INTERVIEW

Manorma Soeknandan: “In het leven moet je veelzijdig zijn”

Sabitrie Gangapersad

Tijdens de 21ste Speciale Vergadering van CARICOM Staatshoofden op 11 mei 2021, is besloten om Carla Barnett uit Belize aan te stellen als de nieuwe CARICOM secretaris-generaal. Zij volgt Irwin LaRocque op, die in augustus afzwaait. Plaatsvervangend CARICOM secretaris-generaal dr. mr. Manorma Soeknandan ambieerde die functie ook en was door Suriname als kandidaat voorgedragen. Zij had meer lobbywerk vanuit de Surinaamse regering verwacht, maar legt zich erbij neer.

Plaatsvervangend secretaris-generaal Ambassadeur Manorma Soeknandan en General Counsel Corlita Babb-Schaefer (Barbados)

Soeknandan heeft de afgelopen jaren als ambtenaar, ambassadeur en CARICOM plaatsvervangend secretaris-generaal veel betekend voor Suriname en de regio. Ze is een carrièrevrouw die gedisciplineerd en resultaat­gericht te werk gaat. Haar contract als plaatsvervangend secretaris-generaal loopt dit jaar af en ze hoopt dat ze projecten waarin ze veel energie heeft gestopt, nog kan afronden. “Te lang op één plek blijven, is niet goed. Dat heb ik als ambassadeur ook ervaren. Als ik niet meer blijf op het CARICOM Secretariaat, dan word ik mijn eigen baas. Ik zal onderzoek doen en wetenschappelijke documenten schrijven en publiceren waarmee ik nationaal en internationaal iets kan betekenen. Er zijn zoveel mogelijkheden en ik heb ook al ideeën. In het leven moet je veelzijdig zijn.”

Voordracht
CARICOM bestaat uit vijftien lidlanden, vijf geassocieerde landen en acht landen met een waarnemersstatus. Het doel van CARICOM is het verbeteren van de handels- en economische relaties tussen de verschillende landen. In februari gaven de CARICOM staatshoofden mandaat aan de Gemeenschapsraad, bestaande uit de ministers van Buitenlandse Zaken, om het proces voor aanstelling van een nieuwe secretaris-generaal op te starten. Verschillende organisaties waaronder Women’s Right Centre, Institute for Women Gender and Development Studies, Nationale Vrouwenbeweging en stichting Ilse Henar Hewitt Juridische Bijstand voor Vrouwen richtten in maart een brief aan president Chan Santokhi om Soeknandan voor te dragen voor die functie. Bij de voordracht zei minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, dat Suriname veel belang hecht aan het regionaal integratieproces en de participatie van Surinamers in regionale en internationale organisaties. Tot nu toe zijn er maar weinig Surinamers zichtbaar in belangrijke topfuncties in de regio. Naast Ramdin, die eerder als assistent secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten heeft gediend en Henri Guda als eerste secretaris-generaal van de International Bauxite Association, is Soeknandan één van de weinige Surinamers en eerste vrouw die voor zo een hoge functie is gespot. Als kandidaten legden Barnett en zij een psychometrische test af, werden geïnterviewd door een aantal leden van de Gemeenschapsraad en hielden presentaties voor de voltallige raad.

Zorgeloze jeugd
Soeknandan werd als oudste kind van haar ouders geboren in het ’s Lands Hospitaal in Paramaribo. Haar vader kwam oorspronkelijk uit Saramacca en werkte als boekhouder bij het bacovenbedrijf Jarikaba en later bij het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij als kassier. In de jaren zeventig – Soeknandan was toen ongeveer vier jaar – verhuisden ze naar Leiding 5. Ze bezocht de Muloschool te Leiding 11 en de Louise school in Paramaribo. Daarna ging ze naar het Lyceum en de universiteit.
Ze blikt terug op een zorgeloze en prettige jeugd. “Er was volle aandacht van de ouders. Ze werkten hard en een belangrijk ding dat ik van hen heb geleerd, is om veelzijdig te zijn en niet afhankelijk te worden van één ding. Leiding had toen veel kokosbomen en we maakten zelf kokosolie. Er waren ook heel veel manjabomen.’s Morgens haastten we ons om de lekkerste, geurigste en beste manja’s op te rapen voordat de koeien ze opaten. Als je van school kwam, was er al eten, want ma was thuis. Ik ken het uitgaansleven helemaal niet en ik had er ook absoluut geen behoefte aan. Voor mij waren de school en onafhankelijk worden erg belangrijk. Ik was een middelmatige student, maar deed mijn best om elk jaar over te gaan en mijn moeder blij te maken. Ik wilde graag Geschiedenis studeren, maar dat kon toen niet op de universiteit. Ik koos dus voor Rechten.” Soeknandan heeft nog een jongere zus en broer. Haar moeder overleed drie jaren geleden en haar vader in 2013. Over haar religieus en spiritueel leven is ze kort: “Ik geloof in God en ben van huis uit Hindoe, Sanatan Dharm. Ik bid en ik vast ook wel eens, maar ik ben niet iemand die elke week in de tempel zit.” Haar vrije tijd brengt ze door met lezen, zwemmen, een stevige wandeling maken, films kijken, muziek luisteren en reizen.

