Je moet niet vreemd opkijken als je op een feestje een Marronvrouw gekleed in Hindostaanse outfit tegenkomt. Voor Mariska de Jong is dat een heel normale zaak. “Ik ben geboren in een Marronfamilie en opgegroeid bij een Hindostaanse familie. Ik leef in Nederland met beide culturen. Ik koester deze leefwijze.” Voor Mariska is dit herdenkingsjaar ook speciaal. Zij organiseerde in juni ter gelegenheid van 150 jaar Hindostaanse Immigratie een bijeenkomst in Haarlem. En op 10 oktober 2023, de Dag van de Marrons, organiseert zij met haar stichting Ma Jong een symposium in het Provinciehuis te Haarlem om meer bekendheid te geven aan de traditionele Marroncultuur. “2023 staat in het teken van herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij en is erg toegespitst op 1 juli. Maar het is erg belangrijk ook stil te staan bij de geschiedenis van degenen die zich al veel eerder zelf hadden bevrijd van het juk van de slavernij en over eeuwenoude gezags- en bestuursstructuren beschikken die nog steeds functioneren.”
Mariska legt uit dat de meeste Marrons zich niet zo identificeren met het slavernijverleden waar nu zoveel om te doen is in Nederland. “Onze voorouders hebben zich vrijgevochten. Voor Marrons is het Marron-zijn een diep gevoel, een gedragswijze. Marrons hebben veel strijd geleverd tegen de koloniale overheersers en hebben vredesverdragen afgedwongen. De datum van die vredesverdragen is voor ons belangrijker. Er zijn nu wel jongerenorganisaties van Marrons die meer aandacht aan het thema slavernijverleden geven. Zij hebben zich gebundeld om meer zichtbaarheid te krijgen in Nederland en hun stem te laten horen, zodat er ook meer aandacht komt voor een betere positie voor Marrons in de maatschappij. Ik help daarbij met trainingen en workshops.”
10 oktober – Dag van de Marrons
Vanaf het begin van de slavernij van Afrikanen in Suriname waren er slaafgemaakten die de plantages ontvluchtten, de zogenoemde Weglopers, later Marrons genoemd. In het oerwoud, nabij rivieren, begonnen zij een nieuw leven. Als bevolkingsgroep werden zij in Suriname eerst aangeduid als Bosnegers, daarna als Boslandcreolen. Geleidelijk aan raakte de term Marrons voor deze bevolkingsgroep ingeburgerd. Er zijn zes verschillende Marrongemeenschappen: Okanisi (Ndyuka), Saamaka, Paamaka, Matawai, Aluku en Kwinti. Het koloniale bestuur sloot als eerste een vredesverdrag met de Okanisi dat op 10 oktober 1760 van kracht werd. De datum van 10 oktober werd op initiatief van de Marronhistoricus André Pakosie in 1974 als de Dag der Marrons, ook wel Marrondag, aangeduid. Sedert 2010 is deze dag een nationale feestdag in Suriname. “Op deze dag herdenken en vieren wij de strijd van onze voorouders tegen onderdrukking en voor vrijheid. Het traditioneel gezag van de Marrons werd met de ondertekening van de vredesverdragen formeel erkend. Dit jaar lever ik een speciale bijdrage aan de viering en herdenking door op 10 oktober 2023 de rouwrituelen van de Marrons officieel te laten bijschrijven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland.”
Verwantschap met verschillende Marrongemeenschappen
Mariska behoort tot de Marrongemeenschap Okanisi. Hoe komt ze eigenlijk aan de achternaam De Jong? “De naam komt van mijn opa van vaderszijde die Da Jonkoe werd genoemd. Dat betekent in de taal van de Okanisi een jonge man. Deze naam is indertijd verkeerd opgeschreven als De Jong.” Haar opa van moederszijde kwam uit het dorp Tamarin aan de Cotticarivier. Hij was kabiten (traditionele gezagsdrager). Elke Marrongemeenschap bestaat uit familiegroepen, de lo’s. Zij is van de familiegroep Misiedjanlo. Ze legt uit dat bij de Marrons wordt gewerkt met matrilocale groepen. “Wat je moeder is, dat ben jij. Mijn vader was ook Okanisi. Hij behoorde tot de familiegroep Pataalo uit het dorp Langa Hoekoe bij de Cotticarivier. Ik voel me met al die gemeenschappen en groepen verbonden. Maar mijn kennis komt voornamelijk van de Pataalo. Ik ga twee keer per jaar naar Langa Hoekoe om mijn kennis op peil te houden.”
