Ashna Bishesar (1971, Doorwerth) is sinds 2005 werkzaam als huisarts. Daarnaast is zij vanaf 2010 opleider/docent huisarts-in-opleiding aan de VU in Amsterdam. Zij bracht haar eerste tien jaren in Arnhem door. In 1981 remigreerde het gezin Bishesar naar Suriname waar haar vader kwam te werken in het familierijstbedrijf in Nickerie en haar moeder als lerares op de muloschool in Nieuw-Nickerie. In 1988 vestigde het gezin zich weer in Nederland (Utrecht). Na de middelbare school wilde zij medicijnen studeren maar zij werd de eerste keer uitgeloot. Zij besloot toen wiskunde te gaan studeren, een vak waar zij goed in was en ook nog interessant vond. De studie medicijnen bleef niettemin trekken en na een jaar studie wiskunde meldde zij zich weer aan voor de studie medicijnen. Deze keer had zij meer geluk en werd zij ingeloot.
Keuze voor het medisch beroep
De affiniteit met het medisch beroep begon bij haar op jonge leeftijd. Bij veel Hindostaanse families worden studies als medicijnen en rechten hooglijk gewaardeerd. Een arts of jurist in de familie kan altijd van pas komen is daarbij de achterliggende gedachte. Dat was in de familiekring van Ashna ook niet anders. De oudste broer van haar moeder stimuleerde haar om arts te worden en maakte daar altijd grapjes over: ‘Als ik ziek ben moet jij mij beter maken’ was altijd een van zijn grapjes. Toen haar adjie (paternale oma) een keer ziek was en behandeld werd door de arts maakte dat veel indruk op haar. Hierover vertelt zij: ‘Vol bewondering keek ik naar het effect dat de komst van de dokter had op niet alleen de zieke, maar ook op de familie. Veel zorgen verdwenen alleen al door diens aanwezigheid. Het geroezemoes in het ziekenhuis als de dokter eraan kwam en dan de doodse stilte waarbij iedereen luisterde naar wat hij te zeggen had. In die tijd waren het vooral mannelijke artsen en ik dacht dit wil ik ook. Het helpen van mensen wanneer zij het meest kwetsbaar zijn en wat dit kan betekenen voor zo iemand, vind ik het meest interessant. Iedereen kan wat voor een ander doen, maar een arts komt dicht bij mensen en probeert patiënten te helpen op momenten dat anderen dat niet (meer) kunnen of de patiënt dit liever niet deelt met mensen die dicht bij hem of haar staan of dat hij /zij gewoon een deskundige nodig heeft’. Door de opmerkingen van haar oom en de ervaringen die Ashna had met artsen die betrokken waren bij de behandeling van haar zieke adjie werd het zaadje in haar hoofd geplant.
Zoektocht door de medische wereld
In de jaren 1991-1999 studeerde Ashna medicijnen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Het was voor haar een lange zoektocht in de medische praktijk voordat zij besloot te kiezen voor het beroep van huisarts. Na de basisopleiding wilde zij zich dolgraag in kindergeneeskunde specialiseren. In het laatste studiejaar tijdens het coschap kindergeneeskunde kwam zij echter erachter dat het beroep van kinderarts toch niet helemaal was wat zij voor ogen had. In het werken als kinderarts verloopt het contact in belangrijke mate via de ouders en zijn kinderen eerder object dan subject. Aangezien zij na de studie even niet wist welke richting zij moest kiezen besloot zij voor een korte periode te gaan werken als verzekeringsarts. Hierna ging zij bij de GGD werken als jeugd- en als forensisch arts. Het werken bij de GGD combineerde zij met een vervolgopleiding tot jeugdarts. Ook na afronding van deze vervolgopleiding merkte ze al gauw dat de preventieve geneeskunde haar te weinig uitdaging bood. Na 3-3,5 jaar met plezier gewerkt te hebben bij de GGD besloot Ashna de overstap te maken naar de huisartsgeneeskunde. Met name het generalistisch karakter van het werken als huisarts sprak haar aan: het zien van alle leeftijden en allerlei soorten medische problematiek. Na afronding van huisartsenopleiding (2003-2005) kwam ze te werken in de huisartsenpraktijk van Bharos en Kanhai aan de Paul Krugerlaan in de Schilderswijk, een zogeheten ‘achterstandswijk’ in Den Haag. Huisarts Waldi Bharos werkte al ruim vijfentwintig jaar in zijn praktijk.
