Interview met prof. dr. Sharda Nandram – Kanta Adhin
Sharda Nandram kwam in augustus 1985 vanuit Suriname aan in Amsterdam voor studie. Vervolgens studeerde zij af in psychologie, promoveerde in 1995 in de sociale psychologie en rondde in 1999 ook de studie economie af. Vanaf 2007 is ze universitair hoofddocent aan de Nyenrode Business Universiteit. Ze is sedert 2016 ook verbonden aan de Banasthali Universiteit in Jaipur, India. Vanaf mei 2019 is ze tevens hoogleraar Hindoe-spiritualiteit en Samenleving aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij zal dit hoogleraarschap op 21 november 2019 officieel aanvaarden met het uitspreken van de rede “Hoe we dingen doen tot waarom we bestaan: Integratieve spiritualiteit in de vierde industriële revolutie.”
Volgens Sharda is het sleutelwoord: verbinding. Zij streeft naar een wetenschappelijke verankering van de hindoeïstische spiritualiteit om van daaruit een verbinding te maken met de samenleving. Het gaat vooral om de praktische toepassing van spirituele inzichten; een wetenschappelijke basis draagt bij aan de kwaliteit en geeft de doelgroep een steviger houvast. Zij hoopt uit de samenleving thema’s aangereikt te krijgen die voor dit doel nader kunnen worden uitgewerkt. Nu richt zij zich onder andere op spirituele begeleiding in diverse domeinen van de zorg, zoals ouderenzorg, palliatieve en terminale zorg. Maar meer in het algemeen houdt zij zich in de nieuwe leerstoel bezig met de vraag: Wat is de rol van spiritualiteit vanuit onze hindoe geschriften, tradities en leefervaringen, hoe kunnen ze ons begeleiden om het beste uit onszelf te halen en om te verbinden met de dingen die we doen.
Het liefst ziet Sharda ook op wereldniveau een inbedding van spiritualiteit in beslissingen die ons allemaal raken en een uiting zijn van de eenheid van al het bestaande. Hoe mooi zou het zijn als iedereen – intellectuelen, ondernemers, uitvinders, ambtenaren, mensen uit de praktijk van alledag en de gewone man op straat – een steentje hieraan zou kunnen bijdragen door dingen te doen vanuit het diepste menszijn. Naast het prestigieuze World Economic Forum dat zich vooral op economie en technologie richt, zou volgens haar het World Integrativeness Forum moeten worden opgericht om de verbindende kracht van spiritualiteit te erkennen.
Wat inspireerde u om (sociale) psychologie en economie te studeren?
Ik wilde altijd meer weten over hoe mensen in elkaar zitten. Door anderen in mijn klas te observeren zag ik grote verschillen in hoe mensen reageren. De vraag hoeveel iemand meekrijgt met de opvoeding en culturele achtergrond en hoeveel van zichzelf is, hield mij bezig. Ik ging psychologie studeren met het idee klinisch psycholoog te worden. Gevoelsmatig had ik echter niet voldoende connectie met de theorieën en modellen. Ik kon mij ook niet echt verplaatsen in de probleemkant van de psychologie, zoals de meeste (oudere) medestudenten die zelf vrij heftige dingen in hun leven bleken te hebben meegemaakt. Ik ben mij toen meer gaan richten op arbeids- en organisatiepsychologie. Mijn promotieonderzoek betrof arbeidsverhoudingen in Nederland en de rol van vakbondskaderleden. Halverwege mijn promotie realiseerde ik mij dat het bedrijfsleven psychologen vaak inzet als het goed gaat. Men wil dan, bijvoorbeeld, iets weten over arbeidstevredenheid. Maar ze betrokken psychologisch onderzoek niet bij het nemen van strategische beslissingen. Zo raakte ik geïnteresseerd in economische vraagstukken waar bedrijven zich mee bezighielden.
Hoe kwam u vanuit de wetenschap bij spiritualiteit?
