Defensie wordt professionele organisatie
Toen minister Krishna Mathoera van Defensie in 2015 als kandidaat parlementariër voor de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) werd geplaatst in het district Wanica, was niet iedereen enthousiast. Volgens interne opposanten zou ze uit het niets in de partij zijn opgedoken. Maar Mathoera heeft bewezen haar ‘mannetje’ te kunnen staan. Op kundige wijze voerde ze vijf jaren oppositie tegen het kabinet Bouterse-Adhin. Ze werd vorig jaar wederom gekozen, maar besloot de scepter te zwaaien op het ministerie van Defensie. “Defensie lijkt onbelangrijk, maar vergis je niet, het is essentieel voor stabiliteit in de samenleving. Mijn grootste uitdaging is om het ministerie te maken tot een professionele organisatie met grote toegevoegde waarde voor Suriname.”

Minister Mathoera in gesprek met Amerikaanse admiraal Craig Faller
Jeugd
Mathoera (23 mei 1963) heeft jarenlang gediend in het Korps Politie Suriname (KPS) en hoopte haar loopbaan af te sluiten als korpschef. Als jong meisje uit het platteland van Wanica droomde ze ervan om rechter te worden. Toen ze op haar zeventiende klaar was met het MULO en HAVO, ging ze werken bij de Belastingdienst. Al gauw wist ze, dat ze daar niet lang zou blijven. Ze las een advertentie van de politie en besloot te solliciteren. “Eigenlijk is het frappant hoe dingen die onbewust waren geuit, zijn uitgekomen. Ik was als jong meisje fors gebouwd en wanneer anderen me plaagden, zei mijn moeder altijd dat ik politieagent zou worden gelet op mijn postuur”, vertelt ze lachend. Hoewel er in die tijd maar zeer weinig vrouwen in het Korps zaten, kreeg Mathoera alle ondersteuning van het thuisfront. “Mijn vader had, hoewel hij heel graag wilde studeren, dit niet kunnen doen. Hij stond er daarom op dat al zijn negen kinderen zich moesten scholen en iets worden in de maatschappij. Ik ben op boitie (platteland) opgegroeid wat erg zwaar, maar tegelijkertijd heel leuk was. We moesten allemaal heel hard werken en helpen met planten en de dieren verzorgen. Ook moesten we kilometers afleggen naar school. Maar we speelden ook veel: knikkeren, pakkertje, vliegeren en djoel. We waren een heel hecht gezin. Als we op het land gingen werken, gaf mijn vader ons vaak raadsels mee om op te lossen. En terwijl je zo in je hoofd maalde ermee, werd het werk vlot gedaan. Ik heb ook vaak bhajans gezongen in de tempel en zeker ook cautal.”

Bezoek Kazerne te Brokopondo
Politie
Mathoera volgde een volledige elementaire militaire opleiding en de opleiding tot hogere ambtenaren van politie. “Ik was de enige Hindostaanse vrouw in de groep van 26 cursisten.” Later behaalde Mathoera ook haar Masters in bestuurskunde aan het Lim A Po Institute for Social Studies. Binnen het Korps Politie Suriname werkte Mathoera zich al snel op. “Ik kwam na de opleiding op het kabinet van de korpschef en het was een uitdaging om mezelf te handhaven. Er was heel veel te doen en je moest echt zelf op onderzoek uit willen gaan. Ik heb een enorme wilskracht en ben een vechter. Overal waar ik binnen het korps heb gediend, heb ik verandering gebracht. Je moet jezelf competent maken, betrokken zijn, die passie ontwikkelen en dan kun je excelleren.” Mathoera heeft onder andere gefunctioneerd als hoofd Human Resource Manager van het KPS, hoofd Algemene Dienst en Justitiële Dienst, stadspolitie commandant en directeur beleids- en beheersondersteuning. Ze heeft geen moment spijt gehad, dat ze haar baan bij de Belastingen inruilde voor de politie. “Belastingen was saai. De politie is veel leerrijker: je leert de samenleving en maatschappelijke vraagstukken kennen.”
Intrede in de politiek
In februari 2015 legde Mathoera haar functie bij de politie neer voor de politiek. “Mijn pad is gegaan zoals mijn leven is gegaan”, merkt ze peinzend op. “Ik werd door enkele prominente VHP’ers gevraagd om in de politiek te komen, maar twijfelde. Toen ik een presentatie bij de Rotary zag van professor Anthony Caram over de financiële situatie van het land, werd ik bang voor een nieuw Structureel Aanpassingsprogramma. Ik had die periode al meegemaakt in de jaren negentig en wist hoe moeilijk dat was. Samen met mijn man (nu wijlen Luitenant Kolonel Robby Hussainali) hebben we destijds met veel vlieg en kunstwerk het hoofd boven water kunnen houden. We deden van alles: kippen kweken, groente planten en exporteren en zelfs catering, om uit te komen. Het feit dat de Nationale Democratische Partij (NDP) een voorsprong had in de peiling, gaf de doorslag. In januari 2015 deelde ik mijn besluit mee aan de VHP.” Hoewel niet iedereen binnen de VHP blij was met haar komst, liet Mathoera zich niet weerhouden. “Ik wist niets van campagne voeren en werd bijgestaan door mijn zoon, neefje en enkele vrienden. Mijn zoon nam twee maanden onbetaald verlof op van zijn werk en stond me dag en nacht bij. Ik heb geleerd dat zelf naar mensen toegaan erg belangrijk is. Het ressort Domburg had ik in 2015 het minst bezocht en daar kreeg ik ook de minste stemmen.” Terwijl Mathoera campagne voerde, verloor ze haar moeder in maart. “Het was zwaar en soms moest ik zelfs weg voor bijeenkomsten, terwijl mensen thuis samenkwamen.” Op 25 mei 2015 kwam Mathoera met 2815 stemmen in de Nationale Assemblee. “Ik verwachtte wel dat ik binnen zou komen, maar ik merkte ook dat mensen me niet echt kenden. Het feit dat ik altijd erg sociaal ben geweest, heeft veel geholpen. Ik was actief binnen de Surinaamse Moslim Associatie en ook in mijn werk hielp ik mensen graag.”

