Plantage Mariënburg als blijvend symbool van de immigratie van contractarbeiders

Har van Fulpen
[ 5 mei 2023 ]

In juli 2022 onthuld monument ter herdenking van de opstand van juli 1902.

Op de voormalige plantage Mariënburg in Suriname (district Commewijne) staan nog steeds de restanten van de suiker­onder­neming Mariënburg die in 1882 door de Nederlandsche Handel-Maatschappij werd gebouwd. Het was destijds de grootste en modernste suikerfabriek van Suriname. De enorme suikerpers werd aangedreven door een stoommachine, en er werd een spoorlijn van 60 kilometer aangelegd om het suikerriet vanaf de naburige plantages naar de fabriek te transporteren. In 1924 werd de fabriek gemoderniseerd en in 1954 werd de zeven verdiepingen hoge distillatietoren (de “stijlerij”) gebouwd.

Verval
De distillatietoren is nog steeds een “landmark” van Mariënburg, maar helaas hevig in verval. Nadat in 1986 de productie van rum op Mariënburg werd gestopt en overgeheveld naar een moderne, nieuwgebouwde, distilleerderij van het “Surinaams Alcohol Bedrijf” in Paramaribo, is de stijlerij leeg en verlaten. Het merk  “Mariënburg rum” bestaat nog wel, maar de grondstof – de suikermelasse – komt niet meer uit Suriname maar uit Trinidad & Tobago. De grote distillatietoren werd ontmanteld en aan zijn lot overgelaten. Inmiddels woekert het onkruid voort en huizen er Braziliaanse bijen tussen de ijzeren balken.

Ook de rest van het fabrieksterrein staat er vervallen bij. De prachtige directiewoningen staan leeg en zakken langzaam door de neuten waarop ze staan. Sommige stafwoningen worden nog bewoond maar verkeren desondanks in armoedige staat. De suikerloodsen hebben geen dak meer, en de suikerpers staat in de buitenlucht te verroesten. Er staat nog een oude diesellocomotief met wat wagonnetjes als een soort monument, naast de twee monumenten ter herdenking van de Hindo­staanse en Javaanse immigratie en het in 2022 onthulde monument ter herdenking van de arbeidersopstand van 29 juli 1902 die een dag later door Nederlandse militie bloedig werd beëindigd.

Erfgoed
Er komen nog altijd toeristen naar de voormalige plantage die onder meer bekend is geworden door de boeken van Cynthia McLeod en de film en tv-serie “Hoe duur was de suiker”. Maar ze schrikken nu van de slechte staat waarin de eens zo trotse fabriek verkeert. Er zijn gelukkig nog een paar vrijwilligers, ex-arbeiders, die het verhaal kunnen vertellen hoe het was om te wonen en te werken op Mariënburg. Lang zal dat niet meer duren, want spoedig zullen ze te oud zijn om de toeristen te begeleiden over het fabrieksterrein.  Als tegen die tijd ook de gebouwen zijn ingestort of gesloopt, is er niets meer over van een belangrijk stuk Nederlands – Surinaams erfgoed. In mijn boek “Leven en werken op suikerplantage Mariënburg”, dat in 2020 verscheen, heb ik daarom zoveel mogelijk verhalen vastgelegd van ex-contractarbeiders die op Mariënburg hebben gewerkt, zodat hun geschiedenis in ieder geval niet verloren zou gaan.

Bij Stichting Eerherstel Mariënburg betrokken personen: v.l.n.r. Har van Fulpen (voorzitter), Sjardha Ramsodit (vrijwilliger), Jay Pahladsingh (lid), prof. Chan Choenni (adviseur), Rosemary Samadhan (penningmeester) en Ranjan Akloe (secretaris)

Eerherstel
In 2022 schreef prof. Chan Choenni een artikel over de Hindostaanse opstand op Mariënburg waarin hij onder meer eerherstel voor Mariënburg bepleitte en de betrokkenheid van ABNAMRO daarbij. Zo kwam door samenwerking het initiatief tot stand om de Stichting Eerherstel Mariënburg op te richten. Het doel van de stichting is, ten eerste, om bewustwording te creëren voor de geschiedenis van de Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders van wie velen op de suikeronderneming Mariënburg te werk werden gesteld; en ten tweede om het industrieel erfgoed van Suikeronderneming Mariënburg te behouden door renovatie van de thans nog aanwezige gebouwen en daar een cultureel- toeristische bestemming aan te geven. Wat betreft de tweede doelstelling is ABNAMRO, als opvolger van de Nederlandsche Handel-Maatschappij, de aangewezen partner om hier de helpende hand te bieden. In de eerste plaats vanwege een stuk genoegdoening tegenover de contractarbeiders.

