Hindorama

Let's get IN(fo)SPIRED!
  • NL
    • EN
  • HOME
  • NIEUWS
  • CULTUUR
  • LIFESTYLE
  • COLUMN
  • INTERVIEW
  • BIBLIOTHEEK
    • MIGRATIEGESCHIEDENIS
    • NEDERLAND
    • SURINAME
  • OVER ONS
    • CONTACT
    • VRIENDEN van HINDORAMA
    • ADVERTEREN
    • NUTTIGE LINKS | DOWNLOAD
INFOSITE

VHP INFORMATIE – Mediadienst

zaterdag, 28 maart 2020 by Redactie Hindorama

Publicatie:  15/5/20

Download

Presentatie Wederopbouwprogramma VHP 14 mei 2020 Persconferentie

VHP ontvouwt concreet Wederopbouw Programma

De VHP heeft donderdag haar Wederopbouw Programma gepresenteerd. Daarin geeft de partij aan hoe zij in een nieuwe regeerperiode met concrete plannen Suriname uit de crisis gaat halen en onze bevolking weer perspectief geeft op een nieuwe toekomst. Naast het verkiezingsprogramma – dat afgelopen januari werd gepresenteerd – ontvouwd de VHP nu ook hoe zij in een regering de financiële crisis concreet wil aanpakken. In het plan getiteld Onze toekomst maken we samen staat hoe de VHP op verschillende beleidsterreinen reeds plannen heeft om corruptie aan te pakken, buurten weer veilig te maken, midden- en klein bedrijven ruimte geeft om te groeien, de gezondheidszorg op orde wil brengen en de investering in onze kinderen via het onderwijs.

De plannen zijn een combinatie van het wegsnijden van de grove verspilling en corruptie door de NDP regering, het saneren van de schulden, het stimuleren van de economie en een pakket van maatregelen om de zwaksten in de samenleving te beschermen.

Voorzitter Chan Santokhi gaf aan dat een nieuwe regering de economische crisis als hoogte prioriteit zal oplossen, maar tegelijkertijd op ander vlak beleid zal maken. “Vanuit de VHP hebben wij het initiatief genomen om een groot aantal deskundigen, binnen en buiten de partij, te laten nadenken over het beleid in de komende vijf jaar, zodat wij tijd winnen. En na het aantreden meteen aan de slag kunnen. Het Wederopbouw Plan bevat de bouwstenen voor een Regeerprogramma en zal daarom aan de regeerpartners worden aangeboden”, aldus Santokhi.

Hij zei verder dat er in totaal meer dan 60 deskundigen hebben gewerkt aan het Wederopbouw Plan. Twee trekkers van het programma, econoom Stanley Raghoebarsing en socioloog professor Marten Schalkwijk gingen op de persconferentie dieper op het Wederopbouw Plan. Bij de totstandkoming is eerst in groepen gewerkt, waarbij deskundigen zijn uitgenodigd (ook veel niet VHP-ers). Er zijn probleemanalyses van alle sectoren gemaakt en oplossingen geformuleerd en rondgestuurd voor feedback. Er zijn strategische doelen vastgesteld. Er is gekeken naar de Sustainable Development Goals (SDG’s). Er is een sterkte en zwakte analyse van Suriname gemaakt. Er zijn rapporten over verschillende sectoren bestudeerd. Er is data verzameld uit de rapporten, maar ook uit de begroting. Waar nodig zijn additionele binnenlandse en buitenlandse experts benaderd.

Omdat de huidige regering niet transparant rapporteert (sinds 2014 is er geen jaarverslag van de Centrale Bank gepubliceerd), is gewerkt met de best beschikbare informatie, waarbij rekening moet worden gehouden dat een nieuwe regering een grotere financiële crisis aantreft dan nu bekend is. In het Wederopbouw Plan is ook rekening gehouden met de impact van de COVID19 epidemie.

Bij de regeringsformatie is er vanuit de VHP dus al een belangrijke bijdrage geleverd met dit Wederopbouwplan. Nadat de regering is geformeerd zullen er beleidsnota’s per ministerie gemaakt worden en nota’s per sector geschreven worden. Ook daarvoor kan het WOP als basis gebruikt worden. Santokhi benadrukte dat een nieuwe regering de plannen gaat uitvoeren met alle sociale partners en met Surinamers, ongeacht hun politieke kleur. “We hebben iedereen nodig, we hebben alle deskundigheid nodig. Onze toekomst maken we samen”.

*****

Publicatie:  10/5/20

51 Kandidaten 2020

De volledige kandidatenlijst van VHP kunt u terugvinden op https://www.vhpnederland.nl/kandidaten-2020. Op deze pagina treft u alle 51 kandidaten die deelnemen aan de verkiezing van 25 mei aanstaande.

*****

Publicatie:  30/4/20

VHP: zaak Hoefdraad mag niet in de doofpot

Alle leden van het parlement moeten hun verantwoordelijkheid nemen en voorkomen dat de zaak Hoefdraad in de doofpot verdwijnt. Alle leden, dus ook de NDP-fractieleden hebben zich te houden aan de wet en die is duidelijk. In zaken waar het OM ernstige verdenkingen heeft tegen een minister, moet zij de ruimte krijgen om dit tot op de bodem uit te zoeken. Integer bestuur dicteert de enige weg: opheffing van de immuniteit van de minister zodat hij in staat van beschuldiging kan worden gesteld. Andere regeringen hebben dit ook gedaan door zich aan de wet te houden, zelfs als het ging op een minister uit de eigen partij.

Het kiezersvolk doorziet het gedraai van de  NDP en zal dit ook kenbaar maken op 25 mei a.s. wanneer zij een einde maakt aan 10 jaar corrupt, incompetent en armoedebeleid van deze NDP regering. De NDP-fractie heeft zich de afgelopen jaren gedragen als een stelletje ja-knikkers. Ze hebben de rechtszekerheid steeds verder uitgehold. Ze hebben ingestemd met wetten die de rechtstaat ondermijnen, zoals bijvoorbeeld met terugwerkende kracht strafbare feiten van de minister van financiën rond het schuldenplafond te “witwassen”. In het recente statement van de NDP neemt zij niet alleen het politiek standpunt in om de minister blindelings te beschermen, maar speelt de NDP zelf voor rechter door de minister bij voorbaat onschuldig te verklaren. Zij somt daarbij zaken op die niet ter zake doen bij het onderzoek; zaken die niets te maken hebben met de inhoud van het strafdossier. De dreigende taal van de NDP richting het Openbaar Ministerie keurt de VHP dan krachtig af.

DNA is geen rechter en velt geen oordeel

Het Openbaar Ministerie o.l.v. de Procureur Generaal heeft het dossier over minister Hoefdraad naar DNA gestuurd, omdat dit de juiste procedure is bij een onderzoek tegen een bewindsman. Volgens artikel 140 van de Grondwet kan de PG niet zomaar tot vervolging van een politiek ambtsdrager (waaronder een minister) overgaan. De Nationale Assemblee moet de PG daartoe de ruimte geven. Het gaat dus niet om “de minister door tussenkomst van het parlement op te sluiten” zoals de NDP onterecht stelt, maar om het Openbaar Ministerie de ruimte te geven haar onderzoek grondig te doen. DNA velt dus ook geen juridisch oordeel en is geen rechter, maar stelt de onafhankelijke rechterlijke macht (waartoe de PG behoort) in staat haar werk te doen. Indien de minister niets strafbaars heeft gedaan zal dat blijken uit het onderzoek en dat hoort zo te zijn in een functionerende rechtsstaat. De NDP wil echter dat DNA nu al een oordeel velt door het onderzoek te stuiten en het Openbaar Ministerie te belemmeren haar werk te doen. Dat is politieke inmenging die niet toegestaan mag worden. Het is niet aan de NDP om de minister te oordelen of vrij te pleiten en ook niet aan de VHP of welke andere partij dan ook. Dat werk moeten wij aan de deskundigen overlaten die hiervoor zijn opgeleid en die de verantwoordelijkheid dragen.

De NDP ondermijnt vaker de rechtsstaat

Het is jammer te moeten constateren dat de NDP in de afgelopen jaren meerdere malen gepoogd heeft om de rechtsstaat en de onafhankelijke rechterlijke macht te ondermijnen. Dat is meerdere malen gebleken bij het 8 december proces, waarbij zelfs een amnestiewet werd aangenomen en het proces jarenlang gefrustreerd is. Ook na het overlopen van de DNA leden Sapoen en Chitan is de terugroeping gefrustreerd middels ad hoc wetgeving en het niet naleven van het rechterlijke vonnis. Vaker is de rechterlijke macht en met name ook de PG onterecht beschuldigd en zelfs bedreigd. Dit  terwijl de regering zelf misbruik van macht maakt zoals onlangs weer is gebleken in de mislukte ontvoering van dhr. Cairo door de Nationale Veiligheidsdienst. Daarover zwijgt de NDP in alle talen of probeert via haar woordvoerders zaken bewust te verdraaien.

Voortgang onderzoek

Het onderzoek naar minister Hoefdraad is niet pas een maand voor de verkiezingen opgestart, maar is begonnen toen minister Hoefdraad zelf op 21 januari de inmiddels ex-governor van de Centrale Bank beschuldigde van frauduleuze handelingen in DNA. Eind januari is toen de PG ingeschakeld voor het doen van onderzoek. Gebleken is dat ex-governor van Trikt zaken naar voren heeft gebracht die zijn uitgemond in het huidig dossier.  Het Openbaar Ministerie gaat gewoon door met haar werk van de afgelopen maanden en dat heeft dus niets met de verkiezingen te maken. Uit het onderzoek tot nu toe blijken o.m. 17 overheidsgebouwen verkocht te zijn aan de Centrale Bank voor 105 miljoen Euro, terwijl de bank die absoluut niet nodig had. Ook zijn royalties van de IAMGOLD meerdere malen aan financiers in onderpand gegeven. Kortom zaken die voldoende ernstig zijn om een gedegen onderzoek te rechtvaardigen.  Geen wonder dat de NDP dit zo snel mogelijk wil stopzetten, net zoals de vele corruptiezaken, want als de beerput echt open gaat zal de stank veel groter worden. De VHP roept alle geledingen in de samenleving op om samen op 25 mei een einde te maken aan deze willekeur van de NDP. Het is tijd voor een andere regering die voor het volk werkt, corruptie aanpakt en rechtszekerheid biedt aan alle inwoners, ongeacht hun afkomst, geloof of politieke kleur.

*****

Publicatie:  23/4/20

VHP standpunt inzake internationale waarnemers

Suriname heeft tijdens algemene en regionale verkiezingen in de afgelopen decennia altijd internationale en regionale waarnemers mogen ontvangen om het proces naar, tijdens en na de verkiezingen te monitoren en haar bevindingen kenbaar te maken. Deze waarnemingen dragen bij aan het nationale en internationale vertrouwen in geheime, transparante en eerlijke verkiezingen.

Vanwege de huidige Covid 19 situatie is het verwachtbaar dat verschillende internationale partners uitdagingen zullen hebben met het afvaardigen van missies.

De VHP heeft actief de traditionele waarnemers missies, zoals de Caribische Gemeenschap, de Organisatie van Amerikaanse Staten en de Europese Unie, geïnformeerd over de ontwikkelingen, zorgpunten en voorbereidingen tot dusverre en aangedrongen op een substantiële aanwezigheid bij de aanstaande cruciale verkiezingen.

Wij hebben inmiddels vernomen dat de Europese Unie vanwege de huidige Covid-19 situatie en de vigerende reisbeperkingen, dit jaar niet in staat zal  zijn een missie af te vaardigen. Wij hebben vernomen dat zowel Caricom als de OAS in een proces van voorbereiding zijn, om na te gaan op welke wijze aanwezig te zijn en de verkiezingen te observeren. De VHP benadrukt het belang van deze waarnemers missies en kijkt derhalve uit naar de finale beslissingen van beide organisaties.

De VHP is verheugd dat een aantal van de in ons land gevestigde bilaterale diplomatieke missies in principe de bereidheid hebben om zoals gebruikelijk ook de algemene verkiezingen op 25 mei a.s. waar te nemen en daarover te rapporteren. De VHP is de mening toegedaan dat vanwege de verminderde aanwezigheid van internationale en regionale missies, de waarneming door diplomatieke missies hier te lande een speciale dimensie krijgt.

Ongeacht deze waarnemers missies, zal de VHP bij de verkiezingsautoriteiten blijven aandringen op een eerlijk en transparant proces, een degelijke en tijdige voorbereiding en conform de wet en daarbij horende regelgeving handelen. Er rust een uitermate belangrijke verantwoordelijkheid op elke Surinaamse burger om hierop aan te dringen. Wij willen niet zien dat maar ook een individu haar of zijn recht via het stembiljet de toekomst van dit land mee te helpen bepalen, wordt benadeeld of dat recht onrechtmatig wordt ontnomen.

