Hindorama

Let's get IN(fo)SPIRED!
  • HOME
  • ACTUEEL
  • CULTUUR
  • COLUMN
  • INTERVIEW
  • JAI
    • JNAN ADHIN INSTITUUT (JAI)
    • BIBLIOTHEEK
      • INFOSITE / EEN OVERZICHT
      • JNAN HANSDEV ADHIN
      • MIGRATIEGESCHIEDENIS
  • OVER ONS
    • CONTACT
    • WEBSHOP Sampreshan.com
    • VRIENDEN van HINDORAMA
    • ADVERTEREN
    • NUTTIGE LINKS | DOWNLOAD
WEBSHOP

PANI BARSE – Een soap gericht op de Hindostanen in Nederland

vrijdag, 18 maart 2022 by Redactie Hindorama

Vandaag vrijdag 18 maart 2022 is het Holi, het nieuw­jaars- en lentefeest van hindoes. Stichting Samen Maakt Sterk lanceert op deze dag de soap Pani Barse. Een mooi moment om de vele kleuren van het leven met elkaar te vieren. Waar Holi in het teken staat van het bestrijden van het kwade, zien we in de soap ook de familie Doerga worstelen met diverse uitdagingen in het leven.

De makers Rajiv Girwar en Jimmy Autar

Pani Barse vertelt de verhalen van drie broers en hun gezin. De oudste broer kwam in de jaren ’70 van de vorige eeuw als eerste vanuit Suriname naar Nederland om te studeren. Zijn twee jongere broers volgden daarna. Jaren later hebben de broers jongvolwassen kinderen. De kijker wordt meegenomen in actuele thema’s die een belangrijke rol spelen binnen de Surinaams-Hindostaanse gemeenschap. Denk aan uit­dagingen rondom geld, liefde, drugs- en drank­ge­bruik, stiekem uitgaan en dergelijke.

20 acteurs, allemaal vrijwilligers, brengen deze – soms taboedoorbrekende – verhalen. De makers, Rajiv Girwar en Jimmy Autar, hopen op deze wijze de vaak nog lastige thema’s bespreekbaar te maken in gezinnen en het gesprek tussen ouder en kind, vader en moeder, oom en tante, neef en nicht, oma en kleinkind te bevorderen. Elke aflevering duurt ongeveer 20 minuten. Het eerste seizoen bestaat uit 13 afleveringen.

Vanaf vandaag is de soap wekelijks te zien op www.panibarse.nl. De eerste keer zijn er twee afleve­ringen te zien, daarna wekelijks een aflevering op de vrijdag.

Acteurs
Chan Ramlal – Sharda Boedhoe – Wicky Girwar – Soebhaas Ramadhin – Shalini Rai – Danish Rajasekaram – Nandini Bindadin – Sagar Pawan Bhageloe – Ishwardatt Badrie – Sharmila Dewoe – Maureen Bechoe – Sharina Dwarka – Tariq Akram – Faziel Wagid Hosain – Robert Isri – Hassan Oumhamed – Guner Guven – Oneal Ganpat – Nelly Girwar – Tessa Hoenselaar – Jean Pierre Nshimyumuremyi – Miisz Gracie – D-Wack Hiralal

Bekijk de eerste twee afleveringen:
Aflevering 1: Ontmoet de familie Doerga>>
Aflevering 2: Suresh confronteert zijn broers >>

 

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Entertainment, LIFESTYLE, Nederland, NIEUWS, Religie & Levenswijze, Taal & Literatuur, Traditie
No Comments

Vinod Busjeet over STILLE WINDEN, DROGE ZEEËN – Een roman over Indiase identiteit in een multiraciale samenleving

donderdag, 17 maart 2022 by Redactie Hindorama

Vinod Busjeet, geboren in Mauritius is woonachtig in de Verenigde Staten waar hij heeft gestudeerd en 29 jaar actief is geweest in de wereld van economische ontwikkeling, internationale financiën en diplomatie met functies bij de Wereldbank, de International Finance Corporation, een zusterorganisatie van de Wereldbank, en de ambassade van Mauritius in Washington. Vorig jaar debuteerde hij op zijn 71ste met de roman Silent winds, dry seas.

