Javanen in Suriname en in Nederland

prof. dr. Chan E.S. Choenni

Op zaterdag 9 augustus 1890  kwam de eerste groep Javaanse contractarbeiders in Suriname aan. Ter gelegenheid van de viering en herdenking 130 jaar Javaanse  immigratie publiceren wij dit artikel over deze bijzondere Surinaamse bevolkingsgroep. Tussen 1890 en 1939 zijn in totaal 32.956 Javanen van uit Indonesië naar Suriname gemigreerd. Bijna een kwart keerde terug tussen 1897-1938, namelijk 7.684 De overgrote deel waren net als Hindostanen contractarbeiders, die waren geworven om op de plantsages te werken. Maar een kleine groep van 990 personen die in1939 arriveerde, was vrije immigrant. Het integratieproces onder de Javanen in Suriname voltrok zich veel later dan onder de Hindostanen. Dat had te maken met hun latere aankomst in Suriname; de laatste groep Javaanse immigranten kwam aan in 1939. Ook speelden velen tot de jaren zestig nog met het idee om terug te gaan naar Indonesië. Nog in 1954 was een actieve en redelijk goed opgeleide groep van ruim 1.000 Javanen vertrokken naar Indonesië. Daarnaast bleven veel Javanen lange tijd op de overgebleven plantages wonen en werken. Bovendien hadden de meesten een voorkeur om in hun eigen gemeenschap samen te leven. De Tweede Wereldoorlog zorgde echter voor de sluiting van nog meer plantages. Een deel van de werkloos geworden Javanen ging meestal werken in de bauxietmijnen. Veel Javanen trokken hierdoor naar de bauxietcentra, zoals Moengo. Een kleine groep vestigde zich in Paramaribo. Als laatste in Suriname georganiseerd aangekomen immigrantengroep hadden de Javaanse Surinamers lange tijd een achterstand.

Aankomst van Javaanse contractarbeiders in Suriname met een stoomschip. Let op de betere kleding vergeleken met Hindostaanse contractarbeiders.

Eigenlijk begon pas sinds de jaren zestig een inhaalbeweging. Zo behaalden in 1959 de eerste twee Javanen hun diploma aan de Algemene Middelbare School (AMS) en pas in 1970 behaalde de eerste Javaan het Surinaamse geneesheer diploma. De trek naar Paramaribo kwam op gang en deze urbanisatie werd later versneld door de verbeterde kansen op onderwijs, hogere salarissen, betere medische voorzieningen en een groter aanbod aan ontspanning. Vanaf de jaren zestig begon het aantal Javanen in andere beroepen geleidelijk toe te nemen. Tegenwoordig zijn Javanen in vrijwel alle sectoren vertegenwoordigd. Er zijn Javaanse academici, onder wie artsen, juristen en ingenieurs. Opmerkelijk blijft wel het relatief gering aantal hooggeschoolde Javaanse vrouwen.

Taalachterstand
Javanen die naar Paramaribo trokken hadden meestal problemen als minderheid; zij werden vaak belachelijk gemaakt. Ook omdat velen een achterstand hadden in de Nederlandse taal en een Javaans accent. Bepaalde Nederlandse woorden of letters konden zij niet goed uitspreken; bijvoorbeeld de v spraken zij uit als p. Dus voor werd uitgesproken als por. Zo stond hun politiek leider Iding Soemita bij velen bekend als por; maar slim als hij was, gebruikte hij zijn stemrecht strategisch bij stemmingen in het parlement. Wanneer hij moest stemmen riep hij por nee tegge, tegge (tegen) en veinsde dat hij het een en ander niet goed begreep. Na de zogeheten revolutie van 1980 werd het plagen en belachelijk maken van bepaalde bevolkingsgroepen en verkeerd uitspreken van hun (achter)namen in de ban gedaan. Alle bevolkingsgroepen werden als nationale groepen beschouwd en gemobiliseerd voor de nationale opbouw. Veel Javanen bleken echter vaak er voor te kiezen om dicht bij elkaar te wonen. Er ontstonden ook enkele Javaanse concentraties in en rond Paramaribo, zoals de wijk Blauwgrond waar Javaanse eethuizen (Warungs) floreren. Javanen wonen tegenwoordig in alle districten van Suriname. Ze vormen echter een meerderheid van de bevolking in ‘het Javaanse district’ Commewijne.  De bekende plaats Tamanredjo in Commewijne waar tegenwoordig een brede en goed geasfalteerde weg doorheen loopt, wordt bijna uitsluitend door Javanen bewoond.