Ze reist ook regelmatig naar andere landen om verbinding te zoeken met Marrongemeenschappen. “In Panama zijn er traditionele Marrons. Ik voelde me erg met hen verwant; ook met de culturen in Haïti en Jamaica.”
Hindostaanse familie
Mariska werd in 1972 in Suriname geboren aan de Nieuw Weergevondenweg in Wanica, nabij Paramaribo, in een gezin van zes kinderen: drie jongens en drie meisjes. “Aan de overkant van ons woonde de Hindostaanse familie Baldew met twaalf kinderen. Ik ben eigenlijk bij die familie opgegroeid. Alleen slapen deed ik thuis. Reshma was mijn beste vriendin. We deden alles samen. Ik was de hele dag daar en deed met alles mee, ook met het geloof. Ik deed mee met pujá’s (gebedsdiensten-red.) en als kind was ik ook een baithak gáná prinses. Ik kan nog steeds heel goed dansen. In de mandir waar mijn buurman lesgaf, ging ik naar Hindi les. Ik vond het wel heel moeilijk. Sarnámi ken ik wel en ik praat het nog steeds. Ik ben en ik voel mij zowel Marron als Hindostaan. Mijn Marronfamilie woont in Suriname. Van mijn Hindostaanse familie is iedereen in Nederland. Ik heb nog steeds heel goed contact met hen.”
Bij haar Hindostaanse familie zag ze bepaalde zelfde elementen als bij Marrons. “Ik zag bijvoorbeeld hoe de oudste broer bepaalt waar je mocht gaan en hoe je je moest kleden. Maar ook de trefu (voedseltaboe-red). Als je rituelen uitvoert, eet je vegetarisch. Ook de norm van reinheid is dezelfde. Als je menstrueert, begeef je je niet op heilige plaatsen en doe je geen rituelen.”
Kleurrijk uitvaartbedrijf
In Suriname trouwde ze met een Nederlandse man en in 2009 kwam zij naar Nederland. “De liefde bracht mij hier, maar ik kwam ook om verder te studeren.” Na haar onderwijsdiploma van het Albert Cameron Instituut (vroeger de Kweekschool) werkte zij in Suriname op diverse scholen. “Als eerste werkte ik op de kleuterschool in Santigron, het dorp van mijn moeders vader. Daarna werd ik hoofdkleuterleidster.” Mariska was erg betrokken bij het onderwijs en wilde graag verbeteringen doorvoeren. Ze volgde daarom leiderschapstrainingen bij een privébedrijf. In Nederland werkte ze een aantal jaren in de kinderopvang, eerst als pedagogisch medewerker en later als locatiemanager. In 2014 rondde ze aan de Hogeschool in Leiden een managementopleiding in de zorg af en in 2020 deed ze de opleiding voor uitvaartverzorger. In dat jaar begon ze in Haarlem ook haar eigen kleurrijk uitvaartbedrijf dat vooral is gespecialiseerd in Marronuitvaarten. Ze doet ook Hindostaanse en andere uitvaarten. Marrons willen bijna altijd in Suriname worden begraven. “Terwijl hindoes over het algemeen worden gecremeerd, komt dat nog weinig voor bij Marrons. Marrons kiezen soms wel voor een crematie, bijvoorbeeld als iemand aan kanker is overleden. Op die manier wil men het kwaad uitroeien, zodat het geen effect meer kan hebben op de familie.”
Mariska’s interesse voor de rouwrituelen dateerde al van vroeger, maar de bewustwording kwam later. “In Suriname was ik haast elke dag bezig op begraafplaatsen sacramenten toe te dienen. Door de tijd heen heb ik mij gespecialiseerd in de rituelen van de Marrons. Met mijn 21ste hielp ik de Paters van Latour met de Marrons die na de Binnenlandse oorlog naar de stad kwamen. Ik heb daar alle rituelen geleerd.” Mariska was al eerder in contact met de Paters van Latour. “Toen ik 13 jaar was dacht ik dat het mijn roeping was om in het klooster te gaan. Ik kwam toen bij de paters van Latour. Ik zocht diepgang en heb mijzelf toen gevormd. Het hindoegeloof heeft mij daarbij ook geholpen. Hoewel ik wel wat voelde, was ik mij nog niet direct bewust van de mystiek van de Marroncultuur. Mijn opa, de broer van mijn moeders moeder, woonde bij ons in en ik had zeker het een en ander van hem kunnen leren. Maar de vonk sloeg bij mij pas rondom het jaar 2000 over; toen was mijn opa al overleden. Mijn moeder had niet veel op met de traditionele Marroncultuur. Ze was vanaf haar tweede jaar in Paramaribo grootgebracht door een Creoolse vrouw. Maar ik heb wel haar handelsgeest. Zij heeft een kledingbedrijf in Suriname en maakt onder andere kleding voor uitvaarten.” Mariska hecht aan de kledingetiquette bij uitvaarten en geeft daar advies over.