Mijn interesse in spiritualiteit kwam naar boven toen ik eind 1997 bij Nyenrode, waar ik inmiddels werkte, werd gevraagd te helpen met onderzoek bij de opzet van een centrum voor ondernemerschap. In dat verband heb ik veel ondernemers moeten interviewen. Zo kwam ik in aanraking met de mens achter de ondernemer en zag wat hen dreef. Voor sommigen was ondernemerschap als ouderschap. Ze zagen de medewerkers als ‘hun eigen kinderen’ voor wie ze een enorme verantwoordelijkheid voelden. In de interviews vroeg ik naar hun inspiratiebronnen voor de dingen die ze doen, over rol van spiritualiteit en intuïtie. Ik besefte hoe belangrijk de meer ongrijpbare dingen waren voor ondernemers, voor hun vorming en ontwikkeling, voor het kunnen omgaan met tegenslagen en nieuwe kansen te zien. In 2006 gaf Prof. Paul de Blot zijn oratie als hoogleraar Business spiritualiteit op Nyenrode. Hij vroeg mij of ik hem, samen met een andere professor, wilde helpen om de leerstoel op te bouwen. Toen ben ik het onderzoeksgebied van spiritualiteit verder gaan exploreren. Ik ben veel gaan lezen en heb ook cursussen gevolgd. Vanaf januari 2008 ben ik zeker dertig keer naar India gereisd om spiritualiteit zelf te beleven. Door in diverse ashrams te zitten heb ik spirituele technieken geleerd en ook zelf ervaren. Wat doet yoga met je? Welk effect hebben mantra’s op je? Van huis uit heb ik belangrijke waarden meegekregen: eerlijkheid, respect, je plicht doen. Maar wat kan je hier nog meer mee? Wat betekenen yama en niyama, de hindoeïstische richtlijnen voor harmonie en innerlijke vrede, in de praktijk van alledag? Ik ben toen gaan uitwerken wat de rol van spiritualiteit is voor ondernemerschap en in organisaties en begon daarover te schrijven en ook lezingen en cursussen te geven.
Is de harde ‘profit’ wereld van business wel ontvankelijk voor spiritualiteit of komt dat soft over?
Spiritualiteit is niet een onderwerp dat iedereen aanspreekt. Dat geldt ook voor het bedrijfsleven. Maar je ziet wel een toename in aandacht voor spirituele technieken in de management literatuur. Ook zie je vaker bedrijven die hun medewerkers meditatietrainingen aanbieden. Ze nodigen ook een guru of monnik uit om medewerkers te inspireren out of the box te denken. Sommige CEO’s vertellen openlijk dat ze mediteren. Deze openheid neemt toe. Vijftien jaar geleden spraken Nederlandse ondernemers wel met mij over de rol van spiritualiteit, maar wilden dat liever niet vermeld zien in het onderzoek uit vrees voor imagoschade. Maar nu wordt het zowel in Europese als Amerikaanse context steeds meer geaccepteerd. Ik zit al zo een acht jaar in het stuurcomité van het European SPES institute. SPES staat voor spirituality economics en society. In de Amerikaanse context hebben management wetenschappers een groep opgezet, Management spirituality and religion, waar ik ook bij ben aangesloten. Spiritualiteit is nog altijd geen hoofdonderwerp, maar dat is ook niet erg. We hoeven niet te gaan evangeliseren. Er moet sprake zijn van een gezonde bedrijfsvoering en daar hoort het maken van winst bij. Winsten zijn nodig om mensen in dienst te kunnen houden of meer mensen in dienst te nemen, om nieuwe dingen te kunnen doen. Ik vind het gezonder dat spiritualiteit samengaat met de commerciële kant van bedrijfsvoering dan dat de een de overhand heeft.
In westers denken is het vaak het een of het ander (de of-of benadering, het plaatsen in hokjes) in plaats van en-en zoals in het hindoeïsme. Sluit uw begrip van integratieve spiritualiteit hierbij aan?
Jazeker, voor de integratieve benadering gebruik ik de metafoor van een kubus om te laten zien dat er meerdere doelen zijn in iemands leven en dat die met elkaar zijn verbonden. Vaak zien we maar een aspect van de werkelijkheid, maar de kubus herinnert ons eraan dat er meerdere zijn. De vlakken van de kubus kunnen we als een geheel zien en daar respect voor ontwikkelen vanuit de gedachte dat alles uiteindelijk een harmonisch geheel vormt. Het is onze taak om onze zintuigen aan te scherpen via allerlei spirituele technieken om die harmonie te zien en te beleven. In de integratieve aanpak is er daarom bij voorbaat een streven naar samenhang waarbij je alle relevante spelers en hun visies en doelen betrekt om het beoogde doel te bereiken. Deze aanpak is anders dan we vaak hebben toegepast, daarom is onderzoek nodig om er een stevigere basis aan te geven met theorie, modellen en praktijkvoorbeelden.