Bezoek president Santokhi aan het Nationaal Leger
Ministerschap
In het parlement moest Mathoera zelf haar weg zoeken. Ze profileerde zich goed en de aanvallen bleven niet uit. “Ik heb het werk erg serieus genomen en las elke wet goed door, zocht naar argumenten en keek wat nodig was voor Suriname. De eerste keer dat ik het woord mocht voeren, werd ik zes keer onderbroken door voorzitter Jennifer Geerlings-Simons. Een keertje heeft collega Ronald Hooghart mij ook uitgescholden buiten de microfoon. Dat was voor mij heel ongewoon. Het was best wel een heel moeilijke periode.” Ruim anderhalf jaar nadat ze parlementariër was geworden, verloor Mathoera ook haar vader. In 2018 verhuisde ze naar Paramaribo en stelde zich in 2020 wederom kandidaat. “Het was voor mij geen optie om te stoppen. NDP moest weg. Het was alles of niets. We moesten regeermacht verwerven.” Haar campagne en performance in het parlement wierpen vruchten af en ze behaalde 20.379 stemmen, terwijl kandidaat Desi Bouterse van de NDP bleef steken op 15.549. Deze keer ruilde Mathoera haar zetel in voor het ministerschap. “Het was een moeilijk besluit, want als parlementslid kun je je stem over alles laten horen, maar in het bestuur kun je niets veranderen. Als minister kreeg ik de gelegenheid om dat wel te doen en mijn leidinggevende kwaliteiten te tonen. Het liefst zou ik het ministerie van Justitie en Politie of Binnenlandse Zaken willen gelet op de hervorming van het overheidsapparaat. Maar Defensie is niet minder belangrijk. Het is een uitdaging om deze organisatie professioneel te maken met toegevoegde waarde voor de ontwikkeling en veiligheid van Suriname.”

Onderhoud met Indiase ambassadeur Mahender Singh Kanyal
Prioriteiten
Meteen na haar aantreden heeft Mathoera alle hoofden van alle afdelingen van Defensie presentaties laten houden over wat ze doen, waar ze tegenaan lopen en welke oplossingen ze hebben. Ook heeft ze met ruim zeventig officieren gesproken. “Ik heb een redelijk goed beeld van wat er speelt en met mijn eigen visie, ervaring en door veel in te lezen, wil ik Defensie tillen naar een professionele organisatie met leiders die een bron zijn van inspiratie, medewerkers die gemotiveerd en gedisciplineerd zijn en militairen die een boegbeeld zijn van vaderlandsliefde en dienstbaarheid.” Het leger is een belangrijk onderdeel van Defensie en heeft twee belangrijke taken: bescherming van het grondgebied van Suriname en ondersteunen van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en bieden van humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal. “We leven nu in vredestijd en ondersteunen met materieel en manschappen bij sociale programma’s van de overheid, bewaken overheidspanden, beveiligen hoge functionarissen en stellen ons materieel zoals watertanks ter beschikking van de Brandweer. Als prioriteiten voor de komende tijd hebben we geïdentificeerd: COVID-19, grenscontrole, binnenland (illegalen/smokkel), ondersteunen productiebedrijven, maritieme zone en territoriale wateren, bewaken strategisch infrastructuur, immigratie, rampen en calamiteiten en beveiligen van de digitale ruimte (cyber).”

