Minder kinderen onder Hindostanen. Een reden tot zorg?

Prof.dr. Chan Choenni

Na afloop van de contracttijd in Suriname (1873-1920) begon de Hindostaanse gemeenschap in aantal toe te nemen. In 1970 was de groep met een aandeel van ruim 40%, de grootste bevolkingsgroep van Suriname. De toename had vooral te maken met het hoge aantal kinderen. Gezinnen met meer dan tien kinderen waren geen uitzondering. Als deze trend zich zou voortzetten, zouden Hindostanen de meerderheid van de Surinaamse bevolking vormen. Als gevolg van politieke spanningen rond de onafhankelijkheid (1975) trokken veel Hindostanen massaal naar Nederland. Zowel in Suriname als in Nederland bleef de Hindostaanse bevolking toenemen, omdat veel personen zich bevonden in de vruchtbare leeftijdsgroep.

Daling
Aan het einde van de twintigste eeuw begon het vruchtbaarheidscijfer (het aantal kinderen dat geboren wordt onder vrouwen tussen 15-45 jaar) onder Hindostaanse vrouwen te dalen. Het cijfer 1,7 onder deze groep is even hoog als onder de (autochtone) Nederlandse vrouwen. Bij een vruchtbaarheidscijfer van 2,1 blijft een bevolkingsgroep in aantal stabiel. Dat wil zeggen dat zowel onder Hindostanen als onder (autochtone) Nederlanders op termijn het bevolkingsaantal  zal afnemen  als gevolg van een lager vruchtbaarheidscijfer.  De toename van de Nederlandse bevolking komt voornamelijk door immigratie en een hoog geboortecijfer onder Turken, Marokkanen en enkele andere groepen.

Vruchtbaarheidscijfer in Suriname
Een bijzondere ontwikkeling in Suriname is de snelle daling van het vruchtbaarheidscijfer onder de Hindostaanse groep in de eenentwintigste eeuw. Volgens gegevens van het Algemeen Bureau voor de Statistiek, gebaseerd op de volkstelling van 2012 in Suriname, is het vruchtbaarheidscijfer onder de Hindostaanse groep slechts 1,78. Het hoogste vruchtbaarheidscijfer is onder de Marrons met 4,47 en onder Creolen 2,26. Het cijfer onder de  Javanen is  2,15. In historisch perspectief is dit een opmerkelijk ontwikkeling: de groep met gemiddeld het hoogste aantal kinderen heeft nu gemiddeld het laagste kindertal. Dit betekent dat op termijn de Hindostaanse groep zal krimpen in aantal en de Marrongroep de grootste bevolkingsgroep zal worden.

Oorzaken
Als oorzaken voor  de drastische daling van het kindertal onder Hindostanen noem ik het volgende:

  1. De culturele druk om kinderen te nemen is verminderd. Er is een afnemende verplichting tegenover (groot)ouders/ familie om het ‘geslacht’ voort te zetten.
  2. Er is een toename van zelfbeschikking en vervulling van de eigen ambitie; dit is niet perse het moederschap of vaderschap, maar vooral de carrière.
  3. Het combineren van vooral het moederschap met de eigen carrière is lastig in de huidige samenleving.
  4. Hindostaanse vrouwen hebben gemiddeld een hogere opleidingsniveau en zijn geëmancipeerd. Zij kunnen vaak geen gelijkwaardige mannelijke partner vinden en blijven –vaak gedwongen- vrijgezel en nemen dus meestal geen kinderen.
  5. De tolerantie tegenover homoseksualiteit, transgenders en a-seksuelen is toegenomen. Vroeger moest bijna iedere volwassen Hindostaan huwen. Direct daarna werden kinderen verwacht.
  6. Er is sprake van toenemende individualisering. De eigen wensen en behoeften zijn het belangrijkst en niet die van de gemeenschap of de familie.
  7. Er is sprake van toenemend hedonistisch gedrag; men wil vooral genieten van het leven. Kinderen passen daar niet bij en worden als last ervaren.
  8. De huidige generatie stelt zeer hoge eisen aan een partnerschap. Men zoekt de ideale of perfecte partner; zo niet dan blijft men liever vrijgezel. Gearrangeerde huwelijken zijn merendeels uit de tijd.
  9. Er is een betere preventie en beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen; ook het onderbreken van de zwangerschap (abortus) is beter geregeld.
  10. Er zijn veel alternatieven voor seksueel contact en de beschikbaarheid van eigentijdse middelen (porno, internet sites, seksuele hulpmiddelen en ook interactie via mobiele telefoons). Men hoeft niet per se een partner te hebben.
TOP