Voor de VHP is niet alleen de aanloop naar de verkiezingen belangrijk, maar evenzo een richtige uitvoering van de verkiezingen op de dag zelve en de telling van de stemmen. Zaken die in vorige jaren verkeerd zijn gegaan mogen zich niet herhalen.

Verschillende politieke partijen zullen vertegenwoordigers op verschillende stembureaus positioneren om het proces actief en secuur te volgen en daarover te rapporteren. De VHP zal deze informatie de gedurende gehele dag verzamelen en indien nodig bij de autoriteiten aan de bel trekken om corrigerend op te treden.

De VHP heeft in een eerder stadium reeds aangegeven dat zij de creatie van een nationaal waarnemers instituut ondersteund en daar veel heil in ziet. Zo’n instituut, goed uitgerust en aanwezig op elk stembureau, zal ten behoeve van het electoraat en het Volk van Suriname, de vinger aan de pols moeten houden. In de komende dagen zullen deze discussies verder gevoerd worden en zal nagegaan worden op welke wijze zo’n instituut met een breed maatschappelijk en politiek draagvlak gerealiseerd kan worden.

*****

Publicatie:  12/4/20

Transformatie zichtbaar op VHP kandidatenlijst 2020

Terugblik

De VHP heeft een lange traditie als partij en is één van de heel weinige partijen van het eerste uur die nog bestaat. Van de 12 politieke partijen en organisaties die in 1949 aan de eerste verkiezingen deelnamen zullen slechts 2 als zelfstandige partij ook aan de verkiezingen van 2020 deelnemen t.w. de VHP en de NPS. De VHP is vooral begonnen om de voormalige contractarbeiders die zeer gemarginaliseerd waren in de samenleving te emanciperen en te doen integreren in de samenleving. Dat is volledig gelukt en het moet gezien worden als een grote verdienste van de VHP.

Al in een vroeg stadium had de VHP oog voor andere groepen in de samenleving en de partij heeft altijd het nationaal belang in de politiekvoering centraal gesteld. Dat blijkt ook uit de bekende verbroederingspolitiek. In de jaren na de militaire dictatuur is er samen met andere partijen hard gewerkt om de democratie weer vorm te geven, de economie op gang te krijgen en instituten te versterken. Ook dat is gelukt, maar helaas werd dit een taak die verschillende keren herhaald moest worden. De afgelopen jaren is de VHP met een heroriëntatieproces bezig geweest onder leiding van de in 2011 gekozen voorzitter Chan Santokhi. Dat proces is begonnen met interne partijstructuren en regelgeving en daarna doorgevoerd naar verbreding van de partij.

Resultaat transformatieproces

Een transformatieproces is een gevoelig proces met name wanneer er veranderingen worden doorgevoerd in een partij met een lange traditie en gevestigde partijcultuur. De voorzitter moet daarom alle geledingen bij elkaar houden, terwijl hij de veranderingen doorvoert. Het belangrijkste doel van het transformatieproces is om de partij in de breedte uit te bouwen met name naar andere districten en niet-traditionele kiezers.  De tussenstand van dat proces kan thans getoetst worden aan de DNA kandidatenlijst van 2020 met name door deze te vergelijken met de DNA kandidatenlijst van 2015.

De VHP doet thans mee in alle 10 kiesdistricten met 51 kandidaten, terwijl in 2015 slechts in 5 districten met 13 kandidaten werd meegedaan. Dit betekent dat de partij duidelijk een nationaal karakter uitstraalt.

Op gebied van gender kan aangegeven worden dat thans 39% van de kandidaten een vrouw betreft, terwijl dit in 2015 slechts 15% was d.w.z. het is meer dan verdubbeld. Hiermee voldoet de VHP ook aan het quotum van minimaal 30%, welke door vrouwenorganisaties is aangegeven en dat internationaal als norm wordt gehanteerd. In 2015 was geen enkele vrouw lijsttrekker, terwijl nu in vijf van de tien districten een vrouw lijsttrekker is.

In 2015 had 92% van de kandidaten een Hindostaanse achtergrond en slechts 8% een andere etnische achtergrond. Thans is het aantal kandidaten met een Hindostaanse achtergrond gehalveerd  (45%), terwijl personen met een andere achtergrond zeer gevarieerd is en samen 55% uitmaakt t.w. Marron (21%), Javaan (14%), Creool (14%), en Overig (6%). Ook naar religieuze achtergrond is er een grote diversiteit.

Complex proces

Het proces van kandidaatstelling is ook nieuw geweest, waarbij een ieder kon solliciteren naar een functie als kandidaat. Daarbij moest men een formulier invullen en een curriculum vitae overleggen. In eerste instantie werden deze personen dan aspirant kandidaten, waarna een selectieproces volgde, waarbij een selectiecommissie adviezen heeft uitgebracht. Het hoofdbestuur heeft op basis van de adviezen een selectie gepleegd, welke is voorgelegd aan de verkiezingscommissie van de partij t.b.v. het partijcongres. Alle voorbereidingen waren dus getroffen, maar vanwege het verbod op grote bijeenkomsten kon het partijcongres van 560 leden geen voortgang vinden en moest het hoofdbestuur de kandidaatstelling afwikkelen. De VHP is de eerste partij waarbij een dergelijk transparant proces van kandidaatstelling heeft plaatsgevonden en ook de eerste partij die met haar kandidatenlijst naar buiten is gekomen. Het proces is nog niet perfect, maar we zijn een heel eind vooruitgekomen v.w.b. de interne partijdemocratie.

Transitie is een complex proces, waarbij je niet in één verkiezing een volledige omvorming van de partij kan krijgen. Je hebt een traditionele achterban, kader en werkers naast de nieuwe leden. In geen enkele bestaande organisatie ga je meteen 100% nieuw personeel zien; er moet continuïteit zijn en niet iedereen zal tevreden zijn, maar conflicten moeten beheersbaar zijn. Transitiemanagement is geen makkelijke taak en vergt goed leiderschap: bij veel organisaties lukt een transitie niet en valt de organisatie uit elkaar.

Uiteraard is het wel makkelijker nu de VHP alleen de verkiezingen ingaat en 51 kandidaten heeft gesteld, terwijl er in combinatieverband in 2015 maar 13 VHP kandidaten op de V7 lijst konden worden geplaatst. Indien de VHP in combinatieverband was blijven werken was de transitie hoogstwaarschijnlijk een heel stuk lastiger geweest. In dat opzicht is het alleen gaan van de VHP bevrijdend geweest en heeft veel meer talent de gelegenheid gekregen om zich te profileren.

De leiding van de partij is al met al zeer tevreden met het transitieproces tot nu toe. De response vanuit de gemeenschap is heel positief geweest. Wij gaan daarom op de ingeslagen weg verder.

VHP voorzitter,

Chan Santokhi

*****

Publicatie:  8/4/20

VHP presenteert kandidatenlijsten met nationale uitstraling

De VHP heeft vandaag de kandidatenlijsten voor alle tien districten van ons land bekend gemaakt. Het zijn lijsten die in zijn geheel een nationale uitstraling hebben. In vijf van de tien districten wordt de DNA-lijst getrokken door een vrouw. Het is voor het eerst in haar geschiedenis dat de VHP zelfstandig, in alle districten de verkiezingsstrijd voert. De DNA-lijsten zijn een weerspiegeling van hun district en de uitkomst van het transformatie proces van de VHP tot een waarachtige nationale partij.

“We zijn er trots op dat we de kiezer sterke DNA-lijsten kunnen bieden. Ze zijn een mooie mix van gender, leeftijd en culturele diversiteit. We hebben op de lijsten ook stevige kandidaten met een achtergrond in het bedrijfsleven, de wetenschap en verschillende andere maatschappelijke en geestelijke stromingen’, aldus voorzitter Chan Santokhi.

Nog niet eerder had de partij zoveel vrouwelijke lijstrekkers. Over de verschillende districten genomen zijn er 19 vrouwelijke kandidaten van verschillende culturen op de lijsten. “De VHP doet wat het zegt! We presenteren nu wat we hebben beloofd. Een partij waar elke Surinamer, ongeacht zijn ras, afkomst of geloof, zich thuis voelt. Nu is de volgende stap om bij de verkiezingen de grootste nationale partij van Suriname te worden.”, aldus Santokhi.

De weg naar de kandidaatstelling heeft meer dan een jaar geduurd, met trainingen, interviews en een open sollicitatieronde. In totaal hadden zich 160 aspirant kandidaten gemeld en ruim 1.500 DR en RR kandidaten. “Graag bedank ik een ieder die zich heeft ingezet om te komen tot deze lijsten. Het was geen eenvoudige taak voor de landelijke selectie- en advies commissies en de districtsselectie- en advies commissies. Iedereen heeft hard gewerkt en op zijn of haar manier een gewaardeerde bijdrage geleverd”, zijn de erkentelijk woorden van Santokhi.

Alle selecties zijn uiteindelijk  gepresenteerd aan het Centraal Verkiezings Orgaan. Die moest op zijn beurt, met een adviescollege voordrachten doen aan het Hoofdbestuur. Deze voordrachten zouden aan het congres worden voorgelegd. Door de Covid-19 epidemie, heeft het Hoofdbestuur, in overleg met het Congresbestuur, mandaat gegeven aan het Dagelijks Bestuur om de lijsten af te ronden. Er is daarbij rekening gehouden met de adviezen van de verschillende organen. Op dinsdag 7 april 2020 zijn de resultaten gepresenteerd aan het Hoofdbestuur, die ze heeft goedgekeurd.

Wij danken het dagelijks bestuur voor de gepleegde inspanningen zodat de lijsten konden voldoen aan de beginselen van de partij, rekening houdend met de opdracht aan het Hoofdbestuur door het Congres, gegeven in 2011.

Ons ‘doel:’ # Red Suriname, blijft recht overeind en wij zullen ons als VHP blijven inzetten voor een sterke regering met een sterke regeringsploeg voor een betere toekomst van ons land.

VHP

De kandidatenlijsten voor DNA

Paramaribo

  1. Krishna Mathoera
  2. Cedric van Samson
  3. Riad Nurmohamed
  4. Cheryl Dijksteel
  5. Dew Sharman
  6. Sham Binda
  7. Rui Wang
  8. Kishan Ramsukul
  9. Ronny Aloema
  10. Rayan Nannan
  11. Grachella Sluisdom
  12. Varsha Ramratan
  13. Thalicia Atmodimedjo
  14. Michelle Seedo
  15. Jason Gummels
  16. Reshma Kuldipsingh
  17. Ganeshkoemar Kandhai

Wanica

  1. Chan Santokhi
  2. Asiskumar Gajadien
  3. Reshma Mangre
  4. Sidik Moertabat
  5. Mohammad Mohab-Ali
  6. Henk Aviankoi
  7. Melissa Bruinhart

Nickerie

  1. Harriet Ramdien
  2. Niesha Jhakry
  3. Mohamedsafiek Gowrie
  4. Stephen Matzaleh
  5. Jeetendra Kalloe

Commewijne

  1. Roy Mohan
  2. Soerjani Karijomenawi-Mingoen
  3. Mohamedsafiek Radjab
  4. Mark Lall

Sipaliwini

  1. Harriette Lugard
  2. Olvie Gazon
  3. Violet King
  4. Evert Javinde

Saramacca

  1. Radjinder Debi
  2. Nathalie Amatmohamed
  3. Mahinder Jogi

Para

  1. Aleandro Karwofodi
  2. Desmond MacNack
  3. Soeshmakoemarie Bahadoer

Brokopondo

  1. Jozef Tooy
  2. Antonius Goedewacht
  3. Irene Main

Marowijne

  1. Rosinah Tomopawiro-Van Brussel
  2. Daniël Prika
  3. John van Genderen

Coronie

  1. Merlien Trustfull
  2. Cliffy Kartowitono

*****

Publicatie:  8/4/20

VHP: Noodwet in deze vorm overbodig

De VHP is van mening dat de concept noodwet in zijn huidige vorm overbodig is. Alle onderdelen die niet gericht zijn op de bestrijding van de Corona epidemie moeten worden geschrapt. Het huidige voorstel geeft de regering ongecontroleerde macht en zal fundamentele burgerrechten inperken. De maatregelen om de Corona epidemie te bestrijden moeten uitsluitend gebaseerd zijn op adviezen en inzichten van onze experts uit de gezondheidszorg.

Wereldwijd hebben democratische landen verregaande maatregelen genomen, zonder de grondwet buiten werking te stellen of essentiële rechten zoals de vrijheid van meningsuiting in te perken. Er zijn nu al voldoende wettelijke- en bestuurlijke instrumenten om sturing te geven aan de bestrijding van de Corona epidemie.

