Suriname en Guyana: Politieke leiders en hun ondemocratische inborst – Hans Ramsoedh
Zowel in Suriname als in het buurland Guyana zijn kortgeleden verkiezingen gehouden. In beide landen weigeren de zittende presidenten zich echter neer te leggen bij hun verkiezingsnederlaag. Bij de afgelopen verkiezingen op 25 mei in Suriname leed Bouterses Nationale Democratische Partij (NDP) een grote nederlaag (van 26 naar 16 zetels). Hij wenst een hertelling van de stemmen in Paramaribo. David Granger is sinds 2015 president van Guyana. Bij de verkiezingen op 2 maart verklaarde de zittende regering dat zij, nog voordat de officiële verkiezingsresultaten bekend waren, de verkiezingen met één zetel verschil gewonnen te hebben. Oppositie en internationale waarnemers spraken van een frauduleuze verkiezingsuitslag. Onder grote internationale druk besloot de Guyanese regering tot een algehele hertelling van de stemmen. De Guyanese Kiescommissie maakte op maandag 8 juni bekend dat de oppositie met 33 zetels de verkiezingen had gewonnen, terwijl de partij van president Granger 31 zetels had behaald. Granger legde zich echter niet neer bij de verkiezingsuitslag en sprak van fraude bij de hertelling.
Hoe verliep het proces in Suriname na de verkiezingen? De uitspraak van het Surinaamse volk was ondubbelzinnig: exit Bouterse en de NDP. De bevolking had meer dan genoeg van het desastreuze sociaaleconomisch beleid, de endemische corruptie, de uitverkoop van de natuurlijke hulpbronnen, de torenhoge staatsschuld en de zelfverrijking door een kleine groep rond de president. In een democratisch bestel is het gebruikelijk dat verliezers zich neerleggen bij de verkiezingsuitslag en de winnaars feliciteren met hun verkiezingsoverwinning. Het betekent voor de verliezende partij dat zij plaats neemt in de oppositiebanken en zich onderwerpt aan een reflectie op de oorzaak van de verkiezingsnederlaag. Tot op heden heeft de NDP-leiding zich echter nog steeds niet officieel neergelegd bij de verkiezingsuitslag. Vóór de verkiezing verklaarde Bouterse nog: ‘Het volk is de baas is en wij moeten het hoofd daarvoor buigen’. Reeds een dag na de verkiezingen was hij zijn uitspraak allang vergeten, want toen hem duidelijk werd dat zijn NDP de grote verliezer was, eiste Bouterse een algehele hertelling in het hele land in aanwezigheid van camera’s. Enkele dagen later werd in plaats van algehele hertelling een hertelling van de stemmen in Paramaribo geëist. Volgens de NDP zouden er onregelmatigheden geweest kunnen zijn op de dag van de stemming. Door deze partij werden echter geen concrete voorvallen aangegeven met betrekking tot mogelijke onregelmatigheden. Hertelling is bovendien geen zinvolle exercitie aangezien alle stembureaus onder supervisie stonden van NDP’ers. De organisatie van de verkiezingen verliep behoorlijk chaotisch, maar van fraude was volgens de voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), Jennifer van Dijk-Silos, geen sprake. Zij verklaarde dat zij in haar twintigjarige carrière bij het OKB nog nooit zoveel chaos had gezien en dat het Ministerie van Binnenlandse zaken blijk gaf van ‘incompetentie’ en ‘een enorm brevet van ongeschiktheid wat betreft de organisatie van de verkiezingen’. De organisatie van de verkiezingen was op z’n paars: verkeerde stembiljetten die afgeleverd werden bij de stembureaus, kiezers die op sommige stembureaus al gestemd hadden werden opgeroepen om opnieuw hun stem uit te brengen en er ontbraken in Paramaribo nogal wat processen-verbaal van een aantal stembureaus et cetera. Met name de officiële afhandeling van de stemmen in Paramaribo leverde veel commotie op. In de optiek van oppositie werden door de NDP-regering pogingen ondernomen om te interveniëren in het democratisch proces van het tellen. Waarnemers van diverse politieke partijen hebben een week lang nachten doorgebracht in de Anthony Nesty Sporthal (ANS) waar de administratieve afhandeling van de stembiljetten van het kiesdistrict Paramaribo plaatsvond. Dit om te voorkomen dat er gefraudeerd zou worden. Al met al duurde het tien dagen voordat de officieuze uitslag van Paramaribo bekend werd gemaakt. Het vermoeden bestond dat van regeringswege sprake was van een vertragingstactiek om te kunnen frauderen.
Ondanks het grote verlies tracht de NDP nog op allerlei manieren aan de macht te blijven. De oppositionele partijen VHP, NPS ABOP en PL verklaarden een dag na de verkiezingen een nieuwe regering te zullen vormen met Chan Santokhi als presidentskandidaat. Ondanks dat Brunswijk vóór de verkiezingen had verklaard samenwerking met de NDP uit te sluiten en zich inmiddels had gecommitteerd aan een coalitie met VHP, NPS en PL is niettemin van NDP-zijde getracht Ronnie Brunswijk van de ABOP over te halen om met de NDP in zee te gaan. Volgens de mofokranti [mondeling verspreiden van nieuws of geruchten] zou de NDP aan Brunswijk zelfs het presidentschap hebben aangeboden. Blijkbaar tracht de NDP op allerlei manieren aan te sturen op een langer aanblijven in het machtscentrum ondanks de uitkomst van de vox populi op 25 mei. De vertragingstactiek van de NDP kan worden beschouwd als de laatste stuiptrekkingen van een crimineel regime.
Het buurland Guyana kent een lang verleden van etnische en politieke spanningen. Verkiezingen in dit land gaan altijd gepaard etnisch geweld. In dit land wordt de politiek gedomineerd door de Indo-Guyanese (Hindostaanse) People’s Progressive Partij(PPP) met in het verleden als charismatische leider Cheddi Jagan (1918- 1997) en de Afro-Guyanese People’s Nationale Congress (PNC) in de jaren zestig, zeventig en de eerste helft van de jaren tachtig onder leiding van de dictatoriale Forbes Burnham (1923-1985).
De dominantie van de PNC van de Guyanese politiek tussen 1964 en 1992 betekende feitelijk de vestiging van een Creoolse dictatuur waarbij Hindostanen de positie hadden van tweederangsburgers. Niet verwonderlijk is dat tijdens het bewind van Burnham enkele tienduizenden Hindostanen een veilig heenkomen zochten in landen als de VS en Canada. De PNC kon dankzij grootschalige verkiezingsfraude aan de macht blijven. Onder grote internationale druk en dankzij de aanwezigheid van een team van honderd buitenlandse waarnemers in 1992 werden voor het eerst na ruim drie decennia verkiezingen gehouden die vrij waren van manipulatie en fraude. Zij maakten een eind aan 28 jaar politieke alleenheerschappij van de PNC en mondden uit in een overwinning voor Jagans PPP. Deze partij bleef tot 2015 aan de macht. In dat jaar werd David Granger gekozen als president.
Granger was officier en nationale veiligheidsadviseur van president Burnham. In 1979 werd hij benoemd als commandant van het Guyanese leger. Hij ging in 1992 met pensioen. In 2012 werd hij gekozen als leider van de PNC. Door samenwerking met een aantal kleinere partijen (waaronder een afsplitsing van de PPP) werd de naam PNC veranderd in A Partnership for National Unity (APNU)/Alliance for Change (AFC), maar binnen deze coalitie is de PNC de dominante partij. In 2012 was Granger de presidentskandidaat voor APNU/AFC. De PPP-kandidaat Donald Ramotar werd in 2012 toen als president gekozen.
In 2015 won de APNU/AFC-coalitie de verkiezingen met slechts een verschil van één zetel. Nadat een parlementslid van APNU/AFC zich eind 2019 had aangesloten bij de oppositie restte president Granger niets anders dan nieuwe verkiezingen uit te schrijven op 2 maart 2020.
De APNU/AFC-coalitie claimde de verkiezingswinst op 2 maart. De PPP-oppositie verwierp deze claim en sprak van grootscheepse fraude. Ook internationale waarnemers van de VS, Canada, Engeland, de Europese Unie, Caricom en de OAS twijfelden aan de geloofwaardigheid van de verkiezingsuitslag en eisten hertelling in hun aanwezigheid. De VS dreigden met het blokkeren van buitenlandse geldtegoeden van Guyana en, evenals Canada en Engeland, met het niet-erkennen van de legitimiteit van een nieuwe regering onder president Granger. De Caricom dreigde zelfs haar hoofdkwartier in Georgetown (de hoofdstad van Guyana) te verplaatsen naar een ander Caraíbisch land als Granger een hertelling bleef afwijzen. Als gevolg van de strijd tussen regering en oppositie over de uitslag van de verkiezingen namen de etnische spanningen in het land toe. Bij rellen tussen Indo- en Afro-Guyanezen in de maanden maart en april vielen enkele gewonden en een dode.
Na ruim een maand gesteggel over de verkiezingsuitslag en onder grote internationale druk ging de Guyanese regering uiteindelijk akkoord met een hertelling. President Granger en Bharrat Jagdeo (ex-president en secretaris-generaal van de PPP) spraken af zich neer te leggen bij de uitkomst van de hertelling die onder internationaal toezicht zou plaatsvinden. De hertelling van de 465.000 stemmen en 2.339 stembussen nam ruim 33 dagen in beslag. Toen het vervolgens zittend president Granger echter duidelijk werd dat de oppositionele PPP op voorsprong stond, wees hij, ondanks zijn eerdere toezegging, de uitslag van de hertelling af door te spreken van fraude bij de stemming. Tijdens de hertelling werd duidelijk dat door Grangers partij gefraudeerd was bij de eerdere telling. Het afgelopen verkiezingsverloop in Guyana roept reminiscenties op aan de regeerperiode Burnham die dankzij grootscheepse fraude ruim drie decennia aan de macht kon blijven. In de officieuze uitslag die op maandag 8 juni bekend werd gemaakt door de Guyanese Kiescommissie behaalde de PPP 33 zetels en de APNU/AFC van president Granger 31 zetels. Met deze uitslag wordt de veertigjarige Irfaan Ali (1980) namens de PPP de nieuwe president van Guyana. Hij was eerder parlementslid en minister in de PPP-regering. Met Grangers afwijzing van de verkiezingsuitslag moeten nieuwe gewelddadige botsingen tussen Indo- en Afro-Guyanezen in Guyana niet worden uitgesloten.
