Column Hans Ramsoedh

De preek op oudejaarsavond

Hans Ramsoedh

Als gevolg van corona viel er dit jaar weinig te beleven. Het was vooral afzien. Er wordt dan ook  reikhalzend uitgekeken naar het coronavaccin in de hoop dat het ‘normale’ leven weer zijn gang neemt. Toch waren er twee hoopvolle momenten dit jaar. Het eerste was het wegstemmen van Desi Bouterse afgelopen mei, de meest incompetente president die Suriname heeft gekend en die het land in de afgrond stortte. Het tweede was de verkiezingsnederlaag van Donald Trump (You’re fired) in de Verenigde Staten, een president die getypeerd wordt als een racist, narcist en sociopaat. Een groot deel van de vrije wereld haalde opgelucht adem toen in november bekend werd dat Trump in januari 2021 zijn biezen kan pakken.
Waar ik altijd naar uitkijk aan het einde van het jaar is de oudejaarsconference, een Nederlandse traditie die beschouwd wordt als een belangrijk onderdeel van het Nederlandse cultureel erfgoed. De Italianen hebben de opera, de Portugezen de fado, de Fransen het chanson, de Spanjaarden de flamenco en in Nederland hebben we naast het levenslied de oudejaarsconference om 22.30 uur op de publieke omroep. Daarvóór zijn er bij de commerciële omroepen ook oudejaarsconferences eer­der op de avond, maar die hebben echter niet de status van dé oudejaarsconference van de publieke omroep. De oudejaarsconference trekt gemiddeld twee tot drie miljoen kijkers en is daarmee een van de best bekeken programma’s op de Nederlandse tv. Het is de grootste eer die een cabaretier kan toevallen als hij/zij de oudejaarsconference mag verzorgen. Een cabaretier geldt als ‘gearriveerd’ als hij/zij de oudejaarsconference mag verzorgen en behoort definitief tot de groten in Nederland. Al op nieuwjaarsdag wordt bekendgemaakt welke cabaretier dat jaar de oudejaarsconference mag verzorgen.

De oudejaarsconference is een typisch Nederlands verschijnsel. Deze conference geeft geen opsomming van gebeurtenissen van het afgelopen jaar, maar een overzicht van het gevoel: wat speelde er onderhuids in Nederland? Oudejaarsavond wordt bij uitstek als een moment gezien om het vage gevoel dat er iets niet in de haak is in dit land vrij baan te geven. Verschillende auteurs wijzen erop dat we de oudejaarsconference moeten zien als een reflectie van de Nederlandse mentaliteit. Nederland kent een calvinistische traditie en is nog steeds het land van de dominees (met het vingertje wijzen). Tegen die calvinistische achtergrond wordt de oudejaarsconference daarom beschouwd als een ouderwetse donderpreek, maar dan wel als een seculier alternatief voor de zondagse preek. Op oudejaarsavond houdt de dominee (cabaretier) ons een spiegel voor en onderwerpt hij een aantal eigen­aardigheden van Nederlanders aan een kritische beschouwing. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de oudejaarsconference wordt gezien als een ‘alternatieve troonrede’. Deze conference heeft daarmee status van een instituut in Nederland gekregen, dat wil zeggen een cultureel fenomeen met een gezaghebbende status.

Het bijzondere aan de oudejaarsconference is dat het vooral om maatschappelijk en politiek geëngageerde satire gaat. Het wordt beschouwd als ‘hogere’ kunst in plaats van plat vermaak. Daarmee heeft de oude­jaars­conference enerzijds een rebels karakter door het bespotten van mensen die algemeen aanvaarde normen overschrijden. Anderzijds heeft zij tegelijkertijd een normerende functie doordat zij gedeelde waarden en normen versterkt en aangeeft welk gedrag (on)gewenst is. Het betekent dan ook dat de oudejaarsconference per definitie ouderwets schurend is. Dit is dan ook de kracht van deze conference omdat daarmee een haarscherp portret wordt geschilderd van de Nederlandse samenleving. In de oudejaarsconference gaat het vooral om actualiteit, moraal, maat­schap­pij­kritiek en sociale betrokkenheid.
Youp van ’t Hek en Freek de Jonge gelden bij uitstek als dé vertolkers van maatschappelijk en politiek geëngageerde cabaret in Nederland. Beiden zijn mijn favorieten voor de oudejaarsconference. Naast Freek en Youp apprecieer ik ook cabaretiers als Theo Maassen, Hans Sibbel om hun bitterscherpe analyses en hilarische typeringen, Hans Teeuwen om zijn absurdistische humor, Eric van Sauers om zijn stevige grappen, rake typeringen en mopperige terzijdes, Brigitte Kaandorp om haar ‘kan-mij-het-schelen-mentaliteit’ en last but not least Bert Visscher om zijn doldwaze typeringen.

