Srefidensi en het herinneringserfgoed in Paramaribo

Eric Kastelein

Surinaamse geschiedenissen

Op 25 november 2021 bestaat de Republiek Suriname 46 jaar. De onafhankelijkheid – srefidensi, het woord komt van de Surinaamse dichter Trefossa – heeft drie monumenten die herinneren aan dat moment in 1975. Ook staan er een paar beelden die er zijdelings mee te maken hebben. Een kleine wandeling door de stad.

Carillon

Carillon op het Vaillantsplein
Op zaterdagmiddag 25 februari 1978 – ruim 2 jaar na de overhandiging van het schaalmodel – verzamelen zich duizenden belangstellenden op het Vaillantsplein voor het feestelijk in gebruik nemen van het carillon. Het is een geschenk van het Nederlandse Parlement, ter herinnering aan de onafhanke­lijk­heid op 25 november 1975 en staat naast het Statenmonument met vijver uit 1966 van Stuart Robles de Medina.
Voor Suriname zijn aanwezig president Johan Ferrier, voorzitter Emile Wijntuin van het Parlement van Suriname, minister mr. Achmed Karamat Ali, minister Ludwig Zuiverloon, minister Soerdj Badrising, minister Cornelis Ardjosemito, kolonel Yngwe Elstak, hoofd­commissaris Jimmy Walker en veel parle­ment­ariërs. Nederland wordt vertegenwoordigd door onder andere de onder­voor­zitters van de Eerste en Tweede Kamer de heren J.B. Broeksz en C.F. Kleisterlee en de Nederlandse ambassadeur drs. H. Leopold.

Carillon instrument

De Militaire kapel zwijgt als minister Karamat Ali van Openbare Werken en Verkeer rond vijf uur naar voren loopt. De afdeling Landsgebouwen van zijn ministerie heeft het ruim tien meter hoge carillon gebouwd en hij overhandigt de sleutel van het monument aan de heer Broeksz. Die legt op zijn beurt de sleutel in de handen van Emile Wijntuin. Gedrieën lopen ze de buitentrappen op naar het stokkenklavier op de bovenste verdieping. Daar speelt de Surinaamse musicus J. Emanuelson de eerste tonen en de beiaard is in gebruik.

Het carillon bestaat uit 24 klokken die in een stalen klokkenstoel hangen, gemaakt door klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts uit Asten. Het klavier voor het handspel en de elektronische bediening staan in de speelcabine bovenin. Het carillon speelt automatisch ieder kwartier van ’s ochtends zes uur tot ’s avonds acht uur. De muziek begint en eindigt met het Surinaamse volkslied. Andere liedjes die gespeeld worden zijn Peroen Peroen mi patron, Ghori ghori, Tedang bulang en Sebie baroeba. Het carillon beschikt tegenwoordig over tientallen melodieën.

Zicht vanaf het carillon, Heiligenweg richting Surinamerivier

Telesur zorgt sinds midden jaren negentig voor het onderhoud van de toren. Vanaf die tijd zijn het gebouw en het carillon drie keer grondig gerenoveerd. Het bedrijf wordt hierin ondersteund door medewerkers van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed uit Nederland. Deze specialisten voeren regelmatig inspecties uit en stellen aanbevelingen op.

Dat het in het verleden mis kon gaan blijkt uit een krantenkop van de Vrije Stem in juni 1978: Stilte rond ons Carillon. Een jaar later zijn de problemen nog niet voorbij: Carillon zwijgt reeds maanden. Met die moeilijkheden heeft Telesur afgerekend.

I love SU bij Fort Zeelandia
In het grasveld langs de Abraham Crijnssenweg en in de schaduw van de ruïnes van Gebouw 1790 staat in kleurig beton het monument I love SU van de kunstenaar George Struikelblok. Het ontwerp is een ‘liefdes­ver­klaring’ aan 35 jaar srefidensi. Meer dan veertig kleuters van de St. Elisabethschool scanderen ‘I love SU, I love SU, I love SU‘ bij de onthulling op 6 juli 2011. Verder zijn aanwezig onder andere Monique Nouch Chaia van Readytex Art Gallery, Rinaldo Klas en Hillary de Bruin van het directoraat Cultuur van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.

Standbeeld Wilhelmina

De oorspronkelijke onthulling vond plaats op 25 november 2010. Het kunstwerk stond toen aan de zijkant van Fort Zeelandia, in het grasveld waar het standbeeld van koningin Wilhelmina uitkijkt over de Surinamerivier. Het gedenkteken was echter van hout en niet bestand tegen het tropische klimaat.