Grangers opstelling vertoont overeenkomsten met die van Bouterse: beiden wensen zich niet neer te leggen bij de verkiezingsuitslag. Zowel Bouterse als Granger propageert vrije en eerlijke verkiezingen, maar hun handelen bewijst echter het tegendeel. In Caraïbische politieke kringen wordt president Granger omschreven als een ‘sanctimonious gangster’ [schijnheilige gangster – quote van John Beale, oud-ambassadeur van Barbados in de VS en bij de OAS, geciteerd in Inewsguyana.com, 6 Juni, 2020: ‘Opinion: Zero Tolerance for any violation of democracy in Guyana’]. Evenals David Granger is Desi Bouterse van hetzelfde laken een pak. De opstelling van beiden betekent een ondermijning van het democratisch proces in hun land en geeft blijk van hun ondemocratische inborst.
- Published in BIBLIOTHEEK, Korte berichten, NIEUWS, Nieuws uit Suriname, Suriname
Verlaat Bouterse binnenkort het politieke toneel in Suriname? – Chan E.S. Choenni
Alle peilingen wijzen uit dat President D.D. Bouterse en zijn Nationale Democratische Partij (NDP) de verkiezingen die op 25 mei worden gehouden in Suriname zullen verliezen. Vijf jaar geleden had de NDP met bijna de helft van de stemmen 26 van de 51 parlementszetels gewonnen. Bouterse werd daarna democratisch gekozen tot President van Suriname. Al in 2010 was Bouterse verrassenderwijs President geworden. Dat gebeurde toen in samenwerking met de leiders R. Brunswijk en P. Somohardjo van twee kleinere partijen. Zij waren verklaarde tegenstanders van Bouterse, maar gingen toch overstag onder druk van Bouterse. Sinds 2010 is Bouterse dan ook de machtigste man in Suriname. Sterker nog: sinds de door hem geleide staatsgreep van 25 februari 1980 is hij min of meer de dominerende figuur in de Surinaamse politiek; soms op de voorgrond maar vaak op de achtergrond. Vermeldenswaard is dat Suriname de afgelopen 40 jaar in economisch opzicht goede en slechte tijden heeft gekend. Het moet worden erkend dat Bouterse en zijn NDP een behoorlijke aanhang hebben verworven in de Surinaamse samenleving. Zij hebben de etnische politiek doorbroken en de NDP is een multi-etnische partij. Bouterse zorgt er altijd voor dat de verschillende bevolkingsgroepen zijn vertegenwoordigd in zijn regering. Ook beschikt de NDP over een goed geoliede partijmachine. Op sociaal terrein en in infrastructureel opzicht -er zijn wegen en bruggen gebouwd-heeft de NDP goede prestaties neergezet. Maar in financieel opzicht is de NDP regering een ramp. De laatste jaren is er sprake van een sterke waardedaling van de Surinaamse dollar. Dat mondt uit in toenemende verarming van delen van de bevolking. Met voedselpakketten probeert de NDP een groot deel van de aanhang tevreden te houden. Er zijn grote schulden gemaakt en ook corruptieschandalen teisteren de NDP regering. De Surinaamse rechtstaat wordt ook nog uitgehold. En Suriname is internationaal geïsoleerd, omdat er een uitleveringsverzoek tegen Bouterse loopt wegens drugshandel en hij is ook in verband met zijn aandeel in de decembermoorden van 1982 veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf.
Er is sprake van afkalving van de aanhang van Bouterse. Het politiek alternatief vormt de Verenigde Hervormings Partij (VHP). Deze van oudsher Hindostaanse partij heeft zich de afgelopen jaren getransformeerd tot een multi-etnische partij. De VHP heeft verkiesbare kandidaten opgesteld uit alle bevolkingsgroepen. De politieke leider van de VHP C. Santokhi was politiecommissaris en heeft gediend als minister van Justitie. Santokhi heeft een schoon blazoen en beschikt over uitstekende internationale contacten. De VHP ambieert een meerderheid te verwerven in het Surinaamse parlement. Hoogstwaarschijnlijk zal de VHP en in elk geval samen met de overige oppositie partijen de meerderheid van parlementszetels winnen. De vraag is natuurlijk of Bouterse en de NDP zich zullen neerleggen bij het verwachte verkiezingsresultaat. In Suriname zijn er de nodige zorgen hierover. Er is enige angst voor verkiezingsfraude door de regerende NDP. Vooral nu door de coronacrisis er minder internationale waarnemers zijn. Een tweede punt van zorg is of Bouterse en de NDP op democratische wijze de politieke macht zullen overdragen. Dat is wel gebeurd in 1987 toen de oude partijen de verkiezingen glansrijk wonnen. Tenslotte is er de kans van dreiging met geweld en zelfs het afzetten van de nieuwe regering door een staatsgreep. Dat is in 1990 gebeurd onder regie van Bouterse. Als gevolg van een zogeheten telefooncoup werd de toenmalige President gedwongen af te treden. Bouterse werd toen opnieuw geïnstalleerd als legerbevelhebber. Maar de tijden zijn veranderd. Bouterse wordt dit jaar 75 en zijn invloed in en macht over het Surinaamse leger is getaand. De vraag is of Bouterse en de zijnen het hoofd zullen buigen voor de wil van het Surinaamse volk.
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Gaan de verkiezingen door in Suriname? – Hindorama
Toen op 13 maart 2020 de eerste Covid-19 besmette persoon in Suriname werd genoteerd, brandde de vraag op vele lippen: gaan de verkiezingen in Suriname nog door? Op dezelfde dag werden de trainingen aan personen die op 25 mei moeten werken op een stembureau opgeschort. Intussen zijn deze online opgepakt en zijn alle andere activiteiten voorbereid, maar in het onderbewustzijn blijft de vraag nog voortleven: gaan de verkiezingen door?
Geen sfeer
“Ik weet dat het moeilijk is om bepaalde werkzaamheden uit te voeren, maar gelet op de situatie zijn er geen ingrediënten aanwezig om de verkiezingen uit te stellen. Er is geen sprake van verspreiding van het virus. We hebben al een poosje geen nieuwe besmettingen”, zegt districtscommissaris Mike Nerkust, die ook deel uitmaakt van het Covid-managementteam. Door de Covid-situatie is de voorbereiding naar de verkiezingen, heel anders dan normaal. Zonder grote massameetings, veel propagandamaterialen en bijeenkomsten verspreid over het hele land, is er ook geen verkiezingssfeer.
Bezorgdheid
Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken worden alle zaken voor de verkiezingen voorbereid. Een grote uitdaging is 25 mei zelf. Over de maatregelen die moeten gelden om stembureauleden en kiezers te beschermen is er met het Covid-managementteam overleg geweest. De mogelijkheden worden deze week besproken met politieke organisaties. Intussen worden de oproepingskaarten huis aan huis bezorgd en ook voorbereidingen getroffen voor het drukken van de stembiljetten. Veel mensen zijn bezorgd over de aanwezigheid van internationale waarnemers en de opkomst van kiesgerechtigden. “Als er maar weinig mensen komen opdagen en de opkomst is minder dan dertig procent, zal de uitslag bindend worden verklaard door het Onafhankelijk Kiesbureau?”, vragen velen zich af.
Mobilisatie
Om toch een beetje sfeer te brengen, hebben twee grote politieke organisaties, de NDP en de VHP, het afgelopen weekend door de straten van Paramaribo rondgereden in auto’s met vlaggen. De ABOP van Ronnie Brunswijk heeft een online massameeting gehouden. Politieke partijen en hun kandidaten maken vooral veel gebruik van sociale media, de televisie en de radio om zich te profileren. Op sociale media circuleren ook video’s en berichten van partijpropagandisten die huis aan huis trekken om vlaggen te plaatsen, die weer door loyalisten van andere partijen worden vervangen. Heel veel instanties en personen worden ineens bedacht met pakketten. Zelfs aan de daklozen in de binnenstad wordt gedacht. “We zullen u op 25 mei ophalen en brengen naar het stembureau. En u weet waar u het moet kleuren toch?”, spreekt een partijloyalist een dakloze in de binnenstad van Paramaribo aan, die net een bakje eten van hem heeft ontvangen. Verdwaasd kijkt de dakloze op naar de man die aandringt op een antwoord en gebaart naar zijn paarse trui. Als de dakloze naar tevredenheid heeft gereageerd, gaat de man verder. Aan de andere kant worden vrienden en familie aangemoedigd om af te rekenen met het desastreus financieel beleid. “We moeten stemmen, omdat we beter dan dit verdienen”, merkt een man op. Al met al lijkt het goed te zullen komen op 25 mei, mits het belangrijkste ingrediënt ‘geld’ aanwezig is om de laatste zaken nog af te ronden.
“Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. Wees niet verantwoordelijk voor de verdere afbraak van Suriname. Stem op 25 mei niet met uw hart, maar met uw verstand. Stem SLIM !”
Gerelateerde artikelen
Verkiezingen 25 mei 2020: Suriname verdient beter In dit onlangs gepubliceerde artikel van Hindorama staat een advies voor de VHP (Chan Santokhi) : “Uit het oogpunt van transparantie naar de kiezer toe is het van groot belang dat de VHP vóór mei 2020 openheid van zaken geeft over een eventuele samenwerking met de NDP van Bouterse.”
Bekijk op youtube Chan Santhoki : “VHP werkt niet samen met de NDP”
• Als de pg een NDP’er vervolgt, is hij een Hindostaan; als de pg een VHP’er vervolgt, is hij een Srananman
• Oproep tot Slim Stemmen – Make a difference – Make you vote count!
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Verkiezingen 25 mei 2020: Suriname verdient beter – Hans Ramsoedh
You can fool some people all of the time,
You can fool all people some of the time,
But you cannot fool all people all of the time.