Iding Soemita met zijn zoon Willy Soemita die ook politicus werd.

Integratie Javaanse Stijl
Het is vermeldenswaard dat de Javaanse groep in Suriname op een bijzondere manier geïntegreerd is in de Surinaamse samenleving. Op sociaaleconomisch terrein zijn zij weliswaar doorgedrongen tot bijna alle beroepen, maar zij blinken hoogst zelden uit en zijn soms enigszins onzichtbaar. Zij zijn matig succesvol. Ook op cultureel terrein is matigheid te constateren. Zij hebben grotendeels hun cultuur behouden, maar elementen van hun cultuur zijn niet sterk doorgedrongen tot de mainstream cultuur. Wel is de Javaanse keuken bijzonder populair. Maar de Javaanse groep is sterk op de eigen gemeenschap gericht. In de 21steeeuw is Indonesië actiever richting Suriname en de banden met de Javaanse diaspora worden aangehaald. De Javaanse groep neemt een tussenpositie in tussen de Hindostanen en Creolen (Afro-Surinamers en Gemengden). In 2012 waren zijn volgens gegevens van Algemeen Bureau voor Statistiek (ABS) zijn zij niet meer de derde groep, maar de vierde groep geworden wat betreft bevolkingsaantal. De Marrons waren de tweede bevolkingsgroep geworden in de 21ste eeuw, na de Hindostanen. De derde groep werd gevormd door de Afro-Surinamers. De Javaanse tussenpositie komt sterk naar voren in politiek opzicht. Al in de jaren vijftig namen zij een tussenpositie in -ook wel betiteld  als ‘wippositie’- tussen de Gemengden (de Gekleurde middenklasse) enerzijds en Hindostaanse partij VHP en de Afro-Surinaamse partij NPS anderzijds. In de jaren zestig en zeventig namen zij een tussenpositie in tussen de VHP en de NPS. Daarna  tussen VHP en NPS enerzijds en de dominante  nieuwe partij -de Nationale Democratische Partij- anderzijds. De Javaanse groep is ook in politiek opzicht matig succesvol. Ik noem dit Integratie Javaanse stijl. Hoe dit integratieproces precies is verlopen, zal ik in de periode 2021-2022 onderzoeken.

Soekdew Choenni, de Mahashay van plantage Laarwijk

Rukun
Een belangrijke factor voor de verklaring van de Integratie Javaanse Stijl vormt volgens mij het Javaanse ethos. Ethos wordt gedefinieerd als de ambities en dominante waarden van een etnische groep. Een belangrijk aspect van het Javaanse ethos is de Rukun gedachte oftewel het streven naar onderlinge harmonie en saamhorigheid. Conflicten worden zo veel mogelijk vermeden. Onderhuids kan wel spanning blijven bestaan, maar ze komt niet tot uiting. Daarnaast is bescheidenheid en daarmee samenhangend niet op voorgrond willen treden en enigszins onzichtbaar blijven een belangrijke waarde. Ook respect voor hiërarchie en soberheid zijn belangrijke waarden. Een voorbeeld:
Begin jaren zestig werd de landerij op plantage Laarwijk van mijn paternale grootvader -hij was ook dorpshoofd-regelmatig gewied door een zestal Javaanse mannen. Op de landerij waren Citrus-, koffie-, cacao- en bananenbomen. De Javaanse mannen traden vroeg ‘s morgens aan met vlijmscherpe houwers. Met de handen tegen elkaar gedrukt groetten zij mijn grootvader nederig met een Javaans accent prevelend: Namaste, Mahashay (grote heer). Zij stonden in het gelid om de orders aan te nemen en keken mijn grootvader niet aan, maar naar de grond. Zij hadden hun lunch box bij zich. In de namiddag kwamen zij terug nadat zij ongeveer 2-3 hectare land netjes hadden gewied. Zij ontvingen dankbaar hun loon en vertrokken ‘onopvallend’ huiswaarts; zij waren als het ware onzichtbaar. Fascinerend! Als deze mannen mij tegenkwamen waren zij zeer voorkomend tegen de Chota Mahase (de kleine heer) – zo werd ik genoemd. Als stadsjongetje werd ik altijd verlegen wanneer ik van deze oudere mannen zoveel respect kreeg. Want in Paramaribo werd ik door oudere mannen vaak terechtgewezen of moest bijvoorbeeld continu verslag uitbrengen over mijn schoolvorderingen.

