Om mij heen hoorde ik vaker van familie, vrienden dat die naar Mauritius waren geweest met vakantie. Het deed mij niet zoveel. ‘Wat moet ik daar op een klein eiland gaan doen. Ik ben er binnen twee dagen uitgekeken’, dacht ik. Ja, Mauritius is een klein eiland in de Indische Oceaan, iets groter dan de provincie Utrecht. Het is zo een twaalf uur vliegen daarnaartoe. Dan ga ik liever naar India, Thailand of Maleisië. In 2000 had Rabin Baldewsingh in de eerste uitgave van het tweemaandelijkse tijdschrift Hindorama dat ik uitgaf, een reisverslag over Mauritius geschreven. Een paar dingen daaruit waren mij bijgebleven. Als liefhebber van het Sarnámi (de aan het Bhojpuri verwante Surinaamse taal) was hij vol enthousiasme naar Mauritius gereisd, omdat hij daar een levendige Bhojpuri-sprekende gemeenschap verwachtte aan te treffen. Daarin werd hij teleurgesteld. Verder was het eiland net getroffen door een cycloon en maakte een tamelijk troosteloze indruk. Bovendien had ik van een familielid een keer begrepen: “Huá kuch na bá, kháli bajár gaili.” (Daar is niets, ik ben alleen naar de markt gegaan).
Zo is het jarenlang gebleven dat ik geen interesse had naar Mauritius te gaan, totdat in 2022 Vinod Busjeet zijn boek Silent Winds, Dry Seas onder mijn aandacht bracht. Geboren en getogen in Mauritius en woonachtig in de VS, had hij een roman geschreven die zich voor het grootste deel afspeelt in Mauritius in de jaren ’50 tot begin ’70 van de vorige eeuw. Via onze gemeenschappelijke vriend Raj Mohan, had hij over mij en de website Hindorama gehoord. Hij vroeg zich af of ik aandacht zou willen geven aan zijn boek, omdat hij meende dat het verhaal bij veel Indiërs in de diaspora een gevoel van herkenning teweeg zou brengen. Dat leek mij een goed idee. Daarna werd ik door schrijver en dichter Walter Palm, die een recensie van de roman had geschreven, op het idee van een Nederlandse vertaling gebracht. Na wat wikken en wegen, dacht ik: ‘Waarom niet.’ Zeker met het oog op het 150ste herdenkingskaar van de Hindostaanse immigratie in Suriname en de aandacht voor het slavernij- en bredere koloniale verleden. Daar paste meer bekendheid met andere multiraciale maatschappijen als gevolg van westerse koloniale politiek goed in (Mauritius is achtereenvolgens door Nederland, Frankrijk en Engeland gekoloniseerd). Bovendien is Mauritius, vanwege de witte stranden, helderblauwe zee, unieke flora en fauna én een aangename temperatuur door het hele jaar heen een paradijselijke vakantiebestemming voor de geboren Nederlanders. Meer kennis over de achtergrond van zo een land en de bevolking is natuurlijk nooit weg.
In het boek kwam ik herkenbare personages en gebeurtenissen tegen en het stond voor mij vast dat ik het land van nabij zou willen leren kennen. Van de zomer heb ik er met vrouw en zoon twee weken doorgebracht. Het was daar winter, met een voor mij voortreffelijke temperatuur van rond de 25 graden. Het was geen orkaanseizoen en ik kwam tig mensen tegen met wie ik Bhojpuri kon praten. Velen vonden het enorm fijn dat te kunnen doen met een ‘buitenlander’. De geschiedenis wordt gekoesterd met de Aapravasi Ghat in Port Louis, waar de Indiase contractarbeiders voet aan wal zetten. Een plek die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat, evenals Le Morne Brabant in het zuiden waar je het zware lot van de slaafgemaakten voelt. Grand Bassin oftewel Ganga Talao lijkt een stukje India. De veelkleurige aarde in Black River en Chamarel is een stukje nationale trots en symboliseert als het ware de verbondenheid en liefde van alle bevolkingsgroepen met de grond van Mauritius. En dan is er de internationaal vermaarde SSR botanische tuin, vernoemd naar Seewoosagur Ramgoolam, de politiek leider die het land in 1968 naar onafhankelijkheid leidde en de eerste minister-president was (het vliegveld en nog een aantal ander instituten zijn ook naar hem vernoemd). In deze tuin is er een enorme verscheidenheid aan inheemse tropische planten. Met een vriend van Vinod Busjeet hebben we een aantal plekken bezocht die in het boek worden beschreven met grappige namen als Madame Lolo en Trois Boutiques. Maar ook grotere plaatsen als Mahébourg, Curepipe en Quatres Bornes.
