India is het land van de toekomst, ga er heen!
De huidige Indiase ambassadeur in Nederland, Venu Rajamony, deed deze oproep aan de Hindostaanse gemeenschap naar aanleiding van een gesprek dat wij onlangs hadden op de Indiase ambassade. Rajamony is een goedlachse, bebaarde man, die sinds 2017 in Nederland is gestationeerd. Hij werd geboren in de Zuid-Indiase staat Kerala en is al meer dan 33 jaar diplomaat. Hij is opgeleid als journalist en is ook expert op het terrein van internationale betrekkingen.
Rajamony is vóór zijn aanstelling in Nederland perschef geweest van de voormalige Indiase President Pranab Mukherjee. Ook is hij consul-generaal geweest in Dubai en heeft gediend in Beijing (China), Hong Kong, Genève (Zwitserland), en Washington DC (Verenigde Staten). Kortom: Rajamony is niet alleen diplomaat, maar beschikt over een brede expertise. Hij heeft enkele boeken geschreven, waarvan één over de driehoek India, China en Verenigde Staten met als titel India-China-Us Triangle: a ‘soft’ Balance of Power System in the Making. Een ander boek van hem gaat over India en Arabische Emiraten en is getiteld: India & UAE: in celebration of a Legendary Friendship.
Ambassadeur Rajamony is een drukbezet man. Hij heeft naast zijn diplomatieke werkzaamheden de afgelopen twee jaar tijd vrijgemaakt om een nieuw boek te schrijven over de relaties tussen India en Nederland dat onlangs is verschenen. Het boek is getiteld India and The Netherlands: Past, Present & Future. Het is een zogeheten coffee table book, rijk geïllustreerd in groot vierkant formaat (circa 30 cm X 30 cm) met een hard cover. Dergelijke boeken liggen doorgaans bij overheden en bedrijven als inkijkexemplaren op tafels en bureaus te pronken. Maar men kan ze natuurlijk ook lezen. Zulke boeken worden vaak cadeau gegeven. Dit boek is in een luxe uitvoering uitgegeven en de titel en naam van de auteur staan in vergulde letters op de cover. De achtergrond is een prachtig geschilderd vergezicht van de oude kuststad Cochin (nu bekend als Kochi) gelegen in zuidwest India. Dit prachtige boek van 250 pagina’s met vrijwel op elke pagina een illustratie of afdruk van een schilderij kost slechts 35 euro. Het boek is namelijk gesponsord door Tata Consultancy Services. Tata is één van de grootste en oudste bedrijven van India met een omzet van miljarden US dollars. Tata heeft onder andere de Nederlandse Hoogovens overgenomen. Het is dan ook toepasselijk dat Tata dit boek heeft gesponsord. Doorgaans hebben Indiase bedrijven met een omzet van miljarden US dollars, de Indiase miljardairs, niet de reputatie dat zij een deel van hun winsten omzetten in sociale activiteiten en royale sponsoring. Tata is hier echter een positieve uitzondering op. Chapeau dus voor sponsoring van dit mooie boek door het Indiase bedrijf Tata!
Ambassadeur Rajamony, waarom heeft u dit boek geschreven?
