Column Kanta Adhin:

Klimaathype

Klimaatdemonstraties, de laatste tijd zien we er steeds meer van. Scholieren krijgen vrijaf om te demonstreren, want het is vooral hun toekomst die in het geding is. De oudere generaties hebben het aardig verpest voor hen. Het is goed dat dit vraagstuk nu volop in de aandacht is, maar schieten we nu weer eens door? Is ‘klimaat voor’ en ‘klimaat na’ nu slechts een hype of zijn we ons echt ten volle bewust van wat er aan de hand is en vooral wat er nu van ons, oud en jong, verwacht wordt behalve meelopen in trendy demonstraties?

Uiteraard hoor je ook geluiden aan de andere kant van het spectrum. Die verachten het doemdenken. De wereld vergaat echt niet. Allemaal onzin. En die gaan vrolijk door met het vergroten van hun behoeften, want de sky is the limit. Die bereiden zich misschien wel voor op een vakantiereisje naar de maan. Want dat kan binnenkort. Het zijn dan de ‘losers’ die zich nog verheugen op een vakantiereisje naar een ander land.

Dat er wel degelijk iets op aarde aan het veranderen is, valt niet te ontkennen. De opwarming die wordt gemeten heeft zichtbare en voelbare gevolgen. Al in 1972 waarschuwde de Club van Rome, een groep van westerse wetenschappers, ervoor dat een groeiende wereldbevolking en een niet afnemende consumptiedrift, met name in westerse maatschappijen, onvermijdelijk tot grote problemen voor het voortbestaan van de beschaving zullen leiden. Een dergelijke conclusie is weinig verrassend voor mensen die zich wat nederiger opstellen ten opzichte van de aarde. Zo iemand was, bijvoorbeeld, Mahatma Gandhi (1869-1948) die zich liet leiden door de Vedantische filosofie. Hij stelde: “De aarde heeft genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor de hebzucht van ons allen.”

Veel hebben we er niet van geleerd. Zelfs in de rijke landen zijn politici er steeds op uit de welvaart te vergroten en worden de behoeften opgezweept. Het consumptiepatroon wordt bepaald door alles wat maar kan worden geproduceerd. En er wordt geïnvesteerd in technologie om steeds meer mogelijk te maken. Er wordt nooit eens stil gestaan bij de vraag of we misschien genoeg hebben. Is veel meer echt nodig? Zoals je je kunt afvragen bij reclames voor wasmiddelen die propageren dat je was nog witter dan wit kan: is wit niet goed genoeg? En als we dan ergens tot het besef komen dat het anders moet, gaan we helemaal los. We schieten van het ene uiterste in het andere, terwijl duurzaamheid meer gediend is met matigheid.

Ik wil niet zeggen dat we allemaal zo een sobere levensstijl als Gandhi erop na hoeven te houden (‘dat grappige mannetje met een bril en een lendendoek’, zoals sommigen hem zien). Een rem op niet noodzakelijke consumptie is goed om te beginnen. In dat verband vraag ik me af of degenen die zich nu allemaal laten meenemen in de klimaatdemonstraties beseffen dat zij zelf ook stappen kunnen zetten om een duurzamere mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Bijvoorbeeld, door te weigeren zich als afzetmarkt voor de steeds weer nieuwste onnodige technologische snufjes te laten gebruiken. Een mobieltje van een jaar oud is nog goed genoeg! De ouderen hebben het misschien verpest, maar de jongeren kunnen nog leren van ‘dat grappige mannetje’; hij beleed duurzaamheid niet alleen met de mond, maar leefde er ook naar.

TOP