“Kort na mijn aankomst als student in de VS ging ik naar een voetbalwedstrijd in Hartford, Connecticut. Tijdens de rust stond de jongen die voor mij op de bank zat op en draaide zich om, bierblikje in de hand, zijn halve shirt over zijn spijkerbroek hangend.
“Waar kom je vandaan? India of Pakistan?” vroeg hij.
“Geen van beide. Ik kom uit Mauritius.” Ik heb het gespeld. “M.A.U.R.I.T.I.U.S.”
“Mo..Mori…Waar ligt dat?”
“Het is een eiland in de Indische Oceaan.”
“Dus het is een deel van India.”
“Nee, het ligt voor de kust van Zuid-Afrika, 2500 mijl van Kaapstad.”
“Afrika,” zei hij en pauzeerde even. Hij slurpte wat bier naar binnen. “Wat voor regering hebben jullie daar? Een stammenregering?”
Ik bleef kalm en antwoordde: “Het is een parlementaire democratie, gebaseerd op het Britse systeem. Jullie hebben een president, wij hebben een premier.”
De man nam nog een slok en ging zitten.
Een paar minuten later was hij weer op de been met een andere vraag. “Wie heeft jullie volk beschaafd gemaakt?”

Dit soort voorvallen en hoe Busjeet ermee omging, vormden de inspiratie voor zijn roman Silent Winds, Dry Seas, een coming-of-age-verhaal over een nakomeling van Indiase contractarbeiders. Het begon als memoires, maar werd fictie waarin de auteur zijn verbeelding kon gebruiken om de personages te ontwikkelen. Het verhaal begint in 1949, zijn geboortejaar, en eindigt met de onafhankelijkheid van Mauritius in 1968. Daarna is er nog een laatste hoofdstuk in Amerika. “De hoofd­persoon, Vishnu Bhushan, gaat de confrontatie aan met een autoritaire vader, een familievete en corrupte politici terwijl hij een toekomst probeert te smeden. Het verhaal begint in het multiraciale en meertalige Mauritius tijdens een periode van politieke beroering en eindigt in Yale.” De auteur is er trots op dat zijn boek goed is ontvangen. Het werd door National Public Radio (USA) uitgeroepen tot een van de Beste Boeken van 2021 en kreeg lovende recensies, onder andere van Pulitzerprijswinnaar Edward P. Jones (auteur van The Known World) die het volgende zegt: ‘De schoonheid van Busjeets prachtige, vaak adem­bene­mende boek is, net als in de beste verhalen over reizen naar jongvolwassenheid, de kostbare en goed waargenomen en hartverscheurende details van het dagelijkse leven.’

Dance showcase van Vinod Busjeet met danslerares Daria Zotova

Het verhaal van Busjeet is herkenbaar voor nakome­lingen van Indiase contractarbeiders. “Mijn voorvader van vaderskant kwam in 1853 op zeven­tien­jarige leeftijd vanuit India naar Mauritius. Zoals de meeste van de 454.000 Indiase contractarbeiders die tussen 1835 en 1910 naar het eiland kwamen na de afschaffing van de slavernij in het Britse Rijk, werd hij naar een suikerplantage gezonden. De voorvader van mijn moeder kwam in 1873 aan, toen hij negentien jaar oud was. Vandaag de dag zijn veel Indiërs niet langer werkzaam op de velden van de blanke suikerbaronnen, maar bezitten zij hun eigen stukken land en hebben zij zich ontwikkeld tot ambtenaar, beoefenaar van een vrij beroep en zakenman. In tegenstelling tot de Creolen, nakomelingen van Afrikaanse slaven die eerder tijdens de Franse kolonisatie naar Mauritius werden gebracht, mochten de Indiërs van de Britten hun naam, taal, godsdienst en tradities behouden. Zij behielden een sterk gevoel van Indiase culturele identiteit, ook al hebben de meesten het land van hun voorouders nooit gezien. Ik was de eerste nakomeling van mijn voor­ouders die India bezocht, in 1978.

