Anton de Kom (1898-1945) was in de jaren dertig van de twintigste eeuw een strijder tegen het Nederlandse kolonialisme in Suriname. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij in Nederland actief in het Haagse verzet tegen de Duitse bezetting. Hij heeft zijn strijd tegen het nationaalsocialisme uiteindelijk moeten bekopen met zijn leven in een Duits concentratiekamp in 1945. Over zijn rol als antikoloniale strijder en verzetsman tijdens de Duitse bezetting van Nederland verwijs ik naar mijn eerdere bijdrage op de site van Hindorama. In 1934 publiceerde De Kom zijn boek met de uitdagende titel Wij slaven van Suriname dat een aanklacht inhield tegen het Nederlandse kolonialisme in Suriname.
Wij slaven van Suriname
In dit boek beschreef hij op een verhelderende en schrijnende manier de mensonterende en erbarmelijke omstandigheden van de nazaten van voormalige slaven en (ex)contractarbeiders die nauwelijks verschilden van de periode ten tijde van de slavernij.
De Kom heeft zich bij dit boek laten inspireren door de Surinaams-Nederlandse schrijver Albert Helman die in 1926 de roman Zuid-Zuid-West publiceerde. In zijn epiloog hekelde Helman de verwaarlozing van Suriname door Nederland. De Kom haakte in op de aanklacht van Helman door in zijn boek een aantal citaten uit Zuid-Zuid-West op te nemen. Wij slaven van Suriname is dan ook een met helmaniaanse passie geschreven aanklacht tegen het Nederlandse kolonialisme in Suriname.
De Nederlandse regering was al door de Centrale Inlichtingen Dienst (CID) gealarmeerd over het opruiende karakter van het aanstaande boek van De Kom. Het communistische dagblad De Tribune had namelijk een voorpublicatie afgedrukt. Reden voor de CID om op bezoek te gaan bij uitgeverij Contact in Amsterdam en de conceptversie te toetsen aan eventuele strafbare passages. De CID heeft tevergeefs nog geprobeerd publicatie te voorkomen omdat de Nederlandse regering vreesde voor negatieve gevolgen in Suriname als het boek zou verschijnen. Toen het boek in 1934 verscheen luidde het voorwoord dat vanwege opmerkzaamheid van zekere zijde (bedoeld werd de CID), en teneinde een ongestoorde verspreiding van dit werk te verzekeren, na overleg met de schrijver enkele wijzigingen in de tekst zijn aangebracht zonder daarbij de waarde van het boek aan te tasten. In hoeverre er wijzigingen in de definitieve tekst onder invloed van de inlichtingendienst zijn aangebracht of dat De Kom onder druk van de uitgever bepaalde passages heeft moeten schrappen, is onduidelijk. Volgens de biografen van De Kom (Woortman & Boots) is van censuur geen sprake geweest. De Kom zou in hun optiek vrijwillig hebben meegewerkt aan iedere wijziging.
Wij slaven van Suriname is opgebouwd uit drie delen: Het tijdperk der slavernij, Het tijdperk der ‘vrijheid’ en De Koms weerzien met en afscheid van Suriname. Voor het tijdperk van de slavernij baseerde De Kom zich hoofdzakelijk op een aantal bekende naslagwerken over Suriname en deels ook op verhalen van zijn grootmoeder die de slavernij nog had meegemaakt. Dit boek is dan ook een mengeling van een historische studie en een politiek manifest die een felle aanklacht tegen het koloniaal systeem van uitbuiting inhouden.
De Kom was zijn tijd ver vooruit door ook oog te hebben voor Hindostanen en Javanen. Zijn hoogste ideaal was eenheid en samenwerking tussen de arme Creolen, Hindostanen, Javanen en overige bevolkingsgroepen. Hij benadrukte het belang van samenwerking tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Suriname. Zijn parool was proletarische eenheid. Hierover schreef hij: ‘Misschien zal ik er in slagen iets van die verdeeldheid uit de weg te ruimen die de zwakte was dezer gekleurden, misschien zal het niet geheel onmogelijk zijn om negers en Hindostani, Javanen en Indianen te doen verstaan hoe slechts de solidariteit alle zonen van moeder Sranang kan verenigen in hun strijd voor een menswaardig leven’.
Radicale breuk met koloniale geschiedschrijving
De Koms inspiratie voor het schrijven van dit boek kwam voort uit onvrede over het geschiedenisonderwijs in Suriname. Surinaamse schoolkinderen moesten alles weten van Michiel de Ruyter en Willem van Oranje, maar over eigen helden die opstonden tegen het koloniale bewind kwamen ze niets te weten en zoals hij schreef: ‘Geen beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken dan dit geschiedenisonderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd’. De Kom wilde juist over de eigen helden schrijven. Een echte geschiedenis van Suriname kon volgens hem alleen worden geschreven door een afstammeling van slaven zelf die het leed nog in de ogen van zijn grootmoeder had gezien.