Abraham Lincoln 1858
Van de Britse oud-premier Winston Churchill is de uitspraak dat de democratie de slechtste staatsvorm is die hij kende op alle andere na die zijn beproefd. Zijn uitspraak impliceert dat het democratische systeem imperfect is en gevaren met zich mee brengt. Het is namelijk de democratie die de verkiezing van populisten of politieke rattenvangers mogelijk maakt. In een democratie hebben kiezers het laatste woord. Hoe vaak wordt niet gezegd dat de kiezer altijd gelijk heeft. Deze stelling komen we vaak tegen in politicologische (hand)boeken en klinkt vaak op het eerste gezicht als een vanzelfsprekendheid. Het is echter tegelijk een dooddoener omdat ‘de kiezer’ niet bestaat, net zomin als ‘de politiek’. Vaak wordt hiermee bedoeld dat we de wil van de kiezer serieus moeten nemen. Deze uitspraak wordt meestal in de mond genomen door hen die zich kunnen vinden in de verkiezingsuitslag. Ik hecht grote waarde aan de democratische rechtsvorm, maar voeg gelijk hieraan toe dat in mijn optiek de kiezer niet altijd gelijk heeft. We kennen recente voorbeelden die aantonen dat de kiezer incompetente politici (Trump in de VS, Bolsonaro in Brazilië) een mandaat heeft gegeven, om over het verleden maar te zwijgen. Het blijft uiteraard een groot raadsel waarom de kiezer in beide landen een president heeft gekozen die incompetent, vrouwonvriendelijk en openlijk een racist is. Aanhangers van Trump zien hem vooral als iemand die de VS weer groot kan maken (Make America Great Again). Bolsonaro ziet Trump als zijn grote voorbeeld en voor hem geldt ook Brazilië eerst. Voor Bolsonaro geldt voorts dat hij de militaire dictatuur verheerlijkt, zoals die in Brazilië tussen 1964 en 1985 bestond. Beide voorbeelden illustreren dat ondanks de ‘heilige democratische methode’ heel gemakkelijk populisten en politieke rattenvangers via de democratie aan de macht kunnen komen. Zij gedijen in een klimaat waarbij (een deel van) de bevolking weinig vertrouwen heeft in politieke instituties in combinatie met sociale onvrede onder brede lagen van de bevolking. Deze politici werpen zich vervolgens op als de vertolker van de onvrede met de belofte de problemen op te lossen. Met populisten als leiders heeft een land niet de leiders die het verdient (omdat dit opgevat kan worden als eigen schuld dikke bult) maar wel de leiders die het kiest. Met hun stem hebben kiezers in een democratisch bestel echter wel een corrigerend instrument in handen. Met de leuze Change, Yes We Can! wist Barack Obama in 2008 Amerikaanse kiezers te bewegen om te kiezen voor verandering. Mahatma Gandhi wees burgers op het nemen van eigen verantwoordelijkheid: ‘Wees de verandering die je in de wereld wilt zien’.
Politieke rattenvanger
In mei 2010 kozen Surinaamse kiezers voor een populist en politieke rattenvanger: Desi Bouterse. Hij werd in 2010 in De Nationale Assemblée (DNA) langs democratische weg gekozen als president van Suriname. Voor de kiezer had Desi Bouterse en zijn partij (NDP) in 2010 de kroniek van een aangekondigde ontgoocheling moeten zijn. Onder leiding van coupleider Bouterse verpauperde Suriname tussen 1980 en 1987. De voornaamste binnenlandse productie werd geleverd door de bankbiljettenpers waarmee de binnenlandse geldvoorraad werd opgevoerd. Toen de militairen in 1987 terugkeerden naar de kazerne lieten zij een failliete boel achter. Hij geldt ook als de architect van de regering-Wijdenbosch tussen 1996 en 2000. De erfenis van deze regering was dat haar beleid Suriname in de grootste economische crisis in de historie van het land stortte. Suriname was in vier jaar tijd totaal verarmd en de economie was vrijwel kapot gemaakt. In deze jaren begon een proces van criminalisering van de staat in Suriname doordat de drugsmaffia onmiskenbaar greep had gekregen op de politiek, economie en het opsporingsapparaat. Deze door de NDP gedomineerde regering werd een regering van Baas en Bazen(naar Buddingh’, De geschiedenis van Suriname 2012; p. 388).In juli 1999 werd ondertussen Bouterse bij verstek door een Nederlandse rechtbank veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf. Uiteindelijk werd hij in juni 2000 in hoger beroep tot elf jaar cel veroordeeld wegens betrokkenheid bij een cocaïnetransport naar Nederland.
De (Nieuw)Front-regeringen (coalitie van de traditionele etnische partijen) hadden voor economische stabiliteit gezorgd na de failliete boedel die zij hadden geërfd. De broodnodige saneringsmaatregelen leidden echter wel tot onvrede onder brede lagen van de bevolking waarvan politieke rattenvangers zelf veroorzakers waren en weer profiteerden. Bouterse wist dan ook in 2010 het reservoir van gevoelens van marginalisering, sociaaleconomisch en politiek onbehagen bij grote delen van de bevolking aan te boren en politiek te kanaliseren. Hoewel hij inmiddels officieel verdachte was in het Decemberproces was dat in Suriname geen beletsel voor het bekleden van een hoge politieke functie. Veel, vooral jonge, kiezers hadden behoefte aan verandering, aan een new car smell. In 2010 koos Suriname een president van wie zijn aanhang en partij vonden dat met hem, ondanks zijn verleden, neks no fout was [vrij vertaald ‘doe niet moeilijk, alles kan en alles mag’]. Bouterse begon enthousiast aan een waslijst met megalomane projecten (de bouw van een diepzeehaven, de aanleg van dammen en waterkrachtcentrales, de bouw van een brug over de Corantijnrivier, de aanleg van een weg naar Brazilië, de aanleg van een tramlijn tussen Paramaribo en Onverwacht et cetera) zonder dat duidelijk was hoe de plannen gefinancierd zouden worden. Luchtkastelen vlogen Surinamers sinds 2010 om de oren. Na vijf jaar waren er van zijn beloftes echter niet veel gerealiseerd. De regering-Bouterse I (2010-2015) maakte zich niettemin populair door een jaar voor de verkiezingen in 2015 een aantal populistische maatregelen te nemen: er kwam een algemene pensioenwet, een nationale basiszorgverzekering en een minimum uurloon. Daarnaast werden in januari 2015 de kinderbijslag en de Algemene Oudedagsvoorziening verhoogd. Voorts kregen basisschoolkinderen na school gratis eten en opvang. Onderdeel van het populistisch beleid van de regering-Bouterse was de forse uitbreiding van het overheidsapparaat. Het betekende in concreto dat economische stabiliteit werd opgeofferd aan de uitvoering van het sinterklaasbeleid van Bouterse. De verkiezingen in mei 2015 leverden de NDP met deze populistische maatregelen dan ook een historische monsteroverwinning op met zesentwintig zetels (van de 51 zetels van DNA).Na de euforie onder de NDP-aanhangers ontwaakten zij met een kater uit hun roes: de staatskas was leeg, de economische groei was rond de nul procent en de hulp van het IMF werd ingeroepen. De economische crisis was de ergste sinds de onafhankelijkheid en opeens was er het besef dat Suriname onder de regering-Bouterse zich had laten af- en misleiden door brood en spelen.
Pe a moni dé: Tralala
Vijf jaar later (2020) is de situatie nog alarmerender: de staatsschuld die ondertussen meer dan SRD 21 miljard (USD 3 miljard) bedraagt, internationale financiële instellingen die waarschuwden voor monetaire financiering door de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en dat het ongebreidelde leengedrag van de NDP-regering het land naar de afgrond zal leiden. Surinames kredietwaardigheid werd zelf door kredietbeoordelaars (Fitch Ratings en Standard &Poor’s) verlaagd van ‘B-min naar CCC+’, een junkstatus waarbij lenen moeilijk wordt en alleen tegen zeer hoge rente. Een land waar je liever geen zaken meedoet. Deze kredietbeoordelaars achten de kans klein dat Suriname zijn schulden zal kunnen aflossen. Op dit moment is het belangrijkste ‘wapenfeit’ van president Bouterse het strooien met voedselpakketten voor het armste deel van de bevolking in plaats van duurzame ontwikkeling.
Bij dit alles volgde in januari 2020 het monetair drama waarbij de regering ruim honderd miljoen US dollar van de kasreserves van de commerciële banken (particulier geld) die waren ondergebracht bij de CBvS heeft gebruikt voor overheidsuitgaven zonder dat de banken hiervan op de hoogte waren. Het precieze bedrag is nog steeds onduidelijk. Zo worden er ook bedragen genoemd van 250 miljoen USD tot zelfs ruim 300 miljoen USD. Banken zijn maandenlang misleid en verkeerd geïnformeerd. Critici spreken van ‘gestolen kasreserves’, de ‘grootste bankroof allertijden’ en ‘diefstal met voorbedachten rade’. Pe a moni dé? [Waar is het geld gebleven?] is de vraag die iedereen in Suriname bezighoudt. De paladijn van Bouterse, vice-president Ashwin Adhin, bestempelde aanvankelijk deze hele kwestie als nep nieuws van ‘neppe mensen’ om vervolgens later te verklaren dat de kasreserves waren gebruikt voor de import van aardappelen [aloe in het Hindostaans], uien en valuta interventies. Onder de bevolking kreeg de vice-president de bijnaam van Aloe Baba. En de reactie van de president?Hij gaf tijdens een persconferentie aan dat twintig van de honderd miljoen USD was uitgegeven aan ‘tralala’: de ‘grote baas’ hing de vermoorde onschuld uit en zijn persconferentie was dan ook een knap staaltje a-no-mi-vertoning [ik ben niet verantwoordelijk, maar anderen]. Op de persconferentie werd duidelijk dat hij de regie kwijt was: hij sprak met een dikke tong, wauwelde, bazelde, zwamde en zeverde, en de meest gestelde vraag onder de aanwezige journalisten bij de persconferentie was of hij dronken was.
Met nog twee maanden voor de verkiezingen dacht de regering met gelegenheidswetgeving de economie te herstellen die op dit moment in een dramatische vrije val is terechtgekomen. Om de op hol geslagen dollarkoers omlaag te krijgen en de ontwaarding van de SRD tegen te gaan is door de coalitie in DNA op slinkse wijze een valutawet (Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren)uit de jaren tachtig doorgedrukt. In grote lijnen komt deze nieuwe wet erop neer dat overal slechts de door CBvS vastgestelde wisselkoers mag worden gehanteerd bij transacties. Het is verboden om vreemde valuta te kopen bij cambio’s of anderen en geldwisselkantoren mogen valuta die zij bij het publiek opkopen alleen aan banken verkopen. Oppositie en financiële instituten (CBvS, bankiersvereniging en cambiohouders) voelden zich misleid omdat zij benaderd waren om commentaar te geven op de Wet Toezicht Geldtransactiekantoren maar vervolgens geconfronteerd werden met een geheel nieuwe wet. Deze wet zal een herhaling van de economische ineenstorting uit de jaren tachtig betekenen toen er een enorme kapitaalvlucht plaatsvond omdat bedrijven niet meer investeerden, de officiële koers een lachertje werd, de zwarte markt ging bloeien, goederen vanwege de zware markt koers schaars en peperduur werden, de koopkracht achteruit ging en de werkloosheid en armoede toenamen. De Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren past bij een totalitair regime in een ontwrichte samenleving. Critici van dit ‘onuitvoerbaar gedrocht‘ spreken dan ook van ‘georganiseerde misdaad, institutionalisering van corruptie en een maffiawet’.