Ongezouten kritiek leveren op allerlei maatschappelijke en politieke ontwikkelingen is echter de laatste jaren niet meer zonder risico. Veel cabaretiers worden inmiddels geconfronteerd met de grenzen van de humor en passen uit lijfsbehoud zelfcensuur toe. Religie (christendom) was voor hen vanouds een terrein om de spot mee te drijven en hypocrisie van religieus dogmatisme aan de kaak te stellen. Inmiddels ben je met grappen over die ene god en zijn profeet je leven niet meer zeker (‘Een grapje over de profeet, ik wil er niet voor dood’, aldus Youp in een interview in de kleurenbijlage van de  Volkskrant op 8 december 2020). Ook de meest uitgesproken cabaretier Hans Teeuwen heeft last van de dreiging die van de radicale islam uitgaat. Zijn kritiek uit hij (zoals in Echte rancune) dan ook op subtiele wijze: ‘Heb je ook het lef om grappen te maken over de islam? Waarom zouden we grappen maken over iets dat over het algemeen heel goed werkt. Als je ziet hoe het bijgedragen heeft aan de menselijke vooruitgang. Wat hij het mooiste vindt aan de islam? Nou, de lichtvoetigheid, de joie de vivre, die levenslust!’

Conservatieve islamieten in Nederland eisen al enige tijd een verbod op belediging van hun profeet. Uiteraard hebben zij het recht om dat te eisen maar punt is alleen dat hun eis op gespannen voet staat met de vrijheid van meningsuiting. Het betekent echter niet dat dit grondrecht absoluut is. Het wordt namelijk begrensd door de wet, zoals het verbod op beledigen, smaad, haat zaaien en het oproepen tot geweld. Een van de basisprincipes van een vrije samenleving is dat de vrijheid eindigt waar die van de ander begint. De grens van wat wel en niet mag is vaak dan ook dun. Dit wil echter niet zeggen dat een criticus onder het mom van vrijheid van meningsuiting bewust en onnodig mag beledigen of kwetsen want er bestaat niet zoiets als een recht om te beledigen. Het is een kwestie van fatsoen, beschaving en het hebben van een moreel kompas om dat niet te doen. Wanneer niettemin individuen of groepen van mening zijn dat er sprake is van belediging dan is in laatste instantie altijd de rechter die bepaalt in hoeverre de grenzen van de vrijheid van meningsuiting zijn overschreden.
Zoals er geen recht bestaat op beledigen, bestaat er ook geen recht op niet-beledigen. In een vrije samenleving impliceert godsdienstvrijheid ook godsdienstkritiek, hoe pijnlijk dat soms ook voor individuen en groepen kan zijn. Het is niet zelden een beproefde strategie van conservatieve gelovigen en veel mensen ter linkerzijde om fundamentele godsdienstkritiek, in dit geval islamkritiek, in verband te brengen met islamofobie en racisme. Godsdienstkritiek en satire zijn onlosmakelijk verbonden met de vrije samenleving. Ze willen inperken om religieuze gevoelens te beschermen betekent de bijl aan de wortel van de vrijheid van meningsuiting.

Terug naar de oudejaarsconference op 31 december. Satire kan kwetsend zijn, maar ze moet vooral blijven doen wat zijn kracht is: taboes doorbreken, ongemakkelijke waarheden blootleggen, hypocrisie en dogmatisme op de hak nemen, nadenken over vrijheid en onvrijheid, over onszelf en onze diepste overtuigingen en daarnaast ons vooral laten lachen. Ik kijk dan ook uit naar Youps ‘preek’ op oudejaarsavond (zijn tiende en laatste) en ben benieuwd naar wat hij over corona, de toeslagenaffaire bij de belastingdienst, de overhaaste terugkeer van koninklijke familie na twee dagen vakantie in Griekenland, Donald Trump, Thierry Baudet en de implosie van zijn Forum voor Democratie et cetera te melden heeft. Lezers wens ik een gezond en hoopvol 2021 toe.

TOP