Jnan Adhin en André Loor

Voorbeeldfiguren
Toen Soeknandan tijdens haar Rechten­studie moest uitkijken naar een stage­plek, koos ze voor het Ministerie van Justitie en Politie afdeling Wetgeving, Juridische Adviezen en Inter­na­tionale Aange­le­gen­heden. “Iedereen ging naar het Parket, Rechtszorg of Bureau Familierechterlijke Zaken. Ik wilde graag wetgeving doen.” Ze werd in oktober 1986 in dienst genomen en studeerde als eerste af met een scriptie over wetgeving. Haar praktijk­begeleider was raadsadviseur dr. mr. drs. Jnan Adhin. “Van hem heb ik heel veel geleerd. Hij was een voorbeeldfiguur, wist mensen te motiveren en maakte tijd vrij om mijn scriptie te lezen en te corrigeren. Als je een afspraak met hem had, dan hield hij zich eraan. Hij stond voor discipline.”
Een ander belangrijk voorbeeld was historicus dr. André Loor, haar praktijkbegeleider Geschiedenis. Aan die studie aan de Opleiding voor Leraren, begon ze terwijl ze werkte op het Ministerie van Justitie en Politie. “Geschiedenis is een moederwetenschap. Ik hou van lezen en te kijken naar de achtergrond van bepaalde ontwikkelingen. Als je een verschijnsel wil begrijpen, is het goed om te weten hoe het is ontstaan en zich heeft ontwikkeld. Het leert je ook om niet te oordelen en te veroordelen.” Om haar pedagogisch getuigschrift te halen, gaf Soeknandan lessen op de Louise school. “Loor kende de ongemakken waarmee ik zat. Ik werkte en kreeg niet altijd voldoende medewerking voor de studie, omdat men de relatie tussen Recht en Geschiedenis niet zag. Als je ziet dat je docenten zich zo inzetten voor je, dan doe je ook je uiterste best als student. Ik weet nog dat mijn lerares Nederlands en Geschiedenis op de Muloschool het mondelinge examen in de pauze van mij afnam, zodat ik niet op een zaterdag naar school hoefde. Docenten hadden het vroeger ook moeilijk, maar ze waren trots en hadden liefde voor het werk. Of dat nu nog het geval is, is een groot vraagteken.”

CARICOM hoofdkwartier in Guyana

CARICOM
Tijdens haar studie Geschiedenis maakte Soeknandan een verslag over CARICOM. Suriname was nog geen lid, maar had een waarnemersstatus. Toen er een focal point voor CARICOM-zaken vanuit Justitie en Politie moest worden aangewezen, viel de keus op haar. Voorafgaand aan de toetreding van Suriname als lid op 4 juli 1995 werden verschillende sessies gehouden met de private sector en andere delen van de samenleving . “Niet iedereen was enthousiast over de toetreding, maar het was een goede stap. Een belangrijk voordeel dat ik kan noemen is het visumvrij reizen naar de andere landen. Voorts krijgt Suriname via CARICOM veel middelen in de vorm van geld, apparatuur en trainingen. De importbelastingen voor goederen afkomstig van en geproduceerd in de lidlanden zijn geschrapt. Er is een breder werkterrein en veel consultancy bedrijven en individuele consultants komen goed aan hun trekken. Ook onze jeugdambassadeurs hebben veel invloed gehad op het jeugdbeleid in de regio door de scala aan trainingen en uitwisselingen. Als het goed gaat, hoor je niks. We houden van klagen, maar moeten ook de hand in eigen boezem steken. Er wordt weinig ingespeeld vanuit het Surinaams bedrijfsleven. Toen er in Jamaica een schaarste was aan melk en ik als ambassadeur de Melkcentrale en het melkbedrijf Michi benaderde om daarop in te spelen, grepen ze de kans niet. Bedrijven wensen snelle actie en gemakkelijke toetreding tot markten. Een ambassade is niet om marktonderzoek te doen, dat moet het bedrijf zelf doen. We kunnen praktische tips en adviezen geven, meer niet.”