De meeste Javanen zijn moslim. Maar hun Islamitisch geloofsbeleving is sterk verweven met de Javaanse cultuur. De Javaanse cultuur is doordrongen van Hindoeïstische en Boeddhistische trekken. Ook de lokale, vaak animistische gebruiken zijn opgenomen in het geloof van Javanen. Deze vorm van Islam is meegekomen naar Suriname Ze bleven hun geloof zo belijden zoals ze dat op Java hadden gedaan. Tijdens het bidden wendden zij zich bijvoorbeeld naar het westen, omdat Mekka vanuit Indonesië in het westen ligt.

Biddende Javanen tijdens het Idul Adha (offerfeest) op het Onafhankelijksheidsplein.

De mensen op Java en in breder verband Indonesië, hingen vroeger het Hindoeïsme en het Boeddhisme aan; anderen hingen animistische religies aan. De monumenten, zoals de grote Prambanan tempel en Borobudur op Java herinneren hier nog aan alsook het Hindoeïsme dat op het populaire toeristische eiland Bali overheerst. In 15de eeuw werd door Arabische handelaren en Indiase kooplieden die waren geïslamiseerd de Islam geïntroduceerd. De Islam drong door in de hele archipel door de tijd heen, maar bepaalde elementen van de eerdergenoemde godsdiensten hadden al de cultuur gevormd van de Indonesiërs. De laatste jaren introduceren de rijke Arabieren een zeer orthodoxe vorm van Islam, de Wahabi en Salafi variant. Zij bouwen grote moskeeën en proberen vooral de vrouwen te sluieren en terug te dringen uit het openbare leven. Ik heb deze ontwikkeling op het eiland Lombok meegemaakt. Maar ondanks de sluier blijven veel Indonesische vrouwen toegankelijk en vriendelijk tegenover ‘vreemde mannen.’ Ik kocht bijvoorbeeld een kokosnoot bij een gesluierde Indonesische vrouw en zij kapte het met vaardige hand. In het Noorden van Sumatra (Atjeh) is echter de ‘sharia’ (strenge Islamitische wetgeving) ingevoerd en worden mensen in het openbaar gegeseld. Ook zijn er veel fanatieke lieden die geweld prediken en aanhangers van de brute Islamitische Staat (IS). In Suriname schijnt ook een kleine groep Javanen fanatieke en radicale moslims te zijn geworden. Hun vrouwen en soms ook kleine meisjes moeten hoofddoeken dragen. Maar over het algemeen zijn de Javanen in Suriname vanuit hun cultuur zachtmoedige en tolerante mensen gebleven, die voor alle religies en ook ongelovigen respect hebben.

Het Javaanse immigratiemonument op plantage Mariënburg in het “Javaanse district Commewijne.”