ABNAMRO heeft wel haar excuses aangeboden voor het slavernijverleden van de historische voorgangers van de bank. Echter, de tienduizenden contractarbeiders die onder zeer zware omstandigheden op Mariënburg hebben moeten werken, zijn daarbij vergeten. Arbeiders die werden geronseld in Brits-Indië en op Java, die een contract tekenden om gedurende vijf jaar te werken in Suriname, zonder precies te weten waarvoor ze tekenden. Veel van hen konden niet eens lezen of schrijven; ze wisten niet waar Suriname lag en wat voor werk ze precies zouden moeten doen. Hun werd voorgespiegeld dat ze na vijf jaar “als rijk man” zouden terugkeren naar hun geboorteland. Daar kwam vrijwel niets van terecht. De contractarbeiders op suikeronderneming Mariënburg werden onder slechte omstandigheden gehuisvest, verrichtten zeer zwaar werk tegen een veel te laag loon. Loon dat af en toe zelfs door de maatschappij verlaagd werd als men vond dat er te weinig winst werd gemaakt. Een maatregel die er in 1902 toe leidde dat de vlam in de pan sloeg. De woedende contractarbeiders kwamen in opstand en brachten de directeur met kapwonden om het leven. Het antwoord van de autoriteiten was bloedig. 24 arbeiders werden gedood nadat de Nederlandse militie het vuur op hen opende.

Gedurende ruim 70 jaar maakte de Nederlandsche Handel-Maatschappij door uitbuiting van de arbeiders flink winst op Mariënburg. Winst die volledig terechtkwam in Nederland. In 1964 bracht de inmiddels wat verwaarloosde fabriek nog eens vier miljoen gulden op door verkoop aan de Rubber Cultuur Maatschappij Amsterdam.

Voormalige directiewoning

Renovatie
Mariënburg moet behouden blijven. Het is ons industrieel en cultureel erfgoed, een belangrijk stuk uit de geschiedenis van Nederland, de geschiedenis van Suriname én uit de geschiedenis van ABNAMRO. Een stuk geschiedenis dat volgende generaties kan laten zien en beleven hoe het was om als contractarbeider te moeten leven en werken op een suikerplantage en bij suikeronderneming Mariënburg. In 2024 is het precies 200 jaar geleden dat de Nederlandsche Handel-Maatschappij werd opgericht. Een mooie gelegenheid voor ABNAMRO om zichzelf, de contractarbeiders,  toeristen én de huidige bewoners van Mariënburg een cadeau te geven, en wel in de vorm van een bijdrage om Mariënburg weer een stukje oude glorie terug te geven.

Het fabrieksterrein is nu een fabriekskerkhof waar nieuw leven in geblazen moet worden. Als eerste stap gaan de gedachten van de stichting uit naar renovatie van de twee suikerloodsen, zodat die kunnen worden ingericht met een foto-expositie over de geschiedenis van Mariënburg. Daarnaast zouden een filmzaaltje en een koffiekamer moeten komen om toeristen, maar ook scholieren en studenten, te informeren over de geschiedenis van Mariënburg en de geschiedenis van de Hindostaanse en Javaanse contractarbeiders.  Op die manier heeft Mariënburg in 2024 meteen een toeristische en educatieve functie. Daarna zal nagedacht moeten worden over verder herstel van het complex. Renovatie van de twee directiewoningen, de stafwoningen en uiteindelijk ook de zeventig jaar oude stijlerij die gezichtsbepalend is voor Mariënburg. Hoe een en ander vorm zal krijgen, zal vooral afhangen van ABNAMRO. Aan hen vragen we een stuk verantwoordelijkheid te nemen en medewerking en financiële middelen te verstrekken om het deel van de Suikeronderneming Mariënburg dat nog over is, te kunnen behouden als een blijvende herinnering aan een belangrijk onderdeel van de gezamenlijke geschie­denis.

Har van Fulpen is voorzitter van de Stichting Eerherstel Mariënburg – www.eerherstel-marienburg.nl

Foto’s: Harry van Fulpen, Ranjan Akloe en Chan Choenni

TOP