Werken als huisarts
In Den Haag werkte Ashna drie dagen in de week. Tachtig procent van de patiënten had een Surinaams-Hindostaanse achtergrond. Hele families waren patiënt in deze praktijk, volwassenen die als kind al patiënt waren in deze praktijk en die op hun beurt ook weer met hun gezin patiënt waren. In deze huisartsenpraktijk splitste de patiëntenpopulatie zich op naar de persoonlijkheid van de arts: Ashna had voornamelijk jonge vrouwen en mannen en gezinnen met kinderen in haar bestand. De klachten waarmee zij als huisarts werd geconfronteerd waren divers van aard, maar er was ook veel psychosociale problematiek. Deze klachten hingen vaak samen met slechte huisvesting, financiële problemen, sociale spanningen, echtelijke problemen et cetera. Wat voor haar het werk als huisarts en dan iemand met dezelfde etnische achtergrond als haar patiënten bijzonder maakte is dat veel patiënten ongehinderd hun verhaal konden doen zonder zich zorgen te hoeven te maken dat er een dokter tegen over hem of haar zat met allerlei vooroordelen ten aanzien van afkomst of culturele gebruiken, een huisarts die de achtergrond en cultuur van de patiënt kent en begrijpt. Opvallend was ook dat met name veel oudere vrouwelijke Hindostaanse patiënten informeerden naar haar achtergrond: ‘wie zijn je ouders, waar hebben ze gewoond in Suriname’? Alsof deze informatie de afstand voor hen met de huisarts kleiner maakt.
Op de vraag wat de ervaringen in de huisartsenpraktijk in Den Haag betekenen voor haar kijk op het beroep als huisarts vertelt Ashna het volgende: ‘Als jonge huisarts was het een veilige omgeving om je eerste stappen in het huisartsenvak te zetten bij een ervaren dokter als Bharos. Ik kon laagdrempelig overleggen en hij stond meteen bij mij in de kamer bij vragen om mee te kijken of als er problemen waren. Als jonge westers opgeleide dokter leerde ik onder zijn vleugels binnen verschillende culturele groepen steeds meer mijn plek te vinden en te groeien als huisarts met een eigen patiëntenpopulatie met diverse problematiek. Ik heb ook deze jaren met veel plezier gewerkt en veel geleerd. Zo leerde ik elke keer opnieuw een inschatting te maken wie ik tegenover mij had, wat de achtergronden waren en wat mijn insteek moest zijn om de vraag waarmee de patiënt kwam op te lossen of te beantwoorden. Ik hoorde vele verhalen van jongeren en tegen welke grenzen zij aanliepen. Soms waren het grenzen die verband hielden met hun afkomst of etnische groep, maar soms ook met grenzen die de Nederlandse samenleving stelde aan allochtonen’, aldus Ashna.
Toen haar dochter in 2007 werd geboren besloot Ashna een praktijk dichter bij huis te zoeken, te weten in de omgeving van Amstelveen. Ze vond het wel moeilijk om haar patiëntenpopulatie in Den Haag achter te laten waar ze inmiddels haar plek gevonden had, maar ze wist dat ze nog veel te leren had. Het werd in 2014 een huisartsenpraktijk in Amsterdam-Noord waar ze voor 2-3 dagen als huisarts thans werkt. In deze huisartsenpraktijk heeft zij een divers patiëntenbestand: vijftig procent mediterraan, dertig procent autochtoon en twintig procent Surinaams/Antilliaans. Evenals in Den Haag is de problematiek divers en evenals in Den Haag hebben patiënten veel klachten met een psychosociale achtergrond. Het is haar overtuiging dat zij ook in Amsterdam-Noord als huisarts allochtone patiënten beter kan begrijpen in hun problematiek en waar zij tegenaan lopen dan een autochtone huisarts.