“Ik ben gefascineerd door Nederland en de Nederlanders. Toen ik in 2017 aantrad in Nederland, merkte ik dat er vrij weinig bekend was over de eeuwenoude banden tussen Nederland en India. Al in de 16de eeuw waren er relaties tussen beide landen. Vooral in de 17de eeuw waren de relaties intensief, namelijk tijdens de zogeheten Gouden Eeuw. Ik noem deze relatie de vergeten geschiedenis (the forgotten history): zowel van de kant van Nederland als van de kant van India. Ik probeer met dit boek de kennis over deze relaties te actualiseren en ook academici te stimuleren om verder hier onderzoek naar te doen. De zeevarende Nederlanders waren vrij vroeg in India. Er zijn oude kaarten en ook boeken samengesteld door Nederlanders en die hebben in Europa India voor het voetlicht gebracht. Zo heeft Jan Huygen van Linschoten die tussen 1583 en 1588 secretaris was van Portugese onderkoning in Goa (West India), zeekaarten en geheime informatie die de Portugezen verborgen hielden – zeg maar – verdonkeremaand. Hij heeft deze kennis verspreid en ook vernieuwd. Hij publiceerde in 1596 zijn boek Itenariowaarin naast informatie over India, informatie was opgenomen over de beste vaarroute naar India en Indonesië. Zijn boek werd toentertijd als het ware de maritieme Bijbel. Zo heeft Van Linschoten bijgedragen aan de maritieme contacten tussen verschillende Europese mogendheden en India. Eigenlijk heeft zijn boek ook bijgedragen aan de opkomst van de Gouden Eeuw in Nederland.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) die in 1602 werd opgericht was aanvankelijk meer in India geïnteresseerd; later is Indonesië heel belangrijk geworden. In India zijn Groot-Brittannië en ook Frankrijk en Portugal belangrijke kolonisatoren geworden. Maar de Nederlanders bleven grotendeels handelaren in India. In de Indiase kustgebieden en steden als Gujarat (Surat) en Malabar (Cochin) aan de westkust, de Coromandal (Madras) en Bengalen aan de oostkust hadden Nederlanders handelsposten. Er werd veel rijkdom vergaard en overgebracht naar Nederland. Wij moeten niet vergeten dat toentertijd in de zogeheten Mughal periode India een heel rijk land was. Naast textiel (vooral katoen) was salpeter uit Bengalen, dat gebruikt werd voor het vervaardigen van buskruit, belangrijk. Buskruit diende onder meer om de kanonkogels af te schieten vanaf de zeeschepen. De Nederlandse zeemacht is dus in grote mate afhankelijk geweest van India.
Ja, Nederlanders waren vooral geïnteresseerd in handel en niet zozeer in kolonisatie van India. Maar ze hebben ook wel een rol gespeeld in de lokale politiek in India en rivaliteit tussen de verschillende maharadja’s aangegrepen om ze tegenover elkaar uit te spelen. Soms lukte het Nederlanders zelfs om belasting te laten heffen door deze heersers en daar zelf van te profiteren. Dus Nederland heeft veel geld verdiend in India. Men denkt ten onrechte dat Nederland toentertijd alleen in Indonesië en Suriname geld heeft verdiend.”
Rembrandt en India
“Veel mensen weten ook niet dat de grote schilder Rembrandt beïnvloed is geweest door kunst uit India. Rembrandt bezat een grote collectie van de zogeheten miniatuurschilderijen uit de Mughal periode. Rembrandt heeft zelf ook drie portretten geschilderd van zijn tijdgenoot Keizer Shah Jahan, de bouwer van de Taj Mahal. Hij heeft hem geschilderd in de karakteristieke pose ‘en profile’ (dus het zijaanzicht van gezicht) en in verfijnde stijl. Ik heb drie schilderijen van Rembrandt opgenomen in mijn boek (op het achteromslag van het boek staan deze ook afgebeeld –C.C.). Er zijn verschillende voorbeelden van wederzijdse beïnvloeding en bewondering tussen beide civilisaties. Een ander voorbeeld is de schrijver van reisverhalen, Jacob Haafner (1754-1809). Hij raakte verliefd op India en leerde Hindi, Tamil en Sanskriet. Haafner’s artikelen en boeken werden veel gelezen. Haafner raakte verliefd op Mamia, een devdasi –een zogeheten tempeldanseres. Haafner heeft daarna een groot deel van zijn leven in India doorgebracht met Mamia. Deze Mamia had Haafner van een verdrinkingsdood gered. Haafner was kritisch over de uitbuiting van India door de Europeanen, maar hij verfoeide ook de ongelijkheid en het verderfelijke kastensysteem in India. Hij predikte in die tijd al gelijkheid tussen mensen.”
Historische foto’s en leuke wetenswaardigheden
Het boek van ambassadeur Rajamony behandelt ook de meer recente geschiedenis van de betrekkingen tussen India en Nederland. De bezoeken van belangrijke Indiase figuren aan Nederland passeren de revue. Er zijn mooie en veelzeggende foto’s opgenomen in het boek. Bijvoorbeeld van de populaire schrijver/dichter en filosoof Rabindranath Tagore die zeer populair was in Nederland, van de humanist Swami Vivekanand die vele volgelingen had in Nederland, de geestelijk leider Jiddu Krishnamurti die in Ommen (provincie Overijssel) een groot centrum had en de Soefileider Hasrat Inayat Khan. In de tweede helft van de 20ste eeuw hebben Maharishi Mahesh Yogi en anderen grote spirituele invloed gehad op Nederland en de Nederlanders. Ook zijn er mooie historische foto’s van voormalig Premier Jawaharlal Nehru en andere Indiase politici opgenomen, alsook foto’s van de bezoeken van leden van het Koninklijk Huis in India. Wat opvalt, is de vriendelijkheid en hoffelijke houding jegens elkaar. Indiërs en India bezitten een zogenoemde ‘soft power’: met deugden, overleg redelijkheid en afwijzing van geweld kun je meer bereiken. Dat imago hebben zij en dat stralen zij ook uit.