CARICOM bestaat voor een groot deel uit eilanden. Over het verschil in benadering van verschillende vraagstukken door de landen, zegt Soeknandan dat vaste landen zoals Suriname en Guyana vooral ecotoerisme als attractie aanbieden, terwijl de eilanden staan voor zon en strand. “Maar we hebben als één belang: het aanbieden van een meervoudig product dat bestaat uit eiland en vaste land.” Hoewel Trinidad een grote speler is binnen CARICOM, zegt Soeknandan dat er geen sprake is van blokvorming of dominantie. “Als land kun je heel veel informeel bereiken door zaken structureel aan te pakken, in te spelen op delicate kwesties en goede relaties te onderhouden.”

Delegatie van parlementsleden en hoge ambtenaren uit Jamaica

CARICOM ambassadeur
Soeknandan werd in 2001 benoemd tot ambassadeur in Guyana, Cuba en Jamaica met als standplaats Guyana. Tegelijkertijd werd ze ook de ambassadeur voor Suriname bij CARICOM. “Als ambassadeur heb ik bereikt dat twee instituten van de CARICOM en één van het CARIFORUM in Suriname werden gevestigd, te weten: het vertaal- en informatie-instituut van het Caribisch Gebied (CRITI) – helaas heeft het Instituut zich niet weten te handhaven –, de CARICOM Competition Commission en de Caribbean Agricultural Health and Food Safety Agency (CAHFSA). Er zijn Surinaamse stagiaires en staf­mede­werkers gekomen naar het CARICOM Secretariaat. Met Cuba is het spaarlampenproject in Suriname uitgevoerd voor bezuiniging van elektriciteit. Met Japan een elektrificatie- en koelfaciliteitenproject voor respec­tie­ve­lijk de Energie Bedrijven Suriname en het Ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij. Ik heb ook in de eerste drie jaren van mijn ambassadeurschap Surinaamse Muloleerlingen naar Guyana gehaald voor het opdoen van ervaringen in een andere samenleving, waarbij onder andere de suikerplantages en het CARICOM Secretariaat werden bezocht.”

Accreditatieceremonie, Israëlische vertegenwoordiger bij CARICOM, Zijne Excellentie de heer Mordehai Amihai-Bivas (2016)

Energie Persoonlijkheid
Als CARICOM plaatsvervangend secretaris-generaal – ze bekleedt de functie sinds februari 2014 – werd Soeknandan vorig jaar uitgeroepen tot CARICOM ­Energiepersoonlijkheid. “Ik wil het CARICOM Secretariaat maken tot model voor duurzame energie in de regio. De uitvoering van dit project en een hieraan gerelateerd project wordt gefinancierd door Japan voor ruim 17.2 miljoen Amerikaanse dollars.” Dit project noemt Soeknandan een van haar hoogtepunten als plaatsvervangend secretaris-generaal. Andere belang­rijke dingen die ze in deze functie heeft gerealiseerd zijn: invoering van een CARICOM laissez passer voor de staf van het Secretariaat en certificering van de werkprocessen en procedures volgens standaarden van de Europese Unie (Pillar Assesment). Soeknandan is mede-voorzitter van het UN/EU In the Spotlight Initiatief voor bestrijding van geweld tegen vrouwen in het Caribisch Gebied. Hiermee is een budget van bijkans 500 miljoen Amerikaanse dollars gemoeid. Als plaatsvervangend secretaris-generaal heeft ze voorts twaalf directoraten onder zich en is onder meer verantwoordelijk voor financiën, informatietechnologie, human resources en statistieken, openbare aanbestedingen, contracten en het strategisch management. Momenteel leidt ze een team dat het CARICOM Strategisch Plan 2020-2030 en de daaraan gerelateerde documenten opstelt.

President Venetiaan en Secretaris-Generaal Carrington en andere ambtenaren tijdens de inwijdingsceremonie van het hoofdkantoor van het Caraïbisch Agentschap CAHFSA (Paramaribo, 2010)

Uitdagingen
Als kandidaat voor de functie van secretaris-generaal zag Soeknandan belangrijke uitdagingen, zoals de aanpak van de Covid pandemie en het zoeken naar structurele oplossingen daarvoor. Maar ook de beschikbaarheid van financiële middelen, black listing en money laundering noemt ze als noodzakelijke aandachtspunten. Soeknandan zou zich als de nieuwe secretaris-generaal sterk maken voor adequate bemensing van het Secretariaat, besparingen door­voeren, de dienst­ver­lening aan lidlanden opvoeren, meer financiële middelen realiseren, de zichtbaarheid van CARICOM vergroten en meer transparantie creëren door publicatie van documenten en begrotingen. Ze wilde zich ook extra toeleggen op jeugdprogramma’s voor jongeren die schrijven of onderzoek doen naar Caricom en de regio. “De allergrootste uitdaging op dit moment is Covid-19 en de impact daarvan op sectoren zoals onderwijs, gezondheidszorg en de economie. Onze landen zijn niet voorbereid op rampen.”

TOP