Kritische geluiden over het monument van, onder andere, directeur Stephen Fokké van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname richten zich vooral op de locatie in de historische binnenstad van Paramaribo die op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. Ook gaan er stemmen op om het kunstwerk te verplaatsen. Maar die discussies krijgen de binnenlandse en buitenlandse toeristen niet mee. Een Nederlands echtpaar van rond de zestig poseert lacherig voor het rode hart. Een Hindostaanse vrouw kust haar man op de wang terwijl ze een selfie neemt. Twee dochters van een creools stel staan met de duimen omhoog tussen de poten van de U en kijken breed lachend in de richting van de smartphone van hun moeder. Een blauwe VW Transporter met daarin vijf Belgen stopt op het parkeerterrein van het Kabinet van de president. De gids wacht geduldig totdat de foto’s zijn genomen.

40 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid op het Onafhankelijk­heidsplein
President Desi Bouterse en first lady Ingrid Bouterse-Waldring onthullen op 25 november 2015 de plaquette 40 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid, die met vier bouten aan een granietblok is bevestigd. Het aandenken aan srefidensi ligt recht tegenover het Presidentieel paleis op het Onafhankelijkheidsplein. Het is de plek waar in 1904 het borstbeeld van oud-gouverneur T.A.J. van Asch van Wijck stond en waar van 31 augustus 1923 tot 22 november 1975 het standbeeld van koningin Wilhelmina de omgeving domineerde.

Plaquette 40 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid

Voorzitter Henk Herrenberg van de Nationale Commissie ter Herdenking van 40 jaar Staatkundige Onafhanke­lijk­heid legt in zijn toespraak de nadruk op herdenken en bezinnen. Het programma van deze dag bestaat uit saluutschoten in de ochtend, een bijzondere vergadering van De Nationale Assemblée, de onthulling van het gedenkteken, een parade en een afsluitende volks­receptie. Schrijver en oud-vakbondsleider Jan Haakmat overhandigt aan Bouterse het eerste exemplaar van Gedenkboek. Ter herinnering aan de onafhankelijkheid van Suriname 25 november 1975. Het Nationaal Leger geeft in het drukbezette André Kamperveenstadion meerdere demonstraties. De kosten van deze feeste­lijk­heden bedragen 1,8 miljoen SRD. 

Statuutboom

Statuutboom, Wilhelmina, Jagernath Lachmon, Henck Arron, Trefossa
Het eerste signaal van een naderende onafhankelijkheid is de afkondiging op 29 december 1954 van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. De overzeese gebiedsdelen, waaronder Suriname, krijgen meer zelf­standig­heid en bepalen voortaan het binnenlandse beleid en de financiën. Een gelijkwaardig rijksdeel, een oud-kolonie maar nog niet onafhankelijk. De Statuut­boom, een groenhart, die herinnert aan die gebeurtenis staat in de Mr. Dr. J.C. de Mirandastraat.

Standbeeld Lachmon

In de nacht van vrijdag op zaterdag 22 november 1975 wordt het acht ton wegende beeld van Wilhelmina weggetakeld en overgebracht naar het Prins Bernhard Kampement. Dat niet iedereen het eens is met die actie vertelt dagblad Trouw met de kop Surinamers boos over weghalen beeld Wilhelmina. Het standbeeld staat sinds 31 augustus 1976 bij Fort Zeelandia, langs de oever van de Surinamerivier. Jagernath Lachmon en Henck Arron zijn de politieke hoofdrolspelers bij de onafhankelijkheid. Hun handdruk en brasa maken 25 november mogelijk. Het beeld van Lachmon (2002) bevindt zich op het Onafhankelijkheidsplein.

Standbeeld Arron

Het standbeeld van Henck Arron (2008) staat 200 meter verderop, aan de Kleine Combéweg, bij de ingang van de Palmentuin. Het borstbeeld van Trefossa (2012) –  van wie het woord srefidensi komt – heeft op een steenworp afstand zijn plek gevonden, op de hoek van de Kleine Combéweg en het Onafhankelijkheids­plein. De laatste drie werken zijn van de Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries.

Borstbeeld Trefossa

In mei 2020 verscheen Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed. Historicus Eric kastelein reconstrueert meer dan honderd vaak vergeten geschie­denis­sen over bijzondere mensen en gebeurtenissen die in de afgelopen 250 jaar in Paramaribo een gedenkteken hebben gekregen. Bovenstaand verhaal is op het boek gebaseerd. De oplage van 1.000 exemplaren is vrijwel uitverkocht. Boekwinkel de Vries van Stockum Den Haag (online) heeft nog enkele exemplaren. 

TOP