Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed

Hans Ramsoedh
[ 5 mei 2020 ]

Paramaribo kent veel gedenktekens, maar ik sluit niet uit dat bij het grote publiek slechts een aantal bekend is zoals het Monument van de Surinaamse Gevallenen van de Tweede Wereldoorlog (1950) bij de Marinetrap aan de Waterkant, het standbeeld van Mahatma Gandhi (1959) aan de Knuffelsgracht bij de Heiligenweg, het Vrijheidsbeeld Kwakoe (1963) op de hoek van de Dr. Sophie Redmondstraat / Zwartenhovenbrugstraat, de standbeelden van de politici Jopie Pengel (1974) en Jagernath Lachmon (2014) op het onafhankelijkheidsplein, het Monument van de Revolutie (1981) aan de Waterkant op plek waar tot 25 februari 1980 het Hoofdbureau van Politie stond en het standbeeld Baba en Mai (1994) aan de Kleine Combéweg (vóór het Kabinet van de President van Suriname).

Monument Baba en Mai

Daarnaast zijn er nog andere gedenktekens die een prominente plek innemen in Paramaribo maar die niettemin tamelijk onbekend zijn bij het grote publiek zoals het Dankbaarheidsmonument, het Eenheidsmonument Mama Sranan, het Statenmonument en het carillon. Het Dankbaarheidsmonument (1955) op het Sivaplein (op de hoek van Dominee- en Zwartenhovenstraat) werd tijdens het bezoek van koningin Juliana en prins Bernard aan Suriname onthuld als dank voor de Surinaamse hulp aan de Nederlandse bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op de sokkel staat de tekst: Nederland gedenkt dankbaar de hulp tijdens de oorlog 1940-1945 en daarna door Suriname uit gevoel van saamhorigheid. Het Eenheidsmonument Mama Sranan (1965) aan de Kleine Combéweg werd door koningin Juliana tijdens haar bezoek aan Suriname in 1965 onthuld en symboliseert eenheid in verscheidenheid in Suriname: een gestileerde vrouwenfiguur (zinnebeeld voor Suriname) die haar vijf kinderen koestert. De kunstenaar, Jozef Klas liet zich hierbij inspireren door de oude Surinaamse vlag die bestond uit vijf gekleurde sterren (symbool voor de vijf verschillende bevolkingsgroepen) verbonden door een eclips.

Dankbaarheidsmonument

Monument Mama Sranan

Het Statenmonument (1966) op het Vaillantsplein (tegenover Spanhoek) van de kunstenaar Stuart Robles de Medina werd onthuld ter gelegenheid van honderd jaar Staten van Suriname. Dit monument staat in een ronde vijver met fontein en bestaat uit zeven gestileerde figuren. Vijf gestaltes dragen ieder een vaandel als symbool van democratie, twee kinderen vertegenwoordigen de Surinaamse jeugd. Door verwaarlozing en vervuiling was het fontein lange tijd buiten gebruik. Het Carillon (1978) is een klokkenspel op het Vaillantsplein en een geschenk van de Nederlandse Eerste en Tweede Kamer aan Suriname ter gelegenheid van de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975. Het Carillon speelt iedere kwartier van 6.00 uur tot 20.00 uur. Het klokkenspel begint en eindigt met het Surinaamse volkslied. Daarnaast worden andere liedjes gespeeld zoals Peroen Peroen mi patron en Ghori ghori.