Samenvattend kan worden gesteld dat de financiële en sociaaleconomische situatie van Suriname in 2020 nog erger is dan die in 2000 toen de regering-Wijdenbosh na massale protesten naar huis ging. Onder president Bouterse kreeg de kleptocratie ruim baan, een nyan patu-regering [graaien in de staatskas] waarbij ex-militairen, vrienden en familie van Bouterse Suriname zijn gaan beschouwen als een persoonlijk wingewest. Ondertussen grijpt de armoede om zich heen in Suriname. Illustratief is een WhatsApp-bericht dat ik kortgeleden ontving van een jeugdvriend in Suriname. Op mijn vraag hoe het hem en zijn gezin verging, antwoordde hij: ‘A libi tranga, mi’e poesing wan fasi, maar a kondre ne lating tu, ding mang e kier oen dja’ [vrij vertaald: met heel veel moeite kan ik het hoofd boven water houden. Het is hier bar en boos]. Zijn situatie is vergelijkbaar met die van tienduizenden andere gezinnen. Ondertussen faciliteert Bouterses NDP mensen die kapitaal kunnen maken, maar die als tegenprestatie de partij moeten sponsoren. Vriend en vijand zijn het erover eens dat de corruptie tijdens de regering Bouterse nog nooit zo omvangrijk was, zelfs niet in de jaren tachtig tijdens de militaire dictatuur. De oppositie en maatschappelijke organisaties (werkgeversorganisaties en vakbonden) typeren de regering-Bouterse als een maffiaregering, evenals in de jaren 1996-2000 een regering van Baas en Bazen. In internationale onderzoeksrapporten wordt Suriname onder president Bouterse bestempeld als een ‘gecriminaliseerde staat’ met banden met transnationaal georganiseerde misdaad die zich bezig houdt met drugshandel, het witwassen van drugsgeld, illegale goudhandel en grootschalige corruptie. Hiermee is het land verworden tot een schaduwstaat waar machthebbers zich boven de wet stellen en daarnaast in de ergste traditie van derdewereldlanden een persoonlijk wingewest geworden van een kliek rond Bouterse.
Opoffering van Recht en Waarheid
Als president schoffeerde Bouterse De Nationale Assemblée die hij bestempelde als een ‘poppenkast’. Hij liet zich in dit vertegenwoordigend college heel sporadisch zien, zelfs niet tijdens begrotingsbehandelingen en belangrijke staatszaken. Voorts gaf hij blijk van minachting en intimidatie van de rechterlijke macht. Bouterse gebruikte het presidentschap om het Decemberproces tegen te werken. Een week voordat de openbaar aanklager zijn requisitoir zou houden nam de NDP-coalitie in 2012 in DNA een amnestiewet aan waarbij de verdachten van de Decembermoorden vrijuit gingen. Hiermee werkte de NDP op bestelling mee aan het uitschakelen van de rechtsstaat. Recht en waarheid werden opgeofferd voor het persoonlijk belang van de president. De Krijgsraad achtte de Amnestiewet echter strijdig met het grondwettelijk principe van niet-inmenging in een lopend proces.
Na zijn veroordeling in november 2019 door de Krijgsraad tot twintig jaar cel voor zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden liet de komiek Bouterse niet na tijdens een kaderbijeenkomst van zijn partij lopend op het podium (‘mi o koiri go so’ [zo zal ik wandelend er naartoe gaan] te demonstreren hoe hij naar de Krijgsraad zou gaan om hoger beroep aan te tekenen. Vol bravoure verkondigde hij daarnaast op een politieke bijeenkomst in Coronie: ‘Mi taygi yu eerlijk. Den man no man sroto mi. Echte, echte, echte. Den no man. A no bigi mi du’ [Ik zeg het je eerlijk, ze gaan mij nooit kunnen opsluiten. Echt niet. Het gaat ze niet lukken. Dit is geen grootspraak].
Na Gado pot’ unu dya
Bouterse ziet zichzelf als de politieke leider die de fakkel van de linkse activist en antikolonialist Anton de Kom heeft overgenomen. Het is zijn persoonlijke missie de Surinaamse geschiedenisboeken in te gaan als een volkspresident en de populaire vader des vaderlands en niet als de ex-dictator die in de jaren tachtig tegenstanders koelbloedig uit de weg liet ruimen. Suriname werd echter onder zijn leiding een land in moreel verval en machthebbers die niet schromen bedreigende taal te uiten enkel uit machtsbehoud terwijl corruptie en machtsmisbruik manifest zijn geworden. Daarnaast ziet hij zijn presidentschap en het feit dat zijn partij in het machtscentrum zit als goddelijke Voorzienigheid. Als reactie op de strafeis in juni 2017 van de auditeur-militair voor zijn aandeel in de Decembermoorden deelde Bouterse op een partijbijeenkomst mee niet te zullen aftreden bij een veroordeling: ‘Als God mij hier heeft neergezet, wie is de rechter dan om mij weg te sturen?’ riep hij tegen zijn aanhangers. De goddelijke Voorzienigheid haalde hij weer van stal als reactie op de protestdemonstraties tegen zijn beleid in februari 2020: ‘….na Gado pot’ unu dya en na Gado kan pur’ wi dya’ [God heeft ons in het machtscentrum en alleen Hij kan ons wegsturen]. Ondanks de goddelijke Voorzienigheid heeft hij als president volledig gefaald. In Bouterses jargon, zijn presidentschap is één grote grap met desastreuze gevolgen voor land en volk, dat wil zeggen een gedesillusioneerde en straatarme bevolking. In zijn tweede ambtsperiode (2015-2020) rezen er zelfs steeds meer twijfels over zijn geestelijke gesteldheid.
Ook op zijn voorbeeldfunctie als president valt het nodige af te dingen. Hij overschrijdt regelmatig de grens van het toelaatbare. Ondanks de afgekondigde maatregelen in verband met de corona-crisis zat de ‘volkspresident’ die zichzelf ook graag ziet als ‘man van het volk’ op Goede Vrijdag in de volkswijk Flora ontspannen (sigaret in de mond, glas whisky op tafel) met meer dan tien personen voor een fatu [gezellig onderonsje] en brasa’s [omhelzing] te geven dat het een lieve lust is. De beelden kwamen op sociale media terecht en de kritieken die losbarstten waren niet mals. Twee dagen later kwam hij met excuses voor zijn gedrag. Naar aanleiding hiervan schreef de columnist Stuart Rahan in De Ware Tijd (16 april 2020) in de stijl van de Surinaamse schrijver Edgar Cairo: ‘Die man zijn hoofd is geboord’ [hij spoort niet]. Al deze zaken maken één ding duidelijk: Suriname zit sinds 2010 opgescheept met een president die gewoon niet deugt.
Alternatief voor regering van Baas en Bazen
Is er een alternatief voor de huidige regering van Baas en Bazen? Als het gaat om coalitievorming is de Surinaamse politiek onvoorspelbaar. Samenwerking tussen politieke partijen geschiedt niet op basis van programmatisch vergelijk, maar als de gelegenheid zich voordoet. Opportunisme is dan ook een belangrijk kenmerk van de Surinaamse politiek en de meeste politici geven daarbij blijk van een verontrustende morele lichtheid. Zo kwam er na de verkiezingen in 2010 in Suriname een coalitie aan de macht waarbij drie gezworen vijanden (Bouterse als oud-bevelhebber, Brunswijk als leider het Jungle Commando en Somohardjo als een van de leiders van verzet in Nederland tegen het Bouterse-regime in de jaren tachtig) een coalitie sloten die niemand in Suriname voor mogelijk had gehouden.
De morele lichtheid van veel politici zien we onder meer terug bij de samenstelling van de partij-kieslijsten voor de verkiezingen: wie staat op een verkiesbare plaats en wie niet, wie zijn mogelijke overlopers? Zo heeft de VHP personen voorafgaand aan hun definitieve kandidatering een verklaring (wurgcontract) laten ondertekenen dat zij na de verkiezing niet zullen overstappen naar een andere partij op straffe van een boete van drie miljoen USD. Voorts zijn met nog anderhalve maand voor de verkiezingen drie hoofdbestuursleden van de VHP opgestapt vanwege hun ontevredenheid over de kandidatenlijst. Duidelijk moge zijn dat verkiezingen in Suriname niet alleen gaan over de verkiezing van 51 DNA-leden, ze worden ook gezien als een stille strijd om de 51 nieuwe rijken. De meeste DNA-leden zijn namelijk meestal ambtenaar die bovenop hun ambtelijke salaris ook nog een riante schadeloosstelling genieten als lid van DNA.
In de opiniepeilingen staat de NDP op verlies. Dit is niet verrassend gelet op het desastreuze sociaaleconomisch beleid en de endemische corruptie. Het is alleen koffiedik kijken hoe groot dit verlies zal zijn. Ik sluit niet uit dat de NDP ondanks het verlies toch nog op 18-20 zetels (thans 26) zal uitkomen. Intimidatie, fake news, strooien met voedselpakketten en het op de valreep treffen van populistische maatregelen door monetaire financiering zijn middelen die tot de habitus behoren van de regering-Bouterse.
De grootste uitdager van de NDP is de VHP onder leiding van Chan Santokhi die zich inmiddels heeft getransformeerd van een etnische (Hindostaanse) tot een multi-etnische partij. Deze partij staat in de peilingen op winst. Deze partij verklaarde te gaan voor 28 zetels (van de 51 DNA-zetels),maar bij dit aantal is de wens eerder de vader van de gedachte dan dat het gebaseerd is op realisme. Punt is dat in veel kiesdistricten de etnische factor nog steeds doorslaggevend is bij de stemkeuze. De groei van de VHP zie ik vooral in het terugwinnen van een deel van de achterban dat onderdak vond bij de NDP in 2010 en 2015. Het betekent voor de VHP dat vooral winst is te behalen in de kiesdistricten Paramaribo, Wanica, Commewijne, Nickerie en Saramacca waar de overgrote meerderheid van haar traditionele aanhang zit. In het meest gunstige geval heeft de VHP in potentie de mogelijkheid om van haar huidige acht DNA-zetels door te groeien naar 16-18 zetels.
