Surinaamse kiezers en het verlosserssyndroom

Hans Ramsoedh

Dr. Hans Ramsoedh publicist en historicus

Surinaamse politici heb­ben een zeer lange houd­baarheidsdatum. Zij ver­bin­den ongeacht de ver­kiezingsuitslag geen con­sequenties aan hun politiek leiderschap. Van oud-premier Jopie Pengel (premier tussen 1963 en 1969) en politiek leider van de Creoolse Nationa­le Partij Suriname (NPS) is de veel bekritiseerde uitspraak ‘alleen ziekte en dood kunnen mij van deze zetel [premierschap] verwijderen’. Jagernath Lachmon bleef gedurende zijn gehele politieke loopbaan (1949-2001) politiek leider van de Hindostaanse Vooruit­strevende Hervormingspartij (VHP). Surinaamse politieke leiders beschouwen het voorzitterschap van de partij als hun persoonlijk bezit. Inmiddels kunnen we ook Desi Bouterse in het rijtje scharen van politici met een lange houdbaarheidsdatum. Hij is herhaalde malen afge­schreven, maar steeds weer slaagt hij erin uit de politieke dood te herrijzen. Wat deze politici met elkaar gemeen hebben is dat zij zich beschouwen als verlosser en verzorger van hun achterban. Cliëntelisme (kiezers ondersteunen in ruil voor hun stem) en patronage (gunsten verlenen) zijn daarbij instrumenten voor politieke leiders om de achterban aan zich te binden. Als gevolg van deze politieke cultuur is er bij de bevolking sprake van een verlosserssyndroom hetgeen inhoudt dat zij alle hoop heeft gevestigd op een politiek leider die haar problemen oplost.

In deze bijdrage ga ik in op de wijze waarop het verlosserssyndroom bij de Surinaamse kiezers mogelijk kan leiden tot de zoveelste politieke reanimatie van Desi Bouterse en zijn Nationale Democratische Partij (NDP), ook wel de paarse partij genoemd (naar paars als partijkleur).

Reanimatie van de rattenvanger 
Bouterse en zijn partij leken na de verkiezingsnederlaag in mei 2020 afgeschreven. Zijn regering had in de periode 1980-1987, 1990-1991, 1996-2000 en 2010-2020 een gerampaneerd land achtergelaten, een moreel en economisch failliet Suriname, de erosie van instituten, de ondergraving van maatschappelijk vertrouwen, van de rechtsstaat en van de democratie, het leegroven van de Centrale Bank, de aanwending van de staatsmacht om zichzelf en zijn vertrouwelingen te verrijken en het land achterlatend met een staatsschuld van circa vier miljard USD in 2020. Na de verkiezingen in mei 2020 schreef het Surinaamse dagblad De Ware Tijd in een redactioneel commentaar over Bouterse en de NDP: ‘Grote leiders weten wanneer het tijd is om met gevoel van zelfrespect de aftocht in te zetten. Voor de NDP-kliek moet dan ook gelden: nooit meer aan de macht want daar zijn geen grote leiders!’ (redactioneel commentaar Verschroeide aarde, 25 juli 2020).

Het is echter te vroeg om Bouterse en zijn NDP af te schrijven. Deze partij leed een gevoelig verlies in 2020 maar is met zestien zetels de tweede grote partij in Suriname en is daarmee nog steeds een machtsfactor van betekenis. Bouterse is in 2019 tijdens zijn presi­dentschap door de Krijgsraad veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf echter zonder dat directe gevangenneming werd geëist. Tegen het vonnis van de Krijgsraad tekende Bouterse verzet aan. Ondanks zijn veroordeling waant Bouterse zich in een onaantastbare positie. ‘Kom me maar halen als je durft’ is zijn devies of zoals hij op een politieke bijeenkomst in januari 2020 in Coronie zei: ‘Mi taygi yu eerlijk. Den man no man sroto mi. Echte, echte, echte. Den no man. A no bigi mi du’ [Ik zeg het je eerlijk, ze gaan mij nooit kunnen opsluiten. Echt niet. Het gaat ze niet lukken. Dit is geen grootspraak].

Olieverfschilderij Tassen vol armoede (1982) van de kunstenaar  Ramon Bunsee (1935-2005)

Wie gedacht had dat het na mei 2020 exit Bouterse was vergist zich. Daar was hij namelijk opeens rond 25 februari jl. Een dag eerder bracht hij, omringd door partijgenoten en een enorme publieke belangstelling, als de rattenvanger van Hamelen, een bezoek aan de binnenstad van Paramaribo. Op 25 februari volgde een kranslegging bij het Monument van de Revolutie waarbij hij zijn toehoorders voorhield dat Suriname door het beleid van de huidige regering afstevende op de hel. Het was de bekende strategie van hem en zijn partij: eerst zelf de hel veroorzaken en vervolgens anderen de schuld toeschuiven oftewel a no mi, na den trawan [het is niet onze schuld, maar de schuld van anderen] en neks no fout [er is niets aan de hand]. Een dag later volgde een grote politieke manifestatie in het NDP-partijcentrum OCER die werd bijgewoond door enkele duizenden paarse volgelingen. Op zich is deze grote opkomst niet verrassend aangezien mensen uit het gehele land gratis met bussen naar OCER werden vervoerd en voedsel en drank overvloedig en vrij beschikbaar waren. Desalniet­temin zou deze massale paarse opkomst een signaal moeten zijn voor de regering-Santokhi. Voor de mofina wan [de allerarmsten] geldt nu eenmaal de uitspraak van de Duitse schrijver Bertolt Brecht Erst kommt das Fressen dann kommt die Moral.