Er staan ook leuke wetenwaardigheden in dit boek. Er is een brief opgenomen van een Nederlands meisje aan de toenmalige Premier Nehru. Zij wilde graag een olifant in het echt zien en Nehru stuurde een olifant, Murugan geheten, naar Nederland. Er is een prachtige foto van Nederlandse kinderen uit de Spaardammerbuurt in Amsterdam die olifant Murugan aanschouwen. Kortom: een boek om in huis te hebben als pronkstuk en om te lezen. Vermeldenswaard is dat in het boek ook een sectie is over de Indiase migratie naar Suriname met bijbehorende foto’s, waaronder een foto van het recente Mai en Bap standbeeld in Kolkata (Calcutta).
In het gesprek met de ambassadeur stelde ik ook andere onderwerpen aan de orde.
India was populair, op universiteiten was er veel animo voor Indiastudies. Klopt het dat dit de laatste tijd minder is?
“Ja, dat klopt. De universiteit van Leiden had belangrijke geleerden, zoals prof. Hendrik Kern die Sanskriet doceerde. Maar er zijn grote bezuinigingen geweest; ook op de studie Indologie. Tijdens het Azië Jaar van de Leidse universiteit in 2017 was de belangrijkste focus op China, Indonesië en Japan. Maar Asia is ook India. Ik heb aandacht gevraagd voor India en hoop dat mijn boek een bijdrage kan leveren aan meer aandacht voor India.”
Hoe kunnen Nederland en India samenwerken en meer van elkaar leren?
“Nederland is goed in watermanagement, landbouw en afvalverwerking. Nederland is wereldleider op deze terreinen. De effecten van klimaatverandering zijn niet alleen voelbaar in de staat Kerala met veel waterwegen, maar ook in Mumbai. En er is bijvoorbeeld watertekort in Chennai ( Madras). Er zijn waterexperts uit Nederland naar India gestuurd en er zijn veel plannen gemaakt. Voor Kerala is een plan gemaakt met de naam Give Space to Water (ruimte voor het water). Ook op het gebied van landbouw is samenwerking. Met het recente bezoek van de Nederlandse Koning en Koningin zijn goede zaken gedaan. Nederlandse bedrijven kunnen het zich niet veroorloven om India te negeren. Wij zijn de snelst groeiende grote economie ter wereld met een jonge bevolking. Maar er vestigen zich ook steeds meer Indiërs in Nederland, vooral ICT-experts. Daarnaast zijn er veel Indiase studenten in Nederland. Na de Polen waren Indiërs het afgelopen jaar de grootse groep immigranten. Hun aantal zal alleen maar toenemen. Maar de groep Indiërs woont nog verspreid en de aantallen per stad zijn nog niet zo groot. In Amstelveen, Den Haag en Eindhoven woont een grote groep.” (Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek waren in 2019 in Nederland 38.194 Indiërs van de eerste generatie. Maar er zijn ook Indiërs behorende tot de tweede generatie. Naar schatting zijn er nu ongeveer 50.000 Indiërs in Nederland –C.C.).
Hoe kunnen de relaties tussen Hindostanen en Indiërs worden verbeterd?
“Ja, dit is een aandachtspunt. Er zijn natuurlijk verschillen, maar beide gemeenschappen zouden veel vaker elkaars activiteiten moeten bezoeken. Ik heb vaker Hindostanen uitgenodigd om bij activiteiten van de Indiase ambassade aanwezig te zijn. Ik heb hen ook uitgenodigd in Wassenaar op onze residentie. Met Independence Day (in augustus) en Republic Day (in januari) is iedereen welkom in Wassenaar. Helaas komt maar een kleine groep Hindostanen opdagen. Hindorama zou een rol hierbij kunnen spelen. Bijvoorbeeld door een pagina in het Engels op jullie website te plaatsen en nieuws over de Indiase gemeenschap in Nederland op te nemen.”
Hoe kan meer aandacht komen voor India en de Hindostaanse cultuur in de Nederlandse media? Wij zijn niet zo zichtbaar in de mainstream.