De vraag of de NDP voor een derde termijn uit het machtscentrum kan worden gehouden met Bouterse als president is daarmee niet alleen afhankelijk van de winst van de VHP, maar ook van de overige oppositiepartijen zoals de eens zo machtige NPS. Deze partij (thans drie DNA-zetels) heeft een groot deel van haar traditionele Creoolse achterban verloren aan de NDP. Het is nog zeer de vraag of de NPS zal weten te profiteren van het verlies van het vertrouwen van de kiezers in de NDP. Niet uitgesloten dient te worden dat de partijen die eerder onderdeel waren van de Nieuw Front-regering (VHP, NPS, Pertjajah Luhur van Somohardjo en de A-combinatie waaronder de ABOP van Ronnie Brunswijk) gezamenlijk een meerderheid kunnen vormen na de verkiezingen. Of een dergelijke coalitie wenselijk is valt zeer te betwijfelen. Met name de Pertajah Luhur en ABOP zijn in het verleden onbetrouwbare politieke partners gebleken voor wie, meer dan andere partijen, meeregeren primair gericht is op patronage en cliëntelisme. Een herstel van de oude Nieuw Front-coalitie zou dan feitelijk neerkomen op puru bruku weri bruku [van de wal in de sloot]. Een coalitie van de VHP en de NDP? In 2010 stuurden belangengroepen (handelaren, ondernemers) binnen de VHP tevergeefs aan op een coalitie met de NDP. Tien jaar in de oppositie van de VHP is niet bevorderlijk voor hun particularistische belangen. Zij willen eindelijk eens hun ‘investering’ in de partij ‘verzilverd’ hebben. Het betekent dan ook dat zij er alle belang bij hebben dat de VHP na mei 2020 gaat meeregeren, desnoods met de NDP en met Bouterse als president. Uit het oogpunt van transparantie naar de kiezer toe is het van groot belang dat de VHP vóór mei 2020 openheid van zaken geeft over een eventuele samenwerking met de NDP van Bouterse.
Gelet op het opportunistische karakter van de Surinaamse politiek moet geen enkele coalitie na 25 mei worden uitgesloten. Welke regering ook na mei 2020 zal aantreden, de hoogste prioriteit zullen de reanimatie van de vastgelopen economie en de afbetaling van de torenhoge schuldenlast zijn om de boel weer op de rails te krijgen. Geen enkele oppositiepartij heeft tot nu toe aangegeven hoe zij dat gaan doen. Uit vrees voor verlies van de kiezersgunst hullen zij zich in een groot stilzwijgen over de noodzakelijke pijnlijke maatregelen die genomen dienen te worden om de economie weer op gang te krijgen. Gepresenteerde verkiezingsprogramma’s van de verschillende partijen zijn inwisselbaar en feitelijk wensenlijstjes. De kiezer vindt hierin geen grootse vergezichten, samenhangende visies en een concrete uitwerking en financiële onderbouwing van de plannen.
Voor de huidige Baas en Bazen in Suriname staan op 25 mei grote belangen op het spel. Met de vondst van grote olievoorraden voor de kust van Suriname en de verwachte miljardeninkomsten vanaf 2025 is het de huidige machtshebbers alles aan gelegen om de macht te behouden. Voor hen is de staat immers het vehikel voor particularistische belangen en ongebreidelde zelfverrijking. Het vertrouwen in de regering-Bouterse is tot het nulpunt gedaald. Indicatief is de afkondiging in april 2020 van de Wet Burgerlijke Uitzonderingstoestand in verband met de Covid-19-crisis. Deze wet heeft in de samenleving geleid tot grote ongerustheid. Met deze wet heeft de regering het mandaat gekregen verregaande beslissingen te nemen om ervoor te zorgen dat de gezondheidszorg van de burger gewaarborgd blijft. Wereldwijd worden echter binnen bestaande wettelijke kaders de beoogde doelstellingen gerealiseerd zonder dat grondwettelijke vrijheden van de samenleving volledig opzij worden gezet. Critici, zoals de Vereniging van Economisten (VES), van deze wet wijzen erop dat deze wet primair bedoeld is om het huidige desastreuze financieel-economisch beleid te continueren, zonder wettelijke beperkingen begrotingstekorten ongebreideld monetair te financieren en het recht om te protesteren tegen het wanbeleid in te perken. Dit is tekenend voor de ondemocratische inborst van de NDP.
Voor politieke partijen in Suriname is het op dit moment in verband met de corona-crisis haast een onwerkbare situatie: politieke publieke manifestaties zijn niet toegestaan en dit is uiteraard voor alle partijen een belangrijke handicap bij het mobiliseren van het kiezersvolk. In dat opzicht is de regerende NDP in het voordeel omdat zij de door haar gecontroleerde staatsmedia (radio en televisie) optimaal kan inzetten om kiezers achter zich te krijgen en zaken mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. Ook is het zeer de vraag in hoeverre buitenlandse waarnemers vanwege de corona-crisis aanwezig zullen zijn bij de verkiezingen. De huidige regeerders zullen daar niet rouwig om zijn. Daarnaast is ook een punt van zorg bij de komende verkiezingen dat de voorzitter (de districtscommissaris) van het hoofdstembureau in elk district de autoriteit is over de verkiezingen. Aangezien alle voorzitters NDP-ers zijn moet dan ook extra worden gewaakt voor eerlijke verkiezingen.
Suriname op een tweesprong
De Surinaamse bevolking heeft geen gudu p’pa [gulle gever], helpiman of yepiman [weldoende verlosser of zorger] nodig, maar duurzame ontwikkeling door integere en competente bestuurders die democratische waarden omarmen en voorleven. Op 25 mei staat Suriname op een tweesprong: het gaat dan om een keuze voor politieke normaliteit dat wil zeggen goed bestuur en een fatsoenlijk Suriname of voor een partij of regering van Baas en Bazen. De kiezer heeft het laatste woord en in navolging van Gandhi: wees de verandering die je in Suriname wilt zien. Het land verdient beter!
Bij de foto’s:
1 Protestdemonstratie onder aanvoering van Bouterse tegen het beleid van de regering-Venetiaan in 2005 (foto IBS/OSO)
2 Protestdemonstratie tegen de NDP-regering 2020 (foto IBS/OSO)
3 Slachtoffers Decembermoorden ’82
4 De drie heldhaftige rechters van de Krijgsraad die het vonnis uitsprak (foto Starnieuws)
5/6 Aanhang VHP (foto Ranjan Akloe)
7 VHP leider Chan Santokhi (foto Ranjan Akloe)
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname, Suriname
De Surinaamse vlag in beeld – C. Choenni
Op 15 december 1954 werd het zogeheten Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden ondertekend en werd Suriname een Rijksdeel van het Koninkrijk. Gaandeweg ontstond de behoefte aan een eigen officiële Surinaamse vlag. Pas na 5 jaar, namelijk op 15 december 1959 werd een Surinaamse vlag officieel geïntroduceerd. Vóór deze datum was de officiële vlag in Suriname de Nederlandse vlag, die van boven naar beneden bestaat uit de kleuren rood, wit en blauw in een rechthoekige vorm. De eerste Surinaamse vlag bestond uit een witte rechthoek met daarop vijf sterren die met elkaar verbonden waren door een zwarte ellipsvormige band. De sterren hadden verschillende kleuren, grotendeels overeenkomend met de vermeende huidskleur van de belangrijkste toenmalige bevolkingsgroepen van Suriname. De zwarte ster stond voor de Afrikanen (Creolen en Marrons), de bruine voor de Hindostanen, de gele voor de Javanen en Chinezen, de rode voor de Inheemsen (‘Indianen’) en de witte voor de Blanken. De witte achtergrond symboliseerde de vrede waarin de bevolkingsgroepen samenleefden.
Er kwam later echter veel kritiek op deze vlag. Er zou te veel nadruk liggen op de verschillen en daardoor zou veel minder de eenheid van het Surinaamse volk worden gesymboliseerd. In verband met de onafhankelijkheid werd voor de Republiek Suriname daarom voor een nieuwe vlag gekozen. Maar de oudevlag was dus bijna 15 jaar de nationale vlag van Suriname. De nieuwe nationale vlag van Suriname van de Republiek Suriname werd officieel in gebruik genomen op 25 november 1975 bij de viering van het bereiken van de onafhankelijkheid.
De vlag heeft de vorm van een rechthoek, waarop vijf horizontaal lopende banen en een vijfpuntige ster voorkomen. De vijf horizontale banen, van boven naar beneden zijn in drie kleuren: de kleur groen (dubbele breedte), wit (enkelvoudige breedte), rood (viervoudige breedte), weer wit (enkelvoudige breedte) en vervolgens weer groen (dubbele breedte). Rood symboliseert de vooruitgang en de strijd voor een beter bestaan; wit staat voor vrijheid en gerechtigheid (vrede) en de kleur groen is symbool voor de vruchtbaarheid van het land. In het centrum van de vlag bevindt zich een gele, vijfpuntige ster. De gele (gouden) kleur van de ster staat voor eenheid van de verschillende bevolkingsgroepen, opoffering, eensgezindheid en een gouden toekomst. De ster is rechtopstaand met vijf punten (hoeken), die de belangrijke bevolkingsgroepen moeten voorstellen. Al met al is de symboliek en de betekenis van de nationale vlag van Suriname treffend voor de diversiteit en harmonie en wat mij betreft, ook heel mooi.
Surinamers zijn over het algemeen dan ook zeer trots op deze vlag. In Suriname wappert de vlag fier op verschillende locaties, maar bijvoorbeeld ook in Nederland op plaatsen waar Surinamers wonen. Je ziet de vlag bij tropische winkels, maar ook tijdens sportwedstrijden is de mooie opvallende en onderscheidende Surinaamse vlag te zien. Vooral tijdens internationale sportwedstrijden dragen Surinamers hun vlag met trots. Zo is de Surinaamse vlag vaak te zien bij gevechtsporten als K1 en later MMA (Mixed Martiaal Arts) waar Surinamers domineren. Bij internationale organisaties waar vlaggen van alle landen wapperen, kijk ik altijd met trots naar onze mooie vlag tussen de andere vlaggen.
Tijdens mijn bezoek aan Guyana in december vorig jaar kon ik met veel moeite de Surinaamse vlag ontwaren voor het Caricom gebouw in de hoofdstad Georgetown. Suriname is namelijk lid van de Caricom (Caribbean Community). Pas na lang turen zag ik de Surinaamse vlag. Waarom? Tot mijn ontsteltenis was de Surinaamse vlag ’verkracht’. Oh nee, ik bedoel het natuurlijk niet letterlijk, maar in figuurlijke zin. De rode baan in deze vlag is veel te breed (zie foto) en dus proportioneel niet correct ‘ingenaaid’. De rode baan moet maximaal tweemaal zo breed zijn als de groene en niet drie tot vier maal breder! Ik hoop dat de Surinaamse regering i.c. de Surinaamse ambassadeur in Guyana, de heer Ebu Jones, zo snel mogelijk ingrijpt. Laat tenminste de juiste Surinaamse vlag fier wapperen in Guyana!