We zagen echter op 26 februari jl. op het politieke podium een andere Bouterse dan we gewend waren. Als geen andere Surinaamse politicus beheerste de flamboyante Bouterse met zijn charisma en oratorische kwaliteiten in het verleden de kunst de massa te onderhouden. Als een popster betrad hij dansend en zingend het podium en entertainde hij de massa waarbij zijn politieke tegenstanders het moesten ontgelden. Waar Bouterse in het verleden binnenkwam ging iedereen rechtop zitten, want er ging iets gebeuren. De charmante revolutionair met uzi en baret van weleer die tussen 1980 en 1987 uitgroeide tot een machtsmachine die over lijken ging, is inmiddels een oud geworden pafferige oud-president (inmiddels 77-jaar!) die opvallend genoeg geen aanvallen deed op president Santokhi maar de regering slechts een nationale dialoog en vervroegde verkiezingen voorstelde.

Bouterse draagt het presidentschap over aan Santokhi in juli 2020 (foto Ra1 photography)

Geheim akkoord Leonsberg 2.0? 
Opvallend was ook de reactie van de huidige president Chan Santokhi en zijn partij: die wezen slechts op de Augiasstal die zij overnamen na tien jaar wanbeleid van de regering-Bouterse. Het is een herhaling van het conservatieve concept van propagandavoering van de (Nieuw-)Front-coalitie onder leiding van oud-president Ronald Venetiaan. Het belangrijkste wapenfeit van zijn coalitie tijdens verkiezingscampagnes was het wijzen op het gevaar Bouterse, een mantra die na drie decennia bij een groot deel van de kiezers was uitgewerkt. Het waren vooral jongeren die behoefte hadden aan verandering, aan een new car smell en voor de partij van Bouterse kozen. Deze jongeren kenden de militaire repressie en de Decembermoorden slechts van horen zeggen aangezien in de geschiedenisboeken over deze zaken met geen woord werd en wordt gerept.

Door deze mantra opnieuw van stal te halen is het alsof de huidige coalitie geen lessen trekt uit het verleden. De huidige regering-Santokhi heeft door haar beleid in korte tijd veel goodwill bij de bevolking verspeeld: een beleid dat wordt gekenmerkt door een gebrek aan commu­nicatie, ondoorzichtige besluitvormings­proces­sen en onbegrijpelijke besluiten en een benoe­mings­beleid waarbij gekozen wordt voor familie, vrienden en partij-loyalisten (nepotisme). In december 2020 kondigde president Santokhi begin 2021 financieel een doorbraak te verwachten met lichtpunten voor de bevolking. Maar Suriname verkeert nog steeds in een diepe crisis met op dit moment een inflatie van rond de vijfenzestig procent. Dit is een beleid dat bijdraagt aan de reanimatie van Desi Bouterse en zijn NDP.

Schilderij Kurt Nahar Soso Lollie 2015

De matiging van de kritiek van Bouterse op president Santokhi en het stilzwijgen van laatstgenoemde met betrekking tot een aantal zaken die Bouterse betreffen (zoals geen gevangenneming na de uitspraak van de Krijgsraad en diefstal van zware wapens uit de privéwoning van Bouterse) geven voeding aan specu­laties over een mogelijk Geheim Akkoord van Leonsberg 2.0. Het Geheim Akkoord van Leonsberg 1.0 verwijst naar een vermeend geheim akkoord in 1987 tussen de legerleiding en de burgerpolitici waarbij in ruil voor herstel van de democratie Bouterse c.s. niet zouden worden vervolgd voor hun aandeel in de Decembermoorden in 1982. Het Geheim Akkoord van Leonsberg 2.0 zou naar verluidt inhouden dat Bouterse zich koest houdt en in ruil daarvoor niet hoeft te vrezen voor gevangenneming na een definitieve uitspraak in de Decembermoorden-strafzaak. Ook is er mogelijk een coalitie in de maak is tussen de VHP van Santokhi en de NDP van Bouterse in 2025 of eventueel eerder.