Hoe zal de leerstoel Hindoe-spiritualiteit en Samenleving worden ingevuld?
Het is een nieuwe leerstoel voor twee dagen per week. Ik zal voortborduren op twee onderzoekslijnen die ik de afgelopen jaren heb ontwikkeld, namelijk ondernemersbesluitvorming en de rol van subtiele signalen, inclusief intuïtie. Hierbij helpt de yoga filosofie om de geest te begrijpen. Verder ga ik door met organisatie-innovatie. Hierbij staat de vraag centraal hoe je het beste uit mensen haalt, waarbij ze betekenisvol werk en een zinvol leven ervaren. In dit verband heb ik eerder veel onderzoek gedaan voor het toonaangevend Nederlands bedrijf Buurtzorg. Ik ga nu de spirituele kant hieraan toevoegen. Ik ben als non-executive director ook werkzaam bij Buurtzorg Edugreen Neighborhood Care in India. Wat opleidingen betreft zal er een mastersopleiding geestelijke verzorging vanuit hindoeïstisch perspectief zijn. Daarnaast zal er binnen het bachelor programma van de bestaande opleiding hindoeïsme op de VU een cursus worden ontwikkeld die toegespitst is op yoga, spiritualiteit, business en leiderschap. Natuurlijk moet het niet alleen een academische bezigheid zijn, het uiteindelijke doel is dat de verkregen inzichten in de praktijk worden gebracht. Het hindoeïsme heeft qua spiritualiteit veel te bieden. Het gaat niet alleen om het bezoeken van de mandir of ceremonies thuis. De rijke spirituele traditie moet uiteindelijk in al het handelen van mensen verankerd zijn en daarmee in de samenleving. Het gaat om de kracht van het verbinden.
Foto’s: Sharda Nandram en Ranjan Akloe
- Published in BIBLIOTHEEK, INTERVIEW
Interview met VHP-voorzitter Chan Santokhi – red.
De VHP (Vooruitstrevende Hervormings Partij) is één van de grootste politieke partijen van Suriname. De partij werd in 1949 opgericht. Het Jubileumboek 70 jaargeeft een beeld van de partij over 70 jaren. Chan Santokhi is sedert juli 2011 partijleider en de VHP is onder zijn leiding bezig aan een transformatie.
We zien een verloop van de traditionele VHP naar een Orange Movement. Heeft u de aanzet tot deze transformatie gegeven? Wat was de noodzaak hiertoe?
Na de verkiezingsuitslag van 2015 heb ik samen met deskundigen een grondige analyse gemaakt. VHP was die verkiezingen samen met een aantal andere partijen ingegaan in de zogeheten V7 combinatie. Van alle partijen in de V7 combinatie was de VHP de enige die was gegroeid. Het was duidelijk dat de combinatie die uitging van het bundelen van de verschillende achterbannen niet meer aanspreekt. Mijn conclusie was duidelijk, het moet anders. Ik ben toen een traject ingegaan om vooral te luisteren naar alle stemmen en meningen, zowel binnen als buiten de partij. De uitkomst was helder: om te groeien moeten we zelf sterk en breed zijn. De VHP zal met woord en daad moeten laten zien dat ze een nationale partij is. Groeien door sommige delen van het ‘electoraat’ te outsourcen aan andere partijen werkt niet. We moeten het zelf doen. Dit inzicht had als logische consequentie dat de VHP zelfstandig de komende verkiezingen in 2020 ingaat. Let wel, ik zeg niet dat we alleen de verkiezingen ingaan. We gaan zelfstandig de verkiezingen. Ik zeg dat omdat het voor eenieder duidelijk moet zijn dat we de crisis waar we voor staan gezamenlijk zullen moeten oplossen. De VHP zal samenwerken met eenieder die het goed meent met Suriname.
U bent een succesvol minister van Justitie en Politie geweest. Wat is uw meest bijzondere ervaring van toen? Daarna bent u voorzitter van de partij geworden. Wat is in die functie uw meest bijzondere ervaring tot nu toe?
Als minister van Justitie en Politie: het aannemen van vele wetten die de basis zijn voor vernieuwing en versteviging van de rechtsstaat. Veel mensen weten niet dat onder mijn leiding de vernieuwing van het burgerlijk wetboek is afgerond. Met o.a. verbetering van de rechtspositie van de vrouw. Verder ben ik er trots op dat ik als minister van Justitie heb kunnen zorgen voor een veilige samenleving. Suriname kreeg daar zelfs internationale waardering voor.