De noodwet brengt ook allerlei andere vragen met zich mee, zoals de periode dat het van kracht zal zijn en vooral het mandaat en de rol van de Nationale Assemblee. Voor de VHP is bijvoorbeeld niet duidelijk waar de geldigheidstermijn van drie maanden, die in de wet wordt genoemd, op is gebaseerd. Wereldwijd worden maatregelen rond de Corona epidemie genomen, die steeds van kortere duur zijn en telkens geëvalueerd worden op basis van de feitelijke ontwikkelingen rond de epidemie.

Voor de VHP staan de gezondheid en het welzijn van onze bevolking centraal. Als partij  ondersteunen we daarom de door medische deskundigen geadviseerde maatregelen, zoals onder andere ‘social distancing’ en een verbod op samenscholing in grote groepen. Op dit moment hebben wij geen indicaties of deze deskundigen meer of aanvullende maatregelen nodig achten. We kijken uit naar hun adviezen, die naar onze mening doorslaggevend moeten zijn.

Wat ons zorgen baart is het feit dat de regering de Corona virus situatie kennelijk wil aangrijpen of zelfs misbruiken voor verdere inperkingen van een aantal burgerrechten, door middel van een noodwet. Elke beperking moet ons inziens geworteld zijn in de vraag of het bijdraagt aan de bestrijding van Corina epidemie. Geen enkel ander criterium mag leidend zijn in deze situatie.

De samenleving wordt nu geconfronteerd met extra zorg over de eigen gezondheid. Dit boven op de economische ellende die zij ondervinden door het wanbeleid van deze NDP-regering. De regering wil nu een noodfonds instellen om de financiële ellende van personen en bedrijven te verlichten. Een dergelijk noodfonds hoort niet thuis in een noodwet. Dat fonds kan de regering nu al instellen. De VHP had eerder gepleit voor een dergelijk fonds, maar zoals vele andere deskundige adviezen heeft de regering niet willen luisteren.

De VHP verzet zich ook tegen bevoegdheden in de noodwet die het de DNA feitelijk onmogelijk maken het financieel beleid van de regering te controleren. Het biedt zelfs de ruimte om bijvoorbeeld de kasreserves verder te plunderen of over te gaan tot monetaire financiering. Allemaal bevoegdheden die de regering zonder overleg of politieke controle kan doen, als de wet wordt aangenomen. De VHP zal zich in het DNA tegen deze zaken verzetten.

Meer
  • Published in NIEUWS
Geen Reacties

Ontstaansgeschiedenis VHP Sympathisanten Nederland (VHP-SN) – Radjin Thakoerdin

vrijdag, 27 maart 2020 by Redactie Hindorama

Omslag van het verenigingsblad De Olifant

Jonge Olifanten Nederland (JON)
De interesse van jongeren in Nederland voor de Surinaamse politiek is altijd groot geweest. Op incidentele basis werden politieke discussiebijeenkomsten georganiseerd. Naar aanleiding van de gebleken behoefte aan gedachtewisselingen over de politieke situatie in Suriname, ging een groep Hindostaanse studenten en werkende jongeren ertoe over om dergelijke bijeenkomsten een meer regelmatig en structureel karakter te geven. Hieruit werd het initiatief geboren om een politiek werkverband op te richten, dat zich zou bezighouden met de Surinaamse politiek in het algemeen en de bijdrage daaraan door de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP). Dit werkverband zou zich tot jongeren moeten beperken en zo kwam de naam Jonge Olifanten Nederland (JON) tot stand. Met deze naam werd een zekere binding met de VHP Suriname beoogd zonder daarbij expliciet de naam van deze partij te bezigen.

Jnan Adhin (ondervoorzitter VHP)

Relatie JON/VHP
Tijdens een bezoek aan Nederland reageerde de ondervoorzitter van de VHP, dr. Jnan Adhin, zeer positief op het functioneren van een politiek werkverband in Nederland, dat relaties met de VHP in Suriname wenste te onderhouden. Op 29 december 1987 werd in zijn bijzijn ten huize van de heer Radjin Thakoerdin te Zoetermeer de JON geproclameerd. Het oprichtingsbestuur stelde daarna de conceptstatuten op, waarin de doelstellingen van JON als volgt werden geformuleerd:

  1. De JON richt zich in eerste instantie op die groep van gevormde Surinamers die de bedoeling hebben binnen niet al te lange tijd (binnen vijf jaar) naar het vaderland terug te keren om zodoende hun krachten ten dienste van Suriname te stellen.
  2. De JON heeft de bedoeling (toekomstig) Surinaams kader te bundelen om reflectie op het (maatschappelijk en) politiek gebeuren in Suriname in het verleden en heden, alsmede een bezinning op de toekomst van Suriname in politiek opzicht mogelijk te maken.
  3. De JON wil zich ook bezinnen op de betekenis van de VHP (Vooruitstrevende Hervormings Partij) voor het politiek beleid in Suriname, zoals het onder meer gestalte krijgt in actieprogramma’s en concreet politiek handelen.

Dr.mr.drs. J.H. Adhin, mr. J. Lachmon en drs. S. Harinandansingh tijdens het Congres “De vormgeving en ontwikkeling van het staatsbestel in Suriname in historisch perspectief” (Den Haag, 15 april 1989).

Voorts wenste de JON zich bij de VHP aan te sluiten en deed een officieel verzoek daartoe bij het hoofdbestuur. De beweegredenen waren:

  1. identificatie met de VHP-ideologie;
  2. de waardevolle bijdrage van de VHP in Suriname;
  3. verschaffen van een herkenningspunt voor VHP-sympathisanten in Nederland;
  4. de visie en het beleid in Frontverband uitdragen.

In verscheidene gesprekken die daarna werden gevoerd met de secretaris van de VHP, de heer Ram Sardjoe, tijdens diens verblijf in Nederland, werd van de kant van VHP duidelijk gemaakt dat de wet op politieke partijen van Suriname niet toestaat afdelingen buiten het Surinaams grondgebied op te richten. De Statuten van de VHP voorzien daar dan ook niet in. Een informele relatie, bijvoorbeeld uitwisseling van informatie, behoorde wel tot de mogelijkheden. Gedurende 1988 werden o.l.v. de heren Shyaam Sardjoe en Humbert Kartaram verschillende ledenwervingsacties gevoerd. De belangstelling bleek groot. Er werd een werkgroep politieke vorming ingesteld, met ais taak volgens een bepaald curriculum de ontwikkeling van de moderne Surinaamse politiek te behandelen.

Bezoek Frontleiders aan Nederland: (mede)oprichter, Radjin Thakoerdin, betuigt steun VHP-SN i.o. aan VHP-leider, Jagernath Lachmon.

JON in problemen
Er begonnen zich tekenen van verdeeldheid te tonen binnen het oprichtingsbestuur dat bestond uit: de heer B. Ori (voorzitter), de heer W. Parsowa (ondervoorzitter), de heer R. Thakoerdin (secretaris),  de heer R. Ramcharan (tweede secretaris) en de heer I. Orie (penningmeester). Eén stroming o.l.v. de heer Ori toonde zich teleurgesteld over het zich niet kunnen aansluiten bij de VHP, en de andere o.l.v. de heren Parsowa en Thakoerdin wenste op pragmatische wijze verder te gaan. De verdeeldheid bereikte een climax toen vanuit VHP in Suriname aan JON werd gevraagd om een ontvangst te organiseren voor de Frontleiders, J. Lachmon, H. Arron en W. Soemita, die op 27 november 1988 in Nederland voor besprekingen met de Nederlandse regering zouden arriveren. De JON-voorzitter weigerde medewerking te verlenen, waarop de bestuursleden Parsowa en Thakoerdin op de ledenvergadering van 26 november 1988 de steun van de leden vroegen en kregen voor een grootse manifestatie. Bij aankomst werd de heer J. Lachmon kort door de heer Thakoerdin toegesproken. Aan de VHP-leider werd duidelijk gemaakt dat de VHP-sympathisanten in Nederland waar mogelijk ondersteunend wilden zijn.

Lachmon tijdens een VHP-SN symposium (Houtrust Den Haag)

Akkoorden van Bel Air
In een gesprek tussen de heer Lachmon in het Bel Air Hotel op 2 december 1988 en een delegatie van het JON bestuur, JON-leden en andere sympathisanten werd zijdens de VHP-leider het volgende te kennen gegeven:

  1. sympathisanten van de VHP in Nederland zouden met de sympathisanten van de andere twee Frontpartijen (NPS en KTPI) moeten samenwerken en
  2. lidmaatschap van de vereniging diende niet tot jongeren beperkt te blijven, maar voor iedereen open te staan.

De daar aanwezigen konden hiermee akkoord gaan en met deze zgn.”Akkoorden van Bel Air” trachtte de pragmatische stroming binnen de JON, de vereniging alsnog op één lijn te krijgen, hetgeen echter mislukte. Tijdens een buitengewone Algemene Ledenvergadering op 24 december 1988 werd besloten:

– het vertrouwen in het JON-bestuur op te zeggen;
– het bestuur te ontbinden;
– de heren R. Thakoerdin en J. Oedjaghir met de opdracht te belasten een bestuur te formeren en dit ter goedkeuring aan de leden voor te leggen.

Bijeenkomst te Bel Air: samenwerking VHP/VHP-SN wordt geformaliseerd.

De VHP-Nederland (VHP-N) als te zijn een voortzetting van de JON zou zich dezelfde grondslag, doel en middelen eigen maken, met dien verstande dat de doelgroep niet perse tot de categorie “jong” behoefde te behoren, maar dat te allen tijde wel verjonging binnen de gelederen zou worden nagestreefd. Op 8 januari 1989 gingen de leden unaniem akkoord met het gepresenteerde team bestaande uit: de heer drs. S. Harinandansingh (voorzitter), de heer drs. W. Parsowa (ondervoorzitter), de heer drs. S. Mahesh (tweede ondervoorzitter), de heer R. Thakoerdin (secretaris), de heer P. Girjasing (tweede secretaris), de heer J. Sardjoe (penningmeester) en de heer H. Dhonre (tweede penningmeester). Na enige tijd trad de heer Girjasing af en werd opgevolgd door de heer drs. A.R. Ramdin. Op voorstel van de voorzitter werd de naam van de vereniging gewijzigd in VHP Sympathisanten Nederland (VHP-SN).

Ambassadeur ir. C.B. Ramkisor (Republiek Suriname) zittend uiterst rechts samen met VHP-SN bestuursleden: v.l.n.r. staand drs. A.R. Ramdin, J.M. Sardjoe, drs. W. Parsowa en zittend R. Thakoerdin, drs. S. Harinandansingh (voorzitter VHP-SN).

VHP-SN
Op 14 april 1989 werden de statuten van de VHP-SN gepasseerd en kort daarna presenteerde het bestuur ook het huishoudelijk reglement. In de bestuurssamenstelling deden zich gaandeweg een aantal wijzigingen voor. VHP-SN organiseerde een aantal grootse evenementen zoals het Congres “De vormgeving en ontwikkeling van het staatsbestel in Suriname in historisch perspectief” (Den Haag, 15 april 1989) en in samenwerking met de Werkgroep NPS Nederland, het Symposium “Nieuwe wegen in de relatie Suriname-Nederland” (Rotterdam, 16 maart 1991).

Uit: De Olifant, 1e jrg. 1991 (nulnummer)

Meer
  • Published in BIBLIOTHEEK, Nederland, NIEUWS
Geen Reacties

Veranderingen in de bevolkingssamenstelling van Suriname – Chan E.S. Choenni

donderdag, 26 maart 2020 by Redactie Hindorama

In de loop der tijd is de etnische samenstelling van bevolking in Suriname in aanzienlijke mate veranderd. Tot 1970 vormden Creolen de grootste bevolkingsgroep van Suriname. Daarna werden de Hindostanen de grootste bevolkingsgroep. De laatste 10 jaar is de Creoolse groep echter in omvang  niet meer de tweede grootste bevolkingsgroep. De Marrons, die voorheen bekend stonden als Boslandcreolen/Bosnegers zijn als gevolg van een hoog aantal geboorten de tweede bevolkingsgroep geworden. Er werd in 2003 bij de volkstelling een splitsing in de Creoolse groep ingevoerd tussen Gemengden en Creolen/Afro Surinamers. Een belangrijke verandering is eveneens dat de groep der Gemengden als aparte bevolkingsgroep in aantal blijkt toe te nemen. De Groep Creolen/Afro Surinamers is mede door deze splitsing in de statistieken gedaald, maar er is ook nauwelijks een bevolkingstoename waar te nemen onder hen. De Hindostanen zijn weliswaar nog steeds de grootste bevolkingsgroep in Suriname maar hun aandeel in de bevolking is afgenomen. Alleen de Javaanse groep is vrij constant als het gaat om hun aandeel in de bevolking. Tenslotte neemt het aantal Brazilianen en zogeheten ‘nieuwe’ Chinezen toe in Suriname.