Slavenmoraal en verlossers­syn­droom
Dat veel kiezers hun hoop wederom lijken te vestigen op Bouterse en zijn NDP stemt tot nadenken. De vraag is immers gerechtvaardigd of Surinaamse kiezers gek zijn geworden. Immers, de bevolking had zelf voor Bouterse en de NDP gekozen om vervolgens na tien jaar desastreus beleid met de gebakken peren te zitten. Met andere woorden, de verantwoordelijkheid voor de failliete staat waarin Bouterse en de NDP na tien jaar regeren het land achterlieten ligt niet alleen bij hem en zijn partij, maar ook bij de kiezer die immers op de hoogte was van hun track record.

Er zijn twee mogelijke verklaringen voor dit fenomeen. Door het huidige beleid van de regering-Santokhi krijgt Bouterse weer zuurstof toegediend krijgt, zoals de internetnieuwssite Starnieuws schreef (Coalitie geeft Bouterse zuurstof, 1 maart 2022). Een andere verklaring ligt in de slavenmoraal en in het verlengde hiervan het verlossingssyndroom bij Surinaamse kiezers. De schrijver Albert Helman introduceerde het begrip slavenmoraal met betrekking tot de Surinaamse cultuur waarbinnen in zijn optiek deze moraal nog steeds dominant is. Dit moraal filosofisch begrip (evenals het begrip herenmoraal) ontleende Helman aan de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Onder invloed van het christendom ontstond volgens Nietzsche de slaven­moraal waarbij vooral nederigheid, medelijden en vergeving als nieuwe deugden werden gepropageerd, niet echt een moraal die de mens helpt emanciperen. Het is deze moraal die in de optiek van Nietzsche de mens langdurig en wijdverbreid in zijn greep heeft kunnen houden. Tegenover de slavenmoraal staat de herenmoraal. De herenmoraal bestond al in de klassieke oudheid onder de heersende klassen van de maat­schappij die van mening waren dat iets pas goed is wanneer het assertief, nobel en nuttig is.

Met betrekking tot Suriname ziet Helman slavernij als bron voor de slavenmoraal: een geestesgesteldheid die leidt tot apathie, berusting en gelatenheid. Het betekent dat mensen zich onmachtig voelen, zich daarbij neer­leggen en dat ontsnappingsmogelijkheden niet ontdekt worden. Met andere woorden, een houding die niet leidt tot het nemen van verantwoordelijkheid en de hand in eigen boezem steken (Albert Helman in Gevecht om de geschiedenis, Amsterdam 1994; p. 70-98). Deze slaven­moraal leidde tijdens en na de slavernijperiode op de plantages in Suriname vervolgens tot het verlos­singssyndroom zoals de Surinaamse journalist en vakbondsman Rudie Kross schrijft in zijn essay Anders maakt het leven je dood. De dreigende verdwijning van de staat Suriname uit 1987. Het verlossingssyndroom is later door eeuwen van kerkelijk paternalisme versterkt en heeft zich nadien voortgezet in parlementair-achtige partijen in de postkoloniale en -dekolonisatieperiode in de uitvoering van leiderschap die men omschrijft als charismatisch of messiaans. Als gevolg van het verlossingssyndroom ontwikkelde Suriname zich volgens Kross tot een staat waar generaties lange onder­drukking, armoede en uitzichtloosheid een wijdverbreide cultuur van lethargie, het koesteren van slachtoffer­schap, afhankelijkheid, lijdelijkheid en het verafschuwen van verantwoordelijkheid heeft voort­gebracht. De bevolking heeft hierdoor een buitensporige behoefte ontwikkeld aan een verlossers­syndroom, een verlosser, een verzorger en een gudu p’pa [een gulle gever, een sinterklaasachtige figuur]. Ook de Neder­landse schrijver en journalist Herman Vuijsje wijst in zijn boek (God zij met ons Suriname. Religie als vloek en zegen, 2019) op de paternalistische rol van kerken in Suriname in het verleden die geleid heeft tot een cultuur van ingesloten afhankelijkheid bij de volgelingen. Het is dit verlos­singssyndroom dat in Suriname medeverant­woorde­lijk is voor de herhaalde reanimatie van een persoon als Bouterse ondanks zijn track record.

Slechts denkbare scenario 
President Santokhi had na mei 2020 kunnen afrekenen met het verlosserssyndroom of het vestigen van de hoop op een gudu p’pa in Suriname en daarmee met de reanimatie van Bouterse en zijn NDP. Santokhi’s imago van crime fighter en de redder van het Surinaamse volk heeft inmiddels een behoorlijke deuk opgelopen. Het betekent dat Bouterse en zijn NDP opnieuw de zoveelste kans krijgen om zich op te werpen als de verlossers in nood voor Suriname. In dat geval moeten we daad­werkelijk vrezen voor Suriname als een failed state. Een toekomst van Suriname met opnieuw de NDP in het machtscentrum is het slechtst denkbare scenario voor het land. De verantwoordelijkheid voor dat scenario ligt bij president Santokhi c.s. Dit zou hem en zijn partij tot nadenken moeten stemmen.

TOP