Negen kwaliteiten die een kind moeten worden bijgebracht

Satguru Bodhinatha Veylanswami

Ouders zijn de eerste guru’s van een kind. Daarom is het nuttig de aandacht te vestigen op wat ouders hun kinderen en eventueel kleinkinderen le­ren, op­dat deze de maatschappij als stabiele volwassenen kunnen tegemoet treden. Om het karakter van het kind positief te beïnvloeden zouden ouders zich moeten concentreren op negen basiskwaliteiten die voor de ontwikkeling van het kind van belang zijn. Kin­deren observeren hun ouders en het is daarom van belang dat de ouders zelf deze kwaliteiten in de praktijk brengen.

Positief zelfbeeld

Er zijn veel jongeren die met een negatief zelfbeeld rondlopen, een gevoel van minderwaardigheid. Dit kan verband houden met gedrag van ouders die hun kinderen regelmatig bekritiseren met woorden als “Je bent zo stom!”, “Hoe kan je zo stom zijn?”, “Het zal nooit wat worden met jou.” Deze opmerkingen worden soms schertsend gemaakt, maar ook dan is het beter om dit niet te doen en het kind positief te benaderen. Natuurlijk moeten ouders hun kinderen corrigeren als die verkeerde dingen doen, zoals een ander slaan of uitschelden. Echter er moet onderscheid worden gemaakt tussen de persoon en het gedrag. Het gedrag is dwaas, niet het kind. Je zou dus aan het kind kunnen zeggen: “Wat je aan het doen bent, is dom. Ik neem aan dat je slim genoeg bent om dat te weten en zulk gedrag in het vervolg achterwege zult laten.” Als een kind een goed gevoel over zichzelf heeft, is het ook gemakkelijker om te kunnen omgaan met de leringen van het hindoeïsme over het innerlijke, goddelijke zelf.

Zelfcorrectie

Ouders kunnen deze kwaliteit in hun kinderen tot ontwikkeling brengen door hen te leren dat fouten maken niet slecht of dom is. Iedereen maakt fouten. Het is een natuurlijk gegeven dat we als mens niet alles snappen en daardoor ook fouten maken. Ouders moeten het kind leren wat het niet weet zonder het kind een gevoel van schaam­te te geven. Ze moeten de kinderen aan­moedigen om zelf na te denken over wat ze doen; welke effecten hebben hun handelingen? Door hierover na te denken wordt het kind gestimuleerd om ook zelfcorrigerend op te treden. Deze kwaliteit van zelfreflectie en zelfcorrectie zorgt er ook voor dat we spiritueel sneller kunnen groeien.

Zelfbeheersing

Hoe kan een kind worden geleerd zichzelf te beheersen en emoties als boosheid onder controle te krijgen? Hier kan worden verwezen naar de gedragsregels die in het hindoeïsme met de term yama’s worden weergegeven. Deze ya­ma’s, vedische beginselen van zelfbeheersing die de omgang met anderen harmoniseren, zijn: ahimsa (geweldloosheid), satya (waarheid), asteya (niet hebzuchtig zijn), brahmacharya (kuisheid), kshama (toegevendheid), dhriti (standvastigheid), daya (mededogen), arjava (eerlijkheid), mitahara (gematigde eetlust), saucha (zuiverheid). De kwaliteit van zelfbeheersing maakt dat een mens succesvoller is in het bereiken van uiterlijke en innerlijke doelen.

Zelfvertrouwen

Dit komt tot uiting wanneer een kind zich geconfronteerd ziet met een moeilijke taak en de eerste gedachte is dat het deze taak kan verrichten. Onge­luk­kigerwijs zijn er vele jonge volwassenen die kampen met onzekerheid en altijd het gevoel hebben iets niet aan te kunnen. Hoe kan deze kwaliteit bij een kind worden ontwikkeld? Zelfvertrouwen hangt samen met een positief zelfbeeld. Als ouders hun kind helpen steeds moei­lijkere dingen te doen, dan zal naarmate de resultaten succesvol zijn het zelfvertrouwen van het kind groeien. Het is belangrijk het kind ook te prijzen als het geslaagd is een taak te volbrengen. Als een kind verlegen is en op school bijvoorbeeld geen presentaties durft te geven, moet je als ouder het kind thuis helpen. Haal desnoods hulp erbij om dit probleem te overkomen. Zelfver­trou­wen trekt succes aan, niet alleen met betrekking tot uiterlijke zaken, maar ook met betrekking tot de innerlijke ontwikkeling.