Bezoek minister Krishna Mathoera aan Luchtmacht
De bewindsvrouw benadrukt dat het leger op dit moment, gelet op de taken en bevoegdheden, niet zelfstandig kan optreden bij milieucriminaliteit in het binnenland of andere illegale zaken. “In oorlogstijd heeft het leger verregaande bevoegdheden, maar nu is het leger daartoe niet aangewezen. Ze kunnen alleen de politie ondersteunen, wat tot nu toe prima verloopt. Over verruiming van de taken en bevoegdheden, moet een brede discussie komen. Zaken moeten goed worden geregeld, zodat er geen conflict ontstaat met de politie. Zoals het nu is, kunnen illegalen bij de grenscontrole niet worden gestopt door personen van het leger alleen. Dit kan alleen samen met de politie.”
Volgens Mathoera hebben de politie en het leger een goede verstandhouding. De aanpak van de situatie van illegale Cubanen vorig jaar in Nickerie, noemt ze een voorbeeld van de goede samenwerking. Het leger van Suriname bestaat op dit moment uit ruim 4500 personen, waarvan 5% vrouwen. De minister zal zich de komende tijd sterk maken om vrouwen vooral te laten doorstromen naar hogere rangen. Ook de personeelszorg heeft haar bijzondere aandacht. Het land werd recentelijk opgeschrikt door een incident waarbij een militair zichzelf en zijn achtjarig dochtertje doodde. “Er zijn nieuwe instructies gegeven om alle signalen die duiden op behoefte aan hulp te melden. Ook is er een psycholoog in dienst genomen. We willen ook geestelijken aantrekken voor de begeleiding en hulp. De hele personeelszorg wordt geëvalueerd en binnen twee maanden moeten er nieuwe voorstellen worden gepresenteerd. Ook de begeleiding en ondersteuning van militairen die hebben gediend tijdens binnenlandse oorlog heeft mijn aandacht.”

Krishna Mathoera met President Santokhi
Startpunt van verval
Intussen heeft de regering besloten om 25 februari ‘Dag van Bevrijding en Vernieuwing’ oftewel de ‘Dag van de Revolutie’ op te heffen als nationale vrije dag in Suriname. Mathoera vindt dat een goed besluit. “We moeten productiever worden. Eigenlijk moeten alle vrije dagen onder een vergrootglas worden geplaatst. 25 februari verdient het niet om een vrije dag te zijn. Het heeft geen toegevoegde waarde. Integendeel! Het is juist een startpunt geweest van verval van waarden en normen, achteruitgang in de kwaliteit van het bestuur en brain drain.”
Art of Living
Ondanks haar drukke leven, maakt Mathoera dagelijks tijd vrij voor spiritualiteit. In de jaren negentig kwam ze in contact met de Art of Living Organisatie, toen grondlegger Sri Sri Ravi Shankar op bezoek was in Suriname. Tot twee maanden geleden was ze nog voorzitter van de Art of Living Foundation Suriname. “De yogasessies en ademhalingsoefeningen doen mij bijzonder goed. Ik sta dagelijks rond vijf uur in de ochtend op en mijn routine bestaat uit gebed, lopen en ademhalingsoefeningen. Het geeft me bijzonder veel energie, haalt alle gifstoffen uit mijn lichaam, laat me focussen op mijn doel en ik ben niet snel afgeleid.” In haar vrije tijd leest en kookt Mathoera graag. De Surinaamse keuken is haar favoriet, maar ze schuwt nieuwe experimenten niet. “Ik hou ervan om voor mensen te koken. Ik vind het leuk als er mensen bij me komen, dat ik ze iets kan aanbieden om te eten.” Mathoera leest ook heel graag. “Ik lees van alles. Op dit moment staat het boek ‘Zo krijg je alles van iedereen gedaan’ van David J. Lieberman naast mijn bed en natuurlijk ook een Sudoku, waar ik erg van houd.”
Foto’s: Ministerie van Defensie (Suriname) en Sabitrie Gangapersad