Redt vegetarisme de wereld?

R. Veldman

Vegetarisme is niet alleen een eetpatroon, maar ook een gehele levenswijze. Het onderliggende idee is dat elk wezen recht op leven heeft en dat ze er niet tot genoegen van een ander zijn. De mens als wezen met verstand zou daar het voortouw in moeten nemen. Helaas is de mens nog steeds het enige levende wezen dat niet alleen doodt om te overleven, maar ook voor zijn plezier. Bovendien doden mensen niet alleen andere levende wezens, maar ook elkaar om redenen die volstrekt geen rechtvaardiging verdienen. Over de voordelen van vegetarisme, met name voor de gezondheid, hoor je tegenwoordig heel veel. Maar over allerlei andere argumenten die worden aangehaald om vegetarisme de hemel in te prijzen, heb ik zo mijn twijfels.

Overmatig gebruik van vlees met een hoog vetgehalte is één van de belangrijkste oorzaken van hart- en vaatziekten, nog altijd doodsoorzaak nummer één in het westen. Van vormen van kanker die door een verkeerd eetpatroon worden veroorzaakt, is darmkanker de belangrijkste doodsoorzaak. Dit is te wijten aan een dieet van veel vlees en weinig vezelhoudende producten. Een vegetarisch dieet heeft een hoog vezelgehalte en verkleint de kans op constipatie, waardoor een goede doorspoeling kan plaatsvinden. Ook gewrichtsontstekingen zijn vaak toe te schrijven aan overmatig vleesgebruik. Een hoog proteïnegehalte in het bloed kan namelijk een negatieve invloed hebben op het calciumgehalte, waardoor gewrichtsaandoeningen kunnen ontstaan. Verder geeft een vegetarisch dieet minder kans op suikerziekte, nierziekten en hoge bloeddruk. Voldoende redenen dus om vegetariër te worden.

Een ander argument dat voorstanders van vegetarisme naar voren brengen, is dat een dergelijk dieet ook kan bijdragen tot uitbanning van honger in de wereld. In Europa, bijvoorbeeld, is bijna 90% van de beschikbare landbouwgrond bestemd voor het telen van gewassen voor slachtvee. Als deze grond direct zou worden aangewend ten behoeve van menselijke consumptie, zou dat aan vele hongerenden ten goede komen. Ik vraag me af of dit zo simpel kan worden gesteld. Als we met z’n allen vegetariër zouden zijn, zouden de rijke landen ook een enorme claim leggen op grond ten behoeve van hun eigen mensen. Men gaat dan namelijk weer allerlei dingen uitproberen om het vegetarisch dieet zo gevarieerd mogelijk – en niet te vergeten zo luxueus en exclusief mogelijk voor de welgestelden in deze wereld – te maken. Het is namelijk niet gezegd dat de overgang naar een vegetarisch dieet, ook een hele mentaliteitsverandering teweegbrengt. En als we naar de voordelen voor de gezondheid kijken, brengt vegetarisme met zich mee dat we langer leven, met alle consequenties van dien voor de grootte van de wereldbevolking. Bovendien is honger in bepaalde landen niet in de eerste plaats te wijten aan de attitude van het westen, maar aan verkeerde politieke keuzes door de machthebbers in die landen. Corruptie en vriendjespolitiek maken dat niet altijd op de eerste noden van de bevolking wordt gelet.

Vegetarisme, zoals bepleit in de oude hindoegeschriften, houdt een geestesgesteldheid in van solidariteit met alle le­ven­de wezens, met de gehele natuur. Zolang we niet ook die spiritualiteit in ons opnemen, zijn we er nog lang niet. Zolang we nog aan bont, lederen schoeisel en (be)kleding, ivoren juwelen en dergelijke hechten, zullen dieren door de wrede hand van de mens sterven. Zolang we van de superieure positie van de mens uitgaan, zullen onze daden schadelijk zijn voor de natuur. Ik zie ook al gebeuren dat, als we allemaal vegetariër worden, er binnen de kortste keren actiegroepen opstaan die zich inzetten voor het welzijn van planten.

Bij de afbeelding: 1. Tajerblad 2. boulanger (aubergine) 3. chinese tajer 4. antroewa 5. papaja 6. katjanidjoe of urdi 7. boterbeans 8. bita wiri 9. okers 10. zoete patate 11. so­pro­po 12. pompoen 13. dagoeblad 14. pomtajer 15. kouseband (foto: Groot Surinaams Kookboek)

Uit: Tijdschrift Hindorama | jrg3 | nr6 | november/december 2002

TOP