Als partijvoorzitter was de 70ste verjaardag van de VHP in januari van dit jaar voor mij een bijzonder moment. Het was mooi om te zien hoe de transformatie van de partij vorm krijgt. Hoe we ons als nationale partij hebben gepresenteerd. Het was voor velen ook het bewijs dat de transformatie reëel is en dat we groeien. De partij is intussen uitgegroeid tot een nationale beweging, de Orange Movement.
U heeft onlangs in een toespraak de garantie gegeven dat de VHP alle Surinamers uit hun armoedige situatie zal halen. Kunt u die garantie wel geven?
De taak van een politiek leider is om met visie en daadkracht te handelen in het belang van land en volk. Het is onze taak als politici om ervoor te zorgen dat elke stap die we nemen er één is om het leven van onze medemens te verbeteren. Als we met die instelling aan het werk gaan zal het ook beter gaan. Als we met die houding van dienstbaarheid aan de samenleving zaken aanpakken, dan zal het leiden tot verbetering van het leven van eenieder. Deze houding is een breuk met het corrupte handelen van de huidige regering, die niet bezig is met de samenleving, maar met eigenbelang.
U heeft ook gezegd dat VHP voor 28 zetels gaat? Hoe hoog schat u die kans? En wat doet u als het niet lukt? (red: er zijn in totaal 51 zetels te behalen)
Een politiek leider die niet de grootste wil worden, die niet de meerderheid wil halen, kan beter thuisblijven of met pensioen gaan. Red Suriname! Dat is de ambitie van de VHP. Die ambitie kan je niet waarmaken als je geen stevig mandaat krijgt van de kiezer. Ja, ik steek mijn nek uit en dat doe ik omdat ik weet dat de VHP dat kan. Juist deze nieuwe VHP, de brede VHP, de VHP met 70 jaar ervaring en wijsheid. De VHP die al eerder het land uit crises wist te halen. Ik ga voor het redden van Suriname, voor nu en volgende generaties, maar dan heb ik wel vertrouwen en mandaat nodig. En 28 zetels is een stevig mandaat. Tot we weten wat de kiezer heeft besloten op 25 mei 2020, heeft het geen zin om te speculeren over hypothetische uitslagen. Ik focus me op het winnen van de verkiezingen.
De schuldenlast van Suriname is heel hoog voor zo’n kleine bevolking. Heeft u hier een oplossing voor mocht VHP in mei 2020 aan de macht komen?
Ja, het kan én het moet. De schuldenlast zal aangepakt moeten worden. Dit probleem zal niet van de een op de andere dag zijn opgelost. Belangrijk is dat een nieuwe regering vertrouwen wint en krijgt. Als dat vertrouwen er is, dan is er heel veel mogelijk. Dan staat ook het buitenland klaar om te steunen met handel en investeringen. Als er vertrouwen is, dan zijn investeerders ook weer bereid bedrijven en projecten in Suriname te financieren. We hebben deskundigheid in huis en er wordt aan verschillende scenario’s gewerkt en gerekend. Deze regering heeft in de afgelopen bijna 10 jaar alle geloofwaardigheid en vertrouwen verkwanseld. Dat maakt ook dat de VHP nu groeit, mensen hebben vertrouwen in ons.
Hoe bekend bent u onder Hindostanen in Nederland en hoe kunnen zij u helpen bij de verkiezingen?
Zoals ik in mijn antwoord op de eerste vraag al heb aangegeven, kijkt de nieuwe VHP, de Orange Movement, niet naar etniciteit of afkomst. We zijn allemaal Surinamers. Ja, ieder met zijn eigen identiteit, cultuur en geloof, maar eerst en vooral zijn we Surinamers. Dus ik reik mijn hand uit naar allen die Suriname willen helpen redden. Zowel in Suriname als daarbuiten. Ik zeg daarom: we zijn met één miljoen Surinamers samen. Dat is de power, die we moeten mobiliseren. Alle Surinamers in het buitenland kunnen helpen. Je hebt misschien geen stemrecht in Suriname, maar je hebt wel een stem! Gebruik die stem, help mee om familie en vrienden bewust te maken hoe belangrijk hun stem in 2020 is. Hun stem kan het verschil maken. Het verschil tussen doorgaan met armoede en corruptie, of een toekomst waar we weer gaan groeien en bloeien.