Recent heeft zij de eerste uitvaartschool in Suriname helpen opzetten. “Het gaat dan om de volledige zorg van de overledenen, niet alleen de culturele aspecten. Bijvoorbeeld: Hoe moet het lichaam worden verzorgd, hoe worden wonden dichtgemaakt, hoe ga je om met giftige stoffen in het lichaam? Ik heb een jaar lang online lessen gegeven en tijdens mijn recente reis naar Suriname is de opleiding gecertificeerd.”
Behoud van het traditionele Marronerfgoed
Inmiddels is Mariska ruim 27 jaar bezig met het in stand houden van het traditionele Marronerfgoed. “Als je met de rituelen bezig bent, is het belangrijk de eigen taal te kennen. Van André Pakosie heb ik het Afaka geleerd. Dat is het schrift van de taal van de Okanisi. Ik ben een gecertificeerde kenner, een bukuman, van het Afakaschrift. Dit jaar heb ik van een 97-jarige man in Marowijne ook het communicatiesysteem van de Apintiedrum geleerd, een soort codetaal. De stamoudsten uit het dorp hadden mij al drie jaar eerder laten komen om zoveel mogelijk kennis aan mij over te dragen. Op mijn beurt draag ik die kennis weer over. Het is van belang voor het behoud van onze Marronidentiteit dat die kennis niet verloren gaat.”
Mariska’s eigen kennis over de rouwrituelen heeft zij per 1 juli 2023 laten opnemen in het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland ((zie: Rouw- en helingsrituelen van de Ndyuka – Immaterieel Erfgoed). De officiële bijschrijving zal 10 oktober plaatsvinden tijdens het Symposium over de Marrons in Haarlem. Daar zullen traditionele gezagsdragers en Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders bij elkaar worden gebracht. Met haar stichting Ma Jong timmert ze flink aan de weg. “Vroeger betaalde ik alles zelf. Nu probeer ik ook fondsen aan te boren. Maar het blijkt erg moeilijk voor zwarte mensen en zeker als het niet over het slavernijverleden gaat. Ik richt me voornamelijk op sociaal-maatschappelijke projecten voor de Marrongemeenschap. Om dan fondsen te krijgen, vergt een hoop lobbywerk.”
Volgens Mariska is er ook nog veel te doen om de verschillende Marrongemeenschappen in Nederland en andere Europese landen bij elkaar te brengen. “In Nederland, België en Frankrijk wonen zo’n zestienduizend personen van Surinaamse Marronafkomst. Over het algemeen hebben we een goede opleiding. In Suriname, waar Marrons nu ongeveer 22% van de bevolking uitmaken, is hun positie verbeterd, maar er is nog veel sociaal-maatschappelijke achterstand. Het is belangrijk om het binnenland bij elkaar te brengen. De kolonisator heeft ons indertijd van elkaar gescheiden en dat werkt nog steeds door. In Europa is er een kabinet van traditioneel gezag van de Marrongemeenschappen dat periodiek bij elkaar komt. Je ziet dat eeuwenoude gezagsstructuren nog steeds bestaan. Tijdens het symposium op 10 oktober zal hier aandacht voor zijn.”
Schakelen tussen culturen
“Het is best wel een uitdaging om hier in Nederland met nog twee culturen te leven. Maar voor mij is zowel de Marron- als de Hindostaanse cultuur erg belangrijk. Ik schakel automatisch van de ene naar de andere en ik zou deze leefwijze niet willen vergooien. Als ik sterf moeten elementen van beide Surinaamse culturen aan bod komen. Ik wil graag een crematie met hindoerituelen ter ere van het geloof dat mij heeft gemaakt tot wie ik ben,” aldus Mariska de Jong.
Foto’s: Mariska de Jong en Radjin Thakoerdin