De Kom legde vooral nadruk op de geestelijke ontwikkeling van de Surinaamse bevolking als middel om zich te emanciperen. Met zijn boek wilde De Kom de Surinamer zijn trots teruggeven. Zwart zelfbewustzijn, zelfrespect en proletarische eenheid zijn dan ook kernbegrippen in dit boek. Het betekent dat De Kom met zijn felle aanklacht zich niet alleen richtte tegen de economische en politieke aspecten van het kolonialisme, maar vooral ook tegen de psychologische dimensie ervan. Veelzeggend is de passage: ‘Geen volk kan tot volle wasdom komen dat erfelijk met een minderwaardigheidsgevoel belast blijft. Daarom wil dit boek trachten het zelfrespect der Surinamers op te wekken’.
Wij slaven van Suriname markeert ook een cesuur in de geschiedschrijving over Suriname. Het was namelijk de eerste keer dat de Surinaamse geschiedenis werd geschreven vanuit het antikoloniale, radicale gezichtspunt van de onderdrukten. Het is deze radicale breuk met de koloniale penvoering, evenals De Koms focus op de psychologische dimensie van het kolonialisme, die Wij slaven van Suriname tot een uniek boek maken.
Doodzwijgen van een ‘oproerkraaier’
Wij slaven van Suriname verscheen in een periode toen het Nederlandse kolonialisme buiten het linkse circuit in Nederland nauwelijks in twijfel werd getrokken. Het betekende ook dat toonaangevende media in Nederland met opzet niet over De Koms boek repten. Het raakte dan ook vanaf zijn verschijning gemarginaliseerd. De Kom werd namelijk beschouwd als een ‘communistische agitator’ en een ‘oproerkraaier’. De koloniale geschiedenis zou De Kom dan ook doodzwijgen. Illustratief voor deze opstelling is het sinds 1919 verschijnende tijdschrift West Indische Gids (thans Nieuwe West Indische Gids / New West Indian Guide geheten) uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor Taal-Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden. In de West Indische Gids komen we geen enkele melding of recensie tegen van Wij slaven van Suriname: Het werd genegeerd. In de naoorlogse periode heeft de uit Suriname afkomstige Leidse hoogleraar Rudolf van Lier met zijn boek Samenleving in een grensgebied lange tijd de beeldvorming over de persoon van De Kom en zijn Wij slaven Suriname bepaald. Samenleving in een grensgebied verscheen oorspronkelijk in 1949 als proefschrift en is in 1971 en 1977 herdrukt en geactualiseerd. Het gold tot het eind van de jaren zeventig als hét standaardwerk over Suriname. Wie geïnteresseerd was in Suriname begon met het lezen van Samenleving in grensgebied. Van Lier typeerde Wij slaven van Suriname als een ‘herinnering die deel werd van een pathetische gegriefdheid en rancune bij de lagere Creoolse volksklasse’ (1977, p. 279). Met andere woorden, in de optiek van Van Lier ging De Kom gebukt onder een slavernijtrauma.
Wel sterk beïnvloed door het gedachtegoed van De Kom waren Surinaamse nationalisten in de jaren veertig en vijftig, zoals het Statenlid Wim Bos Verschuur, de cultuurnationalist Papa Koenders en de nationalisten verenigd in de Partij Nationalistische Republiek (PNR) onder aanvoering van de politicus Eddy Bruma, maar zij pasten zelfcensuur toe. Hoewel zijn boek in nationalistische kring ijverig werd bestudeerd, zou, onder invloed van de Koude Oorlog, in het openbaar nimmer gerefereerd worden aan de persoon van Anton de Kom en zijn denkbeelden. De Koms activiteiten werden namelijk geassocieerd met het communisme en in die hoek wensten de nationalisten niet gezet te worden.