Hoe wilt u de gemeenschap in Nederland bereiken?
De campagne is zoals gezegd gericht op alle Surinamers en niet op één bepaalde etniciteit. Het belangrijkste is voortdurende communicatie. Via social media, via de pers, via eigen media, via activiteiten van de VHP-kernen, zowel in Suriname als Nederland. In Suriname hebben we voortdurend Meet the People campagnes. We zijn continu in gesprek met mensen in het veld. De momenten waarop ik in Nederland ben, gebruik ik ook om mensen te ontmoeten via bijeenkomsten van VHP Nederland.
Probeert u ook, in het bijzonder, jongeren te bereiken? Denkt u dat jongeren in Suriname gaan stemmen op VHP nu de huidige regering hun letterlijk ‘uitkoopt’?
Jongeren zijn in elk opzicht belangrijk voor de VHP en voor Suriname. Zowel jongeren in Suriname als in Nederland. Uiteindelijk gaat het erom Suriname te redden zodat ook zij een goede toekomst hebben. We merken in het veld dat jongeren zich steeds meer tot de Orange Movement aangetrokken voelen. Ze zien dat we serieus bezig zijn en dat we perspectief bieden. Niet via pakketten, maar met mogelijkheden voor nieuwe vormen van business. In de ICT, in moderne agro-industrie in duurzame bescherming van het milieu en ons tropisch regenwoud. Nieuwe terreinen waar de VHP straks ook op zal inzetten om weer te kunnen groeien. Uit de laatste peilingen die zijn gehouden in Paramaribo en Wanica, zien wij ook de verschuiving van jongere kiezers naar de VHP toe. Ook jongeren die vorige keer anders hadden gestemd, merken dat ze bedrogen zijn uitgekomen. Tijd voor een andere politiek. Een politiek die de burger centraal stelt, en niet de politicus.
Hoe denkt u te voorkomen dat personen die niet competent of integer zijn minister worden? Dus hoe zorgt u ervoor dat er een clean government komt?
Integere bestuurders zijn essentieel om het land weer op te bouwen. De corruptie waar deze regering voor verantwoordelijk is, moet worden gestopt. En het weer terughalen van gestolen gelden zal topprioriteit zijn. Er zal een stevige selectieprocedure zijn voor kandidaten voor ministeriële of andere bestuursfuncties. Anticorruptiewetten die ik als minister van Justitie en Politie door het parlement heb geloodst, zullen weer nieuw leven worden ingeblazen. Dat geldt ook voor regelgeving die belangenverstrengelingen moet voorkomen en die transparantie verschaft in het vermogen van hoge publieke functies. Veel wetten en regels zijn er al, ze worden alleen niet toegepast. Wij gaan dat wel doen. Integriteit en goed bestuur zijn voor mij kernwaarden. We moeten zelf het goede voorbeeld geven.
Foto: Ranjan Akloe e.a.
- Published in BIBLIOTHEEK, INTERVIEW, NIEUWS
Succes story: Interview met Cherish Rambhadjan – Akash Baboeram
‘In 2014, toen onze eerste dochter een half jaar oud was, puilde haar kledingkast uit. Toen dacht ik: waarom ga ik niet zelf kleertjes verkopen?’
Na de havo had ik even geen idee wat ik wilde doen. Ik ben toen door mijn tante in de nagel business terecht gekomen en heb bijna vijftien jaar als zelfstandige nagelstyliste gewerkt. Toen onze eerste dochter Meadow een half jaar oud was, ben ik naast nagels ook een webshop met kinderkleding begonnen. Dit was af en toe zwaar, omdat ik ook gewoon een fulltimebaan had als nagelstyliste. Maar Hippe Beebjes gaf me zoveel energie, dat het ook gewoon superleuk was! Ik was zo trots als er een bestelling binnenkwam! In 2016 werd onze jongste dochter Harper geboren. Ik ben toen tijdelijk gestopt met de nagelstudio, met de intentie om na drie maanden weer verder te gaan. Alleen werd het steeds drukker en drukker met Hippe Beebjes en ik moest toegeven dat de combinatie niet meer lukte.