Ik groeide op te midden van verschillende tradities – Indiaas, Frans, Creools en Chinees, een unieke culturele mix die het decor vormt voor Silent Winds, Dry Seas. Net als de hoofdpersoon staan Mauritianen van Indiase afkomst voor de vraag: welke tradities geven we door aan de volgende generatie en welke veranderen of verwerpen we? Een vraag die resoneert met de Indiase diaspora wereldwijd en een van de belangrijkste bronnen van conflict in het boek is.”

De auteur denkt dan ook dat het boek voor Surinaamse Hindostanen veel herkenning oproept. “Door het leven van wat een recensent ‘een geweldige reeks personages’ heeft genoemd, maak je kennis met de mensen, plaat­sen en politiek van een land met een levendige Indiase diaspora.”

Details over het boek, inclusief links om online te bestel­len, zijn te vinden op Amazon.nl

Foto’s: Vinod Busjeet en Sushan Sehgal

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, INTERVIEW, Migratiegeschiedenis, NIEUWS, Religie & Levenswijze, Taal & Literatuur, Traditie
No Comments

IN MEMORIAM: de Indiase nachtegaal Lata Mangeshkar – Chan Choenni

donderdag, 10 februari 2022 by Redactie Hindorama

Op zondag 6 februari 2022 overleed de Indiase zangeres Lata Mangeshkar na een lang ziekbed. Lata Mangeshkar was een van de grootste zangeressen van India en stond bekend als de Indiase nachtegaal. Sterker nog: gelet op de talloze liederen die zij heeft gezongen gedurende meer dan zes decennia en haar immense populariteit die zich uitstrekte over meerdere generaties, kan Lata Mangeshkar worden beschouwd als de belangrijk­ste zangeres. Zij werd het muzikale icoon van India. Zowel als playbackzangeres verbonden van wat tegenwoordig bekend staat als Bollywood -de Indiase film en muziekcultuur- en als zangeres van devotinele liederen heeft zij een formidabele prestatie neergezet.  Volgens het Guinness Book of World Records was zij de artiest met wie de meeste liederen zijn opgeno­men (recorded). Er waren tussen 1948 en 1987 niet minder dan 30.000 solo-, duet- en koor-ondersteunde nummers opge­nomen in 20 Indiase talen. Daarna heeft zij nog meer liederen gezongen. Zij heeft in totaal ongeveer 40.000 liederen gezongen in ruim 60 jaar (zie: Volkskrant, 7 februari 2022). Lata Mangeshkar heeft dan ook als zanger het hoogste aantal liederen gezongen en dus een welhaast bovenmenselijke prestatie geleverd. Als wij uitgaan van 40.000 liederen gedurende 60 jaar dan komt dat neer op gemiddeld beschouwd 667 liederen per jaar. Dat is bij wijze van spreken gelijk aan twee liederen per dag. Voorwaar een toprestatie die getuigt van grote discipline en ongekende werkkracht. Lata Mangeshkar bereikte ook nog de zeer respectabele leeftijd van 92 jaar. De laatste jaren zong zij niet zo vaak, maar zij heeft in 2021 nog een nummer opgenomen. Lata Mangeshkar ontving voor haar verdiensten in 2001 de Bharat Ratna: de hoogste civiele onderscheiding in India. Ook ontving zij in 2007 van Frankrijk de hoogste civiele onder­scheiding: de legion d’honneur. In India ontving zij voorts talloze prijzen en onderscheidingen.

Jong meisje Lata Mangeshkar.