Wij zullen de ontwikkeling van de Surinaamse bevolking schetsen vanaf 1922 tot en met 2012 aan de hand van de verschillende volkstellingen. Suriname is gaandeweg een multi-etnische samenleving geworden. De oorspronkelijke bevolking -de zogeheten Indianen-, die tegenwoordig Inheemsen worden genoemd, was niet groot. Het ging om enkele duizenden die voornamelijk in het binnenland woonden. Hun aantal nam door de jaren heen nauwelijks toe. In 1950 woonden er bijvoorbeeld slechts 3.700 Inheemsen in Suriname. In de 17de eeuw vestigden zich Blanken, waaronder ook Joden in Suriname. Tevens werden zogeheten slaven uit (zwart) Afrika overgebracht. De nakomelingen van deze tot slaafgemaakten die op 1 juli 1863 hun vrijheid kregen, werden later Creolen genoemd. In 1863 was Suriname echter een relatief kleine samenleving met slechts 60.000 inwoners. Naast een paar duizend Blanken, waaronder Joden was de grootste groep ruim 33.000 vrijverklaarden. Daarnaast was een grote groep kleurlingen, vermenging van ‘Blanken’ en ‘Zwarten’, die meestal al vrij waren verklaard. Tevens woonde in het binnenland een groep Marrons, namelijk weggelopen slaven en hun nakomelingen. Ook woonden er al Chinezen die als contractarbeiders waren overgebracht. Er waren 2.500 Chinezen overgekomen, maar velen zijn weer teruggekeerd. De overige hebben zich  vermengd met Creolen. Chinese vrouwen zijn toentertijd zelden geëmigreerd naar Suriname.

De bevolking van Suriname veranderde echter drastisch van samenstelling door de komst van Hindostanen en Javanen. Tussen 1873 en 1916 kwamen ruim 34.000 Hindostaanse contractarbeiders van India naar Suriname. Een derde ging terug naar India. Ook vestigden zich in deze periode ruim 3.000 Hindostanen uit het Caraïbische gebied in Suriname. Van 1890 tot 1939 zijn ongeveer 33.000 Javanen naar Suriname gekomen en ruim een vijfde keerde terug naar Indonesië.

Volksstelling

De eerste volkstelling van Suriname was in 1921. De bevolking van Suriname was in 1922 toegenomen tot in totaal 110.933 inwoners. Na de Tweede Wereldoorlog vond in 1950 de tweede volkstelling plaats. De bevolking bijna was verdubbeld en telde in 1950 telde Suriname in totaal 217.400 inwoners

Tabel I: bevolkingsgroepen in Suriname in 1922 en 1950

We zien dat in 1922 Creolen de helft van de Surinaamse bevolking uitmaakten, gevolgd door Hindostanen met al een ruim een kwart aandeel. Javanen vormden een tiende deel van de Surinaamse bevolking in 1922.

Toename

In 1950 vond de tweede volkstelling plaats en de Surinaamse bevolking blijkt te zijn verdubbeld. Er is een toename waar te nemen van alle bevolkingsgroepen. De Creoolse groep is nog steeds de grootste groep, maar het aandeel van de van oorsprong Aziatische groepen (Hindostanen en Javanen) is toegenomen tot bijna de helft van de Suriname bevolking. Wij zien ook de opkomst van de Marrons; zij vormden in 1950 een tiende deel van de Surinaamse bevolking. In 1950 woonden er 2.300 Blanken/Europeanen, waaronder de zogeheten Boeren (Boeroe’s) en 2.700 anderen, waaronder Syriërs en Libanezen.

Na 1950 groeide de Surinaamse bevolking snel. Voorafgaand aan de onafhankelijkheid in 1975 zag de Surinaamse bevolking er qua samenstelling als volgt uit. Wij gaan uit van de cijfers van het Algemeen Bureau Statistiek in Suriname vastgesteld op grond van de derde (1964) en de vierde volkstelling (1971).

Tabel II: bevolkingsgroepen in Suriname in 1964 en 1972

Wij zien een forse toename van de totale bevolking van Suriname tussen 1950 en 1964; er was een toename met meer dan 100.000 als gevolg van een vrij hoog geboortecijfer. Wij zien dat in 1964 de Creolen nog steeds de grootste bevolkingsgroep zijn, maar de Hindostaanse groep is sterk toegenomen. Beide groepen vormden ruim een derde van de bevolking. De Javaanse groep vormde een zevende deel van de bevolking. In 1972 blijkt dat Hindostanen de grootste bevolkingsgroep zijn geworden. Wij zien ook een toename van de groep Marrons, die in 1972 een tiende deel van de Surinaamse bevolking uitmaken.

Daling bevolking

Voorafgaand aan de onafhankelijkheid verloor Suriname door emigratie naar Nederland ongeveer een kwart van zijn bevolking en ook daarna hield de emigratie naar vooral Nederland aan. Er was een forse daling van de totale bevolking ondanks een groot aantal geboorten. In 1980 is er ook een volkstelling (de vijfde) gehouden. Dat was in de periode van de zogeheten  ’Revolutie’. Er werd  besloten de etnische afkomst niet meer te registreren. Mede daardoor is deze volkstelling niet zo bruikbaar. De totale bevolking van Suriname bedroeg in 1980 volgens deze telling 355.240. Wij zien duidelijk dat er sprake was van een daling van de bevolking ten opzichte van 1972. Dat had te maken met de grote emigratie uit Suriname naar  Nederland. Suriname verloor voor de onafhankelijkheid een kwart van zijn bevolking. De Surinaamse bevolking bleek echter na 1980 langzaamaan weer toe te nemen, zoals uit de onderstaande tabellen blijkt. In 2004 blijkt Suriname bijna een half miljoen inwoners te tellen en in 2012 is de bevolking toegenomen met 50.000 tot ruim een half miljoen inwoners.

Tabel III: bevolkingsgroepen in Suriname in 2004 en 2012

Opkomst Marrons

In 2004 blijkt dat Marrons in aantal al de derde bevolkingsgroep zijn geworden van Suriname; zijn net iets groter dan de groep Javanen. In 2012 blijkt dat de Marrons in aantal fors zijn toegenomen en hun aantal is sinds 1972 meer dan verdubbeld. Marrons zijn in aantal de tweede bevolkingsgroep geworden als gevolg van een hoog geboortecijfer. Dit hoge geboortecifer hangt samen met polygamie bij de Marrons, mannen die meerdere vrouwen hebben. De andere bevolkingsgroepen laten geen grote toename zien. De Hindostanen zijn nog steeds de grootste bevolkingsgroep maar hun aandeel in de totale bevolking is niet toegenomen ondanks een  toename met 13.000 personen tussen 2004 en 2012. Bij de Javaanse groep is zelfs een lichte daling in hun aandeel ondanks een bescheiden toename met 2.000 personen. Ook het aandeel van de Creoolse is licht gedaald ondanks een toename met 1.600 personen in deze periode. Er heeft zich meer vermenging plaatsgevonden onder deze groep. De Creoolse groep is in omvang de derde bevolkingsgroep geworden.

Opkomst Gemengden

Een andere belangrijke ontwikkeling is de opkomst van de Gemengden. In 2004 was een op acht Surinamers gemengd. In 2012 is hun aandeel toegenomen en was bijna een op de zeven Surinamers gemengd. De groep Gemengden was bijna net zo groot als de Javaanse groep. Het is te verwachten dat binnen niet al te lange tijd de groep Gemengden groter zal zijn dan Javaanse groep en op termijn ook groter zal worden dan Creoolse groep. In 2012 zijn tot de groep Overig gerekend de 20.344 Inheemsen (Indianen), 1.667 Blanken (Kaukasisch) en 7.166 overig. De Categorie Onbekend bestaat uit 1.590 onbekend en 1.805 weet niet. Er wordt beweerd dat vele duizenden Brazilianen en ‘nieuwe’ Chinezen in Suriname wonen. Het is lastig hun aantal vast te stellen. Volgens de officiële gegevens van de volkstelling in 2012 woonden in Paramaribo 1.686 personen met de Braziliaanse nationaliteit en 1.964 met de Chinese nationaliteit, en 3.885 met de Guyanese nationaliteit. Soms worden een aantal 20.000-30.000 Brazilianen genoemd en meer dan 10.000 ‘nieuwe’ Chinezen. Er zou hier onderzoek naar moeten worden gedaan, want dit zijn geen officiële aantallen.

Al met al is Suriname een multi-etnische samenleving gebleven. De bevolking was gedaald rondom de onafhankelijkheid als gevolg van grote emigratie. Daarna is het weer toegenomen en in 2012 had Suriname meer dan een half miljoen inwoners. Het aantal Marrons en Gemengden neemt fors toe. De Hindostanen vormen nog steeds grootste de bevolkingsgroep, maar hun aandeel in de bevolking neemt niet meer toe. Het aandeel van Creolen en Javanen daalt zelfs licht, ondanks een geringe toename. Brazilianen en ‘nieuwe’ Chinezen zijn nieuwe bevolkingsgroepen in Suriname en steeds meer zichtbaar in het straatbeeld.

Meer
  • Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Suriname
Geen Reacties

George Hindori, een van Surinames nationale helden – H. Ramsoedh

woensdag, 11 maart 2020 by Redactie Hindorama

George Hindori gold in 1975 en in de jaren daarna voor de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) en veel Hindostanen als een ‘verrader’ en ‘overloper’. Tijdens de politieke patstelling in Suriname rond de onafhankelijkheid in oktober 1975 hielp hij als oppositielid de regeringscoalitie aan een nipte meerderheid (1 stem) waardoor de onafhankelijkheid alsnog met een parlementaire meerderheid kon worden gerealiseerd. Als afstraffing voor zijn stap werd hij voor de VHP een ‘politieke paria’ en daarmee tot de politieke dood veroordeeld. Het odium ‘verrader van de Hindostanen’ zou hem tot aan zijn dood in 1986 blijven kleven.

Decennia later zouden prominente VHP-ers (waaronder Evert Gonesh, Sonny Hira en Stanley Raghoebarsing) pleiten voor een rehabilitatie van deze heroïsche Surinamer. Hira en Raghoebarsing richtten in 2015 een Comité op ter rehabilitatie van Hindori. Zij deden een dringend beroep op VHP-voorzitter Chan Santokhi om bij de viering van veertig jaar onafhankelijkheid Hindoris naam op passende wijze in ere te herstellen, hem te verheffen tot erelid van de VHP om hem daarmee postuum te rehabiliteren en te onderscheiden. In de optiek van de initiatiefnemers zou hiermee een politiek-historisch sentiment worden rechtgetrokken dat destijds werd ingegeven door de geest van de politieke ontwikkelingen rond de onafhankelijkheid in 1975. Met name Sonny Hira, oud-ambassadeur van Suriname in Brazilië, bleef zich beijveren voor eerherstel van Hindori. Tot op heden is men in VHP-kringen echter niet teruggekomen op de dwaling rond de stap van Hindori.

Buiten de VHP en een belangrijk deel van de Hindostaanse gemeenschap kan Hindori wel rekenen op waardering voor zijn stap; hij wordt gezien als de man die Suriname de onafhankelijkheid schonk. De Surinaamse staatsradio SRS riep hem in 1975 uit tot Man van het Jaar. Toen hij het veld in het Suriname stadion (het huidige André Kamperveenstadion) op de avond van de onafhankelijkheidsviering op 25 november 1975 betrad kreeg hij van de duizenden aanwezigen een staande ovatie. Bij de herdenking van veertig jaar onafhankelijkheid van Suriname in 2015 memoreerde de voorzitter van De Nationale Assemblée (Jenny Simons) in een buitengewone openbare vergadering Hindori als een van de helden van de onafhankelijkheid: ‘In plaats van burgeroorlog was er een onvergetelijk feest in Suriname. Hij [Hindori] maakte het niet alleen mogelijk dat de onafhankelijkheidsdag werkelijk kwam op 25 november 1975, maar bewerkstelligde ook dat de vijandelijkheden ophielden en de politieke opponenten elkaar de hand reikten. Hij heeft daarvoor, zoals dat gaat, een grote sociale en politieke prijs betaald’, aldus Simons (geciteerd in De Ware Tijd, 25 november 2015). Slechts een straatnaam op Blauwgrond herinnert aan deze held van de onafhankelijkheid: de George Hindoristraat.

De VHP-leiding hult zich nog steeds in een groot zwijgen rond de rehabilitatie van deze heroïsche Surinamer. Wat maakt dat de VHP-leiding nog steeds grote moeite heeft om het historisch sentiment jegens Hindori in heroverweging te nemen, alsnog tot rehabilitatie over te gaan, hem op te nemen in de eregalerij van VHP-prominenten en hem te beschouwen als een van de helden van Suriname’s onafhankelijkheid?