In de jaren ‘50/’60 waarin het verhaal van Stille Winden, Droge Zeeën zich grotendeels afspeelt, waren er nog weinig auto’s; nu staan de soms smalle wegen vol en kom je nauwelijks vooruit. En vooral niet wanneer orthodoxe aanhangers van Shiva een processie houden, waarbij ze een groot beeld van hun godheid op een kar voorttrekken. En tot ergernis van velen gebeurt dat niet meer een of twee keer per jaar, maar in sommige delen van het eiland wekelijks, met steun van lokale politici die zich van herverkiezing willen verzekeren. Men praat ook veel over corrupte politici. En over pandits (zeg maar bandits) die gelovigen voor de gek houden en alleen maar voor het geld gaan. Bij het bepalen van een datum voor een huwelijk worden zogenaamd de horoscopen geraadpleegd; de datum wordt in werkelijkheid gekozen aan de hand van de agenda van de pandit. Erger is het verhaal van een pandit die een keten van hardware winkels heeft en die gelovigen voorhoudt dat hij voor ceremonies spullen nodig heeft die alleen daar te koop zijn. Na de ceremonie neemt hij de spullen mee om die vervolgens weer te koop te zetten in zijn winkels. Volgens sommigen stappen meer en meer hindoes over tot het christendom.
Toevallig hebben we ook een hindoehuwelijk mogen meemaken van een Gujrati-Tamil koppel. Van 10.00-12.00 uur op de vrijdagochtend (dat was de tijd die waarschijnlijk als meest geschikt uit de horoscoop naar voren kwam). Er was veel gelijkenis met de huwelijken zoals wij die kennen, maar veel korter (twee uur was in principe al lang). Opmerkelijk was dat de pandits de rituelen in het Sanskriet en Hindi deden en vervolgens het paar en de aanwezigen in het Creools toespraken (de op het Frans gebaseerde gangbare taal in Mauritius, naast de officiële talen Frans en Engels). De lunch werd geserveerd op kunst bananenbladeren.
Eten op bananenbladeren is voor Mauritianen een nostalgisch iets. Als het maar even kan, doen ze het. De vele nog intact zijnde suikerrietvelden door het hele land, geven ook een sterk gevoel van verbondenheid met het verleden. Hoe lang dit nog zo zal zijn, is de vraag. We hoorden van verschillende mensen dat, als het aan de regering ligt, het hele land wordt volgebouwd om toeristen en expats te accommoderen. Er heeft zich een offshore banking sector ontwikkeld waar veel Zuid-Afrikanen werken. Het schijnt ook dat veel blanke Zuid-Afrikanen zich nu in Mauritius vestigen omdat ze zich in Zuid-Afrika niet meer veilig voelen. We hoorden dat zij, met de witte Franco-Mauritiaanse bevolking, op de mooiste plekken van het eiland wonen.
Er was genoeg te doen en te beleven, en zeker niet alleen de markt! De bazaars in Port Louis en Grand Baie waren overigens zeker een bezoekje waard. Zo ook de stranden van Grand Baie, Mont Choisy, Perybere en Trou aux Biche en, niet te vergeten, de vele eetgelegenheden. Mijn zoon had al snel de beste restaurants in Grand Baie, waar wij verbleven, ontdekt. Zo hebben we kunnen genieten van de lekkere seafood-, kerrie-, Creoolse en Chinese keuken. En konden we zien hoe een visser op een brommer zijn net gevangen tonijn kwam bezorgen bij het seafoodtentje waar we zaten (in een omgebouwde garage, leek het wel). Uit de Indiase keuken zijn dal puri en farata (soorten roti) dé streetfood gerechten waar mensen in een lange rij voor staan. Ook lekker en herkenbaar waren de gateaux piments (chili cakejes), eigenlijk gewoon onze phlauri. Grappig was te zien dat die ook in de vorm van onze bara’s worden gemaakt.
Waar Mauritius mij eerder niet kon boeien, denk ik eraan nog een keer te gaan en mij nog meer te dompelen in het leven daar. De mensen zijn erg vriendelijk en ik heb er nieuwe vriendschappen gesloten. Ik ontkwam er niet aan steeds een vergelijking met Suriname te maken. Het gaat om twee heel verschillende landen, maar met een vergelijkbare koloniale geschiedenis die tot een multi-etnische samenleving heeft geleid. Naar Mauritius is indertijd de grootste groep Indiase contractarbeiders verscheept (ongeveer een half miljoen). Deze kwamen uit verschillende delen van India. Van de thans meer dan een miljoen inwoners vormen hun nazaten bijna twee derde deel, waaronder veel afkomstig uit Zuid-India. De Creolen (nazaten van slaafgemaakten uit met name Mozambique en Madagaskar) vormen ongeveer een kwart van de bevolking en de rest wordt gevormd door Chinezen en afstammelingen van Franse kolonisten.
De roman Stille Winden, Droge Zeeën is naast het verhaal van de hoofdpersoon die opgroeit in Mauritius, ook het verhaal van het land, de weg naar onafhankelijkheid, corruptie en nepotisme. Geluiden die nog steeds klinken, maar tot nu toe wordt Mauritius gerekend tot een van de meest succesvolle ontwikkelingslanden. Tijdens de boekpresentatie op 9 november in Amsterdam zal meer te horen zijn over de geschiedenis van het land en zijn bevolking en anekdotes die overeenkomsten en verschillen met Suriname tonen.
Foto’s: Radjin Thakoerdin