Statenmonument

In Oog in oog met Paramaribo gaat Eric Kastelein op zoek naar de meer dan honderd cultuurhistorische gedenktekens in Paramaribo, hun geschiedenis en naar de kunstenaars die ze maakten: standbeelden, borstbeelden, beeldengroepen, gedenkstenen, gedenkzuilen en plaquettes. Ze staan langs de kant van de weg, op pleinen, in grasperkjes, op binnenplaatsen van gebouwen, langs het water, in de Palmentuin, op begraafplaatsen of in de hal van gebouwen en dus soms op locaties die niet altijd vrij toegankelijk zijn. Sommige zijn opvallend groot, weer andere bescheiden, ze zijn van marmer, brons, graniet, beton, metaal, hout, tegels, aluminium en baksteen. Ieder standbeeld, borstbeeld en iedere plaquette heeft een eigen verhaal en een eigen geschiedenis. Al deze gedenktekens vallen onder herinneringserfgoed. Onder de gedenktekens vallen ook drie bijzondere bomen, de Niemboom aan de Waterkant bij het Onafhankelijkheidsplein, de Mamabon op de hoek van de Mr. Dr. J.C. de Mirandastraat en de Henck Arronstraat (tegenover het oud gebouw van de Staten van Suriname en de Herdenkingsboom op de hoek van de Zwartenhovenbrugstraat en de Saramaccastraat.

Niemboom

De Niemboom is in 1948 geplant ter herdenking van het 75-jarig verblijf van Hindostanen in Suriname. Dit exemplaar is voor die gelegenheid uit India geïmporteerd. Er is voor deze boom gekozen omdat niem voor Hindostanen belangrijk is vanwege de geneeskrachtige bestanddelen tegen allerlei ziektes. Door de Stichting Mátá Gauri is bij deze boom in 1979 een gedenksteen op een tafelhoge lessenaar geplaatst. De Mamabon of Statuutboom is op 29 december 1954 geplant ter gelegenheid van de inwerkingtreding van het Statuut waarbij Suriname binnenlandse autonomie verkreeg. Deze groenhartboom geniet in Suriname grote bekendheid omdat burgers vaak onder deze boom uiting geven aan hun ongenoegen of bijeenkomen om te protesteren tegen vermeend onrecht. De Herdenkingsboom (ook een groenhartboom) is in 1963 geplant als herdenking van honderd jaar afschaffing van de slavernij in Suriname. Slavernijherdenkingsbijeenkomsten vinden in de regel plaats bij het standbeeld van Kwakoe waardoor de Herdenkingsboom bij het grote publiek tamelijk onbekend is gebleven.

De auteur is van huis uit marketing manager. Zijn belangstelling voor Suriname en de gedenktekens ontstond toen hij naast zijn baan geschiedenis studeerde. Bij een van de vakken stond Suriname centraal. Hij is toen veel gaan lezen over het land. Toen vervolgens een paar Surinaamse collega’s hem vertelden over het binnenland, over het prachtige en ongerepte tropisch regenwoud, vertrok hij in 2010 naar Suriname om met eigen ogen de gedeelde geschiedenis te ervaren en de oude binnenstad te zien. Vanaf 2010 is hij figuurlijk nooit meer weggegaan. Hij komt er sindsdien bijna jaarlijks. Hij werkte drie jaar aan deze publicatie.

In dit boek is het herinneringserfgoed verdeeld over elf thematische hoofdstukken: Koloniale overheid en het Koningshuis, Religie, Immigratie, Economie, Slavernij, Oorlog en Strijd, Cultuur, Wetenschappen en Sport, Politiek en Vakbond, Onafhankelijkheid, Samenleving en Buitenland.