Alvorens antwoord te geven op deze vraag beschrijf ik hieronder eerst Hindori’s rol bij de onafhankelijkheid van Suriname. George Dewendrepersad Hindori (13 augustus 1934 – 26 januari 1986) studeerde af als landbouwkundig ingenieur in Wageningen. Na zijn studie was hij in Suriname werkzaam als staffunctionaris op het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. In 1968 werd hij gekozen als Statenlid namens de VHP, een functie die hij tot augustus 1980 bekleedde. Samen met Alwyn Mungra (arts en Statenlid) gold Hindori als een van de kroonprinsen van Lachmon.

De onafhankelijkheidsverklaring van de regering-Arron in februari 1974 leidde in Suriname tot grote politieke en etnische spanningen. De coalitie beschikte over een meerderheid van slechts drie zetels (22 voor de coalitie en 17 voor de oppositie). Toen in de loop van 1975 drie coalitieleden zich aansloten bij de oppositie namen de politieke spanningen in Suriname toe. Deze spanningen werden vergroot door de ramkoers van Arron en Lachmon. Arron had van de onafhankelijkheid een Creoolse zaak gemaakt en Lachmon verkeerde in de illusie dat hij alsnog de realisatie van de onafhankelijkheid kon verhinderen. De massa in Suriname reageerde ondertussen op de onzekere toekomst en de raciale spanningen met stille paniek door het land te ontvluchten. In de jaren 1973, 1974 en 1975 vertrokken er circa 66.000 Surinamers (ongeveer twintig procent van de bevolking) naar Nederland.
Door de opstelling van de drie dissidente coalitieleden zag het naar uit dat er voor de soevereiniteitsoverdracht geen parlementaire meerderheid te vinden zou zijn in Suriname. De voltallige oppositie uit Suriname vertrok in september 1975 vervolgens naar Den Haag om aan te tonen dat zij over een meerderheid in de Staten beschikte. Al voordat de oppositie in september 1975 naar Nederland vertrok rezen bij Hindori echter twijfels over de door Lachmon gevolgde ramkoers. Hindori stelde Lachmon vervolgens op 14 september 1975 schriftelijk op de hoogte van zijn afwijkende visie over de onafhankelijkheid: een vertrek naar Nederland had geen praktische betekenis, de onafhankelijkheid stond onomstotelijk vast, het was veel zinvoller tijd en energie volledig te benutten voor de voorbereiding en veilige waarborging van Suriname’s toekomstige staatsinrichting en –structuur. Het betekende met andere woorden een afwijzing van de tot dan gevolgde ramkoers door Lachmon, aanvaarding van de realiteit van de aanstaande onafhankelijkheid en er het beste van zien te maken. Over zijn afwijzing van de koers die Lachmon inzake de onafhankelijkheid volgde zei Hindori het volgende: ‘Ik kende Lachmon haast niet meer. Hij had zich gestrikt in een touw waaruit hij niet los kon…. mijn hart bloedde toen ik zag hoe hij in een bepaalde richting geduwd werd die op geweld moest uitlopen’ (geciteerd in Gonesh, Jagernath Lachmon 2015: 138). Lachmon had echter geen boodschap aan het advies van Hindori. Laatstgenoemde had op dat moment geen andere keus dan zich te conformeren aan de partijdiscipline en met de voltallige oppositie af te reizen naar Nederland. Zij werd echter door Den Haag terugverwezen naar Paramaribo. Van het kabinet-Den Uyl hoefde Lachmon geen steun te verwachten. Den Uyl stond pal achter de regering Arron inzake de onafhankelijkheid en stelde zich op het standpunt dat met de datum van de onafhankelijk­heid niet mocht worden gesold. In zijn optiek had zo’n datum ‘iets heiligs’.

Nadat de oppositie weer terug was in Suriname kwam het in de Staten echter niet tot een motie van wantrouwen tegen de regering-Arron. Een van de drie dissidente Statenleden die zich hadden aangesloten bij de oppositie zat inmiddels in het buitenland ondergedoken. In de Staten ontstond hierdoor een patstelling (19-19). De oppositie blokkeerde de parlementaire werkzaamheden en de Surinaamse politieke verhoudingen werden gekenmerkt door een scherp antagonisme tussen coalitie en oppositie. De oppositie gunde de coalitie geen succes en was erop gebrand de staatkundige verhoudingen met Nederland te bestendigen. Deze wrokkige houding nodigde de coalitie niet uit om gezamenlijk naar de soevereiniteitsoverdracht toe te werken. In coalitiekringen werd zelfs het idee geopperd om dan maar eenzijdig de onafhankelijkheid uit te roepen. Suriname leek af te steven op een raciale burgeroorlog.

De etnische spanningen namen toe toen het gezin van premier Arron op 13 oktober 1975 slachtoffer werd van een gijzeling, maar waaraan geen politieke motieven ten grondslag lagen. Op de televisie verklaarde Arron in een emotionele toespraak [now den wan kir mi– zij willen mij nu vermoorden] dat men het op zijn leven had gemunt. Hiermee wekte hij (bedoeld of onbedoeld) de suggestie dat de dader een werktuig was in handen van de Hindostaanse oppositie en dat politieke tegenstanders hiervoor verantwoordelijk waren. In reactie op de woorden van Arron werden stalletjes van Hindostaanse kooplieden in het centrum vernield en verschillende handelaren werden mishandeld en beroofd. Een onheilspellende situatie dreigde in het land. Hindori maakte zich zorgen over de steeds groter wordende tweespalt in de Surinaamse samenleving. In de VHP was hij echter een van de weinigen die bereid waren actie te ondernemen en een stap naar voren te doen.

Uit vrees dat de polarisatie tot een burgeroorlog zou leiden verbrak Hindori de politieke impasse toen hij op 14 oktober 1975 onverwacht op de televisie een aanbod deed tot samenwerking met de coalitie om toch nog de onafhankelijkheid erdoor te krijgen. Hij verklaarde dat hij besloten had om het partijbelang ondergeschikt te maken aan het landsbelang en mee te helpen het parlementaire werk weer op gang te brengen. Hierdoor kon conform de parlementaire democratische normen gebouwd worden aan het noodzakelijke juridische fundament van een onafhankelijke Suriname’. Hij wilde niet medeverantwoordelijk worden gesteld voor de gewelddadigheden en de rassenrellen die volgens hem ontegenzeggelijk zouden losbreken indien de onafhankelijkheid geen voortgang zou vinden door het optreden van de Hindostaanse oppositie (geciteerd in Gonesh, Jagernath Lachmon 2015: 139-140). Met deze stap van Hindori had de regering-Arron haar parlementaire meerderheid terug. Op de vraag van Arron wat Hindori van hem als tegenprestatie verwachtte zei laatstgenoemde: ‘Eén ding maar, en dat is dat je me je woord geeft dat jij je vanaf vandaag nu als nationaal leider gaat gedragen en niet als NPK-leider’. Over zijn verklaring op de televisie verklaarde Hindori later: ‘Dit was het moeilijkste moment in m’n leven. Ik heb gehandeld in ’t volste vertrouwen en oprechtheid. Het was een beproeving voor mezelf als ik uit de grond van m’n hart iets voor m’n land kan doen’ (‘Wat gebeurde er in de dagen voor 25 november?’, geciteerd in De Ware Tijd, 28 november – 4 december 2008, Nederlandse editie). Zijn stap werd in de samenleving als een bevrijding ervaren. Een ieder voelde na de toespraak van Hindori de ontlading in de samenleving. De parlementaire beraadslagingen konden weer worden hervat en de onafhankelijkheidsdag was gered.

Er zijn veel speculaties geweest over de vraag door welke motieven Hindori werd gedreven. Volgens sommigen hebben Nederlandse premier Den Uyl en de ministers De Gaay Fortman en Pronk op hem ingepraat en wisten zij hem te ‘bekeren’. In dit verband wordt ook de naam genoemd van de Surinaamse professor Rudolf van Lier in Wageningen die Hindori nog kende toen hij daar studeerde. In de optiek van Arron waren niet Den Uyl cs de regisseurs van het ‘verraad’ van Hindori maar is hij degene geweest die het ‘vogeltje’ [Hindori] in de klep heeft weten te krijgen (zie Meel, Man van het moment 2014: 203-211). Dat verschillende personen en politici in Nederland hebben ingepraat op Hindori dient niet uitgesloten te worden. Die gesprekken zullen hem eerder hebben bevestigd in zijn opvattingen rond de onafhankelijkheid dan dat die hem ‘bekeerd’ zouden hebben. Het was immers bekend dat hij binnen de VHP-fractie eerder zijn twijfels had geuit over de tot dan gevolgde strategie van de oppositie. Arrons verklaring moeten we zien tegen de achtergrond van het ‘opkloppen’ van zijn eigen rol bij het ‘binnenhalen’ van Hindori en een onderschatting van het intellect van en een ontkenning van de ethische principes die voor Hindori in deze kwestie leidend waren. Mensen die hem van nabij hebben meegemaakt (onder wie oud-parlementsvoorzitter Emile Wijntuin) omschrijven Hindori als een idealistisch en principieel mens die vond dat je niet voor het oog van de wereld je eigen onafhankelijkheid kon torpederen. Door de politieke patstelling in Suriname in het najaar van 1975 is Hindoris geweten gaan spreken en hij heeft gemeend uit vaderlandsliefde een daad te moeten stellen. Hij was ervan overtuigd geraakt dat Suriname niet langer welkom was in het Koninkrijk, voortzetting van de parlementaire blokkade voor Suriname daarom heilloos was en wilde niet tegen de stroom van de geschiedenis oproeien met het risico van een etnische burgeroorlog in Suriname.

Bij de oppositie sloeg Hindoris verklaring in als een bom. Lachmon had geen andere keus dan zich schoorvoetend neer te leggen bij dit fait accompli. De kloof tussen regering en oppositie kon vervolgens op 18 november – een week vóór de onafhankelijkheid – worden gedicht dankzij de fameuze brasa [omhelzing] van Arron en Lachmon in de Staten van Suriname. Het was een gebaar van verzoening waar de Surinaamse samenleving lang naar had uitgekeken. Hindori was de wegbereider van de brasa.

Hindori was in 1976 nog bereid terug te keren naar de VHP maar kwam voor gesloten deuren te staan. Lachmon weigerde zijn spijtbetuigingen te accepteren. Hij vervolgde zijn Statenlidmaatschap tot augustus 1980 als Statenlid namens de Hernieuwde Progressieve Partij (HPP). In 1977 behaalde de HPP in NPK-verband slechts één zetel, maar kreeg niettemin twee ministeries toebedeeld bij de kabinetsformatie. Hoewel Hindori beslist ministeriabel was koos hij voor het Statenlidmaatschap. Hij was zich naar alle waarschijnlijkheid ervan bewust dat een eventueel ministerschap door zijn politieke tegenstanders zou worden geïnterpreteerd als ‘beloning’ voor zijn politieke stap in 1975.

Lachmon was in staat zich te verzoenen met zijn politieke opponent Arron en zelfs met dissidenten binnen de eigen partij die zich in 1996 hadden afgescheiden en aangesloten bij de NDP-coalitie die de weg vrijmaakte voor de regering-Wijdenbosch (1996-2000). Voor Lachmon was Hindoris verklaring in 1975 echter een persoonlijke belediging die hem tot in het diepst van zijn ziel krenkte. Hij beschouwde de stap van Hindori als een van de meest donkere dagen in zijn politieke loopbaan en als onomkeerbaar. Lachmon heeft Hindori zijn ‘verraad’ nimmer vergeven. Lachmon was een politieke leider die absolute loyaliteit van zijn volgelingen eiste. Oud-premier Jules Sedney schreef dat Lachmon uitzonderlijk tolerant was tegenover andere bevolkingsgroepen, in het bijzonder tegenover Creolen. De Hindostaan daarentegen die niet wilde volgen, maar zijn eigen weg wenste op te gaan, hoefde niet op begrip te rekenen. Genade zou niet zijn deel zijn, aldus Sedney (geciteerd in J. Sedney, ‘Jagernath Lachmon als vredestichter, politieke stabilisator, vader des vaderlands’. Weekkrant Suriname, 24-30 juni 1989). Toen Hindori in januari 1986 overleed weigerde Lachmon aanvankelijk naar zijn crematie te gaan. Het was Arron die uiteindelijk Lachmon bewoog om toch naar de crematie te gaan. Hierover vertelde Arron: ‘Ik zei: Lach, dit kan je niet maken. We hebben toen twee gesprekken gevoerd en uiteindelijk heeft hij eraan meegewerkt om afscheid van Hindori te nemen (geciteerd in Meel, Man van het moment 2014: 211).