“De Hindostaanse gemeenschap is een wonderful community: zij spreken goed Nederlands, velen zijn hooggeschoold, zoals artsen en ambtenaren. Maar er zijn weinig politici onder Hindostanen. Hindostanen moeten politiek actiever worden. Je hoeft geen problemen te maken om aandacht te krijgen in de media, want Hindostanen zijn geen probleemgroep. Maar de Nederlandse pers is van nature op problemen gefocust en daarom niet geïnteresseerd. Om media-aandacht te krijgen zou je bijvoorbeeld grote Divali festivals kunnen organiseren of jaarlijks een Indiase food festival en daar ook Hindostaanse gerechten promoten.”
In uw boek verwijst u naar Indiase slaven die naar Indonesië zijn gebracht.
“Klopt, dat was in de 17de eeuw, maar de aantallen waren klein. Vooral uit Bengalen en Cochin (nu Kochi) zijn ze naar Zuid-Afrika en Indonesië gebracht. Indiase slaven hebben meegebouwd aan de stad Batavia (nu Jakarta). Maar er is meer onderzoek nodig. Bijvoorbeeld: in hoeverre zij nakomelingen hebben voortgebracht. Belangrijk is wel dat Nederlanders nu schuld bekennen en ook vinden dat slavernij onmenselijk was. Het is goed dat burgemeester Halsema van Amsterdam excuses heeft aangeboden voor de slavernij die Nederland in stand heeft gehouden en Nederlandse steden rijk heeft gemaakt.”
In Nederland maakt men zich zorgen over de mensenrechtensituatie in India onder Premier Modi
India is een grote democratie. Wij hebben een vrije pers; alles kan worden bekritiseerd. Onze grondwet is één van de beste ter wereld. Het biedt bescherming aan minderheden. Mensen kunnen naar de rechter stappen. Vooral in Nederland is de pers van nature kritisch. India onder Premier Modi respecteert de mensenrechten. Het bezoek van Koningin Beatrix in 2007 was minder positief in dit verband. Maar het laatste bezoek van Willem Alexander en Maxima was zeer positief. Zij waren zeer tevreden en hebben gezien hoe India zich ontwikkelt. Ook de Nederlandse media waren positief.”
Veel Hindostanen willen graag een OCI kaart, maar klagen over de ingewikkelde procedure.
“De OCI (Overseas Citizens of India) kaart is een mooi geschenk aan Hindostanen van Surinaamse afkomst. Jullie zijn geprivilegieerd. Aan de Surinami Hindostanis is de OCI kaart speciaal beschikbaar gesteld tot de zesde generatie. Bij andere groepen gaan wij tot de vierde generatie. Wat betreft de verwerving van de OCI kaart ligt het probleem niet zozeer bij India, maar in Suriname. Het traceren van hun afkomst met India is lastig voor veel Hindostanen. In Suriname moeten zij een uittreksel halen, waaruit blijkt dat één van hun voorouders uit India afkomstig is. Dat gaat moeizaam, zo heb ik begrepen. In Suriname wordt soms veel geld gevraagd en het is ingewikkeld voor veel mensen om de link met India aan te tonen door de onvolledigheid in de registers. Wij hebben gepleit voor een online database waarin de gegevens zijn opgeslagen, maar het is niet gelukt. Het verwerven van de OCI kaart duurt wel lang, maar er moet gewoon een procedure worden doorlopen. Het klopt dat alles online heel precies moet worden ingevuld. Het gaat ook om veiligheid en voorkomen van terrorisme. Maar als je eenmaal een OCI kaart hebt, dan heb je veel voordelen. Er is geen visum meer nodig, het is lifetime en je kunt studeren, zaken doen en ook huizen kopen. De € 234 die je betaalt, heb je na twee bezoeken aan India al er uit. Ook de niet-Hindostaanse partner van een Indiër of Hindostaan kan zelfs een OCI kaart verkrijgen. Ik hoop dat veel Hindostanen een OCI kaart nemen, want India is het land van de toekomst. En ga er vooral heen!”
Foto: Ambassadeur Rajamony overhandigt een exemplaar van zijn boek aan Radjin Thakoerdin, producent van Hindorama (midden: prof. dr. Chan Choenni).
Foto’s: Ranjan Akloe
Het boek India and The Netherlands: Past, Present & Future kan worden besteld via shop.bombayink.nl