Bij de foto: Onjuiste Surinaamse vlag wappert voor het Caricomgebouw in Georgetown, Guyana.
Opmerking redactie: Overigens wordt ook in Nederland een onjuiste Vlag van Suriname online verkocht, waarop de rode baan te breed is en de twee groene banen te smal (zie hiernaast). Het is dan ook zaak dat deze onjuiste vlag zo snel mogelijk uit de handel wordt gehaald. Het zou goed zijn als het Surinaamse consulaat hier werk van maakt.
Foto: Chan Choenni
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname
UFO’s boven Suriname – H. Ramsoedh
Op de avond van 18 maart 2012 belde een jonge vrouw paniekerig naar het ufo-meldpunt in Suriname dat er ‘vliegende schotels’ over haar huis vlogen. In de minuten die daarop volgden rinkelde de telefoon van het meldpunt nog vijf keer. De bellers vermoedden een buitenaardse invasie. Het waren allemaal meldingen uit de middenstandswijk Elisabethshof (Flamingo Park) in Paramaribo-Noord. Enkele dagen later meldde het meldpunt echter dat de lichtbollen wensballonnen waren geweest, lampionnen met een brander erin die waren opgelaten tijdens een verjaardagsfeest verderop in de wijk.
Toen professor Ruben Gowricharn mij begin december 2019 berichtte dat hij de volgende dag naar een promotiezitting moest van een zijn promovendi die zou promoveren op het onderwerp ufo’s boven Suriname dacht ik in eerste instantie dat hij mij in de maling nam. Een promotieonderzoek naar ufo’s kan toch niet serieus zijn was mijn primaire reactie. Ufo’s hebben namelijk bij mij een hoge giechelfactor. Immers van ufo’s in de VS is toch al lang bekend dat het meestal gaat om geheime Amerikaanse militaire objecten die door leken worden aangezien voor vliegende schotels. Ufo staat voor unidentified flying object, niet-verklaarde vliegende objecten. In 2012 werd door TU Delft nog een universitair docent lucht- en ruimtevaart onder toezicht gesteld vanwege zijn uitspraken over ufo’s. Hij was namelijk ervan overtuigd dat ze een buitenaardse oorsprong hebben.
Ufo’s boven Suriname echter bleek te gaan om een wetenschappelijk onderzoek waarop Tanya Wijngaarde (Amsterdam 1964) op 11 december 2019 aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde. Zij, bakra-uiterlijk maar met een Surinaamse vader en Nederlandse moeder, studeerde aan deze universiteit muziekwetenschappen met als specialisatie etnomusicologie. In de periode 2002-2016 werkte zij in Suriname als journalist bij onder meer Dagblad Suriname, De Ware Tijd en later bij het maandblad Parbode. Daarnaast deed zij als zzp’er redactie- en schrijfwerk voor commerciële uitgaven, voorlichtingsmateriaal en websites. Wijngaarde is al jaren geïnteresseerd in ufo’s en de verhalen erover. Samen met twee anderen richtte zij, na een ufowaarneming in 2009 die de voorpagina’s van kranten in Suriname haalde, het Surinaamse ufo-meldpunt op om in kaart te brengen wat er gezien werd en of dat te verklaren was. Zij wilde meer over het onderwerp weten en het leek haar een mooie kans om wetenschappelijk met de verhalen over ufo’s aan de slag te gaan. Zij belde rond naar verschillende hoogleraren in Nederland, maar die reageerden niet erg positief. Die gooiden de hoorn erop bij het woord ufo, vertelt Wijngaarde mij per mail. Uiteindelijk vond zij twee hoogleraren die wél geïnteresseerd waren, alleen was haar voorstel nog niet voldoende uitgewerkt.Vervolgens ontmoette zij in 2013 professor Ruben Gowricharn van de Promotiekamer die aan mensen in Suriname de kans bood te promoveren aan een Nederlandse universiteit. Die kans greep zij met beide handen aan. In 2016 keerde zij terug naar Nederland waarbij zij als buitenpromovenda haar promotieonderzoek combineerde met haar fulltime werk bij de Fraudehelpdesk.
De VS gelden als de bakermat van ufo-verhalen en buitenaardse wezens. Sinds de jaren vijftig is er in dit land sprake van een ufo-subcultuur. Ufo’s en buitenaardse wezens vormen een niet meer weg te denken onderdeel van de populaire Amerikaanse cultuur. Sciencefictionverhalen en in het bijzonder sciencefictionfilms (met als bekendste film E.T. uit 1982) ondersteunen het idee dat buitenaardse wezens in ufo’s de aarde bezoeken. Volgens een enquête in 2002 gelooft 56% van de Amerikanen dat ufo’s een realiteit zijn. Het zijn vooral blanke Amerikanen die belangstelling hebben voor ufo’s. Deze belangstelling reflecteert het culturele, raciale, religieuze en politieke landschap van de Verenigde Staten, bezien vanuit het perspectief van blanke Amerikanen, en is onder meer beïnvloed door ideeën over raciale hiërarchie en white supremacy. Dankzij moderne media verspreiden verhalen over ufo’s zich over grote delen van de wereld als onderdeel van het proces van mondialisering.
Wijngaarde ziet de theoretische relevantie van haar onderzoek in het feit dat de verspreiding en lokale receptie (ontvangst) van ufo-verhalen kunnen worden beschouwd als een specifiek onderdeel van de mondialisering. In haar proefschrift onderzoekt zij in hoeverre dit aspect van de mondialisering veranderingen ondergaat op religieus, ideologisch, cultureel en politiek gebied in een plurale samenleving als de Surinaamse. De centrale vraag in haar onderzoek is hoe de Amerikaanse ufo-verhalen worden overgenomen in een andere maatschappij dan de Amerikaanse. Haar hoofdvraag heeft zij uitgesplitst in een viertal deelvragen: welke factoren spelen een rol bij de lokale receptie van de Amerikaanse ufo-verhalen in Suriname; in hoeverre en op welke wijze worden samenzweringstheorieën uit de Amerikaanse ufo-verhalen overgenomen; in hoeverre en op welke wijze worden de religieuze aspecten overgenomen en in hoeverre en op welke manier worden de raciale elementen overgenomen?
De auteur koos voor Suriname als onderzoeksobject omdat zij enkele jaren actief was in kringen van Surinaamse ufo-geïnteresseerden en, zoals eerder gesteld, een van de oprichters was van het ufo-meldpunt in Suriname. Het betekent dat zij het onderzoek uitvoerde vanuit een positie als insider met alle voor- en nadelen waarbij zij in haar optiek niettemin voldoende afstand in acht kon nemen om als buitenstaander erover te schrijven. Wat betreft haar eigen standpunt met betrekking tot het verschijnsel ufo’s: enerzijds beschouwt zij ufo’s als mythologie, maar anderzijds sluit ze niet in alle gevallen uit dat ufo’s buitenaards kunnen zijn.
Alvorens in te gaan op de deelvragen van de auteur enkele opmerkingen over de belangstelling voor ufo’s in Suriname. Tussen 2009 en 2015 werden ruim tachtig ufo’s gemeld bij het Surinaamse ufo-meldpunt. Het organiseerde eens per jaar een lezing in combinatie soms met de vertoning van een film die gemiddeld door ongeveer tachtig mensen werden bezocht. De harde kern onder de belangstellenden bestond echter uit twintig tot vijfentwintig mensen. Haar onderzoeksgroep bestond uit honderdveertig personen en omvatte evenveel mannen als vrouwen. Alle bevolkingsgroepen waren vertegenwoordigd met daarbij een opvallende vertegenwoordiging van Hindostanen en Javanen. Onder de belangstellenden bevonden zich relatief veel personen met een opleiding op hbo- of universitair niveau en een hoge sociale positie onder wie artsen, ondernemers, universitair docenten, een oud-directeur van de Centrale Bank van Suriname, een minister, een lid van het parlement en een adviseur van de regering. Wijngaarde heeft niet de indruk dat Suriname in dat opzicht afwijkt van de VS of Nederland. Ook in Nederland zijn de ufologen die Wijngaarde kent hoogopgeleid en hebben zij een goede baan. De data voor haar onderzoek verzamelde zij door middel van participerende observatie bij ufologen, het voeren van informele gesprekken met ufologen, het volgen van openbare posts op sociale media en groepsmails van ufologen, en uit openbare bronnen zoals kranten, tijdschriften en televisie. Vanwege persoonlijke omstandigheden van de oprichters werd het Surinaamse meldpunt in 2015 opgeheven.
Ik bespreek hieronder de belangrijkste uitkomsten van haar onderzoek.
De eerste deelvraag betreft de factoren die een rol spelen bij de ontvangst van Amerikaanse ufo-verhalen in Suriname. De ufo-mythologie maakt actief deel uit van het verspreiden van de boodschap van de suprematie van de VS. Het gaat hierbij niet om dwang of een opgelegde dominante cultuur maar om soft power. Bij dit laatste gaat het om de grote invloed van de Amerikaanse populaire cultuur mondiaal gezien. De Amerikaanse ufologie reflecteert een overheersende positie van het christendom en raciale hiërarchie waarin blanken bovenaan staan en stereotyperingen worden gebruikt bij de beschrijving van niet-blanken. De raciale hiërarchie en de dominante positie van het christendom zien we terug binnen de ufologie in Suriname. Dit hangt volgens de auteur in de eerste plaats samen met de hegemonie van de VS en daarnaast met de koloniale erfenis die nog steeds van invloed is op de onderlinge verhoudingen in Suriname. Opvallend is dat veel Hindostanen overeenkomsten zien tussen de ufo-mythologie en de verhalen uit de Vedische geschriften. Zij zien in de ufo-mythologie een (indirecte en mogelijk onbewuste) erkenning van de Vedische verhalen door het Westen en als een bewijs van de geldigheid van de Vedische mythologie. Daarmee functioneren de ufo-verhalen voor verschillende Hindostaanse ufologen als een bevestiging en erkenning van hun identiteit.
De tweede deelvraag handelt over de samenzweringstheorieën uit de Amerikaanse ufo-verhalen. Het zijn vooral rechtsextremistische en fundamentalistische christelijke groeperingen in de VS die stellen dat kwaadwillende aliens in het geheim zouden samenwerken met de overheid en dat joodse leiders, vrijmetselaars en geheime genootschappen streven naar wereldheerschappij. Hun ideeën vinden we terug in de ufo-verhalen en complottheorieën. Het ufo-complotdiscours is in de optiek van de auteur ook nadrukkelijk aanwezig in de perceptie van de meeste Surinaamse ufo-belangstellenden en samenzweringstheorieën vormen dan ook een wezenlijk onderdeel van het discours in Suriname.