Ik kom hier terug op de vraag aan het begin waarom de VHP-leiding nog steeds grote moeite heeft om Hindori alsnog te rehabiliteren en hem te beschouwen als een van de helden van Surinames onafhankelijkheid. Voor een niet onbelangrijk deel heeft dit te maken met de partijcultuur binnen de VHP die ondanks bestuurlijke vernieuwing onder voorzitterschap van Chan Santokhi nog steeds is doordrenkt van de geest van Lachmon: eeuwige straf bij doorbreking van partijdiscipline, hoezeer ook ingegeven door ethische of ideële motieven. De partijdeur zal altijd gesloten zijn en blijven voor verraders, zoals een VHP-ingewijde mij meedeelde. Ik sluit daarnaast niet uit dat partijdinosaurussen nog steeds een grote invloed hebben binnen de partij en dat die naar alle waarschijnlijkheid zich nog steeds niet hebben neergelegd bij de realiteit van inmiddels vijfenveertig jaar onafhankelijkheid van Suriname. Voor deze lieden geldt naar alle waarschijnlijkheid dat een eenmaal uitgesproken ostracisme [politieke en sociale doodstraf] niet ongedaan kan worden gemaakt. Politiek leiderschap impliceert echter ook een dwaling onder ogen durven zien en kritische herbezinning op handelingen van personen in het verleden. Een bekend gezegde luidt dan ook: Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. De brasa van 1975 wordt beschouwd als een hoogtepunt in de politieke geschiedenis van Suriname, maar zonder de heroïsche rol van Hindori was deze niet mogelijk geweest; de geschiedenis van Suriname zou in 1975 en daarna anders zijn verlopen. Dit zou de VHP zich ter harte moeten nemen.

Fotobijschriften: George Hindori / Arron en Lachmon / Onafhankelijkheid Suriname 25 november 1975 v.l.n.r. Arron, van Genderen, Prinses Beatrix, Ferrier en Lachmon bij de plechtigheid / Mungra, Hindori en Lachmon

Meer
  • Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Suriname
Geen Reacties

De Surinaamse vlag in beeld – C. Choenni

zondag, 16 februari 2020 by Redactie Hindorama

Op 15 december 1954 werd het zogeheten Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden ondertekend en werd Suriname een Rijksdeel van het Koninkrijk. Gaandeweg ontstond de behoefte aan een eigen officiële Surinaamse vlag. Pas na 5 jaar, namelijk op 15 december 1959 werd een Surinaamse vlag officieel geïntroduceerd. Vóór deze datum was de officiële vlag in Suriname de Nederlandse vlag, die van boven naar beneden bestaat uit de kleuren rood, wit en blauw in een rechthoekige vorm. De eerste Surinaamse vlag bestond uit een witte rechthoek met daarop vijf sterren die met elkaar verbonden waren door een zwarte ellipsvormige band. De sterren hadden verschillende kleuren, grotendeels overeenkomend  met de vermeende huidskleur van de belangrijkste toenmalige bevolkingsgroepen van Suriname. De zwarte ster stond voor de Afrikanen (Creolen en Marrons), de bruine voor de Hindostanen, de gele voor de Javanen en Chinezen, de rode voor de Inheemsen (‘Indianen’) en de witte voor de Blanken. De witte achtergrond symboliseerde de vrede waarin de bevolkingsgroepen samenleefden.

Er kwam later echter veel kritiek op deze vlag. Er zou te veel nadruk liggen op de verschillen en daardoor zou veel minder de eenheid van het Surinaamse volk worden gesymboliseerd. In verband met de onafhankelijkheid werd voor de Republiek Suriname daarom voor een nieuwe vlag gekozen. Maar de oudevlag was dus bijna 15 jaar de nationale vlag van Suriname. De nieuwe nationale vlag van Suriname van de Republiek Suriname werd officieel in gebruik genomen op 25 november 1975 bij de viering van het bereiken van de onafhankelijkheid.

De vlag heeft de vorm van een rechthoek, waarop vijf horizontaal lopende banen en een vijfpuntige ster voorkomen. De vijf horizontale banen, van boven naar beneden zijn in drie kleuren: de kleur groen (dubbele breedte), wit (enkelvoudige breedte), rood (viervoudige breedte), weer wit (enkelvoudige breedte) en vervolgens weer groen (dubbele breedte). Rood symboliseert de vooruitgang en de strijd voor een beter bestaan; wit staat voor vrijheid en gerechtigheid (vrede) en de kleur groen is symbool voor de vruchtbaarheid van het land. In het centrum van de vlag bevindt zich een gele, vijfpuntige ster. De gele (gouden) kleur van de ster staat voor eenheid van de verschillende bevolkingsgroepen, opoffering, eensgezindheid en een gouden toekomst. De ster is rechtopstaand met vijf punten (hoeken), die de belangrijke bevolkingsgroepen moeten voorstellen. Al met al is de symboliek en de betekenis van de nationale vlag van Suriname treffend voor de diversiteit en harmonie en wat mij betreft, ook heel mooi.

Surinamers zijn over het algemeen dan ook zeer trots op deze vlag. In Suriname wappert de vlag fier op verschillende locaties, maar bijvoorbeeld ook in Nederland op plaatsen waar Surinamers wonen. Je ziet de vlag bij tropische winkels, maar ook tijdens sportwedstrijden is de mooie opvallende en onderscheidende Surinaamse vlag te zien. Vooral tijdens internationale sportwedstrijden dragen Surinamers hun vlag met trots. Zo is de Surinaamse vlag vaak te zien bij gevechtsporten als K1 en later MMA (Mixed Martiaal Arts) waar Surinamers domineren. Bij internationale organisaties waar vlaggen van alle landen wapperen, kijk ik altijd met trots naar onze mooie vlag tussen de andere vlaggen.

Tijdens mijn bezoek aan Guyana in december vorig jaar kon ik  met veel moeite de Surinaamse vlag ontwaren voor het Caricom gebouw in de hoofdstad Georgetown. Suriname is namelijk lid van de Caricom (Caribbean Community). Pas na lang turen zag ik de Surinaamse vlag. Waarom?  Tot mijn ontsteltenis was de Surinaamse vlag ’verkracht’. Oh nee, ik bedoel het natuurlijk niet letterlijk, maar in figuurlijke zin. De rode baan in deze vlag is veel te breed (zie foto) en dus proportioneel niet correct ‘ingenaaid’. De rode baan moet maximaal tweemaal zo breed zijn als de groene en niet drie tot vier maal breder! Ik hoop dat de Surinaamse regering i.c. de Surinaamse ambassadeur in Guyana, de heer Ebu Jones, zo snel mogelijk ingrijpt. Laat tenminste de juiste Surinaamse vlag fier wapperen in Guyana!

Bij de foto: Onjuiste Surinaamse vlag wappert voor het Caricomgebouw in Georgetown, Guyana.

Opmerking redactie: Overigens wordt ook in Nederland een onjuiste Vlag van Suriname online verkocht, waarop de rode baan te breed is en de twee groene banen te smal (zie hiernaast). Het is dan ook zaak dat deze onjuiste vlag zo snel mogelijk uit de handel wordt gehaald. Het zou goed zijn als het Surinaamse consulaat hier werk van maakt. 

Foto: Chan Choenni

Meer
  • Published in NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Geen Reacties

UFO’s boven Suriname – H. Ramsoedh

vrijdag, 17 januari 2020 by Redactie Hindorama

Op de avond van 18 maart 2012 belde een jonge vrouw paniekerig naar het ufo-meldpunt in Suriname dat er ‘vliegende schotels’ over haar huis vlogen. In de minuten die daarop volgden rinkelde de telefoon van het meldpunt nog vijf keer. De bellers vermoedden een buitenaardse invasie. Het waren allemaal meldingen uit de middenstandswijk Elisabethshof (Flamingo Park) in Paramaribo-Noord. Enkele dagen later meldde het meldpunt echter dat de lichtbollen wensballonnen waren geweest, lampionnen met een brander erin die waren opgelaten tijdens een verjaardagsfeest verderop in de wijk.

Toen professor Ruben Gowricharn mij begin december 2019 berichtte dat hij de volgende dag naar een promotiezitting moest van een zijn promovendi die zou promoveren op het onderwerp ufo’s boven Suriname dacht ik in eerste instantie dat hij mij in de maling nam. Een promotieonderzoek naar ufo’s kan toch niet serieus zijn was mijn primaire reactie. Ufo’s hebben namelijk bij mij een hoge giechelfactor. Immers van ufo’s in de VS is toch al lang bekend dat het meestal gaat om geheime Amerikaanse militaire objecten die door leken worden aangezien voor vliegende schotels. Ufo staat voor unidentified flying object, niet-verklaarde vliegende objecten. In 2012 werd door TU Delft nog een universitair docent lucht- en ruimtevaart onder toezicht gesteld vanwege zijn uitspraken over ufo’s. Hij was namelijk ervan overtuigd dat ze een buitenaardse oorsprong hebben.

Ufo’s boven Suriname echter bleek te gaan om een wetenschappelijk onderzoek waarop Tanya Wijngaarde (Amsterdam 1964) op 11 december 2019 aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde. Zij, bakra-uiterlijk maar met een Surinaamse vader en Nederlandse moeder, studeerde aan deze universiteit muziekwetenschappen met als specialisatie etnomusicologie. In de periode 2002-2016 werkte zij in Suriname als journalist bij onder meer Dagblad Suriname, De Ware Tijd en later bij het maandblad Parbode. Daarnaast deed zij als zzp’er redactie- en schrijfwerk voor commerciële uitgaven, voorlichtingsmateriaal en websites. Wijngaarde is al jaren geïnteresseerd in ufo’s en de verhalen erover. Samen met twee anderen richtte zij, na een ufowaarneming in 2009 die de voorpagina’s van kranten in Suriname haalde, het Surinaamse ufo-meldpunt op om in kaart te brengen wat er gezien werd en of dat te verklaren was. Zij wilde meer over het onderwerp weten en het leek haar een mooie kans om wetenschappelijk met de verhalen over ufo’s aan de slag te gaan. Zij belde rond naar verschillende hoogleraren in Nederland, maar die reageerden niet erg positief. Die gooiden de hoorn erop bij het woord ufo, vertelt Wijngaarde mij per mail. Uiteindelijk vond zij twee hoogleraren die wél geïnteresseerd waren, alleen was haar voorstel nog niet voldoende uitgewerkt.Vervolgens ontmoette zij in 2013 professor Ruben Gowricharn van de Promotiekamer die aan mensen in Suriname de kans bood te promoveren aan een Nederlandse universiteit. Die kans greep zij met beide handen aan. In 2016 keerde zij terug naar Nederland waarbij zij als buitenpromovenda haar promotieonderzoek combineerde met haar fulltime werk bij de Fraudehelpdesk.

De VS gelden als de bakermat van ufo-verhalen en buitenaardse wezens. Sinds de jaren vijftig is er in dit land sprake van een ufo-subcultuur. Ufo’s en buitenaardse wezens vormen een niet meer weg te denken onderdeel van de populaire Amerikaanse cultuur. Sciencefictionverhalen en in het bijzonder sciencefictionfilms (met als bekendste film E.T. uit 1982) ondersteunen het idee dat buitenaardse wezens in ufo’s de aarde bezoeken. Volgens een enquête in 2002 gelooft 56% van de Amerikanen dat ufo’s een realiteit zijn. Het zijn vooral blanke Amerikanen die belangstelling hebben voor ufo’s. Deze belangstelling reflecteert het culturele, raciale, religieuze en politieke landschap van de Verenigde Staten, bezien vanuit het perspectief van blanke Amerikanen, en is onder meer beïnvloed door ideeën over raciale hiërarchie en white supremacy. Dankzij moderne media verspreiden verhalen over ufo’s zich over grote delen van de wereld als onderdeel van het proces van mondialisering.

Wijngaarde ziet de theoretische relevantie van haar onderzoek in het feit dat de verspreiding en lokale receptie (ontvangst) van ufo-verhalen kunnen worden beschouwd als een specifiek onderdeel van de mondialisering. In haar proefschrift onderzoekt zij in hoeverre dit aspect van de mondialisering veranderingen ondergaat op religieus, ideologisch, cultureel en politiek gebied in een plurale samenleving als de Surinaamse. De centrale vraag in haar onderzoek is hoe de Amerikaanse ufo-verhalen worden overgenomen in een andere maatschappij dan de Amerikaanse. Haar hoofdvraag heeft zij uitgesplitst in een viertal deelvragen: welke factoren spelen een rol bij de lokale receptie van de Amerikaanse ufo-verhalen in Suriname; in hoeverre en op welke wijze worden samenzweringstheorieën uit de Amerikaanse ufo-verhalen overgenomen; in hoeverre en op welke wijze worden de religieuze aspecten overgenomen en in hoeverre en op welke manier worden de raciale elementen overgenomen?

De auteur koos voor Suriname als onderzoeksobject omdat zij enkele jaren actief was in kringen van Surinaamse ufo-geïnteresseerden en, zoals eerder gesteld, een van de oprichters was van het ufo-meldpunt in Suriname. Het betekent dat zij het onderzoek uitvoerde vanuit een positie als insider met alle voor- en nadelen waarbij zij in haar optiek niettemin voldoende afstand in acht kon nemen om als buitenstaander erover te schrijven. Wat betreft haar eigen standpunt met betrekking tot het verschijnsel ufo’s: enerzijds beschouwt zij ufo’s als mythologie, maar anderzijds sluit ze niet in alle gevallen uit dat ufo’s buitenaards kunnen zijn.