Zij werd een muzikaal icoon van India en van vele hindi films in het bijzonder. Haar voice (stemgeleid) fungeerde als de ‘drager’ van talloze films en kon vooral de verbeelde melo­­drama­­tische sfeer uistekend weergeven. De legendarische Lata Mangeshkar stond immers bekend om haar onderscheidende voice en een vocaal bereik dat zich uitstrekte over meer dan drie octaven. Het gemiddelde bereik van een menselijke geschoolde zangstem beslaat ongeveer twee tot twee en een halve octaaf. Dat komt overeen met ongeveer 24 à 30 tonen. De bekende Afro-Amerikaanse zangeres Whitney Houston bereikte met haar hoge voice bijvoorbeeld drie octaven. Lata Mangeshkar had een herkenbare hoge voice en werd dan ook terecht de Indiase nachtegaal genoemd. Zij zong meestal in het Hindi, maar ook in andere talen, zoals Marathi. Dat was de taal waarmee zij opgroeide. Naast filmliederen zong zij onder meer ook devotionele liederen, zoals de bekende Meera bhadjans. Zij heeft ook vele duetten gezongen met de verschillende bekende indiase zangers, zoals Mohamed Rafi, Mukesh en Kishore Kumar. Zij overleefde deze zangers door de hoge leeftijd die zij heeft berekt en werd liefdevol aangeduid als didi; in het Hindi betekent dat geres­pecteerde grote zus.

Zangers Mukesh, Kishore Kumar, Manna Dey en Mohamed Rafi.

Achtergrond
Lata Mangeshkar werd geboren op 28 september 1929 in de stad Indore; de tweede stad van de staat Madya Pradesh gelegen in het midden van India. Deze staat grenst westelijk aan de grote staat Maharastra, de zuidwestlijke staat van India met de miljoenenstad Mumbai -vroeger aangduid als Bombay- als hoofdplaats. Bombay stond al in de jaren dertig bekend als de stad van de film- en muziekindustrie van India. In deze eeuw is de term Bollywood dat een samentrekking is van Bombay en Hollywood echter de eigentijdse term geworden voor de bruisende Indiase film- en muziekindustrie. Lata was de oudste van vier zusters en een broer. Haar vader was Pandit Deenanath Mangeshkar en haar moeder heette Shevanti. Haar vader had een eigen theater waar toneelstukken werden opgevoerd. Hij was een bekende podium­persoonlijk­heid en stond in de volksmond bekend als Master Dinanath. Haar geboortenaam was Hema; dat betekent ‘van de sneeuw’ met als associatie schoon/wit. Later her­noem­den haar ouders haar Lata, naar de vrouwelijk personage Latika. Latika trad op in een van de toneelstukken van haar vader. De namen van haar broers en zussen in geboorte volgorde zijn: Meena, Asha, Usha en Hridaynath. Asha werd later de tweede populaire zangeres van Bollywood. Zij staat bekend als Asha Bhosle en is 88 jaar oud, maar nog steeds actief. Zij heeft een geheel eigen voice. Hun zuster Usha werd ook een bekende zangeres.

Lata Mangeshkar met haar familie.