Westbidders en Oostbidders
In de Islam moet men zich tijdens het bidden wenden naar de Kaäba, het huis van aartsvader Abraham, -gesymboliseerd door de heilige zwarte kubus. De Kaäba ligt in Mekka in Saoedi Arabië. Mekka ligt vanuit Indonesië gezien in het westen. De Javanen in Surinamers volgden de traditie van hun voorouders en gingen ook bidden richting het westen. Zij bleven zogeheten West bidders. Maar op gegeven moment ging een groep richting het oosten bidden, want vanuit Suriname gezien ligt Mekka in het oosten. Veel West biddersweigerden echter Oost bidders te worden. Er ontstond grote verdeeldheid in de Javaanse gemeenschap hierdoor. De West bidders bouwen hun moskeeën naar het westen gericht en verdedigen zich door te stellen dat de Kaäba ook in het westen ligt – de wereld is immers rond. Bovendien richten zij hun gebeden enkel aan Allah en verwijzen naar de soera al-baqara 177 uit de Koran, waarin staat dat het geloof in God belangrijker is dan de richting waarin men bidt.

Naast de Islam hangt een groep het Christendom aan. Daarnaast bestaat het Kejawen of Javanisme, een traditionele Javaanse religie: een samengaan van animistische, boeddhistische en islamitische geloven en praktijken. De belijders van deze geloofsovertuiging zijn op zoek naar spirituele kennis en streven naar een goede en correcte manier van leven alsook het vinden van een goede relatie met God. Een andere belangrijke traditie die vanuit Java is meegenomen, is de slametan, een feestmaaltijd waarbij de geesten gerespecteerd en gezegend worden. Men meent zo hun gunst te winnen, zodat zij op hun beurt hun zegeningen zullen teruggeven. Slametans worden gehouden bij belangrijke gebeurtenissen binnen het gezin, zoals bij geboorte, besnijdenis en de dood, en bij gemeenschappelijke gebeurtenissen, zoals islamitische feestdagen. Op regelmatige tijdstippen en bij belangrijke gebeurtenissen brandt men wierook en zet een klein beetje eten neer. Dat heet Sadjen en komt uit het boeddhisme en betekent letterlijk “de doden eten geven”.

Het aantal Christenen lijkt de laatste jaren toe te nemen onder de Javanen. Zo was in 1971 2004 bijna één op de zeven (14%) Javanen Christen en in 2012 was ruim één op de vijf al Christen (21%). In 1971 hing bijna één op de tien (9,8%) Javanen het Christendom aan. De Javaanse bevolking heeft in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Hindostaanse groep geen grote bevolkingsgroei gekend. In 1964 bedroeg het aantal Javanen 48.500 en in 1972 hun aantal toegenomen tot 58.900. In 2004 was hun aantal toegenomen tot 71.879 en volgens de volkstelling van 2012 waren er 73.975 Javanen in Suriname. Het aandeel van Javanen varieerde van 15% in 1964 tot 14% in 2012 van de totale Surinaamse bevolking. Een klein deel van de Javanen heeft zich vermengd met leden van andere bevolkingsgroepen.

Emigratie naar Nederland
Een klein deel van de Javanen is geëmigreerd naar Nederland in de periode 1974-1975 en -volgens CBS gegevens van Nederland- heeft een nog groter deel in de periode 1979-1980 gekozen voor Nederland. Omdat de vijfjarige termijn voor het behouden de Nederlandse nationaliteit afliep in 1980 zijn velen alsnog geëmigreerd naar Nederland. De zogeheten staatsgreep op 25 februari 1980 deed sommige Javanen besluiten om naar Nederland te verhuizen. Omdat vaak niet bekend is dat tussen 1979-1980 meer dan 35.000 Surinamers het land hebben verlaten en voornamelijk naar Nederland zijn vertrokken, vermelden wij hier de onderstaande tabel.

Tabel 1: Immigratie, emigratie en Netto migratie Suriname1972-1980

Bron: Bewerkte CBB-data; zie: Jack Menke (red), Mozaïek van het Surinaamse volk, ABS 2016: 100.

In totaal zijn 132.270 Surinamers geëmigreerd uit Suriname tussen 1972-1980; het overgrote deel vestigde zich in Nederland. Er was ook immigratie in Suriname namelijk 26.919 in deze periode; vooral vanuit Nederland keerden Surinamers terug De netto migratie uit Suriname was dus 105.351 personen. Tussen 1970-1980 hebben zich ongeveer 120.0000 Surinamers zich gevestigd in Nederland.

