Navratri: verering van de Vrouwelijke Oerkracht

Kanta Adhin

Navratri betekent letterlijk ‘negen nachten’. Gedurende deze periode vereren hindoes het vrouwelijke aspect van het goddelijke. Per jaar zijn er twee van zulke periodes, namelijk in de maand Chait van de hindoekalender (maart / april) en in de maand Ashvin (september / oktober). De negen nachten liggen in de periode van de wassende maan, tussen nieuwe maan en het eerste kwartier. In veel hindoehuizen worden religieuze ceremonies (puja’s) gehouden ter verering van Devi, de vrouwelijke godheid, veelal in de vorm van de godin Durga. Maar in hoeverre is men doordrongen van de diepere achtergronden van deze ceremonies?

Onderdanigheid

Vaak wordt er van uitgegaan dat het hindoeïsme een onderdanige positie van de vrouw propageert. Daarbij is het wel van belang vast te stellen, wat met onderdanigheid wordt bedoeld. Soms lijkt het erop dat men de vrouw als onderdanig beschouwt, wanneer ze niet hetzelfde mag doen als de man. De gelijke status wordt afgemeten aan een identiek functioneren. In deze visie zijn mensen superieur aan dieren en planten, omdat zij op een hoger niveau functioneren. In het oudste hindoegeschrift, de Rig-Veda, is het beginsel van Vasudhaiva Kutumbakam (de Aarde is één familie) vastgelegd. Dit houdt in dat alle onderdelen van de natuur – mens, dier, plant, maar ook water en lucht – gelijk zijn. Ze hebben alle een eigen functie, maar zijn niet ondergeschikt aan elkaar. De mensheid opereert evenwel niet op dit hoge spirituele niveau en heeft de neiging om te heersen en andere onderdelen van de natuur dienstbaar aan zichzelf te maken. Hiermee worden dan begrippen als onderdanigheid en ondergeschiktheid geïntroduceerd. Een dergelijke attitude vindt ook zijn weerslag in het denken over maatschappelijke verhoudingen in het algemeen en man-vrouw verhoudingen in het bijzonder.

Geen hiërarchische rolpatronen

Gaan we terug naar de diepere filosofische en spirituele visie van het hindoeïsme, dan zien we dat de goddelijke kracht, de spirituele energie (Brahman), onpersoonlijk is. Aan Brahman wordt zowel een mannelijk als een vrouwelijk aspect toegekend. Het mannelijke aspect is sat (het zijn). Het vrouwelijke aspect van de onpersoonlijke goddelijke kracht is chit (bewustzijn). Dit wordt ook aangeduid met Shakti (kracht, energie) en is de voortstuwende kracht, waarzonder het mannelijke aspect statisch en inactief is. Voor de menselijke beleving zijn personificaties belangrijk en Brahman wordt dan ook zowel door een mannelijke drie-eenheid (Trideva) als door een vrouwelijke drie-een- heid (Tridevi) voorgesteld. De Trideva bestaat uit: Brahma (schepper van het heelal), Vishnu (onderhouder van het heelal) en Shiva (vernietiger van het kwade en herschepper van het goede). De Tridevi wordt gevormd door Sarasvati (gemalin van Brahma), Lakshmi (gemalin van Vishnu) en Parvati (gemalin van Shiva). Lakshmi is de beschermvrouwe van het gezin en wordt ook beschouwd als het Licht. In die hoedanigheid is het Divali-feest (lichtjesfeest) aan haar gewijd. Sarasvati is de beschermvrouwe van de kunst en wetenschappen en Parvati van gerechtigheid. Deze drie godinnen geven vorm en inhoud aan het heelal. De Trideva en Tridevi kunnen wel als afzonderlijke eenheden worden onderscheiden, maar ze functioneren als één ondeelbaar geheel, zonder dat er van een hiërarchie sprake is.

Verering van Durga-ma

Met Navratri wordt Shakti, de activerende goddelijke energie, vereerd door ceremonies te wijden aan Sarasvati, Lakshmi en Parvati. Deze verering kan op velerlei wijzen geschieden. Voor de Surinaamse hindoes is de Durga-puja verreweg de meest populaire. Durga-ma is één van de vele verschijningen van Parvati. Gezeten op een tijger verpersoonlijkt zij het zachtaardige in de mens. Niet alleen in de vrouw! Parvati heeft ook een bloeddorstige verschijning in de vorm van Kali-ma. Dit is de verschijning waarin zij de kwade krachten vernietigt. Hieruit kan worden afgeleid dat zowel zachtaardigheid als het opkomen tegen onrecht aan elke mens wordt voorgehouden. Het lijdzaam ondergaan van onrecht past hier niet in.

Geen uniforme relatie-regels

Uit de hindoefilosofie en -religie kunnen verwerpelijke praktijken, uitgaande van een minderwaardige rol van de vrouw, niet worden verklaard. Het zou natuurlijk ideaal zijn als dit ook in de praktijk van alledag tot uiting kwam. Helaas is het een algemeen verschijnsel in elke samenleving dat ideaal en realiteit nogal uiteen lopen. Religieuze ceremonies zijn een moment bij uitstek om daar stil bij te staan. Wantoestanden als mishandeling en dergelijke daargelaten, is het ook goed om stil te staan bij de vraag wat tegenwoordig als verwerpelijk wordt gezien? In de hedendaagse Nederlandse samenleving vindt de één het ontoelaatbaar dat je als vrouw thuis zorgtaken verricht en je man niet. De ander vindt dat helemaal niet erg. De één vindt dat je man niet alle zaken moet regelen. De ander vindt dat wel makkelijk zo. Het is niet zo eenvoudig uniforme regels vast te stellen voor de dagelijkse interactie tussen man en vrouw. Maar dat is ook niet waar het om gaat. Wat belangrijk is, is de instelling die man en vrouw ten opzichte van elkaar hebben. Ze dienen respect voor elkaar te hebben en niet te willen heersen of profiteren ten koste van elkaar. Vasudhaiva kutumbakam op microniveau.

Uit: Tijdschrift HINDORAMA JRG1 NR2 (mei/juni 2000)

TOP