Lata Mangeshkar maakte al op jonge leeftijd kennis met muziek en kreeg haar eerste muziekles van haar vader. Toen ze vijf jaar oud was, begon ze op te treden als actrice in de musicals van haar vader. Men kan stellen dat zij al op jonge leeftijd een door God gegeven muzikale gave bezat. Al op heel jonge leeftijd kreeg zij de vocale oefeningen onder de knie. Op 13-jarige leeftijd nam zij (In 1942) haar eerste lied ‘Naachu Yaa Gade, Khelu Saari Mani Haus Bhaari’ op voor een Marathi-film getiteld Kiti Hasaal van regisseur Vasant Joglekar. Helaas werd dit lied uit de finale versie van de film geschrapt. Bovendien overleed in hetzelfde jaar (1942) haar geliefde vader aan een hartaanval. Gelukkig ontfermde Master Vinayak Damodar Karnataki, de eigenaar van Navyug Chitrapat filmbedrijf, zich daarna over de familie Mangeshkar. Hij was namelijk een goede vriend van de familie Mangeshkar. Het moge duidelijk zijn dat het leven van Lata Mangeshkar in deze periode niet over rozen is gegaan. Master Vinayak hielp Lata aan een carrière als zangeres en actrice. Lata kreeg een kleine rol in de Marathi film Pahli Mangalaa-gaur. Haar eerste lied in het Hindi was ‘Mata Ek Sapoot Ki Duniya Badal De Tu’, terwijl ze als tiener haar familie ondersteunde. In de film Badi Maa in 1945 speelden Lata en haar zus Asha kleine rollen. In deze film zong ze ook een devotioneel lied in het Hindi ‘Mata Tere Charnon Mein’. In 1945 verhuisde zij als 16-jarige naar de filmstad Bombay. Daar werd zij een zogeheten playbackzangeres in de Hindi-filmindustrie. Dat wil zeggen dat door haar gezongen liederen werden nagebootst door acteurs (sychronisatie door de lippen te bewegen bij de tekst van het lied) in films. En zij begon ook lessen te nemen van Ustad Aman Ali Khan, een bekende specialist in Indiase klassieke muziek. Voor de film Aap Ki Seva Mein (1946) zong ze het lied ‘Paa Lagoon Kar Jori’. De eerdergenoemde vriend van de familie Master Vinayak stierf echter in 1948. Gelukkig kwam Lata onder de hoede van de music director (muziekregisseur) Ghulam Haider die haar begeleidde als zangeres.

Meena, Asha, Lata, Hridaynath en Usha Mangeshkar

Maar zij maakte haar intrede in de filmindustrie van Bombay (tegenwoordig Mumbai) op het verkeerde moment. Eind jaren veertig waren zangeressen met zware nasale stemmen, zoals Noor Jehan en  Shamshad Begum populair. Een andere bekende zangeres was Geeta Dutt. Zij had ook een andere voice dan die van Lata Mangeshkar. Lata Mangeshkar werd destijds daarom vaak afgewezen als playback­zangeres omdat men toen vond dat haar voice te hoog en te dun was.

Doorbraak
Zoals bekend waren in de film- en muziekindustrie van India toen het hebben van relaties belangrijk om door te breken. Gelukkig kwam Lata Mangeshkar in contact met de filmmaker Sashadhar Mukherjee. In 1949 was haar doorbraak met het lied ‘Uthaye ja unke sitam’ in de film Andaz. Deze film werd een hit en haar ongewoon hoge voice keerde de trend van de voorkeur voor de zwaar nasale stemmen van die tijd. Binnen een jaar werd zij het gezicht van de playbackzangeres door de drie films in 1949, namelijk Mahal, Dulari en Barsaat. Eigenlijk was haar grote doorbraak het lied ‘Aayega Aanewala’ uit de film Mahal. Haar stem had immers een bijzondere veelzijdige kwaliteit. De muziekcomponisten konden dan ook hun creatieve experimenten ten volle gestalte geven met deze nieuwe voice van India. Van de verschillende componisten waren C. Ramchandra en Madan Mohan die het beste uit haar voice haalden. Haar voice werd gaandeweg als het ware een benchmark (maatstaf) van vrouwelijke zang in Bollywood. Haar zus Asha Bhosle kwam op in de late jaren vijftig met een eigen stijl. Samen werden beide zusters de koninginnen van de Indiase playbackliederen in talloze films.

Op de plank een krijttekening van Nat King Cole, een van de favoriete zangers van Lata.