Borstbeeld Luchman Sing

In het hoofdstuk Immigratie vinden we onder meer een beschrijving van het borstbeeld van de Brits-Indische contractant Luchman Sing (1923), het standbeeld van Jai Kisan (2011) bij de zondagsmarkt aan de Kwattaweg dat een ode is aan Hindostaanse kleinlandbouwers en Jane Tetary (2017) die bij een opstand van contractarbeiders in 1884 werd doodgeschoten. Het zijn de achtergrondverhalen bij een aantal gedenktekens die dit boek lezenswaardig en bijzonder maken zoals over de succesvolle en steenrijke Brits-Indische contractarbeider Luchman Sing en de ontstaansgeschiedenis van het standbeeld Baba en Mai van de kunstenaar Krishnapersad Khedoe. Luchman Sing kwam in 1889 op negentienjarige leeftijd aan in Suriname als contractarbeider. Na afloop van zijn contractperiode vestigde hij zich in Paramaribo waar hij een winkel opende en goederen importeerde uit India waaronder Asamzijde voor herenpakken. Hij investeerde zijn geld in onroerend goed, werd rijk en verwierf aanzien. Als voorzitter van het Comité Gedenkteeken Barnet Lyon speelt hij een belangrijke rol in de realisatie van het borstbeeld van de Agent-Generaal voor de Immigratie in 1908 bij de ingang Palmentuin aan de Grote Combéweg. Dit borstbeeld bleef daar tot 2017 staan toen het werd vervangen door het standbeeld van Tetary. Luchmon Sing was ook een van de voorzitters van de in 1910 opgerichte Surinaamsche Immigranten Vereeniging waarvan de naam in 1922 werd veranderd in Bharat Oeday. Hij overleed tijdens een zakenreis in India in 1922. Zijn weduwe richtte na zijn overlijden de Luchman Sing Stichting op die met de schenking van haar (dertigduizend gulden) een opvanghuis (het Bosmanshuis naast het politiebureau aan de Waterkant) begon voor hulpbehoevende ex-Brits-Indische contractarbeiders. Om haar man te gedenken gaf de weduwe aan een Italiaanse beeldhouwer de opdracht om van Silezisch marmer een borstbeeld van hem te vervaardigen. Dit borstbeeld kreeg een plek in het Bosmanshuis. Toen tijdens de militaire staatsgreep in 1980 het politiebureau werd beschoten en vervolgens afbrandde, ging ook het naastgelegen Bosmanshuis in vlammen op. Het borstbeeld, hoewel beschadigd, werd gered door de Chinese winkelier die de ruimte op de begane grond huurde. In 2003 kreeg het borstbeeld van Luchman Sing een plek in het verenigingsgebouw van Suriname Hindi Parshad aan de Hindilaan. Deze tweede onthulling geschiedde door de Indiase minister van Buitenlandse Zaken tijdens zijn bezoek aan Suriname. Lezenswaardig in dit boek is ook het verhaal rond het standbeeld Baba en Mai van de kunstenaar Khedoe. De vrachtauto waarmee het kleimodel werd vervoerd belandde in een sloot en het kunstwerk raakte onherstelbaar beschadigd. In 1993 ging het voor de tweede keer mis. De kunstenaar had het model van Baba in de auto geladen om te vervoeren, maar op nog geen vijftig van het huis viel het van de achterbank waardoor beide armen afbraken. Het bovenstuk van Baba met de afgebroken armen stond meer dan twintig jaar op een verroeste velg aan de rand van een trens en onder twee bomen op het voorerf van het huis van de kunstenaar. Sinds de opening van het beeldhouwer Khedoe-museum in 2018 staat het beeld op een sokkel voor de ingang.

In een aantal reisgidsen over Suriname vinden we soms summier informatie over gedenktekens. Oog in oog met Paramaribo voorziet daarom in een behoefte. Het is rijk geïllustreerd (200 foto’s) met oog voor details. De auteur neemt in dit boek de lezer mee langs vergeten historische verhalen en voorziet de bekende verhalen van nieuwe details. Dit maakt het boek ook uniek. De in dit boek bijeengebrachte erfgoedverhalen over bijzondere mensen, bijzondere gebeurtenissen en bijzondere plekken in Suriname leveren een belangrijke bijdrage aan onze kennis van het Surinaamse herinneringserfgoed en daarmee van een belangrijk aspect van de Surinaamse culturele geschiedenis.

Eric Kastelein, Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed. Volendam 2020: LM Publishers, ISBN 978940225031, hardcover, 328 pp, prijs € 24,50.

***

In mei 2020 verscheen Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinnerings­erfgoed. Historicus Eric kastelein reconstrueert meer dan honderd vaak vergeten geschie­denis­sen over bijzondere mensen en gebeurtenissen die in de afgelopen 250 jaar in Para­maribo een gedenkteken hebben gekregen. Boven­staand verhaal is op het boek gebaseerd. De oplage van 1.000 exemplaren is vrijwel uitverkocht. Boekwinkel de Vries van Stockum Den Haag (online) heeft nog enkele exemplaren.

TOP