Enkele dagen geleden werd in India de prestigieuze Ram Mandir in Ayodhya geïnaugureerd. Deze hindoetempel is gebouwd op de plek waar Ram zou zijn geboren (Ram Janma Bhúmi). Voor hindoegelovigen een zeer heilige plek, waar enkele eeuwen geleden tijdens de moslimoverheersing van India een moskee werd gebouwd, de Babri Masjid. Bij de inauguratie zei premier Modi dat de nieuwe tempel een symbool is van vrede, geduld, harmonie en vriendschap. De geschiedenis van deze nieuwe tempel is echter verre van vredig en harmonieus en het is de vraag of deze nu kan worden toegedekt met pracht en praal.
Er zijn verschillende uiteenzettingen over deze specifieke plek in Ayodhya en of de Babri moskee zou zijn gebouwd na (bewuste) vernietiging door de moslimheersers van een bestaande hindoetempel ter ere van Ram. Ruzies hierover tussen hindoes en moslims door de tijd heen culmineerden in 1992 in het afbreken van de moskee door fanatieke hindoes. Deze actie had hevige rellen tot gevolg, waarbij enkele duizenden doden vielen. In 2019 bepaalde het Indiase Hooggerechtshof dat de plek aan de hindoes toekwam om daar de Ram Mandir te bouwen. Aan de moslims moest een ander stuk land ter beschikking worden gesteld voor de bouw van een moskee.
De Ram Mandir is nog niet af, maar de plaatsing van het beeld van een jonge Ram (Ram Lalla) werd als een geschikt moment geacht om de tempel alvast in gebruik te nemen. Aan de duizenden verzamelde gelovigen zei premier Modi: “Onze Ram is in Ayodhya aangekomen na eeuwen van wachten, geduld en offers.” ”Ram Lalla zal niet meer in een tent verblijven. Ram Lalla zal nu in een schitterende tempel verblijven.”
Deze woorden brachten mij terug naar mijn eerste herinnering aan het verhaal van Ram, Ramayana. Als kind gingen mijn broer en ik met onze áji (oma van vaderszijde) – op instructie van onze vader – naar de film Ramayana die draaide in theater De Paarl in Paramaribo. Het was nog de tijd van de oude filmprojector. De film was al letterlijk stuk gedraaid, want de strook met het beeldmateriaal brak in het begin elke keer af, zodat we de eerste tien minuten van de film wel vier keer te zien kregen. De lol was er al bijna van af toen het verhaal eindelijk doorliep. Toen ontvouwde zich een aangrijpend en spannend verhaal dat het haperende begin helemaal deed vergeten. Thuis aangekomen begon mijn vader ons te overhoren. Mijn broer glipte weg, dus moest ik de proef alleen doorstaan. Wat had ik gezien, wat had ik geleerd? Ik had een heleboel gezien en het duizelde me nog.
In ieder geval had ik een hele sympathieke, dienstbare, dappere, opofferingsgezinde en rechtschapen Ram gezien. Iemand die zonder morren afstand doet van de troon en in ballingschap gaat, zodat zijn vader een ooit gedane belofte aan een van zijn echtgenoten (niet de moeder van Ram) kan nakomen. Deze echtgenote wil haar eigen zoon Bharat op de troon, maar die is trouw aan Ram en wil geen koning worden. Uiteindelijk doet hij het, maar in naam van Ram en totdat Ram na veertien jaar terugkeert. Tijdens zijn ballingschap leeft Ram heel sober. Hij komt in aanraking met volkeren van andere koninkrijken. Met zijn broer Lachmon en de sterke Hanuman helpt hij onrecht te bestrijden. Als zijn vrouw Sita wordt ontvoerd, gaat hij de strijd aan met de bijna onoverwinnelijke demonenkoning Ravan van Lanka (thans Sri Lanka). Nooit denkt hij eraan zelf te gaan heersen in de koninkrijken waar hij wint, maar laat die voor een rechtschapen familielid van de overwonnen heerser. Tja, wat had ik geleerd? Eigenlijk dat het verhaal van Ram een universeel verhaal is van liefde, trouw, opoffering, rechtvaardigheid en geen enge grenzen kent van ras, kleur, godsdienst, afkomst en dergelijke.
In zijn inauguratierede verwees premier Modi naar de controverse rond de bouw van de tempel. Hij was het oneens met critici die meenden dat de Ram Mandir aanleiding zou zijn tot een oplaaiend vuur in het land. “Ram is geen vuur maar energie, Ram is geen geschil maar oplossing, Ram is niet alleen van ons maar van iedereen en Ram is niet alleen het heden maar ook eeuwig,” aldus de premier. Dit is precies wat ik uit het levensverhaal van Ram heb geleerd en waar ik mij dus in kan vinden.
Waar ik mij niet in kan vinden is de suggestie dat Ram zo een schitterende tempel heeft gewild om naar Ayodhya terug te keren. Soberheid en opoffering behoren tot de eigenschappen van Ram. Hij wordt als godheid vereerd en het lijkt mij dan ook ongepast om aan hem typisch menselijke eigenschappen van uiterlijk vertoon toe te schrijven. Ram verblijft graag in een tent om zijn volk te dienen. De tempel is er dan ook niet voor Ram, maar voor de mensen die hem willen vereren. Zij moeten bijdragen aan vrede, harmonie en vriendschap in de Indiase samenleving en dat kan volgens mij alleen als Ram in hun hart verblijft.