In de jaren vijftig en zestig werd Wij slaven van Suriname op de middelbare school in Suriname door docenten bestempeld als ‘verderfelijke lectuur van een gevaarlijke communist die men beter niet kon lezen’(info van André Haakmat, oud-minister in Suriname in de jaren ’80). Mijn kennismaking met het boek was begin jaren zeventig toen ik op de kweekschool zat in Suriname. Op mijn vraag aan de docent Nederlands (die uit Nederland kwam) of ik voor de leeslijst Nederlands in het examenjaar Wij slaven van Suriname mocht lezen reageerde hij afwijzend: Wij slaven van Suriname is geen literatuur! Ik moest mij houden aan de auteurs uit de verplichte leeslijst met daarop namen van Nederlandse auteurs, zoals Hugo Claus, A. den Doolaard, Simon Vestdijk, Hella Haasse, Marga Minco, W.F. Hermans, Louis Couperus et cetera. Het betekent dat tot begin jaren zeventig dit boek in Suriname nog werd beschouwd als ‘verderfelijke lectuur’. Dat is nu gelukkig wel anders.
Herontdekking
Het zou tot 1971 duren voordat er een herdruk van Wij slaven van Suriname verscheen. Tussen de eerste en tweede druk verschenen verschillende roofdrukken (illegale kopieën in stencilvorm uitgebracht). Het waren linkse Surinaamse studenten in Nederland die eind jaren zestig Wij slaven van Suriname herontdekten als manifest en inspiratiebron voor hun ontluikende politieke bewustzijn. Mede hierdoor vond Wij slaven van Suriname na 1971 langzamerhand ingang onder een Surinaams en Nederlands lezerspubliek.
Een grove annexatie van De Kom en zijn gedachtegoed volgde door de coupplegers onder aanvoering van Desi Bouterse in 1980. De militaire regering gaf aan het proces van natievorming hoge prioriteit. Zij beschouwde De Kom als een pionier en voorloper van een Surinaams nationalisme en socialisme. Hiermee werd De Kom voor het militaire regime een icoon van het ‘revolutionaire’ Suriname. De tragiek van deze ideologische inlijving was echter dat De Kom postuum diende als banier voor een militair regime dat zich kenmerkte door repressie en moordpartijen. De militaire repressie en moorden zouden De Kom met walging hebben vervuld. Deze annexatie door de militairen deed de beeldvorming rond De Kom geen goed. In oktober 1983 werd de universiteit van Suriname door het militaire regime omgedoopt tot de Anton de Kom Universiteit, in de volksmond afgekort met ADEK. Zijn beeltenis verschijnt ook op in die jaren gedrukte Surinaamse bankbiljetten. Met de herwaardering van de persoon van De Kom in Suriname vond verspreiding van het gedachtegoed van De Kom steeds meer ingang.
Activisme in Nederland en De Koms herwaardering
Het is echter niet in Suriname maar in Nederland dat met succes strijd is geleverd voor de rehabilitatie van De Kom en daarmee voor zijn herwaardering alsmede brede aandacht voor zijn Wij slaven van Suriname. Afro-Surinaamse activisten in Nederland en de erven De Kom hebben een lange strijd gevoerd voor zijn eerherstel. Dankzij die strijd kreeg De Kom in maart 1982 postuum van de Nederlandse regering het Verzetsherdenkingskruis. Deze activisten hebben zich ook ingezet voor meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden. Voor hen zijn slavenhandel en slavernij en de gevolgen daarvan voor de nazaten van slaven onderdeel geworden van hun identiteitspolitiek.
Een belangrijke impuls voor de discussie over het Nederlandse slavernijverleden en daarmee ook voor meer aandacht voor De Kom en zijn Wij slaven van Suriname kwam door de VN Wereld Anti Racisme Conferentie in Durban, Zuid Afrika, in 2001. Op deze conferentie werden de trans-Atlantische slavenhandel, slavernij en het kolonialisme tot misdaden tegen de menselijkheid verklaard. In Nederland vroegen Afro-activisten om implementatie van de Durban verklaring en niet geheel zonder succes. Nederland financierde de realisatie in 2002 van het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark in Amsterdam en in 2003 werd het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) opgericht met als doel onderzoek te doen naar en bewustwording van het Nederlandse slavernijverleden. Deze toegenomen aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden leidde ertoe dat in april 2004 het plein bij het stadsdeelkantoor Amsterdam Zuidoost (Bijlmer) werd omgedoopt tot het Anton de Komplein. 61 jaar na zijn dood, op 24 april 2006, werd eveneens in Amsterdam Zuidoost een bronzen standbeeld van hem onthuld.
In 2006 werd in opdracht van de Nederlandse regering voor het geschiedenisonderwijs de geschiedeniscanon van Nederland samengesteld. Deze canon moest richting geven aan het geschiedenisonderwijs in het basisonderwijs en de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs. Vijf van de vijftig vensters hadden betrekking op de Nederlandse koloniale geschiedenis waaronder slavenhandel en slavernij. In de herziene geschiedeniscanon in 2020 kreeg ook Anton de Kom een plek. Hij is hiermee de eerste Surinamer die een plek heeft gekregen in de Nederlandse geschiedeniscanon.