Alvorens in te gaan op de deelvragen van de auteur enkele opmerkingen over de belangstelling voor ufo’s in Suriname. Tussen 2009 en 2015 werden ruim tachtig ufo’s gemeld bij het Surinaamse ufo-meldpunt. Het organiseerde eens per jaar een lezing in combinatie soms met de vertoning van een film die gemiddeld door ongeveer tachtig mensen werden bezocht. De harde kern onder de belangstellenden bestond echter uit twintig tot vijfentwintig mensen. Haar onderzoeksgroep bestond uit honderdveertig personen en omvatte evenveel mannen als vrouwen. Alle bevolkingsgroepen waren vertegenwoordigd met daarbij een opvallende vertegenwoordiging van Hindostanen en Javanen. Onder de belangstellenden bevonden zich relatief veel personen met een opleiding op hbo- of universitair niveau en een hoge sociale positie onder wie artsen, ondernemers, universitair docenten, een oud-directeur van de Centrale Bank van Suriname, een minister, een lid van het parlement en een adviseur van de regering. Wijngaarde heeft niet de indruk dat Suriname in dat opzicht afwijkt van de VS of Nederland. Ook in Nederland zijn de ufologen die Wijngaarde kent hoogopgeleid en hebben zij een goede baan. De data voor haar onderzoek verzamelde zij door middel van participerende observatie bij ufologen, het voeren van informele gesprekken met ufologen, het volgen van openbare posts op sociale media en groepsmails van ufologen, en uit openbare bronnen zoals kranten, tijdschriften en televisie. Vanwege persoonlijke omstandigheden van de oprichters werd het Surinaamse meldpunt in 2015 opgeheven.

Ik bespreek hieronder de belangrijkste uitkomsten van haar onderzoek.

De eerste deelvraag betreft de factoren die een rol spelen bij de ontvangst van Amerikaanse ufo-verhalen in Suriname. De ufo-mythologie maakt actief deel uit van het verspreiden van de boodschap van de suprematie van de VS. Het gaat hierbij niet om dwang of een opgelegde dominante cultuur maar om soft power. Bij dit laatste gaat het om de grote invloed van de Amerikaanse populaire cultuur mondiaal gezien. De Amerikaanse ufologie reflecteert een overheersende positie van het christendom en raciale hiërarchie waarin blanken bovenaan staan en stereotyperingen worden gebruikt bij de beschrijving van niet-blanken. De raciale hiërarchie en de dominante positie van het christendom zien we terug binnen de ufologie in Suriname. Dit hangt volgens de auteur in de eerste plaats samen met de hegemonie van de VS en daarnaast met de koloniale erfenis die nog steeds van invloed is op de onderlinge verhoudingen in Suriname. Opvallend is dat veel Hindostanen overeenkomsten zien tussen de ufo-mythologie en de verhalen uit de Vedische geschriften. Zij zien in de ufo-mythologie een (indirecte en mogelijk onbewuste) erkenning van de Vedische verhalen door het Westen en als een bewijs van de geldigheid van de Vedische mythologie. Daarmee functioneren de ufo-verhalen voor verschillende Hindostaanse ufologen als een bevestiging en erkenning van hun identiteit.

De tweede deelvraag handelt over de samenzweringstheorieën uit de Amerikaanse ufo-verhalen. Het zijn vooral rechtsextremistische en fundamentalistische christelijke groeperingen in de VS die stellen dat kwaadwillende aliens in het geheim zouden samenwerken met de overheid en dat joodse leiders, vrijmetselaars en geheime genootschappen streven naar wereldheerschappij. Hun ideeën vinden we terug in de ufo-verhalen en complottheorieën. Het ufo-complotdiscours is in de optiek van de auteur ook nadrukkelijk aanwezig in de perceptie van de meeste Surinaamse ufo-belangstellenden en samenzweringstheorieën vormen dan ook een wezenlijk onderdeel van het discours in Suriname.

In de derde deelvraag gaat Wijngaarde in op de overname van religieuze aspecten van de ufo-mythologie. Hierbij gaat het om hoger geëvolueerde buitenaardse wezens en de alien als kwaadaardig wezen dat mensen ontvoert, medische experimenten uitvoert op de slachtoffers en seksuele handelingen met hen verricht. Voorts gaat het ook om de interpretatie van Bijbelverhalen vanuit het idee dat ufo’s daarin beschreven worden en vanuit het idee van een eindtijd. Een belangrijk verschil met de dominante Amerikaanse mythologie is dat er in Suriname weinig aandacht is voor ontvoeringen. Een ander opvallend verschil met de dominante mythologie dat er in Suriname meer aandacht is voor de plaats van ufo’s in het hindoeïsme dan in de VS.

In haar laatste deelvraag bespreekt de auteur de raciale elementen uit de Amerikaanse ufo-verhalen. In de Amerikaanse ufo-mythologie bestaat er een raciale hiërarchie met bovenaan de moreel en intellectueel superieure, blonde en blauwogige aliens (Nordics genoemd) en lager op de ladder de kleinere grijze of donkere wezens. Dit raciaal thema wordt overgenomen in Suriname maar op enkele punten wordt er een andere interpretatie aan gegeven. In het verborgen discours onder enkele Hindostaanse ufologen zou het door buitenaardsen gecreëerde slavenras een lager ras zijn waarvan de mensen van Afrikaanse afkomst stammen, dus Afro-Surinamers. Dit is in overeenstemming met de dominante mythologie. De Hindostaanse ufologen denken zelf af te stammen van (buitenaardse) rassen die hoger in de hiërarchie staan. Hiermee is het ufo-discours in Suriname volgens Wijngaarde een instrument waarmee lokale raciale spanningen worden geventileerd. Doordat dit discours echter niet openlijk werd geuit en het aandeel van Creolen onder de groep ufologen erg klein was heeft het de onderlinge relaties binnen de groep van ufologen niet beïnvloed.

Evenals de VS kunnen in Suriname de ufo-belangstellenden niet als een sociale beweging in sociologische zin worden beschouwd. In Suriname was het meer een informele groep zonder formele organisatie waarvan de betrokkenen participeerden via internet, e-mails of door het bezoeken van een lezing.

Wijngaarde ziet de aantrekkingskracht van de ufo-verhalen vooral in de geheimzinnigheid van het fenomeen: het onbekende, ongrijpbare en onverklaarde. Zij vindt het opvallend, zoals zij in haar slotconclusie schrijft, dat de ufo-mythologie inclusief de elementen van een racistische ideologie ook voor een belangrijk deel in een land als Suriname met een koloniaal verleden zijn overgenomen terwijl de bevolking de gevolgen van racisme en het idee van blanke superioriteit aan den lijve heeft ondervonden. Als verklaring voor deze attitude in Suriname ziet de auteur de doorwerking van de koloniale cultuur (generaties lange onderdrukking, het opleggen van een raciale en culturele norm en koloniaal onderwijs) die mede geleid heeft tot een automatische acceptatie van de dominante cultuur van Europa en de VS. Haar proefschrift is eigenlijk een pleidooi voor meer wetenschappelijke aandacht voor de populariteit van moderne mythen waarmee betwiste informatie wordt verspreid. Complottheorieën en ‘alternatieve waarheden’ zijn onmiskenbaar een onderdeel geworden van de moderne maatschappij, aldus Wijngaarde.

Fotobijschrift: Tanya Wijngaarde

Tanya Wijngaarde Ufo’s boven Suriname. De receptie van een Amerikaans mythologie. Amsterdam 2019. Academisch proefschrift.

Geïnteresseerden kunnen dit proefschrift bij de auteur bestellen door te mailen naar: ttwijngaarde@gmail.com

Meer
  • Published in NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Geen Reacties

8 Decemberdienst 2019 ~ Pta. Soeshila Baldew-Malhoe

zondag, 12 januari 2020 by Redactie Hindorama

Geachte broeders en zusters, goedenavond, Namaste,

We zijn vandaag weer bij elkaar, maar met een zekere mate van tevredenheid met betrekking tot het verloop van de rechtszaak. Het geeft een goed gevoel te weten dat de rechtstaat Suriname leeft. Er zijn groepen van mensen en personen in Suriname die niet kunnen of willen begrijpen dat Suriname deel is van een wereldgemeenschap. Wij leven niet alleen op de wereld. In elk beschaafd land staat en valt alles met de rechtsorde. En wanneer er recht gesproken is moet iedereen zich daaraan houden, ongeacht de maatschappelijke positie van de persoon. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn handelingen.

In de Yajurveda 34-4 staat:

Aum , yenedam bhutam bhuwanam bhawishat,, parigrihitam amritena sarwam.

           Yena yajyastayate saptahota, tanme mannah shivasankalpa mastu.

In deze mantra zeggen wij:

“God U heeft mijn  ”mana” mind/geest/ wil het vermogen gegeven het verleden, het heden en de toekomst te leren kennen. Het kan alle tijden overzien. Geef mijn Mana de kracht om uit de fouten van het verleden te leren opdat ik mijn toekomst kan corrigeren en verbeteren. Laat mij door goed handelen in het heden mijn toekomst verbeteren. God geef mij de kracht dat ik met behulp van mijn gezond verstand mijn mana/ mind kan beteugelen zodat ik geen verkeerde handelingen pleeg en mijn leven in goede banen kan leiden.

Deze  mantra is een van de zes mantra’s die gereciteerd dient te worden voor het slapen gaan, voor een goede nachtrust en om te overdenken of wij als mens door de dag heen geen fouten hebben gemaakt waarmee we onszelf schade berokkend hebben en ook anderen getroffen hebben. Het is een belangrijke introspectie.

In 36-6 van de Yajurveda zeggen wij:

“O god, net zoals een goede wagenmenner de paarden beteugelt en brengt waar hij wil, laat mijn verstand op de zelfde wijze mijn zintuigen beteugelen want deze slepen mijn “wil” overal naar toe. Geef mijn mana/ wil de kracht om het goede van het kwade te onderscheiden en mijn leven langs goede banen te leiden.”

Elk mens moet weten dat elke handeling consequenties/ gevolgen heeft. De heer Bouterse had toen moeten weten dat ooit de waarheid aan het licht zou komen. De wereld is Gods huis. Wij mogen hier wonen, vertoeven, maar we mogen Zijn gemaakte regels niet overtreden. Niemand heeft het recht anderen te doden. God heeft ons denkvermogen gegeven. We moeten weten dat wij anderen geen kwaad mogen doen. De Almachtige is een alomtegenwoordige kracht die overal aanwezig is. Hij ziet alles, weet alles wat er gebeurd. En….. Hij geeft de eerlijke een derde oog om alles te zien waarmee wij het kosmisch bewustzijn bevuilen. En dit derde oog heeft de Almachtige de drie rechters geschonken om het kwaad dat geschied is op 8 december 1982 te ontrafelen. Volgens de Vedische leer wordt de creërende kracht van de Almachtige Brahma genoemd. Dat is een mannelijke kracht. Maar de vernietiger van het kwaad en handhaver van het recht is een vrouwelijke kracht die Durga genoemd wordt. Is het niet Gods werk dat onze jonge natie drie Durga’s heeft voortgebracht die de waarheid hebben ontrafeld? De natuurlijke wetmatigheden van de wereld zijn gebaseerd op waarheid. Wat men ook doet, de waarheid zal altijd naar boven komen. Suriname heeft eindelijk kunnen tonen dat het een rechtstaat is. Dat  de rechtstaat leeft. Volgens de Vedische leer krijg je altijd de vruchten van je daden, goed of kwaad. Dat is de werking van de oorzaak-gevolgwet. Dit systeem kent geen vergeving. Ook de Bijbel zegt: “wat gij zaait zult gij oogsten”. Als je de oogst binnenhaalt, moet je niet vluchten als de vruchten zuur zijn. Want… ook dat wordt met rente beloond.

De heer Bouterse heeft totaal geen respect getoond voor de rechtstaat. In 1980 heeft hij de rechtstaat omver gegooid door een coup te plegen en 2 jaar later de moord op 15 eerbare burgers die vochten voor herstel van de democratie. Mensen die vinden dat ze niet schuldig zijn, gaan naar de rechtszaal om zich te verdedigen, om aan te horen wat de rechter zegt. Hoeveel respect heeft de persoon Bouterse voor de rechtsorde van Suriname? Immers, de zaak gaat om de persoon Bouterse en niet om President Bouterse. Als  President had hij juist het goede voorbeeld moeten geven als eerste burger van het land door naar de rechtszaal te gaan en zijn verhaal te doen in mannentaal. Dat zou hem beter staan in de hoedanigheid als President.  Door op reis te gaan in de periode van  de rechtspraak heeft hij niet alleen de rechterlijke orde geschoffeerd, maar de gehele Surinaamse bevolking. Hij heeft totaal geen goed voorbeeld gegeven aan het volk. Anderzijds heeft hij ook geen rekening  mee gehouden dat de hele wereld toekijkt. Hoeveel respect verwacht hij van de wereld? Wat moet er later over hem staan in de geschiedenisboeken? En dit alles geeft Suriname een enorme imagoschade.  In elk geval is er recht gesproken. Mensen kunnen de geschiedenis niet voor lange tijd blijven vervalsen. De Goddelijke kracht is altijd sterker. En het is deze Goddelijke kracht die de nabestaanden de kracht en de guts heeft gegeven om te blijven strijden. Na 43 jaar hebben we nu dit resultaat. Ik ben ervan overtuigd dat de Almachtige ons zal bijstaan om de toekomst van Suriname te verschonen van alle smet. Ik wens de gehele Surinaamse bevolking  en de rechterlijke macht heel veel sterkte toe.