Opleider/docent Geneeskunde Opleiding
Haar werk als huisarts combineert zij sedert 2010 als opleider/docent huisarts-in-opleiding bij de VU in Amsterdam. Als opleider is zij 1 dag in de week werkzaam. Zij ervaart het als een mooie afwisseling van haar werk als huisarts. Voor haar is het belangrijkste dat zij haar actuele kennis op peil kan houden en kan reflecteren op haar eigen functioneren als huisarts in de praktijk. De eerste jaren als opleider/docent op de VU werkte zij in de bachelorfase waarbij zij studenten begeleidde bij practica, bij hun stage in de huisartsenpraktijk en het schrijven van practicumopdrachten en het maken van examenvragen. Met de jaren en de opgedane ervaring is zij doorgeschoven naar de masterfase waar zij coassistenten begeleidt tijdens hun coschap huisartsgeneeskunde, bij de terugkomdagen. Daarnaast neemt zij ook mondelinge artsexamens af aan het eind van hun coschap en geeft zij zo nu en dan een college. Voorts heeft zij ook zitting in de afstudeercommissie. Over het afstuderen vertelt zij: ‘Ik vind niets leuker dan naar de student en zijn/haar familie te kijken en de trots die je dan ziet. Een mijlpaal voor de student die nu een jonge dokter is’. Sinds drie jaar is Ashna ook coördinator van het coschap huisartsgeneeskunde in het buitenland. Hierbij begeleidt zij studenten bij hun stage in een huisartsenpraktijk in het buitenland en onderhoudt zij contacten met huisartsen in het buitenland. Dat varieert van de Caraïben tot Australië. Ook Suriname maakt deel uit van de stages in het buitenland.
Impact van corona
Corona heeft een zeer grote impact op haar werk als huisarts. Huisartsen waren genoodzaakt door te werken en alleen bij koorts en/of hoesten mochten zij niet werken. ‘Het was een rare situatie, alleen maar spoedgevallen en coronaspreekuur waarbij ik met maximale bescherming het spreekuur moest doen en elke dag hopen dat ik het zelf niet had opgelopen of meegenomen naar huis’, aldus Ashna. Zij had te maken patiënten met Corona (helaas ook collega’s) en patiënten die ook als gevolg van corona zijn overleden. Het was zeer ernstig waarmee zij als huisarts werd geconfronteerd: ‘Het grillige verloop van dit ziektebeeld waarbij mensen binnen een paar uur ernstig ziek kunnen zijn, terwijl zij het eerder niet waren. Voor mij als huisarts was het moeilijk te beoordelen en ik voelde mij machteloos omdat ik gewoon niet wist hoe het zich verder zou ontwikkelen. Ook heb ik gezonde jonge mensen gehad die toch ernstig ziek zijn geworden’, aldus Ashna. Zij vertelt dat ze als gevolg van Corona weer terug is in het verleden in de zin van dat ze als huisarts weer een witte jas aantrekt. Bij verdenking van Corona bij een patiënt gaat zij met volledige bescherming het consult in dat wil zeggen schort, mondkap bril en handschoenen. Patiënten die mogelijk het coronavirus hebben worden in een aparte ruimte onderzocht.
Bijzondere ervaringen als huisarts
Een bijzondere ervaring voor haar betrof een geval van euthanasie. Vijf jaar na het overlijden van haar moeder moest zij een euthanasie doen waarbij oude gevoelens rond het overlijden van haar moeder waarbij eveneens euthanasie in het geding was haar parten speelden. Zij realiseerde zich op dat moment dat het niet om haar ging maar om de betreffende patiënt en dat zij haar gevoelens opzij moest zetten. Ze vermande zichzelf en zette door. Toen vervolgens de partner van de patiënt aangaf dat zij haar emoties had opgemerkt en fijn vond dat de euthanasie ook iets met haar deed, was ze door die opmerking geraakt: ‘Ik weet dat het als dokter belangrijk is om je eigen verdriet/emotie een plek te geven zodat je als dokter daar geen last van hebt. Maar er zijn niettemin momenten in ons leven die in een bepaalde situatie toch ineens een emotie raken’, aldus Ashna. Wat ook veel indruk op haar heeft gemaakt in haar werk als huisarts is het vertrouwen dat mensen je geven en die soms op het magische af het idee hebben dat jij de persoon bent die hen kan helpen. Ashna verhaalt dat ze na terugkomst van haar zwangerschapsverlof een patiënt bij haar kwam op het spreekuur: ‘Hij was heel blij dat ik er weer was, want tijdens mijn afwezigheid was alles mis gegaan in zijn leven. Hij had het idee dat dat kwam omdat ik er niet was. Volgens hem kwam nu weer alles goed omdat ik er weer was. Ik ben onder de indruk van het vertrouwen dat mensen je soms geven ondanks dat zij soms ouder zijn dan ik. Het betekent een bevestiging van het feit dat je soms alleen al door te luisteren en door je aanwezigheid mensen kan helpen’, aldus Ashna.