Als gevolg van bovenvermelde ontwikkelingen kwam er ook meer aandacht voor Anton de Kom en zijn Wij slaven Suriname. In februari 2020 verscheen inmiddels de 16e druk. In 2020 behoorde het tot de top tien van best verkochte historische boeken in Nederland en won het ook de publieksprijs voor het non-fictie boek van het jaar.
Actualiteit van Wij slaven van Suriname
Met zijn boek staat Anton de Kom aan het begin van een traditie van aanklachten tegen slavernij en kolonialisme in het Caraïbisch gebied met als bekende auteurs Aimé Césaire (in de jaren dertig grondlegger van de Négritude-beweging die de emancipatie van de zwarte bevolking in de Franse overzeese gebieden bepleitte), C.L.R. James (The Black Jacobins: Toussaint L ‘Ouverture and the San Domingo Revolution 1938), Eric Williams (Capitalism and Slavery 1944) en Frantz Fanon (Zwarte huid, blanke maskers 1952). Wij slaven van Suriname hoort samen met de hiervoor genoemde publicaties tot de moderne klassiekers uit het Caraïbisch gebied. Door de taalkundige kloof bleef De Kom echter een tamelijk onbekende schrijver en activist in het Caraïbisch gebied. In grote delen van het Caraïbische gebied is immers Engels de voertaal en het betekent dat Wij slaven van Suriname daardoor ook onbekend bleef. Wel verscheen in 1936 van Wij slaven van Suriname een Duitse vertaling in de Sovjet Unie. In 1981 kwam in Cuba een Spaanse vertaling uit en de Venezolaanse ambassade in Suriname kwam in 2009 met een eigen Spaanse uitgave. Nadat er na 1987 decennia lang pogingen waren ondernomen om een Engelse vertaling van Wij slaven van Suriname uit te brengen, verscheen begin dit jaar eindelijk de Engelse vertaling: We slaves of Suriname.
De Koms gedachtegoed blijft nog steeds nieuwe generaties inspireren. Wij slaven van Suriname wordt thans in Suriname en door activisten in Nederland die zich inzetten voor meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden en strijden tegen institutioneel racisme beschouwd als een van de kernteksten van dekoloniserend denken. Niet compositie en literaire stijl maken Wij slaven van Suriname tot een bijzonder boek, want de stijl ‘kraakt en wringt soms en sommige bladzijden zijn tamelijk dor’, maar ‘de passie en verbetenheid waarmee hij zijn teksten schrijft die de lezers altijd weer bij de strot grijpen en de moed waarmee hij misstanden durfde aan te kaarten’ aldus Michiel van Kempen, hoogleraar Caraïbische literatuur aan de UVA (De Groene Amsterdammer, 8 april 2020). In zijn Anton de Kom-lezing in 2005 zei oud-minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin, dat De Kom in de directe confrontatie met gewelddadig onrecht iets liet zien van echte universaliteit die verder reikt dan welke verschillen dan ook. Zo streed De Kom niet alleen tegen het Nederlands kolonialisme in Suriname maar ook tegen het Nazisme in Nederland dat hij beschouwde als een vorm van slavernij.
De Max Havelaar (1860) van Multatuli is inmiddels uitgegroeid tot een van de belangrijkste werken uit de Nederlandse literatuur en verankerd in het collectieve geheugen van Nederland. Niet alleen in Suriname maar ook in Nederland is de canonisering van Wij slaven van Suriname van deze strijder tegen kolonialisme en nationaalsocialisme op zijn plaats.
Verder lezen:
- de Kom. Zijn strijd en ideeën. Samengesteld door het Anton de Kom-Abraham Behr Instituut. Amsterdam 1989: Sranan Buku.
- Themanummer OSO. 75 jaar Wij slaven van Suriname. De turbulente biografie van een boek. 2010, jrg. 29, nr. 1 (193 pp.). Digitaal te raadplegen dbnl.nl > Oso
- Woortman & A. Boots, Anton de Kom. Biografie. Amsterdam 2009: Contact
- Anton de Kom, Wij slaven van Suriname, Amsterdam 2020: Atlas Contact (20e druk). Met een voorwoord van Tessa Leuwsha, Duco van Oostrum en Mitchell Esajas.
- Anton de Kom, We slaves of Suriname. Cambridge 2022: Polity Press
* Deze bijdrage is een bewerking van mijn lezing over Anton de Kom in de Centrale Bibliotheek Den Haag op 20 april 2022 op initiatief van het Gemeente Archief Den Haag en de Anton de Kom-stichting.