Meer
  • Published in NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Geen Reacties

Unieke boekpresentatie India and The Netherlands

zondag, 22 december 2019 by Redactie Hindorama

Wist u dat de eerste Indiër naar Nederland kwam in 1667? En dat de beroemde schilder Rembrandt van Rijn maar liefst 9 tekeningen gemaakt heeft van Moghuls, geïnspireerd door de Indiase miniatuurschilderijen? Of dat de Nederlandse VOC voor het eerst in India aankwam in 1602 en dat India daarmee een bijdrage heeft geleverd aan de Gouden Eeuw? Al deze wetenswaardigheden zijn nu bijeengebracht in een bijzonder mooi en fraai uitgegeven boek van de Indiase ambassadeur in Nederland. Venu Rajamony is nu ruim twee jaar ambassadeur van India in Nederland maar nu al zeer verknocht aan de bijzondere economische en vooral culturele band tussen deze beide landen.

In aanwezigheid van ruim honderd mensen van zowel Surinaams-Hindustaanse als Indiase afkomst werd onlangs het zeer lezenswaardige boek India and The Netherlands – Past, Present and Future – van de Indiase ambassadeur Venu Rajamony gepresenteerd. Deze bijzondere boekpresentatie was georganiseerd door Uitgeverij Surinen, in samenwerking met de Dienst Openbare Bibliotheek van de gemeente Den Haag en de Indiase ambassade. De activiteit vond plaats in de debatruimte van de openbare bibliotheek aan het Spui in Den Haag. Tijdens een zeer geanimeerde bijeenkomst hield de ambassadeur een inleiding over de totstandkoming van het boek. Vervolgens was er een vraaggesprek tussen de ambassadeur en oud-wethouder Rabin Baldewsingh over de inhoud van het boek. Daarna mochten de aanwezigen ook vragen stellen. Vervolgens werd er een exemplaar aangeboden aan zowel de Haagse openbare bibliotheek als aan Rabin Baldewsingh. Het geheel werd opgeluisterd met muziek door Lex Bholasing.

Venu Rajamony’s India and The Netherlands – Past, Present and Future – is een encyclopedisch boek over de 400 jaar durende relatie tussen India en Nederland en het interculturele erfgoed dat met deze band is ontstaan. Het boek belicht de belangrijke plaats die India inneemt in het Nederlandse wereldbeeld en de relatie tussen de twee landen die wordt gewaarborgd door sterke economische banden en levendige uitwisselingen op het gebied van cultuur, sport en yoga. Het boek geeft levendige momentopnamen van de relaties tussen de twee naties door de eeuwen heen. Het brengt persoonlijkheden tot leven die met hun bijdragen het Indo-Nederlandse discours hebben gevormd, soms zelfs ook met informatie die niet eerder bekend was. Het herinnert eraan dat India en Nederland vooral een culturele en intellectuele veerkracht delen, die de uitdagingen van de tijd hebben overleefd. Het boek benadrukt ook de bilaterale kracht tussen de landen en het wederzijdse potentieel voor de toekomst van zowel India als Nederland.

Vlak voor zijn recente staatsbezoek aan India werd het boek ook al aangeboden aan koning Willem-Alexander. De koning zei het volgende over het boek: “India is een zeer belangrijk land voor Nederland. Het schrijven van dit boek is een geweldige klus van de Indiase ambassadeur in Den Haag. Ik ben hem dankbaar dat hij veel te weten is gekomen over de geschiedenis van onze twee landen.”

Eerder is door Hindorama het monumentale boek van ambassadeur Rajamony ook besproken in een uitgebreid interview dat Chan Choenni en Radjin Thakoerdin onlangs met hem hadden. Zie het artikel elders op deze website. India and The Netherlands – Past, Present and Future – is zeer aan te bevelen. Het boek bevat een schat aan informatie over het cultureel erfgoed van India en Nederland en geeft ook veel inzichten in de politieke en economische verhoudingen tussen beide landen. Een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in India.

Het encyclopedisch boek kost € 39,99 en kan worden besteld bij www.bombayink.nl

Foto: Ranjan Akloe

Meer
  • Published in Korte berichten, NIEUWS
Geen Reacties

Handboek over past-life therapie in Suriname – S. Gangapersad

zondag, 08 december 2019 by Redactie Hindorama

PARAMARIBO – Ronald van der Maesen en Cecillia Manichand hebben vorige week een handboek over past-life therapie in Suriname uitgebracht. Het boek bevat informatie over deze nieuwe therapie, de behandeltechnieken die worden toegepast en de resultaten van een tevredenheidsonderzoek onder meer dan honderd cliënten.

Complement
Het handboek wordt gezien als een enorme aanwinst, complement (aanvulling) voor de gezondheidszorg en bekroning van ruim twee decennia werk in Suriname. “Reïncarnatie is de basis voor past-life therapie. Vaak wordt reïncarnatie geassocieerd met het hindoeïsme, maar het is veel universeler”, zegt professor Jack Mencke, die het voorwoord van het boek heeft neergepend. “De ziel is eeuwig en incarneert. Niet alleen de Hindoes geloven het, maar ook in andere culturen, zoals bij de Saramaccaners is dit bekend. Die groep gelooft dat eigenschappen van de overleden persoon terugkomt in het lichaam van een nieuw geborene. Dit handboek geeft inzichten in de mogelijkheden van past-life therapie voor chronische, psychische, lichamelijke en relationele problemen. Het is een vernieuwing in het wetenschappelijk denken”, benadrukt Mencke en noemt daarbij ook de promotie van Kamla Nannan Panday-Jhingoerie die in februari haar proefschrift over pluralisme/integratie van past-life therapie in de gezondheidszorg presenteerde.

Verworvenheid
In de 535 pagina’s van het boek worden drie facetten behandeld: past-life therapie en de ontwikkeling ervan, behandeltechnieken en de praktijk. “Als vedantik en filosoof geloof ik in de wet van karma. Kennis kun je op verschillende manier krijgen: door waarneming, het af te leiden, analogie, deductie of door ervaring. Past-life therapie is voor mij het bewijs en bevestiging van alles wat ik heb gelezen in boeken zoals de Bhagavad Gita en Upnishads.  Voor de gezondheidszorg is dit boek een zegen. Er zal weerstand zijn om het toe te passen, maar  dat moet je overwinnen. De regering is bezig met een commissie voor alternatieve geneeswijzen. Groepen krijgen een platform om door toetsing, scholing en praktijk emperisch materiaal te verzamelen. We moeten meer vaart zetten. Laat het niet zo zijn dat de Wereld Gezondheidsorganisatie ons deze nieuwe therapie aanbiedt, maar laat het onze verworvenheid zijn”, zegt vicepresident Ashwin Adhin die het eerste exemplaar van het boek heeft ontvangen en zich zelf ook in de materie heeft verdiept.

Uniek en zorg op maat
Bij past-life therapie worden de oorzaken van klachten en problemen niet alleen in het huidig leven, maar ook in vorige levens gezocht en gevonden. Dit maakt de therapie uniek en zorg op maat. Het vinden van de oorzaak, veelal traumatiserende gebeurtenissen die alsnog moeten worden verwerkt, leidt tot een traumabehandeling waarvan de positieve resultaten wetenschappelijk zijn aangetoond. Ook mensen met ‘vreemde’ niet-eigen, vaak hinderlijke energieën ervaren bevrijding. In het boek is opgenomen het resultaat van een tevredenheidsonderzoek onder honderd cliënten, die in de afgelopen vijf jaar in deze behandeling hebben ondergaan. Daarnaast bevat het boek twintig casussen van Nederlandse en Surinaamse therapeuten waarin aandacht wordt besteed aan de behandeling van levensbedreigende ziekten, dementie, werken met kinderen, innerlijk kind, winti, celtherapie en intermediair therapie wanneer de cliënt zelf niet in therapie kan verschijnen.

Bij de foto: De schrijvers Cecillia Manichand en Ronald van der Maesen bij de presentatie van het handboek over past-life therapie in Suriname.

Foto: Sabitrie Gangapersad

Meer
  • Published in NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Geen Reacties

Viering 70ste India Constitution Day – S. Gangapersad

vrijdag, 29 november 2019 by Redactie Hindorama

Een commissie onder leiding van jurist en econoom Bhimrao Ambedkar  heeft twee jaren, elf maanden en zeventien dagen gewerkt aan de grondwet van India.  Deze werd op 26 november 1949 aangenomen en ging twee maanden later, op 26 januari 1950, van kracht. De Indiase ambassade in Suriname heeft de 70ste Constitution Day (aanname van de grondwet) herdacht met een expositie over het leven van Ambedkar.

Blijvend
“De grondwet van India is de tweede grootste in de wereld en bevat 395 artikelen waarin verschillende aspecten zoals veiligheid, gelijkheid en de rechten en plichten van burgers aan de orde komen. Voor de commissie was het geen gemakkelijke taak om dit document tot stand te brengen in een land met meer dan 122 talen, 1600 dialecten, zeven grote godsdiensten en zo een grote diversiteit. Toch is dit gelukt en is de grondwet nu nog relevant en blijvend”, zegt ambassadeur Mahender Singh Kanyal. India is een democratische republiek met een overwegend federale structuur. Aan het hoofd staat een president. De taken van de president zijn grotendeels ceremonieel. De uitvoerende macht ligt bij de raad van ministers die wordt geleid door een premier. De president benoemt de premier die wordt voorgedragen door de coalitie. Ministers worden door de president benoemd op voordracht van de premier. Het parlement kent twee kamers: het hogerhuis (Rajya Sabha) en het lagerhuis (Lok Sabha) en bestaat uit 790 leden: 245 van Rajya Sabha en 545 van Lok Sabha. De minimale leeftijd om te kunnen stemmen is achttien jaar.

Goddelijk geïnspireerd
Het publiek is onder de indruk van alles dat er over de grondwet van India is gezegd en kijkt respectvol naar de plaatjes van Ambedkar. “Het is bijzonder dat het document in deze tijd, na wat kleine aanpassingen, nog relevant is. Dit is niet door de mens gemaakt, maar goddelijk geïnspireerd”, merken een paar mensen op. De expositie over Ambedkar begint met markante quotes over de grondwet van leiders zoals oud president Abdul Kalam en de huidige premier Narendra Modi. Er staan daarna foto’s van verschillende ontmoetingen en beraadslagingen die Ambedkar had met groeperingen om te komen tot de grondwet.  De expositie eindigt met illustraties over zijn dood op 6 december 1956 en herdenkingsmomenten rond zijn sterfdag.

Ruggengraat

Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons die samen met Kanyal de opening van de expositie heeft verricht, noemt de grondwet de ruggengraat van een land. “De grondwet geeft kracht en fungeert als anker bij het uitzetten van ontwikkelingsplannen. Als we kijken naar wat India in de afgelopen zeventig jaren heeft bereikt, dan is dat prijzenswaardig. Het land speelt op verschillende gebieden een leidende rol. Ik noem hierbij onder andere de ontwikkeling van hernieuwbare energie, wat erg relevant is in deze tijd van klimaatsveranderingen.” De assembleevoorzitter onderstreept de goede banden die Suriname en India met elkaar delen en feliciteert het land en de bevolking met het jubileumjaar voor aanname van de grondwet.

Bij de foto: Opening expo en overhandiging van een boek over de grondwet aan Jennifer Geerlings-Simons door de ambassadeur van India, de heer Mahender Singh Kanyal

Foto’s: Indiase Ambassade

Meer
  • Published in NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Geen Reacties
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8

Zoeken

  • EN | Colofon | Adverteren [About us]
  • Gebruikersvoorwaarden
  • Privacy- en cookiebeleid
  • Contact | e-mail: info@hindorama.com

Schrijf je in voor onze Hindorama Nieuwsbrief

Door u in te schrijven voor onze GRATIS NIEUWSBRIEF blijft u op de hoogte van de meest recente informatie.

https://youtu.be/1f2v0db5gao
Hindorama

© 2021 Sampreshan/Hindorama | Alle rechten voorbehouden. | All rights reserved.

TOP