Tevredenheid

Deze kwaliteit zie je bij kinderen die in de regel vrolijk en gelukkig zijn. Ouders moeten hun kinderen op een speelse wijze leren dat geluk niet zozeer afhankelijk is van externe omstandigheden als wel van hoe wij tegen het leven aankijken, een vrij leven vol met uitdagingen. Ze moeten tevreden leren te zijn met wat ze hebben en niet ontevreden met wat ze niet hebben. Het kind wordt hierbij uiteraard in belangrijke mate beïnvloed door de instelling van de ouders. Ook deze moeten tevredenheid uitstralen.

Vroom gedrag

Zulk gedrag zie je bij mensen die anderen van nature vriendelijk, edelmoedig en respectvol tegemoet treden. Dit kun­nen we doen als we de zegen van God en onze guru’s vragen. Voor de ontwikkeling van deze kwaliteit is het van belang de niyama’s in acht te nemen. Dit zijn de vedische beginselen die, indien nageleefd, het persoonlijk leven van een mens vredig maken: berouw, tevredenheid, grootmoedigheid, geloof, toewijding aan God, het volgen van de leer, gebruik van intuïtie en verstand, heilige gelofte, reciteren van mantra’s en uiterste soberheid/discipline. Vroom gedrag kan worden gestimuleerd door het kind bij belangrijke momenten in het leven te laten stilstaan door middel van een gebed. Bijvoorbeeld aan het begin van de schoolperiode, voor examens en dergelijke.

Vaardigheid in het oplossen van conflicten

Dit houdt in dat we onze verschillen van mening uit de weg proberen te ruimen door middel van onze intelligentie en het zoeken naar een win-win-situatie. Als kinderen boos op elkaar zijn en verbale of fysieke kracht gebruiken om hieraan uitdrukking te geven, is het aan de ouders om rustig met hen te praten; met hen de mogelijkheden door te nemen die zouden kunnen leiden tot een oplossing van het conflict zonder het gebruik van verbaal of fysiek geweld. Het gaat erom de instelling van ‘Ik wil winnen en jij moet verliezen’ weg te nemen en die te vervangen door ‘Ik win wanneer iedereen wint.’ Als we op deze wijze onze conflicten kunnen op­lossen, kunnen we ons leven verheffen en ons onderbewustzijn vrijhouden van beroering die wordt veroorzaakt door de gedachte aan onbeslechte ruzies.

Gehechtheid aan ouders

Dit zie je wanneer kinderen die al volwassen zijn er toch plezier in hebben tijd met hun ouders door te brengen, omdat er een sterke band van liefde en begrip be­staat. Vaak genoeg zie je echter gevallen waarbij jongens het huis uitgaan en zo weinig mogelijk contact met de vader willen hebben. Om een hechte relatie met ouders te ontwikkelen is het be­lang­rijk om kinderen te knuffelen en te zeggen dat je van hen houdt. Afstand wordt gecreëerd als je nooit zegt dat je van het kind houdt. Verder is het be­lang­rijk dat je kinderen positief tegemoet treedt wanneer zij fouten maken en hen niet alleen maar verwijten maakt. Besteed genoeg tijd met de kinderen, speel spelletjes met hen. Kin­deren voelen aan wanneer een atmos­feer niet bedreigend is. Dan voelen ze zich ook veilig om allerlei zaken met hun ouders te bespreken. Ze voelen de liefde. Een afstandelijke sfeer komt bedreigend op kinderen over. In zo’n situatie hebben ze allerlei geheimen voor hun ouders; durven ze niet alles bespreekbaar te maken. Een goede relatie met de ouders heeft een positieve invloed op andere relaties, ook die met God.

Onbevooroordeelde geest

Wanneer we onbevooroordeeld zijn, zien we in een ieder God en maken geen probleem van verschillen op basis van etnische of religieuze afkomst. Worden we geboren met vooroordelen? Absoluut niet! Deze worden ons ge­leerd, thuis, op school of ergens anders. Wij kunnen een onbevooroordeelde geest bij onze kinderen ontwikkelen door hen te leren dat de hele wereld één grote familie is en dat alle mensen goddelijke wezens zijn. Vooroordelen die de kinderen elders leren, moeten thuis door de ouders worden besproken en deze houding moet worden gecorrigeerd. Het kind moet worden geleerd niet te generaliseren, maar iedereen op zijn eigen merites te beoordelen. Zo brengen we het kind tolerantie bij en kan het zich makkelijk bewegen in een multi-etnische en multireligieuze om­geving.

Uit: Hinduism Today | juli / augustus / september 2002 [Vertaling: Sampreshan]

TOP