Tot enkele weken terug werd het nieuws beheerst door de vluchtelingenstroom vanuit Noord – Afrika en Turkije naar Europa. Europa dreigt overspoeld te worden door ‘horden’ uit Afrika, het Midden-Oosten en Azië. De grenzen moeten dicht om Fort Europa te beschermen is een veelgehoorde kreet. Sinds enkele weken wordt het nieuws nu beheerst door de Russische invasie in Oekraïne en in het verlengde hiervan de vlucht van meer dan drie miljoen Oekraïners naar de buurlanden en overige landen in Europa. Met de focus in het nieuws op de oorlog in Oekraïne en de Oekraïense vluchtelingenstroom is de aandacht voor de vluchtelingenstroom vanuit Noord-Afrika en Turkije naar Europa verdampt: geen beelden meer op het journaal van vluchtelingen die in overvolle boten de oversteek naar Europa wagen en overvolle vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden.
Hartverwarmend is de opvang van de Oekraïense vluchtelingen overal in Europa. In Nederland worden lege bedrijfspanden, sporthallen en kerken in gereedheid gebracht voor de opvang van deze vluchtelingen. Veel gemeenten wisten binnen no time opvang te regelen. Enkele tienduizenden gastgezinnen meldden zich aan om Oekraïense vluchtelingen op te vangen. Particulieren reisden zelfs naar de buurlanden van Oekraïne om vluchtelingen op te halen en die thuis onderdak te bieden. Een televisieactie voor Oekraïense vluchtelingen bracht meer dan honderd miljoen euro op. Voor de circa achtduizend Oekraïense vluchtelingen op dit moment zijn allerlei beperkende maatregelen afgeschaft die gelden voor overige vluchtelingen. Zo hoeven zij geen asiel aan te vragen, zij hebben geen werkvergunning nodig, hebben recht op vrij reizen met het openbaar vervoer en hun kinderen mogen gelijk naar de Nederlandse school.
Deze vluchtelingen verdienen ons aller steun. Op de televisie kunnen we de beelden zien van de verwoesting als gevolg van de Russische agressie en de gevolgen die deze heeft voor de Oekraïense bevolking. Desondanks blijf ik met een dubbel gevoel zitten, want waarom gold de hartverwarmende opvang niet voor bijvoorbeeld de Syrische en Afghaanse vluchtelingen en meten we niet met twee maten in de opvang van vluchtelingen?
Enkele miljoenen Syriërs ontvluchten hun land naar aanleiding van de burgeroorlog en de Russische bombardementen in dat land. Duitsland nam ruimhartig meer dan een miljoen Syrische vluchtelingen op (Wir schaffen das, is een bekende slagzin van de Duitse oud-bondskanselier Angela Merkel in 2015 tijdens het hoogtepunt van de Europese vluchtelingencrisis). Nederland nam enkele tienduizenden Syrische vluchtelingen op. Het opnieuw aan de macht komen van de Taliban in Afghanistan in 2021 leidde opnieuw tot een vluchtelingenstroom uit dit land. Veel Afghanen die werkten voor westerse troepen in dat land als tolkvertaler, beveiliger et cetera vreesden terecht voor hun leven onder het Taliban-regime en zochten een veilig heenkomen in het land waarvoor zij in Afghanistan hadden gewerkt. De opvang van Syriërs en Afghanen verliep in Nederland nogal moeizaam. Weinig gemeenten in Nederland toonden zich bereid Syrische en Afghaanse vluchtelingen op te nemen uit vrees voor verzet van de eigen bevolking. De opvanglocatie Harskamp in Ede voor achthonderd Afghaanse vluchtelingen was een week lang nationaal nieuws. Honderden jongeren demonstreerden tegen de komst van de Afghaanse vluchtelingen, staken vuurwerk af, staken autobanden in brand en riepen extreemrechtse leuzen zoals ‘Eigen volk eerst’ en ‘Auschwitz back for blacks’. Het kwam ook tot een confrontatie met de politie. Ook bij de Syrische vluchtelingen verliep de opvang heel moeizaam. Het onthaal van de Syrische en Afghaanse vluchtelingen staat in schril contrast met dat van de Oekraïense vluchtelingen. Het verschil in solidariteit is dan ook opvallend.
