellingsterrein. Dit terrein is speciaal hiervoor aangelegd en is een tiental kilometers ver verwijderd van het centrum. De super efficiënte metrolijn is doorgetrokken naar dit nieuwe woestijn­gebied in ontwikkeling. De metro rijdt groten­deels bovengronds op ongeveer 15 meter hoogte zonder een bestuurder; af en toe zie je een conducteur lopen door de coupés die het een en ander controleert. Vanuit de ramen van de automatisch (op afstand bestuurde) rijdende metrowagons heb je goed zicht op de wolken­krabbers en voortgaande bouwactiviteiten. Je ziet ook braakliggende zandgebieden die als het ware baden in het overvloedige zonlicht. Maar ook deze dorre gebieden zullen binnen korte tijd worden omgetoverd in groene gebieden met bebouwing. Dat is het wonder van Dubai. Er zijn ook snelwegen aangelegd; het is mogelijk om zowel met de bus (dat duurt bijna één uur vanuit het centrum)als met de auto naar het tentoonstellings­terrein te gaan.

De skyline van booming Dubai en het hoogste gebouw ter wereld: de Burj Khalifah.

Eind oktober 2021 heb ik Dubai bezocht. Ik heb de imposante Expo 2020 tweemaal bezocht. Je hebt eigenlijk meer dagen nodig om daar te verpozen en alles te zien. De temperatuur tijdens de zogenoemde koele periode (november tot en met maart) is uitstekend. Het wordt er niet warmer dan 30 graden. In de warme periode (juni tot en met augustus), maar ook in de overgangsperiode (april-mei en september-oktober) is het echter in Dubai buiten nauwelijks uit te houden in de verzengende hitte. Dan loopt de tempe­ratuur dikwijls op naar boven de 40 graden.

Het Suriname paviljoen
Op het Expo 2020 terrein worden in de landenpaviljoens de economische prestaties en ambities alsook de culturele karakteristieken van land en volk tentoon­gesteld. Ik heb uiteraard het Suriname paviljoen bezocht en werd daar hartelijk ontvangen. Met onverholen trots merkte ik dat het kleine land Suriname met een bevolking van amper 600.000 inwoners vrij prominent aanwezig is. Het Suriname paviljoen (nummer 211) is dichtbij het centrale Al Wasl Plaza. Dat is de grote overkoepelde ruimte waar tentoonstellingen en ontvangsten plaatsvinden. De delegaties van de landen worden daar ontvangen en presenteren zich. De vlag van het betreffende land wordt geprojecteerd op de grote koepelwand. Suriname heeft zich daar gepresenteerd en de Surinaamse president heeft een indrukwekkende rede gehouden. Een dissonant was helaas het voornemen van beoogd spreekster Tanuya Manichand om lezingen te houden over drie Surinaamse vrouwen in historisch perspectief. Het betrof de wrede slaven­eigenaar Suzanna du Plessis, de slavenhoudster Elizabeth Samson en de prostituee Maxi Lindner. Zeer terecht is tegen dit bedenkelijke voornemen van leer getrokken. Het getuigde van weinig historisch besef en daarbij werden de gevoelens van veel Afro-Surinamers nodeloos  gekwetst. Juist bij dergelijke kwesties moeten in Suriname terzake deskundigen worden geraadpleegd. Het is helaas een bekend euvel dat de experts dikwijls worden genegeerd en minder competente personen beeldbepalende functies in Suriname vervullen. Als men verdienstelijke vrouwelijke historische figuren ten voorbeeld wil stellen dan is een betere keuze mogelijk. Waarom viel de keuze niet op de sociaal ingestelde arts Sophie Redmond, de kordate en verdienstelijke gezond­heids­zorg inspectrice Grace Howard-Schneiders of de ijverige Mata Gauri, die haar landerij aan de Kwattaweg heeft geschonken aan de Surinaamse gemeenschap? Ook was het een slechte keus om iemand behorende tot een andere bevolkings­groep als Inheemse (‘Indiaanse’) op te voeren. Waarom geen echte Inheemse?

Chan Choenni, Bina Makhan samen met enkele vertegenwoordigers van het Suriname paviljoen. Op de achtergrond het tentoongestelde Surinaamse bos.  De Surinaamse vlag werd geprojecteerd op het Al Wasl Plaza.

