Surinaams-Hindostaanse gemeenschap in Nederland: jongere generatie zet cultuur voort

Kanta Adhin (voorzitter JAI)
[5 december 2023]

Tijdens een goed­be­zochte studie­mid­dag in Rotter­dam van het Jnan Adhin Instituut (JAI) op 3 december 2023 vond een leven­dige discussie plaats over ontwik­ke­lingen binnen de Hindo­staan­se gemeen­schap in Nederland. Met deelnemers uit de oudere en jongere generatie werd gesproken over onderwerpen als beleving van de Surinaams-Hindostaanse cultuur, Hindo­staan­se identiteit, sociaal-maatschappelijke uitda­gingen, de relatie tussen jongeren en ouderen en de sociale cohesie van de gemeenschap als geheel. De jongste deelnemer was 17 en de oudste 80.

De studiemiddag, getiteld ‘De Surinaams-Hindostaanse gemeen­schap in Nederland anno 2023’ vond plaats in het kader van het 150ste herdenkingsjaar van de Hindostaanse immigratie in Suriname en was bedoeld om te kijken naar de Hindostaanse gemeenschap in Nederland pakweg 50 jaar na de tweede migratie van Suriname naar NL. Sinds kort blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat het aantal in Suriname geboren Hindostanen versneld is afgenomen en dat de in Nederland geboren generaties nu de overhand hebben. Hieronder volgt een korte impressie van de discussie.

Ruben Gowricharn, Jaswina Elahi en Chan Choenni geven een korte reactie op de discussie.

Erkend werd dat het best moeilijk is om jongeren te porren naar Hindostaanse bijeenkomsten te komen, maar dat daaruit niet zonder meer de conclusie kan worden getrokken dat zij niet met de cultuur, de religie of de Sarnámi taal bezig zijn. Cultuur is altijd in beweging, zeker wanneer er van migratie sprake is. De eerste prioriteit is dan om te integreren en een goede sociaal-maat­schap­pe­lijke positie te verwerven. Voor de eerste generatie waren culturele activiteiten van belang om niet geheel los te raken van het culturele leven dat zij in Suriname gewend waren. In de loop der tijd is er echter onvoldoende aandacht geweest voor aansluiting bij de leefwereld van jongeren.

Charla Manohar, Warsha Narain en Zhunaysha Gajadhar van Sarnami Bol

In het digitale en sociale media-tijdperk zijn er communities van jongeren die op hun manier aan het uitvinden zijn wat voor hen werkt. Zij komen op een gegeven moment zelf erachter wat zij missen en welke elementen van de cultuur hen aanspreken. Zo zijn er verschillende initiatieven op het gebied van taal, zang, muziek en religie. De oudere generatie zou best iets meer vertrouwen mogen hebben in het vermogen van de tweede generatie om de cultuur verder te dragen en daarmee ook de Hindostaanse identiteit vorm te geven. Het gaat dan veelal om een hybride identiteit waar elementen uit de Surinaamse, Nederlandse en Indiase cultuur een rol spelen. Denk daarbij, bijvoorbeeld, aan baithak gáná zang en muziek die verder worden gecultiveerd, maar ook aan zaken meer in de individuele sfeer, zoals het geven van Hindostaanse namen aan kinderen. Een trend die wordt geconstateerd is dat de eerste generatie die misschien niet heel bewust cultuur aan de kinderen heeft doorgegeven, dat nu wel met de klein­kinderen doet.

Discussieleider Viroen Soebedar

Met de tijd zijn sociaal-maatschappelijke uitdagingen waar de Hindostaanse gemeen­schap vroeger mee te maken had, verminderd. Maar jongeren van nu ervaren nog steeds prestatiedruk. Soms gaat het om een zelf opgelegde druk (‘ik wil mijn ouders trots maken’). Verder lijken ze wel vaker een eigen keuze te kunnen maken, maar ervaren dan toch onbegrip van de omgeving. Jonge vrouwen kunnen wel carrière maken, maar de omgeving heeft vaak meer interesse in hun huwelijksplannen. Niet moet worden vergeten dat schrijnende problematiek als incest ook nog steeds voorkomt en dat er nog altijd een schaamtecultuur heerst. Manai ká bóli (wat zullen de mensen zeggen) speelt nog steeds een rol, zij het dat assertievere jongeren zich daar minder van aantrekken. Er zijn netwerken waar men onderling ervaringen met elkaar deelt.

Er zou binnen de Hindostaanse gemeenschap beter samengewerkt kunnen worden om de cultuur krachtiger uit te dragen. Veel activiteiten en initiatieven blijven intern gericht en missen daardoor een externe uitstraling die nodig is om de cultuur op langere termijn in te bedden in de  Nederlandse samenleving.

Wereld Gehandicapten Dag: Brighton Manniesing en Jane Arifa Badoella vertelden over hun ervaringen.

3 december was ook de Interna­tionale Dag van Per­sonen met een Beperking (kortweg “Wereld Gehandicapten Dag”), een thema dat binnen de Hindostaanse ge­meen­schap zelden ter sprake komt. Vaak is het een onderwerp dat in de sfeer van medelijden zit en wordt er niet gekeken naar de kansen voor optimale ontplooiing. Twee personen, een uit de eerste en een uit de tweede generatie, deelden hun ervaringen. Beiden gaven blijk van een enorme wilskracht en te zien en te horen was hoe succesvol zij zich hebben opgewerkt tot ver boven het niveau dat werd verwacht.

Stellingen: mee eens (blauw) en oneens (rood)

Aan het eind van de studiemiddag zijn met aanwezige vertegenwoordigers van jongerenplatforms afspraken gemaakt voor follow-up met het oog op bundeling van inspanningen om zo beter inzicht te krijgen in de ontwikkelingen binnen de Hindostaanse gemeenschap in Nederland.

Al met al was het een leerrijke studiemiddag waarvan de resultaten in een publicatie zullen worden verwerkt. De discussie verliep aan de hand van een aantal stellingen. Het is nog steeds mogelijk op deze stellingen te reageren die hier kunnen worden gedownload. Stuur uw reactie vóór 31 januari 2024 naar: adhin-instituut@ziggo.nl

VIDEOVERSLAG (duur 2:25)

 

Bekijk een foto-impressie door te klikken op een van de foto’s © Copyright Jnan Adhin Instituut [foto’s Ranjan Akloe en Radjin Thakoerdin]

TOP