Levenslessen
Op de vraag welke ervaringen in haar rol als huisarts haar hebben gevormd als mens zegt Ashna het volgende hierover: ‘Het kan altijd erger. Ieder mens maakt in zijn of haar leven van alles mee, maar als huisarts ben ik er zeker achter gekomen dat er altijd mensen zijn bij wie het leven nog zwaarder is en wat daarbij het meest indruk op mij heeft gemaakt is de positiviteit die sommige van deze mensen aan de dag leggen ondanks hun problematiek en lijden. Ik besef dat ik andere vrouwen kan helpen doordat ik ook een vrouw ben, als huisarts met een allochtone achtergrond allochtone vrouwen in mijn praktijk goed begrijp over wat zij mij vertellen en met mijn advies soms richting kan geven aan hun toekomst. Ook besef ik dat ik veel vrouwen kan helpen in achtergestelde posities door te luisteren naar hun verhalen en soms door rolmodel te zijn’. Ashna moet dan vaak denken aan haar nani (maternale grootouder) en haar moeder die er allebei altijd op hamerden dat zij moest studeren en haar diploma’s moest halen. Met een diploma kon zij altijd voor zichzelf en haar gezin zorgen was hun devies. Het was in de ogen van haar nani en moeder een toekomst van financiële vrijheid en vrijheid in denken. Tegelijkertijd heeft Ashna ervaren dat niet bij iedereen vrijheid in denken is ontwikkeld. Velen van ons zitten nog vast in oude denkpatronen die in het verleden prima waren maar in de huidige tijd achterhaald zijn: ‘Begrijp mij niet verkeerd, ik zeg hiermee niet dat je jezelf moet verloochenen en moet vergeten waar je vandaan komt. Elke cultuur heeft goede en minder goede kanten. Ik vind dat het van belang is om de goede dingen uit je cultuur mee te nemen en nooit te vergeten wat je roots zijn. Wees trots op jezelf en je afkomst, maar durf ook met een open mind naar anderen en hun cultuur te kijken. Neem de mensen zoals ze zijn en heb respect voor elkaars mening, ook al is die niet altijd de jouwe. Gebruik je ontwikkeling (wat deze ook is) om het beste uit jezelf te halen. Het is een voorrecht om te kunnen zijn wie je wilt zijn. Zoals mijn ouders het verwoorden: Mensen kunnen je alles afnemen, maar niet je kennis en je ontwikkeling. Elke vrouw moet het beste uit zichzelf zien te halen voor haar eigen toekomst!’, vertelt Ashna.
In haar werk als huisarts is voor haar leidend het helpen en onderwijzen van mensen zodat hun leven en met name de kwaliteit van leven er beter wordt. Daarbij is voor haar goede gezondheidszorg een mensenrecht. Vanuit die achtergrond betekent voor Ashna werken als huisarts in achterstandswijk dat zij haar patiënten en met name vrouwen een helpende hand kan toesteken of een duwtje in de rug kan geven.
Ter afsluiting van dit interview werden aan Ashna Bishesar enkele vragen ter karakterisering voorgelegd:
Surinaamse of Nederlandse keuken? Voor de snelle hap is dat de Nederlandse keuken en als het gaat om lekker dineren met gezin geef ik de voorkeur aan de Surinaamse.
Bollywood of Hollywood? In jonge jaren in hoofdzaak Bollywood, maar nu in combinatie met Hollywood.
Film die je nog een keer zou willen zien? The intern, Entouchable en Padmavat
Hindipop of merenque? Merenque als herinnering aan mijn middelbare schooltijd, maar op zijn tijd ook Hindipop met een tienerdochter in huis.
Strandvakantie of stedentrip? Beide. Heerlijk nieuwe omgevingen verkennen, maar ook niets doen en liggen op het strand.
Ideale vakantiebestemming? Combinatie van cultuur en strand, Griekenland/ Griekse eilanden op dit moment. De cultuur komt je tegemoet daar en je kan heerlijk genieten van de middellandse zee.
Naar een feest gaan of wandelen in de natuur? Naar een feest gaan vind ik heerlijk in aanwezigheid van familie en vrienden. Vanwege mijn werk heb ik ook behoefte aan rust in mijn hoofd nodig. Het betekent dus ook wandelen om de dingen los te laten.
Welk boek op nachtkastje? Op dit moment Becoming van Michelle Obama.
Sportschool of yoga? Hahaha, goeie! Geen van beide ondanks dat ik weet dat allebei belangrijk zijn voor mij. Op dit moment wandelen en hardlopen.