Maar over het algemeen is het Suriname paviljoen evenwichtig vormgegeven en de etnische diversiteit alsmede het harmonieus samenleven van de verschil­lende bevolkingsgroepen krijgt voldoende aandacht. Ook de nadruk op het bos of beter gezegd de thema’s ecologie en duurzaamheid zijn goed gekozen. Duur­zaam­heid en ecologie (een groen Suriname dus) zijn in het kader van klimaatverandering de toekomst. Sterker nog: in de jaren twintig van deze eeuw zal klimaat­(verandering) het grote beleidsthema worden. In dit kader zou Suriname juist het innovatieve mangrove project voor kustverdediging en landaanwinst moeten etaleren. Prof. Sieuwnath Naipal en zijn team verrichten onder moeilijke omstandigheden in dit verband zeer verdienstelijk werk in Suriname. Het Suriname paviljoen is gelegen in de groene zone en het ‘gebied mangrove’. Het etaleren van dit aansprekende project zou niet misstaan in de Suriname tentoonstelling. Veel Surina­mers staan doorgaans niet bekend om hun affiniteit met innovatie en implementatie van de nieuwste technieken en willen alles liever op de oude manier blijven doen. Wellicht kan juist daarom in het kader van ‘change of the mind’ dit project alsnog aandacht krijgen in het Suriname paviljoen. De Expo 2020 duurt nog tot 31 maart 2022.

Dubai ambitie
Al met al heeft de overheid van Dubai alles uitstekend georganiseerd. Dubai levert dus prestaties van formaat op verschillende gebieden. Ik moest tijdens mijn bezoek dan ook herhaaldelijk een glimlach onderdrukken denkend aan de Dubai ambitie van André Misiekaba. Deze voormalige fractieleider van de thans tot de oppositie behorende NDP (Nationale Democratische Partij) en gewezen minister zou samen met zijn kompanen van Suriname een nieuw Dubai maken. Ja, dat beweerde Misiekaba met grote stelligheid! Hij werd schertsend Mr. Dubai genoemd. Deze groteske bewering was uiteraard te wijten aan een gebrek aan beoorde­lings­vermogen en een tekortschietend inzicht in de kwaliteiten en competenties die zijn vereist van bestuurders en burgers om dergelijke prestaties neer te zetten. Er is bijvoorbeeld een zogeheten Miracle Garden in Dubai die tijdens de koele periode elk jaar opnieuw wordt ingericht met meer dan één miljoen bloemen. In de warme periode zou dat vanwege de zeer hoge temperaturen niet kunnen. Deze bloemen worden continu bewaterd. Dat vereist continu (dag en nacht) onderhoud, veel discipline en ijver. Er wordt dus keihard gewerkt. Dit zijn allemaal voorwaarden die er moeten worden vervuld alvorens überhaupt een dergelijke prestatie kan worden neergezet.

De Miracle Garden in Dubai met meer dan één miljoen bloemen.

De Dubai ambitie is niet realistisch. Suriname zal geen nieuwe Dubai kunnen worden. Dat is te hoog gegrepen. Dat heeft President Santokhi onlangs in zijn rede -refererend aan de vooruitzichten van 2022 – ook toegegeven. Suriname hoeft ook geen nieuwe Dubai te worden, maar gelet op het Surinaamse achterland dat voor 85% uit bos bestaat kan het zich ontwikkelen tot een duurzame welvaarstaat. Suriname heeft als een van de weinige landen een overschot aan zuurstof en een negatieve emissie van CO2 (broeikasgassen). Met een juiste visie, competent leiderschap, discipline en hard werken kan Suriname door een evenwichtige exploitatie van de natuur en de vruchtbare bodem welvaart genereren voor alle burgers. Met andere woorden: een duurzame welvaarstaat worden.

Profiel Dubai
Om te illustreren dat de Dubai ambitie niet realistisch is schets ik kort het profiel van het land Dubai. Ik baseer mij voornamelijk op Wikipedia als bron. Het land Dubai vormt samen met enkele kleine omringende landen de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). De VAE is een federatie van zeven onafhan­ke­lijke emiraten. Naast Dubai is een ander bekend land Abu Dhabi. De VAE liggen op het Arabische Schiereiland aan de Perzische golf tegenover Iran. De oorspronkelijke bevolking noemt zich Emirati en alleen zij hebben deze nationaliteit die hen recht geeft op allerlei privileges, die worden onthouden aan de overige inwoners. De Emirati vormen evenwel een kleine minderheid van de bevolking, want de meerderheid bestaat uit ‘buiten­landers’.

