
Kanta Adhin
Onlangs was ik na lange tijd in Suriname voor een kort verblijf. Het was hartverwarmend om na lange tijd weer familie en vrienden te zien. Uiteraard kwamen er herinneringen op, leuke en minder leuke. Er waren ook nieuwe ervaringen, leuke en minder leuke. En dan waren er natuurlijk de vele verhalen over het reilen en zeilen in Suriname.
Pas ben ik thuis nog erg bezig geweest met het laten snoeien van de haag voor ons huis. Deze was erg groot geworden en begon naar mijn mening te veel over het trottoir te komen. Daarom viel het mij op, dat het in Suriname heel normaal is dat iedereen op de berm voor zijn huis bomen of struikjes kan planten. Als je vruchtenbomen hebt geplant, kun je niet vreemd opkijken dat de rijpe vruchten zijn geplukt door voorbijgangers voordat je er zelf de kans toe hebt gehad. Maar dat is all in the game. Waar ik logeerde, was er een niemboom geplant. In de hitte – want heet was het de afgelopen periode – zag ik voetgangers en bromfietsers even in de schaduw rusten alvorens hun weg te vervolgen. Ook auto’s stopten er soms, wellicht omdat de bestuurder even wilde bellen of appen en dat op een beschut plekje wilde doen.
Sowieso moeten bewoners de stukken overheidsgrond voor hun huis zelf onderhouden, want er komt echt niemand om dit te doen ondanks het feit dat er bij de plantsoenendienst legio mensen werken. Bij een zware regenbui zijn grote delen van Paramaribo en daarbuiten onder water omdat het de overheid niet boeit kreken, sloten, goten en trenzen regelmatig te laten ophalen. Als je iemand bij de overheid kent, kan die misschien regelen dat dit in jouw buurt wel gebeurt.

Niemboom in Paramaribo – foto Hindorama
Het enorme ambtenarenapparaat biedt altijd gespreksstof. Bijna 60 procent van de Surinaamse beroepsbevolking is in overheidsdienst. Een groot deel functioneert niet of nauwelijks. De tijd die mensen kwijt zijn aan balies bij overheidskantoren! Er zijn vaak genoeg ambtenaren aanwezig, maar allen met iets anders bezig dan hun werk: een privételefoongesprek, de krant lezen of een broodje eten. Het lijkt er soms op dat de competentie klantvriendelijkheid nog moet worden uitgevonden. Daarentegen is de competentie assertiviteit – voor zichzelf opkomen – bij klantonvriendelijken en de ondermaats presteerenden niet zelden goed ontwikkeld (“Zie je niet dat ik eet; je moet wachten!”). Als er overuren kunnen worden geclaimd, staan ze in de voorste rij; bij acties om salarisverhoging roepen zij het hardst.
Uiteraard wil ik degenen die hun werk serieus nemen niet te kort doen. Want zulke mensen zijn er zeker ook. Ik zag tijdens een evenement personen van een aantal overheidsdiensten die voorlichting gaven onder meer over onderwijs, bosbeheer en de aankomende verkiezingen (in mei 2025). Zij waren erg vriendelijk en geduldig en wisten waar ze het over hadden. Het is dan ook jammer dat goedwillenden die hun werk serieus doen en resultaten willen neerzetten, moeten verkeren tussen personen die door deze of gene politicus zijn geregeld en van wie verder niet wordt verwacht dat ze het werk doen waar ze zogenaamd voor zijn aangenomen. Sterker, deze laatsten zitten de goedwillenden in de weg. Ze creëren een enorme blubber of organiseren chaos waar serieuze mensen zich dagelijks doorheen moeten ploeteren. Sommigen gaan stug door; anderen taaien af naar het bedrijfsleven of naar het buitenland. Een deel valt echter ten prooi aan de blubber en chaos en gaat uit zelfbehoud daaraan meedoen.
Suriname is een land met veel potentie vergeleken met menig ander land. Het is gezegend met vruchtbare grond, met waardevolle grondstoffen, met een tropisch regenwoud en is vrij van natuurrampen. Met een bevolking van iets meer dan een half miljoen mensen zou in theorie iedereen een goed bestaan kunnen hebben. Echter, door de jaren heen is door opeenvolgende regeringen een bestuurscultuur gecreëerd waardoor een groot deel van de bevolking denkt dat je alleen maar via de politiek of het ambtenarenapparaat een graantje (soms kilo’s granen!) welvaart kan meepikken. De olievondsten stemmen in dat opzicht dan ook niet tot optimisme. In welke zakken zullen de opbrengsten verdwijnen, is de vraag die menigeen bezighoudt. De bestuurders van het land zouden echt even de tijd moeten nemen om in de schaduw van een niemboom te verpozen om vervolgens een goede weg in te slaan. De niemboom wordt ook wel wonderboom genoemd vanwege de vele medicinale toepassingen. Surinamers zeggen vaker: “Bij God en in Suriname is alles mogelijk.” Laten we hopen dat in Suriname de wonderen de wereld nog niet uit zijn.