Er zijn al met al duizenden Javanen tussen 1974-1980 Javanen geëmigreerd naar Nederland. De groep van 1974-1975 is deels mede door het Nederlandse spreidingsbeleid door het hele land verspreid. In het noorden van Nederland in Hoogezand-Sappemeer, Delfzijl en Groningen; in Noord Brabant in Tilburg, ‘s-Hertogenbosch en Sint Michielsgestel woonden Javanen. Een groot deel woont echter in grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam. Almere en Utrecht.

Discussie over Javanen in Nederland. Stichting Javaanse immigratie (Stichji)

Javanen in Nederland
Het CBS heeft berekend dat in 2008 er ongeveer 21.700 Javanen (exclusief de derde generatie) waren in Nederland. Zij vormden toen 7% van Surinaamse bevolking in Nederland, terwijl hun aandeel in Suriname ongeveer 14% bedroeg. Wij schatten dat nu (in 2018) hun aantal circa 25.000 bedraagt. Dus samen met de Javanen in Suriname en een kleine groep Javanen op de Antillen en elders zijn er momenteel 100.000 Surinaamse Javanen. Wij kunnen dus stellen dat van de ongeveer 100.000 Javaanse Surinamers een kwart in Nederland woont en bijna driekwart in Suriname. Van de Javaanse Surinamers in Nederland was in 2008 iets meer dan de helft vrouw (53%) en het aandeel van de eerste generatie (in Suriname geborenen) was 60%. De Javaanse Surinamers en hun nakomelingen vormen echter niet een doorsnede van de Javaanse populatie. De beter gesitueerden zijn geëmigreerd en deze groep is dus niet te vergelijken met de Javanen in Suriname in sociaaleconomisch opzicht.

Tabel 2: Voltooid opleidingsniveau Javaanse Surinamers in Nederland in 2008 in % (N= 6.300)

Bron: Oudhof en Harmsen 2011: 51, CBS Bevolkingstrends, derde kwartaal.

Javaanse Surinamers in Nederland hadden ongeveer dezelfde gemiddeld opleidingsniveau als Hindostanen en Creolen; bijna een kwart van de Javanen tussen 25-35-jaar had een hoog opleidingsniveau (HBO + WO = 24,0%). Ter vergelijking: in de leeftijdsgroep van 25-35 jaar hadden 22,9% van de Hindostanen en 23,4 % van de Creolen een hoog opleidingsniveau. Deze jongere leeftijdsgroep Javanen blijkt het goed te doen in het onderwijs. Slechts 0,9 % had basisonderwijs tegenover 6,3% van de Hindostanen en 5,0% van de Creolen en tegenover 15,1% van de Javanen tussen 45-55 jaar. Maar zoals eerder gezegd de Javaanse immigratie naar Nederland betrof doorgaans de beter gesitueerden uit deze gemeenschap. Volgens CBS gegevens is het aandeel werknemers onder de Javaanse Surinamers hoger dan gemiddeld onder de Surinamers. En onder Javanen en Chinezen in Nederland is het aandeel uitkeringen kleiner dan bij de andere Surinaamse groepen. Javaanse Surinamers zijn relatief vaak werknemers en Javaanse mannen werken vaker in de industrie. Chinese en Javaanse Surinamers kennen relatief weinig criminaliteit vergeleken met Creolen en Marrons in Nederland (Oudhof en Harmsen 2011). Tenslotte is het opmerkelijk dat de contacten tussen de Javaanse Surinamers en de zogeheten Indo’s en Indonesiërs niet zo intensief zijn; er is eerder sprake van afstand. Hun taal wordt door de laatsten als minderwaardig beschouwd. En de Javanen zijn in hun ogen sterk ‘gesurinamiseerd’. Tegelijkertijd hebben de Javaanse Surinamers een sterke gemeenschap opgebouwd met een eigen culturele infrastructuur, terwijl de kontakten en relaties met de andere groepen Surinamers in Nederland minder wordt.

Prof. dr. Chan E.S. Choenni is emeritus hoogleraar. Hij schreef ondermeer in 2009 een boekje over de Javaanse leider Bapak Iding Soemita.

TOP