Dubai is het kleinste land van de VAE en heeft een oppervlakte van slechts 4.114 vierkante kilometers. Suriname is wat betreft oppervlakte bijna veertig maal groter. Maar Dubai is wel het bekendste en rijkste land van de VAE. Begin 1800 woonde slechts een stam bestaande uit 600 personen in dit gebied. De bevolking was veelal in de handel, veeteelt, visserij en het parelduiken actief. De huizen waren primitief en gemaakt van hout en modder. Rond 1850 woonden er 8.000 mensen. De Emirati zijn hun afstammelingen en de huidige sjeiks die aan de macht zijn, stammen af van de leiders van deze stam. In 1968 woonden al 59.000 inwoners in Dubai. Na de vorming van de Verenigde Arabische Emiraten en door de vondst van olie verdrievoudigde dit aantal tot ruim 183.000 inwoners. In het jaar 2000 waren in Dubai al ruim 862.000 inwoners door de stormachtige ontwikkeling die het land doormaakte.

In 2010 bedroeg het een inwoneraantal 1,9 miljoen. De verdeling man-vrouw was echter bijzonder scheef; in 2010 waren er 420.000 vrouwen en 1,5 miljoen mannen. In deze grote groep mannen zaten veel buitenlanders die permanent in het land mogen verblijven. Maar er waren ook nog ruim 1 miljoen tijdelijke werknemers. Als deze mee worden geteld dan had Dubai circa 3 miljoen inwoners in 2010. Daarnaast waren er 288.000 perso­nen, die in collectieve arbeidersaccommodaties verblijven. Zij werden niet geïdentificeerd naar etniciteit, maar de meesten waren afkomstig uit Azië. Ongeveer 10-15% van de inwoners was Emirati; de rest bestond uit buitenlanders, voor wie vaak de term expats wordt gehanteerd.

Tabel: Etnische samenstelling van de inwoners van Dubai in 2010 (bron: Wikipedia).

Ongeveer 85% van de expats was Aziatisch, voornamelijk afkomstig uit India (51%), Pakistan (16%), Bangladesh (9%) en Filippijnen (3%). Er is ook een gemeenschap van Somaliërs. Tot de categorie Overig behoren Wester­lingen en onder andere migranten uit Indonesië, Maleisië en China. Veel migranten uit de Filippijnen, Maleisië en Sri Lanka zijn werkzaam als au-pair en nanny’s. Zij wonen in bij een gezin en zorgen voor de kinderen. Zij verrichten licht huishoudelijk werk, zoals schoonmaakwerk­zaam­heden, wassen en koken.

De Indiërs, Pakistanen en Bengalezen (afkomstig uit Bangladesh) vormden bij elkaar de meerderheid van de bevolking van Dubai in 2010. Personen afkomstig uit het ‘oude India’ oftewel het Indiase subcontinent zijn dan ook zeer zichtbaar in het straatbeeld van Dubai. Zij werken voornamelijk als goedkope arbeiders, maar een deel is ook werkzaam in de professionele beroepen, zoals medici, ingenieurs en financiële specialisten. Zij hebben in grote mate Dubai (op)gebouwd en zorgen dat het land draaiende wordt gehouden. Natuurlijk hebben de leiders van Dubai, ondersteund door vooral Westerse experts, de plannen gemaakt en de gebouwde omgeving ontworpen, maar het handwerk wordt gedaan door Aziaten.

De Sjeik van Dubai, Sjeik Mohammed bin Rashid al-Maktoem

Sjeik Mohammed bin Rashid al-Maktoem
Hoewel Dubai één van de meest liberale landen van de VAE is, wordt het wel autocratisch bestuurd. Rond 1830 werden Dubai en Abu Dhabi overgenomen door de Maktoem-familie. Zij regeren nog steeds over de emiraten. Aan het hoofd van iedere Emiraat staat een Sjeik. De sjeiks van de zeven emiraten en de gekozen vertegenwoordigers uit de Raad van Ministers vormende de Hoge Raad van leiders. Het parlement bestaat uit een Kamer met 40 leden. De helft van de leden wordt aangewezen door deze Hoge Raad. De andere helft wordt sinds 2006 gekozen door de mannelijke inwoners. Vrouwen hebben nog steeds heel weinig te brokkelen in de bestuurlijke melk van de VAE, inclusief Dubai.
Deze Sjeik is vanaf 2006 is de Minister-President van de Verenigde Ara­bische Emiraten. Hij heeft ervoor gezorgd dat Dubai zich de afgelopen 15 jaar enorm heeft ontwikkeld op zowel economisch als cultureel gebied.