In de derde deelvraag gaat Wijngaarde in op de overname van religieuze aspecten van de ufo-mythologie. Hierbij gaat het om hoger geëvolueerde buitenaardse wezens en de alien als kwaadaardig wezen dat mensen ontvoert, medische experimenten uitvoert op de slachtoffers en seksuele handelingen met hen verricht. Voorts gaat het ook om de interpretatie van Bijbelverhalen vanuit het idee dat ufo’s daarin beschreven worden en vanuit het idee van een eindtijd. Een belangrijk verschil met de dominante Amerikaanse mythologie is dat er in Suriname weinig aandacht is voor ontvoeringen. Een ander opvallend verschil met de dominante mythologie dat er in Suriname meer aandacht is voor de plaats van ufo’s in het hindoeïsme dan in de VS.
In haar laatste deelvraag bespreekt de auteur de raciale elementen uit de Amerikaanse ufo-verhalen. In de Amerikaanse ufo-mythologie bestaat er een raciale hiërarchie met bovenaan de moreel en intellectueel superieure, blonde en blauwogige aliens (Nordics genoemd) en lager op de ladder de kleinere grijze of donkere wezens. Dit raciaal thema wordt overgenomen in Suriname maar op enkele punten wordt er een andere interpretatie aan gegeven. In het verborgen discours onder enkele Hindostaanse ufologen zou het door buitenaardsen gecreëerde slavenras een lager ras zijn waarvan de mensen van Afrikaanse afkomst stammen, dus Afro-Surinamers. Dit is in overeenstemming met de dominante mythologie. De Hindostaanse ufologen denken zelf af te stammen van (buitenaardse) rassen die hoger in de hiërarchie staan. Hiermee is het ufo-discours in Suriname volgens Wijngaarde een instrument waarmee lokale raciale spanningen worden geventileerd. Doordat dit discours echter niet openlijk werd geuit en het aandeel van Creolen onder de groep ufologen erg klein was heeft het de onderlinge relaties binnen de groep van ufologen niet beïnvloed.
Evenals de VS kunnen in Suriname de ufo-belangstellenden niet als een sociale beweging in sociologische zin worden beschouwd. In Suriname was het meer een informele groep zonder formele organisatie waarvan de betrokkenen participeerden via internet, e-mails of door het bezoeken van een lezing.
Wijngaarde ziet de aantrekkingskracht van de ufo-verhalen vooral in de geheimzinnigheid van het fenomeen: het onbekende, ongrijpbare en onverklaarde. Zij vindt het opvallend, zoals zij in haar slotconclusie schrijft, dat de ufo-mythologie inclusief de elementen van een racistische ideologie ook voor een belangrijk deel in een land als Suriname met een koloniaal verleden zijn overgenomen terwijl de bevolking de gevolgen van racisme en het idee van blanke superioriteit aan den lijve heeft ondervonden. Als verklaring voor deze attitude in Suriname ziet de auteur de doorwerking van de koloniale cultuur (generaties lange onderdrukking, het opleggen van een raciale en culturele norm en koloniaal onderwijs) die mede geleid heeft tot een automatische acceptatie van de dominante cultuur van Europa en de VS. Haar proefschrift is eigenlijk een pleidooi voor meer wetenschappelijke aandacht voor de populariteit van moderne mythen waarmee betwiste informatie wordt verspreid. Complottheorieën en ‘alternatieve waarheden’ zijn onmiskenbaar een onderdeel geworden van de moderne maatschappij, aldus Wijngaarde.
Fotobijschrift: Tanya Wijngaarde
Tanya Wijngaarde Ufo’s boven Suriname. De receptie van een Amerikaans mythologie. Amsterdam 2019. Academisch proefschrift.
Geïnteresseerden kunnen dit proefschrift bij de auteur bestellen door te mailen naar: ttwijngaarde@gmail.com
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname
8 Decemberdienst 2019 ~ Pta. Soeshila Baldew-Malhoe
Geachte broeders en zusters, goedenavond, Namaste,
We zijn vandaag weer bij elkaar, maar met een zekere mate van tevredenheid met betrekking tot het verloop van de rechtszaak. Het geeft een goed gevoel te weten dat de rechtstaat Suriname leeft. Er zijn groepen van mensen en personen in Suriname die niet kunnen of willen begrijpen dat Suriname deel is van een wereldgemeenschap. Wij leven niet alleen op de wereld. In elk beschaafd land staat en valt alles met de rechtsorde. En wanneer er recht gesproken is moet iedereen zich daaraan houden, ongeacht de maatschappelijke positie van de persoon. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn handelingen.
In de Yajurveda 34-4 staat:
Aum , yenedam bhutam bhuwanam bhawishat,, parigrihitam amritena sarwam.
Yena yajyastayate saptahota, tanme mannah shivasankalpa mastu.
In deze mantra zeggen wij:
“God U heeft mijn ”mana” mind/geest/ wil het vermogen gegeven het verleden, het heden en de toekomst te leren kennen. Het kan alle tijden overzien. Geef mijn Mana de kracht om uit de fouten van het verleden te leren opdat ik mijn toekomst kan corrigeren en verbeteren. Laat mij door goed handelen in het heden mijn toekomst verbeteren. God geef mij de kracht dat ik met behulp van mijn gezond verstand mijn mana/ mind kan beteugelen zodat ik geen verkeerde handelingen pleeg en mijn leven in goede banen kan leiden.
Deze mantra is een van de zes mantra’s die gereciteerd dient te worden voor het slapen gaan, voor een goede nachtrust en om te overdenken of wij als mens door de dag heen geen fouten hebben gemaakt waarmee we onszelf schade berokkend hebben en ook anderen getroffen hebben. Het is een belangrijke introspectie.
In 36-6 van de Yajurveda zeggen wij:
“O god, net zoals een goede wagenmenner de paarden beteugelt en brengt waar hij wil, laat mijn verstand op de zelfde wijze mijn zintuigen beteugelen want deze slepen mijn “wil” overal naar toe. Geef mijn mana/ wil de kracht om het goede van het kwade te onderscheiden en mijn leven langs goede banen te leiden.”
Elk mens moet weten dat elke handeling consequenties/ gevolgen heeft. De heer Bouterse had toen moeten weten dat ooit de waarheid aan het licht zou komen. De wereld is Gods huis. Wij mogen hier wonen, vertoeven, maar we mogen Zijn gemaakte regels niet overtreden. Niemand heeft het recht anderen te doden. God heeft ons denkvermogen gegeven. We moeten weten dat wij anderen geen kwaad mogen doen. De Almachtige is een alomtegenwoordige kracht die overal aanwezig is. Hij ziet alles, weet alles wat er gebeurd. En….. Hij geeft de eerlijke een derde oog om alles te zien waarmee wij het kosmisch bewustzijn bevuilen. En dit derde oog heeft de Almachtige de drie rechters geschonken om het kwaad dat geschied is op 8 december 1982 te ontrafelen. Volgens de Vedische leer wordt de creërende kracht van de Almachtige Brahma genoemd. Dat is een mannelijke kracht. Maar de vernietiger van het kwaad en handhaver van het recht is een vrouwelijke kracht die Durga genoemd wordt. Is het niet Gods werk dat onze jonge natie drie Durga’s heeft voortgebracht die de waarheid hebben ontrafeld? De natuurlijke wetmatigheden van de wereld zijn gebaseerd op waarheid. Wat men ook doet, de waarheid zal altijd naar boven komen. Suriname heeft eindelijk kunnen tonen dat het een rechtstaat is. Dat de rechtstaat leeft. Volgens de Vedische leer krijg je altijd de vruchten van je daden, goed of kwaad. Dat is de werking van de oorzaak-gevolgwet. Dit systeem kent geen vergeving. Ook de Bijbel zegt: “wat gij zaait zult gij oogsten”. Als je de oogst binnenhaalt, moet je niet vluchten als de vruchten zuur zijn. Want… ook dat wordt met rente beloond.
De heer Bouterse heeft totaal geen respect getoond voor de rechtstaat. In 1980 heeft hij de rechtstaat omver gegooid door een coup te plegen en 2 jaar later de moord op 15 eerbare burgers die vochten voor herstel van de democratie. Mensen die vinden dat ze niet schuldig zijn, gaan naar de rechtszaal om zich te verdedigen, om aan te horen wat de rechter zegt. Hoeveel respect heeft de persoon Bouterse voor de rechtsorde van Suriname? Immers, de zaak gaat om de persoon Bouterse en niet om President Bouterse. Als President had hij juist het goede voorbeeld moeten geven als eerste burger van het land door naar de rechtszaal te gaan en zijn verhaal te doen in mannentaal. Dat zou hem beter staan in de hoedanigheid als President. Door op reis te gaan in de periode van de rechtspraak heeft hij niet alleen de rechterlijke orde geschoffeerd, maar de gehele Surinaamse bevolking. Hij heeft totaal geen goed voorbeeld gegeven aan het volk. Anderzijds heeft hij ook geen rekening mee gehouden dat de hele wereld toekijkt. Hoeveel respect verwacht hij van de wereld? Wat moet er later over hem staan in de geschiedenisboeken? En dit alles geeft Suriname een enorme imagoschade. In elk geval is er recht gesproken. Mensen kunnen de geschiedenis niet voor lange tijd blijven vervalsen. De Goddelijke kracht is altijd sterker. En het is deze Goddelijke kracht die de nabestaanden de kracht en de guts heeft gegeven om te blijven strijden. Na 43 jaar hebben we nu dit resultaat. Ik ben ervan overtuigd dat de Almachtige ons zal bijstaan om de toekomst van Suriname te verschonen van alle smet. Ik wens de gehele Surinaamse bevolking en de rechterlijke macht heel veel sterkte toe.
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Handboek over past-life therapie in Suriname – S. Gangapersad
PARAMARIBO – Ronald van der Maesen en Cecillia Manichand hebben vorige week een handboek over past-life therapie in Suriname uitgebracht. Het boek bevat informatie over deze nieuwe therapie, de behandeltechnieken die worden toegepast en de resultaten van een tevredenheidsonderzoek onder meer dan honderd cliënten.
