Recent verscheen de tweede roman, De Kier, van Shantie Singh (Shantie Jagmohansingh, Almelo, 1982). In haar eerste roman Vervoering (2014) staat de migratiegeschiedenis van Surinaamse Hindostanen centraal met het verhaal van een jongeman die in 1912 per schip van India naar Suriname reist om daar als contractarbeider te werken op een suikerplantage. Hij vestigt zich in Suriname en wordt de stamvader van de volgende generaties die in Suriname en daarna in Nederland worden geboren.
Shantie Singh behoort tot de generatie Surinaamse Hindostanen die in Nederland is geboren en getogen. Zij is momenteel als bestuurskundige werkzaam bij de gemeente Rotterdam. Hier houdt zij zich voornamelijk bezig met vrouwenrechten en zet zij zich in voor keuzevrijheid en een veilige omgeving voor vrouwen. Dit is ook waar haar tweede boek De Kier over gaat. Singh zegt zelf over het boek: “Het is een Rotterdams epos over stille heldinnen in de grote stad, de verborgen vrouwen, de stille overlevers. Het gaat over de verborgen pijn in de grote stad, maar ook over de verborgen kracht áchter het verborgen leed.” Het verhaal en de personages zijn fictie, maar wel gebaseerd op en geïnspireerd door gebeurtenissen in Rotterdam.
In De Kier zien we gemeenteambtenaar Uma, van Surinaams-Hindostaanse afkomst, die zich inzet voor een beleid van de gemeente om effectieve hulp te bieden aan de zogenoemde verborgen vrouwen, vrouwen die thuis gevangen worden gehouden door hun echtgenoot en familie. Nadat een vrouw, die al een tijdje vermist werd, dood wordt gevonden breekt er voor de mooie en zeer gedreven Uma een moeilijke periode aan. Een belangenorganisatie geeft haar de schuld van de dood van de jonge vrouw. Uma zou namelijk geen gebruik maken van de unieke expertise van deze organisatie. In de plaats daarvan zou ze zich bedienen van organisaties uit het Surinaams-Hindostaans netwerk die niet up to the job zijn. Uma is overtuigd van haar professionele aanpak, maar ontkomt niet aan een integriteitsonderzoek naar mogelijke belangenverstrengeling. Ze krijgt intussen wel de opdracht door te gaan met de aanpak om via sleutelpersonen diep in de wijken door te dringen om zo verborgen vrouwen proberen te bereiken. Uma’s echtgenoot en haar schoonouders tonen geen enkel begrip voor haar werk en haar gedrevenheid. Zij maken zich alleen maar druk om wat de familie zal zeggen. In die moeilijke periode vindt Uma steun bij collega Sid, ook van Surinaams-Hindostaanse afkomst, die zo zijn eigen problemen heeft. Zij groeien steeds verder naar elkaar toe. Uma gaat stug door met haar werk en slaagt erin door te dringen tot een vrouw die door haar echtgenoot wordt opgesloten vanwege haar denken over vrijheid en zelfontplooiing. Zij is de werkelijke hoofdpersoon van het verhaal (het ik-personage). Voor deze jonge vrouw bestaat de buitenwereld al een aantal jaren slechts uit het zicht dat ze heeft vanuit een spleet in het huis waar ze zich bevindt en waar haar echtgenoot haar van tijd tot tijd bezoekt. Zij ziet glimpen van mensen en situaties die haar op een gegeven moment de moed geven het huis te verlaten en naar een informatiebijeenkomst te gaan. Daar komt zij Uma tegen die een grote uiterlijke gelijkenis met haarzelf vertoont. Ze kijkt met bewondering naar Uma: een vrouw die stevig in het leven lijkt te staan.
De Kier is een boeiende roman geboren uit de tragische dood van de jonge Zafira Khan in Rotterdam. Het thema huiselijk geweld, in het bijzonder de problematiek van verborgen vrouwen, staat centraal zonder dat het rauw wordt voorgeschoteld. Het is vervlochten in verschillende verhaallijnen rond de verschillende personages die Singh voor de lezer inzichtelijk maakt door het boek in delen op te splitsen. De werkelijke hoofdpersoon, de verborgen vrouw, wordt heel kunstig pas veel later in het boek opgevoerd. Door het verhaal heen spelen diverse aspecten van het thema: de behandeling als beleidsthema in het gemeentelijke apparaat met zijn intriges, het gedreven veldwerk en de daadwerkelijke beleving van een verborgen vrouw. Singh rijgt dit alles op knappe wijze aan elkaar. Ze voert de lezer door een meeslepend relaas waarin de gebeurtenissen zich ontvouwen in een spel van bureaucratie, woede, liefde, hartstocht, angst, twijfel en (super)kracht en uiteindelijk voeren naar het moment waarop de personages bij elkaar komen en geheimen worden blootgelegd. De gebeurtenissen en emoties gaan gepaard met beeldende beschrijvingen van de stad waarin het verhaal zich afspeelt: Rotterdam met zijn mooie en minder mooie kanten en zijn inwoners die de stad inademen en er een onlosmakelijk onderdeel van zijn.
Singh kaart ook op ongedwongen wijze kwesties binnen de Surinaams-Hindostaanse gemeenschap aan, zoals beklemmende traditionele verwachtingspatronen van de vrouw binnen het huwelijk. Ze toont zich ook vrij om de seksuele escapades van Uma te beschrijven, iets wat binnen de Surinaams-Hindostaanse gemeenschap nog steeds met preutsheid is omgeven. Het personage van Uma, een glamorous uitziende ambtenaar (‘glambtenaar’) die zich vol overgave inzet voor de positie van kwetsbare vrouwen, doet onmiskenbaar denken aan Singh zelf. Met haar opmerkingen over haar gelukkig huwelijk en haar prachtige schoonouders in het dankwoord aan het einde van het boek, herinnert ze de lezer eraan dat het om een fictief personage gaat dat slechts ten dele naar haarzelf terug te voeren is. En dat is maar goed ook, want anders “manai ká bóli” (wat zullen de mensen wel niet zeggen)
Shantie Singh, De Kier. Juli 2020, uitgeverij de Geus. ISBN 9789044542547, paperback 304 pagina’s. Prijs: € 21.50
Foto’s: Hindorama – Iftegaar Joemmanbaks