Modernisering en liberalisatie
Dubai heeft een imposante ontwikkeling en trans­for­matie doorgemaakt tijdens en vooral na de zogeheten ‘oilboom’. Op weg naar India heb ik ruim veertig jaar geleden -in augustus 1980- heen en terug een stopover gemaakt op Dubai. Daarna ben ik enkele keren in Dubai geweest. In 1980 droegen vrijwel alle Arabische mannen de bekende witte hoofddeksel en de lange witte jurken. Bijna alle vrouwen waren zwaar gesluierd in de zwarte hijab (lange jurk) en nikab (hoofddeksel die het gezicht bedekt op de ogen na). De meeste van deze vrouwen keken schichtig uit hun ogen en veel Arabische mannen waren zeer kortaf. Er heerste destijds een ’unhei­mische’ sfeer. Het douanepersoneel was onvriendelijk; om niet te zeggen vrij onbeschoft. Zij waren Emirati en vanuit de hun toegekende machtspositie oefenden zij hun macht uit door bijvoorbeeld traag de paspoorten ‘af te handelen’ en op je neer te kijken. Ruim 40 jaar later -in 2021- is Dubai getransformeerd tot een toeristische bestemming. Emirati vrouwen horen nu ook tot het douanepersoneel. Zij zijn vriendelijk, maar dragen nog steeds de zwarte hoofdoek en zwarte kleding. Je kunt nu hun gezicht wel aanschouwen en velen beheersen het Engels. Er zijn relatief weinig mannen in de Arabische witte dracht te ontwaren en ook de manlijke controleurs zijn vriendelijk. De sfeer is ‘relaxt’. Dubai richt zich immers op het toerisme en de vlieghaven fungeert als ‘hub’ (tussenstop). Dat vereist efficiëntie en klantvriendelijkheid. In ons hotel kregen de gasten een tas cadeau om bijvoorbeeld hun kleding in te stoppen voor als ze gaan ‘braden in de zon’ bij de stranden. Dat laatste deden vooral Westerse blanke toeristen. Vrouwen in bikini die liggen te zonnen aan de stranden is een normaal beeld tijdens de koele periode in Dubai.

Er is veel geliberaliseerd. Deels ook op het terrein van godsdienst. De oproep tot het gebed klinkt nog steeds op gezette tijden, maar het dagelijks leven gaat gewoon door. De winkels gaan niet dicht, zoals in sommige islamitische landen als bijvoorbeeld Egypte. Ik heb nauwelijks groepen mensen gezien die massaal naar de moskee gaan om te bidden. Ik zag een Emirati man in de metro in traditionele kleding met een klein apparaatje in zijn handpalm. Hij drukte continu op het knopje. Dit vervangt de bekende bidkraal die wordt gebruikt tijdens het prevelen van gebeden. Men mag in huis de eigen godsdienst beoefenen, maar buitenshuis is dat verboden. Er zijn nog steeds geen hindoetempels, ondanks de aanwezigheid van een groot aantal Hindoes. De bedoeling is echter dat binnen een paar jaar een grote mandir wordt gebouwd in Dubai. Een maquette daarvan is te bezichtigen in het imposante en enkele verdiepingen tellende India paviljoen op de Expo 2020.

Eerlijk gezegd voelde ik niet dat ik in een islamitisch land was. Trouwens: er lijkt zich een liberalisatie te voltrekken in het hartland van de Islam. Saoedi-Arabië heeft aangekondigd dat televisieprogramma’s over de Mahabharat en Ramayan zullen worden uitgezonden. De reden is dat in deze heilige hindoeboeken moraal en deugden op aansprekende wijze aan bod komen. Terwijl in de klassieke landen van de Islam dus sprake is van liberalisering zien we dat in de periferie juist radicalisering gaande is. Naast Iran en Afghanistan en tot op zekere hoogte Indonesië is er islamitische radica­lisering in enkele landen in Zwart Afrika. Gedacht kan worden aan Somalië waar Al Shabab de economische ontwikkeling blokkeert. Nigeria dat als grootste land van Zwart Afrika met veel olievoorraden het voorbeeld zou moeten zijn van competent bestuur en welvaart zwicht onder de terreur van Boko Haram. Het is opmerkelijk dat herhaaldelijke ontvoeringen van schoolmeisjes niet effectief door de regering en het grote leger wordt aangepakt.