Complement
Het handboek wordt gezien als een enorme aanwinst, complement (aanvulling) voor de gezondheidszorg en bekroning van ruim twee decennia werk in Suriname. “Reïncarnatie is de basis voor past-life therapie. Vaak wordt reïncarnatie geassocieerd met het hindoeïsme, maar het is veel universeler”, zegt professor Jack Mencke, die het voorwoord van het boek heeft neergepend. “De ziel is eeuwig en incarneert. Niet alleen de Hindoes geloven het, maar ook in andere culturen, zoals bij de Saramaccaners is dit bekend. Die groep gelooft dat eigenschappen van de overleden persoon terugkomt in het lichaam van een nieuw geborene. Dit handboek geeft inzichten in de mogelijkheden van past-life therapie voor chronische, psychische, lichamelijke en relationele problemen. Het is een vernieuwing in het wetenschappelijk denken”, benadrukt Mencke en noemt daarbij ook de promotie van Kamla Nannan Panday-Jhingoerie die in februari haar proefschrift over pluralisme/integratie van past-life therapie in de gezondheidszorg presenteerde.
Verworvenheid
In de 535 pagina’s van het boek worden drie facetten behandeld: past-life therapie en de ontwikkeling ervan, behandeltechnieken en de praktijk. “Als vedantik en filosoof geloof ik in de wet van karma. Kennis kun je op verschillende manier krijgen: door waarneming, het af te leiden, analogie, deductie of door ervaring. Past-life therapie is voor mij het bewijs en bevestiging van alles wat ik heb gelezen in boeken zoals de Bhagavad Gita en Upnishads. Voor de gezondheidszorg is dit boek een zegen. Er zal weerstand zijn om het toe te passen, maar dat moet je overwinnen. De regering is bezig met een commissie voor alternatieve geneeswijzen. Groepen krijgen een platform om door toetsing, scholing en praktijk emperisch materiaal te verzamelen. We moeten meer vaart zetten. Laat het niet zo zijn dat de Wereld Gezondheidsorganisatie ons deze nieuwe therapie aanbiedt, maar laat het onze verworvenheid zijn”, zegt vicepresident Ashwin Adhin die het eerste exemplaar van het boek heeft ontvangen en zich zelf ook in de materie heeft verdiept.
Uniek en zorg op maat
Bij past-life therapie worden de oorzaken van klachten en problemen niet alleen in het huidig leven, maar ook in vorige levens gezocht en gevonden. Dit maakt de therapie uniek en zorg op maat. Het vinden van de oorzaak, veelal traumatiserende gebeurtenissen die alsnog moeten worden verwerkt, leidt tot een traumabehandeling waarvan de positieve resultaten wetenschappelijk zijn aangetoond. Ook mensen met ‘vreemde’ niet-eigen, vaak hinderlijke energieën ervaren bevrijding. In het boek is opgenomen het resultaat van een tevredenheidsonderzoek onder honderd cliënten, die in de afgelopen vijf jaar in deze behandeling hebben ondergaan. Daarnaast bevat het boek twintig casussen van Nederlandse en Surinaamse therapeuten waarin aandacht wordt besteed aan de behandeling van levensbedreigende ziekten, dementie, werken met kinderen, innerlijk kind, winti, celtherapie en intermediair therapie wanneer de cliënt zelf niet in therapie kan verschijnen.
Bij de foto: De schrijvers Cecillia Manichand en Ronald van der Maesen bij de presentatie van het handboek over past-life therapie in Suriname.
Foto: Sabitrie Gangapersad
- Published in NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Viering 70ste India Constitution Day – S. Gangapersad
Een commissie onder leiding van jurist en econoom Bhimrao Ambedkar heeft twee jaren, elf maanden en zeventien dagen gewerkt aan de grondwet van India. Deze werd op 26 november 1949 aangenomen en ging twee maanden later, op 26 januari 1950, van kracht. De Indiase ambassade in Suriname heeft de 70ste Constitution Day (aanname van de grondwet) herdacht met een expositie over het leven van Ambedkar.
Blijvend
“De grondwet van India is de tweede grootste in de wereld en bevat 395 artikelen waarin verschillende aspecten zoals veiligheid, gelijkheid en de rechten en plichten van burgers aan de orde komen. Voor de commissie was het geen gemakkelijke taak om dit document tot stand te brengen in een land met meer dan 122 talen, 1600 dialecten, zeven grote godsdiensten en zo een grote diversiteit. Toch is dit gelukt en is de grondwet nu nog relevant en blijvend”, zegt ambassadeur Mahender Singh Kanyal. India is een democratische republiek met een overwegend federale structuur. Aan het hoofd staat een president. De taken van de president zijn grotendeels ceremonieel. De uitvoerende macht ligt bij de raad van ministers die wordt geleid door een premier. De president benoemt de premier die wordt voorgedragen door de coalitie. Ministers worden door de president benoemd op voordracht van de premier. Het parlement kent twee kamers: het hogerhuis (Rajya Sabha) en het lagerhuis (Lok Sabha) en bestaat uit 790 leden: 245 van Rajya Sabha en 545 van Lok Sabha. De minimale leeftijd om te kunnen stemmen is achttien jaar.
Goddelijk geïnspireerd
Het publiek is onder de indruk van alles dat er over de grondwet van India is gezegd en kijkt respectvol naar de plaatjes van Ambedkar. “Het is bijzonder dat het document in deze tijd, na wat kleine aanpassingen, nog relevant is. Dit is niet door de mens gemaakt, maar goddelijk geïnspireerd”, merken een paar mensen op. De expositie over Ambedkar begint met markante quotes over de grondwet van leiders zoals oud president Abdul Kalam en de huidige premier Narendra Modi. Er staan daarna foto’s van verschillende ontmoetingen en beraadslagingen die Ambedkar had met groeperingen om te komen tot de grondwet. De expositie eindigt met illustraties over zijn dood op 6 december 1956 en herdenkingsmomenten rond zijn sterfdag.
Ruggengraat
Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons die samen met Kanyal de opening van de expositie heeft verricht, noemt de grondwet de ruggengraat van een land. “De grondwet geeft kracht en fungeert als anker bij het uitzetten van ontwikkelingsplannen. Als we kijken naar wat India in de afgelopen zeventig jaren heeft bereikt, dan is dat prijzenswaardig. Het land speelt op verschillende gebieden een leidende rol. Ik noem hierbij onder andere de ontwikkeling van hernieuwbare energie, wat erg relevant is in deze tijd van klimaatsveranderingen.” De assembleevoorzitter onderstreept de goede banden die Suriname en India met elkaar delen en feliciteert het land en de bevolking met het jubileumjaar voor aanname van de grondwet.
Bij de foto: Opening expo en overhandiging van een boek over de grondwet aan Jennifer Geerlings-Simons door de ambassadeur van India, de heer Mahender Singh Kanyal
Foto’s: Indiase Ambassade
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname
Professor Sieuwnath Naipal ontvangt elfde vedánta-prijs – S. Gangapersad
Toen Sieuwnath Naipal vijf jaar geleden begon met het planten van mangrove bomen te Weg naar Zee, waren velen heel sceptisch. Zou de dwaze professor proberen om de machtige zee met kleine mangrove plantjes te bedwingen?, vroegen mensen zich af. Ze noemden het initiatief: water naar zee dragen. Maar intussen heeft Naipal bewezen dat het initiatief succesvol werkt. Voor zijn verdiensten op het gebied van natuur en milieu is hij door de stichting Jnan Adhin Fonds onderscheiden met de elfde vedánta-prijs.
Succes
“Naipal heeft bewezen dat mangrove het antwoord is op de stijgende zeespiegel. Zijn inspanningen op het gebied van natuur en milieu ademen de geest van het vedántisch universalisme. Hij heeft met dit project internationale faam gekregen en Suriname op de wereldkaart geplaatst. Zelfs koningin Elizabeth II heeft recentelijk nog haar waardering hierover uitgesproken”, zegt Carlo Jadnanansing, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Jnan Adhin Fonds. “Het is Naipal gelukt om met dit project de kust met meer dan een meter op te hogen. Op bepaalde plekken is het wat meer of minder, maar het is een succes. Het mangrove project is in verschillende landen uitgevoerd, maar niet overal geslaagd. Mangrove vervult een nierfunctie, zodat dialyse niet hoeft. Bij de toekenning van de vedánta-prijs wordt voornamelijk gelet op het bevorderen van het besef van de eenheid van al het bestaande. Naipal etaleert met dit project verantwoordelijkheid voor de medemens en juist beheer van natuur en milieu.”
Natuurlijke bescherming
Tijdens de onderscheiding laat Naipal beelden zien van wat de aanwezigheid van mangrove betekent voor bescherming van de kust tegen de oprukkende zee. “Er gaat veel kapot, maar dat kan weer worden hersteld. Met een natuurlijke bescherming kun je het ecosysteem herstellen. Dit betekent dat je meer vissen, krabben, garnalen en vogels krijgt in het gebied. Onze kust is zo dynamisch en rijk aan hulpbronnen, dat het een grote zonde is om het allemaal te verliezen. Een kust met alleen maar dijken is niet in staat om te produceren waarvan we afhankelijk zijn. Een op natuur gebaseerde bescherming biedt veel meer mogelijkheden, denk maar aan mensen die aan bijenteelt, landbouw en toerisme doen. Iedereen heeft er baat bij”, zegt de laureaat. Hij geeft toe dat mensen en organisaties in het begin sceptisch waren. “Maar ik krijg nu veel hulp. Mangrove is de sleutel voor de toekomst. Het is een van de weinige ecosystemen dat in staat is om de effecten van klimaatsverandering tegen te gaan. Iedereen kan hieraan een bijdrage leveren.”
Periodieke uitreiking
“Het Jnan Adhin Fonds heeft sinds haar oprichting in januari 2000 verschillende activiteiten gehouden om de vedántisch-universalistische eenheidsgedachte in Suriname te bevorderen. De toekenning van de periodieke vedánta-prijs aan iemand die zich hiervoor verdienstelijk heeft gemaakt, is daarvan een onderdeel”, zegt voorzitter Rakesh Adhin. De vedánta-prijs is eerder toegekend aan Jef Crab (2001), Martinus Lutchman (2002), Abdoelgaffar Muradin (2003), Nico Waagmeester (2005), Vera Kaffiludi (2007), Roshnie Radhakishun (2009), James Ramlall (2011), Ronald van der Maesen (2015) en Monique Pool (2017).
Bij de foto: Overhandiging van de vedánta-prijs 2019 door Rakesh Adhin aan professor Sieuwnath Naipal. Elena Naipal vrouw van professor Naipal ontvangt ook de felecitaties en een bloemstuk van de stichting.
Foto’s: Jnan Adhin Fonds
- Published in BIBLIOTHEEK, NIEUWS, Nieuws uit Suriname