Het voert echter te ver om de talloze liederen die Lata Mangeshkar heeft gezongen en de films te noemen. Ik noem hier slechts een paar, waarbij met name bekende filmactrices zoals Nargis, Madhubala en Waheeda Rehman die haar liederen ‘zongen’ (sychronisatie met de lippen) in de jaren vijftig en zestig aan bod komen. Het dramatische lied ‘Oh mere lale aaja’ in de film Mother India (1957), het lied ‘Pyar Kiya To Darna Kya’ in de film Mughal-e-Azam (1960) en ‘Piya Tose’ in de film Guide (1965) zijn onvergetelijk. Het muzikaal gezien complexe lied ‘Ajeeb Dastaan Hai Yeh’ van de film Dil Apna Aur Preet Parai (1960) is bijvoorbeeld ook prachtig gezongen en gecomponeerd door het duo Shankar-Jaikishan. Ik breng in herinnering ook nog de liederen ‘Tu Jahan Jahan Chalega’ van de film Mera Saaya (1966) en ‘Teri Aankho Ke Siva van de film Chirag (1969). Van de jaren zeventig mogen niet onvermeld blijven de prachtige liederen, zoals ‘Chalte Chalte’ in de film Pakeezah (1972) met de actrice Meena Kumari en het lied ‘Satyam Shivan Sundaram’ uit de gelijknamige film uit 1978 met de actrice Zeenat Aman.

Didi hield veel haar honden.

Culturele lifeline
De Indiase films waren en zijn ongekend populair in de Indiase diaspora mede door de liederen van Lata Mangeshkar die -zoals gezegd- vaak subliem werden nagesynchro­ni­seerd door de bekende actrices. Lata Mangeshkar heeft dan ook haar stempel gedrukt op het wel en wee in de Hindostaanse gemeenschap in Suriname en later ook in Nederland. De melo­drama­tische alsook de romantische liederen werden afhankelijk van de behoefte intensief beluisterd en vaak geneuried en soms ook nagezongen. Het is niet overdreven om te stellen dat de culturele lifeline die de Hindostaanse gemeenschap in Suriname na de Tweede Wereldoorlog met India onderhield voor een deel bestond uit de liederen van Lata Mangeshkar. Eerst werden deze beluisterd via de grammofoon (van het merk Vitrola) met 78 toeren plaat (meestal his masters voice), waarbij de draaischijf eerst handmatig moest worden opgewonden. De Hindostanen beluisterden deze liederen vaak op zondagmiddag bij degenen die destijds konden beschikken over zo’n prijzig muziek­apparaat. Ze bewonderden het wonder der techniek waaruit de hoge karakteristieke stem van Lata galmde. De Hindostaanse radiozenders speelden haar liederen af in de jaren zestig. Vaak stond de radio heel luid aan. In  Paramaribo moesten de niet-Hindostaanse buren ook kennisnemen van de voice van Lata. Voor de hardwerkende landbouwers was zondag een rustdag en in de ochtend werd geluisterd naar de liederen van Lata Mangeshkar. Door haar liederen kwam als het ware de nostalgie gelieerd aan hun (voor)ouders en de Indiase cultuur hun huiskamer binnen. Later kwamen grote taperecorders in omloop en werden voorafgaand en/of tijdens (huwelijks)feesten haar liederen afgedraaid en het geluid versterkt met hulp van een zogeheten loudspeaker. Daarna kwamen cassettebandjes in omloop en haar liederen konden nu vaker worden beluisterd. Vervolgens verschenen de langspeelplaatjes (LP’s) en Cd’s waardoor zonder veel kosten de liederen konden worden afgespeeld en frequenter worden beluisterd.

Optreden van Lata en Usha Mangeshkar en Nitin Mukesh in het Suriname Stadion (vr. 10 – za. 11 oktober 1980).

Kenneth Rambali (fotograaf), vader Rambali en rechts John Rambali (organisator) met Lata Mangeshkar.

Mij blijft het beeld bij tijdens de vakanties in de Hindostaanse districten (tijdens ’vakantie khái’ in de zogeheten boiti’s) in de schemering wanneer de schreeuwende kinderen werden gebaad, terwijl de voice van Lata Mangeshkar er doorheen galmde. Lata Mangeshkar heeft gelukkig ook Suriname bezocht in 1980. Dat was tijdens de militaire overheersing en er was de zogeheten avondklok ingesteld. Bij uitzondering werd de avondklok voor twee optredens in het Suriname Stadion in Paramaribo verschoven. De bezoekers kwamen met bussen uit de Hindostaanse districten om naar haar liederen te luisteren en vooral ook om deze legendarische zangeres te zien, die onderdeel van hun muzikaal genoegen was.