Solidariteit wordt over het algemeen beschouwd als een groot goed, maar blijkbaar is de reikwijdte van solidariteit in het geval van de opvang van vluchtelingen verschillend. Bij solidariteit gaat het om saamhorigheid en betrokkenheid bij het leed of lijden van anderen en de bereidheid vanuit een gevoel van lotsverbondenheid en loyaliteit elkaar te helpen. Over solidariteit wordt gesteld dat deze in belangrijke mate afhangt van de aard of intensiteit van de relatie die we met mensen onderhouden met wie we solidair zijn. Zo voelen we ons sterker betrokken bij de slachtoffers van de overstroming in Nederland, België en Duitsland in 2021 dan met slachtoffers van een overstroming bijvoorbeeld in een land als Bangladesh. In de literatuur wordt de reikwijdte van solidariteit voorgesteld als een reeks concentrische cirkels die groter wordt: cirkel eigen gezin, cirkel familie, cirkel vrienden, cirkel eigen buurt, cirkel eigen stad, cirkel eigen land et cetera. Het betekent dus dat hoe dichter mensen bij ons staan, hoe groter de solidariteit is en hoe verder mensen van ons staan, hoe kleiner de solidariteit is. Het komt eigenlijk neer op het spreekwoord ‘het hemd is nader dan de rok’.
Een verklaring dat de Syrische en Afghaanse vluchtelingen niet hoefden te reken op een warm onthaal en de Oekraïense vluchtelingen wel is dat de oorlog in Oekraïne dicht bij huis is en de burgeroorlogen in Syrië en Afghanistan niet. In Nederland ervaren wij direct de gevolgen van de oorlog in Oekraïne door onder meer de verhoging van de gas- en benzineprijzen en gestegen prijzen voor levensonderhoud. Ook wordt gevreesd voor een mogelijke uitbreiding van dat conflict in Europa. Zelfs een nieuwe Europese of Derde Wereldoorlog wordt niet ondenkbeeldig geacht als de Russische president Poetin niet bij zinnen komt. Vluchtelingen die vanuit Noord-Afrika en Turkije de oversteek naar Europa wagen worden beschouwd als gelukzoekers. Ze hebben bovendien veelal een islamitische achtergrond, zijn daarmee in de ogen van veel westerlingen sinds 9/11 en de daarop volgende islamitisch geïnspireerde terroristische aanslagen in het Westen per definitie verdacht en worden om die reden beschouwd als een vijfde colonne in Europa. Hierbij wil ik niet nalaten om te wijzen op de opstelling van de rijke Arabische landen bij het vluchtelingenvraagstuk. Zij zijn vaak direct of indirect betrokken bij conflicten in hun regio (Irak, Syrië, Jemen, Afghanistan) maar tonen vervolgens nauwelijks bereidheid om vluchtelingen (‘hun soort mensen’) in hun land op te vangen. Van solidariteit met geloofsgenoten is bij deze landen absoluut geen sprake.
Zoals eerder gesteld, de Oekraïense vluchtelingen verdienen ons aller steun. Ik sluit echter niet uit dat bij het warme onthaal van de Oekraïense vluchtelingen etnocentrisme mede een rol speelt, in de zin van dat mensen die op ons lijken worden vertrouwd en geaccepteerd en mensen die dat niet zijn (vluchtelingen van buiten Europa) met wantrouwen of scepsis worden bejegend. Voor de laatste categorie geldt ‘onbekend maakt onbemind’ oftewel ‘wat de boer niet kent dat vreet hij niet’. Oekraïners zijn christenen, blank, geschoold en worden gerekend tot de Europese familie met wie wij tot op zekere hoogte waarden en normen delen. Het zou dan betekenen dat we bij de concentrische cirkels rond solidariteit nieuwe cirkels kunnen toevoegen: de cirkel ‘ons soort mensen of mensen die op ons lijken’ en verder weg de cirkel ‘mensen die niet op ons lijken’, oftewel het ‘witte hemd is nader dan de gekleurde rok’.
Maar zelfs de solidariteit met ‘ons soort mensen’ kent haar grenzen. Niet uitgesloten dient te worden dat bij een sterke toename van het aantal Oekraïense vluchtelingen ook Nederland de grenzen zal bereiken van zijn solidariteit. Wanneer dat moment gaat komen voor de Oekraïners is op dit moment nog niet te voorzien.