Na een half jaar heeft mijn man Wilbart ook zijn baan opgezegd om officieel bij Hippe Beebjes te komen werken. Wij zijn allebei mede-eigenaar. Ik ben onder andere hoofd inkoop en Wilbart doet meer de administratieve en technische kant van het bedrijf. Ondertussen hebben we nu zes mensen in dienst, dus dat is wel echt geweldig. Onze droom is uitgekomen.
Veel mensen in mijn omgeving zeggen dat het hen verschrikkelijk lijkt om 24/7 met je partner aan het werk te zijn, maar ik vind het heerlijk! Het is ook niet zo dat we elke minuut van de dag op elkaars lip zitten. Vaak als we samen in het bedrijf aanwezig zijn, ben ik hem kwijt omdat hij totaal andere dingen aan het doen is en op een hele andere plek is. Het is ook echt fijn om ook de minder leuke kanten van een eigen bedrijf samen te kunnen delen. Een bedrijf runnen is heel spannend. Je moet ervoor zorgen dat elk jaar beter is dan het voorgaande jaar, dus dat is wel echt een uitdaging. Personeel aannemen was ook één van de moeilijkste beslissingen om te maken. Maar op een gegeven moment lukt het gewoon niet meer zelf en moet je dingen uit handen gaan geven.
In November 2016 hebben we de stap genomen om niet meer vanuit huis te gaan werken, maar een pand te gaan huren. Twee jaar later waren we eigenlijk uit dat pand gegroeid en hebben we nu een pand dat drie keer zo groot is. Alles werkt nu ook zo veel fijner en sneller omdat je gewoon lekker de bewegingsruimte hebt en alle producten goed kan uitstallen. We verkopen nu alleen online via onze webshop en maken heel veel gebruik van social media, met name Facebook en Instagram. We hebben onze vaste brand-reps (merk vertegenwoordigers) naar wie we items opsturen. Zij maken zelf foto’s die wij dan gebruiken voor onze website en social media.In de toekomst willen we heel graag de mogelijkheid creëren voor bezoekers om bij ons te komen shoppen in het pand.
Onze dochters Meadow (5 jaar) en Harper (2 jaar) doen ook mee met Hippe Beebjes. Ze staan vaak model voor onze kleding. Onze jongste dochter vindt het niet altijd even leuk om te doen, maar de oudste is nu al een geboren model. Ook al heeft ze heel af en toe geen zin, gaat ze toch staan en poseren alsof ze er heeeel gemotiveerd is!
We hebben gelukkig heel veel steun aan mijn ouders waardoor we dit kunnen bolwerken. Vaak als wij inkopen moeten doen in het buitenland zijn zij er om op de kleintjes te passen. Zonder mijn ouders was dit echt niet mogelijk geweest. Gelukkig zijn Meadow & Harper zo blij als ze weer bij Nani en Nana mogen slapen, dus die vinden het wel goed zo!
Je bent echt dag en nacht aan het werk. Ik zei pasgeleden nog tegen Wilbart dat ik het me gewoon niet kan voorstellen om een dag niet te werken. Zelfs op vakantie ben je aan het werk, het gaat gewoon altijd door. Het eerste wat je doet ‘s ochtends is je telefoon pakken en de mails checken en beantwoorden. Drie keer in de week doe ik inkopen via de telefoon. Soms door videobellen of met WhatsApp. Je blijft dus wel continu bezig met het dagelijkse reilen en zeilen van je bedrijf. De inkoop moet ook door blijven gaan, want zonder inkoop kunnen we natuurlijk ook niks verkopen.
Ik heb een bepaalde visie over de webshop en om dit te verwezenlijken moet je er voor de volle 100% tegenaan gaan. Sinds een jaar kunnen we ook heerlijk op vakantie gaan en dagtripjes maken, omdat we zulk fijn personeel hebben dat precies weet wat te doen! Plus, ik kan nu overal vandaan werken. Waar ik ook ben. We zijn ook begonnen met boksen, omdat we hier eindelijk tijd voor hebben. Daarvoor draaide alles eigenlijk om de kinderen en de webshop.
Ik ben heel blij met de keuze die ik gemaakt heb, wat betreft Hippe Beebjes.
Ik ben altijd al een chaotisch persoon geweest, druk met van alles en altijd alles op het laatste moment doen. Ik kan me ook geen leven zonder stress voorstellen.
Foto’s: Cherish Rambhadjan
- Published in BIBLIOTHEEK, INTERVIEW