Surinaamse gemeenschapsbouwers in Den Haag

Shiwdatt Ramdharie

Vorig jaar verscheen het boek Surinaamse gemeenschapsbouwers in Den Haag. Een terugblik op 60 jaar maatschappelijke inzet.

De redactie bestond uit een drietal personen waar onder de directeur van Autar Consultancy die de opdracht had gekregen voor de samenstelling van de publicatie. Met twee van de redacteuren ben ik goed bekend.

Het boek geeft een getrouw beeld van in ieder geval de periode die ik zelf als Hagenaar kan overzien: de periode sinds 1975. Dat was het jaar waarin  ik in Paramaribo verruilde voor Den Haag. De periode ook waarin ik van dichtbij allerlei ontwikkelingen in Den Haag meemaakte.

Erg lezenswaardig vond ik inleidende bijdragen over de zestiger jaren van de vorige eeuw. Met name het artikel over Jongerenvereniging ‘Manan’ die onder Hindostanen een belangrijke rol vervulde bevatte veel gegevens die ik niet eerder elders heb aangetroffen. Annemarie Cottaar heeft in een ouder – maar nog erg lezenswaardig boek veel informatiefs over Manan geschreven en enkele prachtige foto’s uit die periode in haar boek opgenomen. Het boek onder bespreking vind ik – voor wat dit onderdeel betreft – mooi aansluiten op ‘Ik had een neef in Den Haag’, Cottaars pennevrucht uit 1998. Toch ben ik ervan overtuigd dat de geschiedenis van Manan een gedetailleerde studie verdient van minstens 200 pagina’s. Misschien geldt dat ook wel voor Jumpa Rajguroo die veel academici en zelfs een hoogleraar heeft afgeleverd aan de samenleving.

Het onderhavige boek is historisch van opzet met als gevolg dat algemene artikelen en beschrijvingen van verschillende organisaties elkaar afwisselen. Dat kwam wat rommelig op mij over. Ik had liever een tweeedeling gezien: een deel met de algemene artikelen en een waarin de verschillende orghanisaties werden behandeld.

Ondanks het feit dat de drie redacteuren Hindostanen zijn hebben ze ze ook niet-Hindostaaanse organisaties betrokken in hun studie. Met de meeste hiervan was ik bekend maar het opfrisssen van mijn geheugen en het noemen van meerdere details en namen heb ik als erg wetenswaardig ervaren. Toch lijkt mij de bijdrage over de Chinese organisaties veel te sumier.

De artikelen overigens zijn geschreven door een beperkt aantal auteurs waar onder Autar en Chotoe zelf, die onmogelijk op parate kennis konden terugvallen. Chotoe verkeerde bijna dagelijks in Den Haag en heeft zich desondanks onvoldoende ingespannen om voldoende organisaties te belichten. De studentenvereniging Uday bijv. – bij Chotoe heel goed bekend – heeft jaren bestaan, heeft een eigen blad gehad en heeft aan meerdere activiteiten van andere organisaties deelgenomen. Bovendien was de organisatie kind aan huis bij Eekta Bhavan en de Stichting voor Surinamers. Mijn eerdere punt over de indeling van het boek is misschien een persoonlijke wens, de weglating of onderbelichting van bepaalde organisaties vind ik wel wezenlijk.

De periode van de onafhankelijkheid van Suriname viel in de periode die het boek bestrijkt. Die gebeurtenis heeft zijn weerslag gehad op de activiteiten van meerdere organisaties. Het idee van de onafhankelijkheid heeft sinds de periode Manan ook de Zuidhollandse organisaties bezig gehouden. In Den Haag bespeurde ik scepsis, in Amsterdam en in studentensteden elders overdreven nationalisme. En dus een pro-onafhankelijkheiddiscours. Toch had dit verschijnsel wat mij betreft wat uitvoeriger behandeld kunnen worden hoewel ik erg veel interessants heb gelezen over de activiteiten sinds de 60-er jaren van de vorige eeuw – in het bekende Amicitiagebouw in hartje Den Haag – van organisaties die twijfels hadden over de aangekondigde onafhankelijkheid.

Nog een laatste punt ter overdenking. Het boek laat heel goed zien dat een handvol Surinamers  allerlei organisaties oprichtten voor verschillende deelonderwerpen. Sommigen van hen werden geplaagd met de kwalificatie ‘welzijnsmafia’. Dat moge wel te sterk zijn uitgedrukt maar ik heb van dichtbij meegemaakt wat de invloed van enkele individuen – met familiebanden aan de top van organisaties – was en wat voor negatieve invloed dit had op de gemeenschapsbouw.

Ik houd graag rekening met de kosten van het boek en neem daarom genoegen met de huidige omvang van de publicatie. Ondanks bovengenoemde kritiekpunten wil ik boek van hart aanbevelen. Bij mij staat het prominent in de boekenkast.

Surinaamse gemeenschapsbouwers in Den Haag | Een terugblik op 60 jaar maatschappelijke inzet

Auteur: Krishna Autar, Suresh Chotoe en Henk Moeniralam (red)

ISBN: 978-94-6247-088-0 / 9789462470880

Bestelnummer: 100206-001

Uitvoering: paperback

Omvang:  144 pagina’s

 

 

 

 

 

TOP