Invloed India en Bollywood
Het meest bijzonder tijdens mijn recente bezoek aan Dubai vond ik de toegenomen invloed van het Indiase subcontinent en Bollywood. Het begon al op Schiphol in het grote vliegtuig van The Emirates. In deze supergrote A380 Airbus zijn de zitplaatsen in de economy class ruim en het amusementsprogramma is zeer uitgebreid. Er werd aangekondigd dat je de keuze hebt tussen films van Hollywood en Bollywood. Tijdens een vlucht van zes uur heb ik twee klassieke (oude) Bollywood films opnieuw gekeken, namelijk Pakeezah en Neel Kamal. Het leek alsof ik in de bioscoop zat ruim meer dan 40 jaar geleden. Het opnieuw bekijken van films heeft het voordeel dat je dingen waarneemt die eerder niet waren opgevallen. Oude herinneringen kwamen voorbij door prachtige liederen die een nostalgische sfeer opriepen. Mijn echtgenote Bina Makhan heeft drie moderne Bollywood films verslonden. Mij kunnen deze moderne films niet bekoren, omdat de inhoud niet beklijft en de prachtige liederen die klassieke Bollywood films ‘dragen’, ontbreken. De vlieguren waren voorbijgevlogen. Bolly­wood films en series zijn razend populair in dit deel van de Arabische wereld. Alles wordt nagesynchro­ni­seerd in het Arabisch. Veel manlijke filmsterren in Bollywood films zijn trouwens moslim (hebben de naam Khan) en de behandelde onderwerpen spreken de Emirati aan. India, en in het bijzonder Mumbai, ligt enkele uren reizen met het vliegtuig verwijderd van Dubai. Zoals gezegd is meer dan de helft van de inwoners van Dubai afkomstig van het Indiase subcontinent. Als je om je heen kijkt zie je mensen die op je lijken (met dank aan de politicus Paul Somohardjo die deze ‘twist’ hanteerde om de etnische aanduiding te omzeilen).

Straatbeeld: Indiërs in Dubai

Ik kon echter Indiërs, Pakistani en Bangladeshi’s amper van elkaar onderscheiden. Bovendien wordt gedrag en kleding steeds meer eenvormig. In sommige wijken had ik het gevoel dat ik in modern India was terecht­ge­komen. Zo was het een bijzondere ervaring om in grote moderne supermarkets oude Bollywood liederen te horen. Tijdens rondvaarten ’s avonds met boten langs de feeëriek verlichte gebouwen zijn recente Bollywood liederen te horen. Je ziet blanke westerlingen ‘Bollywood­moves’ nadoen. Het Indiase eten en Indiase artefacten zijn populair. In de cocktail van moderni­sering, efficiëntie, glitter en glamour domineren niet de blanke Westerlingen, maar mensen afkomstig uit het Indiase subcontinent.

Dit was een bijzondere ervaring voor mij. Temeer als ik het vergelijk met het beeld van ruim 40 jaren geleden toen ik na de stopover in Dubai terechtkwam in Bombay (tegenwoordig Mumbai). Op weg van de vlieghaven van Bombay naar het hotel had ik in 1980 een ontluisterende ervaring. Ik zag schrijnende armoede, gedeformeerde mensen en de stank van poep afkomstig uit de sloppenwijken was niet te harden. Ik bleef twee dagen grotendeels in het hotel (eigenlijk een beetje schuilen) om alles te verwerken. Toen was India een arm land en het mensonterende kastenstelsel, de oplichterij en obsessie met hiërarchie waren deprimerend. Natuurlijk was ik trots op de glorieuze geschiedenis en de monumenten. India is echter na 40 jaar een redelijk goed ontwikkeld land geworden, maar nog lang niet een world power, zoals veel Indiase nationalisten onterecht beweren.

Opvallend is dat in Dubai en eigenlijk in de hele zogeheten Indiase diaspora de van oorsprong Indiase migranten na verloop van tijd vooruitgang boeken. In Dubai zie je uitbuiting en zelfs moderne slavernij. De talloze manlijke Indiase arbeiders werken in de verzengende hitte. In de avonduren zie je hen achter de hotels en in de buurt van de woonbarakken gebroe­der­lijk en elkaar ondersteunend rondhangen. Vorige generaties hebben dat ook gedaan en zijn uitgebuit. Maar de meerderheid is door ijver en het vooruit­­gangs­­streven in economische zin relatief succesvol geworden. Dit ethos gecombineerd met het Indiase culturele erfgoed is blijkbaar in grote mate een succesformule. Heb ik last van etnisch chauvinisme? Nee, want ik heb veel landen waar de zogeheten Indiase diaspora zich heeft gevestigd, bezocht en de migratiegeschiedenis bestudeerd. In de Verenigde Staten, Canada, Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland, maar ook in Zuid-Afrika, Mauritius, Maleisië, Trinidad, Fiji en Guyana zijn de meeste mensen van Indiase afkomst ondanks onderdrukking, discriminatie en uitbuiting vooruit gekomen.

Foto’s: Chan en Bina Choenni

TOP