Column Kanta Adhin

Ik Suriname

Kanta Adhin

Ik las recent over de foto expositie in Amsterdam Ik Azië die tot 30 juni loopt in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. De exposi­tie is een initiatief van vier fotografen met een Azia­tische achtergrond, die met dit initiatief beogen stereo­typen over Aziaten te be­strijden. Stereotypen die zij tegenkomen, zijn onder andere: “Aziaten zijn allemaal Chinezen” of “allemaal spleetogen”. Dergelijke beelden geven inderdaad blijk van een zeer beperkte, zo niet bagatelliserende, kijk op het Aziatische continent. Met hun tentoonstelling willen de fotografen daarom de grote diversiteit van Azië laten zien. Ik heb de tentoonstelling nog niet bezocht, maar het viel me in de berichtgeving op dat een van de fotografen het er over had dat Azië gigantisch is en het dus niet terecht is dat men bij Aziaten vooral denkt aan Chinezen, Japanners en Koreanen. Men moet toch echt ook denken aan Afghanen, Iraniërs of Turken. Ik vond het opmerkelijk dat mensen van, in mijn beleving, voor de hand liggende landen als India en Indonesië niet werden genoemd. Ik ben dan ook benieuwd naar de expositie en de diversiteit die daar wordt tentoongesteld.

Ik heb mij behoorlijk geërgerd aan de woke-trend om vanwege de coronapandemie niet over Chinezen te spreken maar over Aziaten. Personen van Chinese komaf klaagden namelijk dat zij erg veel met discriminatie en pesterijen te maken hadden omdat China als boosdoener van de pandemie werd gezien. In praatprogramma’s op de tv merkte ik toen een geforceerdheid om woorden als Chinees, Chinese afkomst te vermijden en het te hebben over Aziaat, Aziatische afkomst. Dit, om te voorkomen dat men van discriminatie of kwetsend woordgebruik zou kunnen worden beticht. Als je het over spleetoog of babi pangang hebt om een Chinees aan te duiden, moet je beseffen dat dát echt niet kan. Maar het land waar iemand vandaan komt niet meer durven noemen, is ronduit belachelijk! Moeten we nu ook oppassen om iemands Russische afkomst te vermelden uit vrees dat die zich gekwetst voelt vanwege het oorlogsgeweld van Rusland tegen Oekraïne? Het doet mij in ieder geval goed dat de initiatiefnemers van de expositie er niet op zitten te wachten onder een grote verzamelnaam te worden gevat of dit nu vanuit beperkte kennis, bekrompenheid of misplaatste empathie voortkomt.

Ook ten aanzien van Afrika heb ik mensen vaker horen zeggen: “Ik ben in Afrika geweest” of “Ik heb een aantal jaren in Afrika gewoond.” Vanuit mijn reflex denk ik dan dat ze het continent hebben bereisd, maar als ik doorvraag blijkt dat ze met vakantie in Kenia zijn geweest of een paar jaar als familielid van een expat in Nigeria hebben doorgebracht. Het is natuurlijk niet onjuist wat ze zeggen, maar bij mij roept het wel een bepaald beeld op. Een beeld van onverschilligheid, van gebrek aan enige betrokkenheid bij het land waar je bent geweest of hebt gewoond. Ze zouden, bijvoorbeeld, niet zeggen “Ik ben in Zuid-Europa geweest” als ze van vakantie in Spanje of Italië terug zijn.

Ik moet bekennen dat ik zelf wel eens zeg dat ik oorspronkelijk uit Zuid-Amerika kom. Dat is dan tijdens inter­natio­nale bijeen­­komst­en waar ik Neder­land vertegen­woordig en mensen mij vragen waar ik ‘echt’ vandaan kom. Omdat ik weet of vermoed dat Suriname hun niets zal zeggen, begin ik het in te leiden door eerst Zuid-Amerika te noemen en dan Suriname, een land ten noorden van Brazilië. Ooh! Er begint iets bij hen te dagen, in ieder geval de geografische ligging. Echter, voor hen is dan nog onduidelijk waarom ik er “Indiaas” uitzie. Dus komt daarna de uitleg over de koloniale geschiedenis, over de contract­arbeiders die na afschaffing van de slavernij vanuit toenmalig Brits-Indië naar Suriname zijn overgebracht. Een behoorlijke klus zo in de koffiepauze tijdens een confe­ren­tie. Een Hindostaanse kennis zei een keer tegen mij waarom ik mij er niet makkelijk van afmaak en gewoon zeg: India. Klaar!

Nou, dat is bij mij tegen het zere been. In Nederland bestaat nog steeds een hardnekkig beeld dat Surinamers alleen Afro-Surinamers zijn. Als we dat beeld willen bestrijden en de diversiteit van Suriname voor het voetlicht willen brengen, moeten we vooral niet vervallen in dergelijke gemakzucht. Het zou mooi zijn als Nederlanders van Surinaamse komaf de handen ineen slaan om gezamenlijk een juist beeld van Suriname neer te zetten.

TOP