Lata Mangeshkar en Nitin Mukesh tijdens een persmeeting op het vliegveld Zanderij.

Lata Mangeshkar krijgt een warm onthaal in Nederland.

Onze didi 
Het is niet overdreven om te stellen dat de emigratie en vestiging van Hindostanen In Nederland als het ware mede is begeleid door de liederen van Lata Mangeshkar. Door het beluisteren van haar liederen werd de migratie en aanpassing in Nederland dragelijk. Eerst via cassettebanden met haar opgenomen liederen die werden meegenomen naar Nederland. Ook in de Indiase films die in collectief verband werden bekeken in de bioscopen waren vrijwel altijd liederen van Lata Mangeshkar opgenomen. Tijdens de vele autoritten in Nederland werden haar liederen afgespeeld, maar ook uit de krappe huiskamers was de voice van Lata te horen in de streken van Nederland waar Hindostanen waren gehuisvest. En in 1974 bezocht Lata Mangeshkar Nederland! In de Jaap Edenhal in Amsterdam gaf ze een concert. Daar stond zij dan in het midden van de zaal gehuld in een witte sari heel statig en slechts 1,55 meter lang. Zij oogde welhaast kwetsbaar en sereen, maar wat een voice toen zij de microfoon beetpakte en begon te zingen! Ik kreeg kippevel toen zij het emotoionele en plechtige lied ‘Ehsaan hoga muje’ (ik zal compassie hebben) ten gehore bracht. Eigenlijk was Lata Mangeshkar ook onze didi en een didi van verschillende generaties.

John Rambali (promotor), Lata Mangeshkar en Nitin Mukesh in Nederland.

Lata heeft ook prachtige romatische liederen gezongen. Enkele zijn ook buiten de Hindostaanse gemeenschap in Suriname bekend geworden. Het duet ‘Sohani raat dhal jhuke’ samen met Mohamed Rafi van de film Dulari is populair geworden en wordt vaak door verschillende bands ten gehore gebracht. Maar ook het sublieme romantische lied ‘Ek pyar ka naghma hai’ van de film Shor (1972) is in breder verband bekend geworden. Ik heb zelfs op dit lied met mijn echtgenote mogen walsen in hotel Torarica in Paramaribo in 2010. Dit lied werd nagezongen door een Creoolse zangeres begeleid door een Creoolse band. Een ander romantisch duet samen met Mukesh is ‘Kabhi, Kabhi mere dil mein’ uit de gelijknamige film uit 1976 is zeer populair tijdens bruiloften. Meestal opent het getrouwde paar de dans met dit liefdeslied. Helaas moet ik constateren dat de liederen van Lata een deel van de Hindostaanse jongeren behorend tot de zogeheten tweede en derde generatie niet kan bekoren. Maar meer dan vroeger worden haar liederen door mogelijkheden van de mobiele telefoon frequenter beluisterd door de liefhebbers in de Indiase diaspora.

Zachtmoedig en sociaal
Lata Mangeshkar is niet getrouwd en vrijgezel gebleven. Zij heeft haar leven helemaal gewijd aan zang. Zij was een zachtmoedige vrouw, die veel mededogen en bescheidenheid uitstraalde. Zij heeft opgetreden op verschillende liefdadigheids­concerten en veel van haar inkomsten gedoneerd. In 1974 was haar eerste concert in de Royal Albert Hall in Londen. In 1985 trad Lata Mangeshkar op in Toronto (Canada) in de Maple Leaf Gardens. Ze zong ook het Engelse nummer ‘You Needed Me’. Dit concert werd bijgewoond door ongeveer 12.000 mensen. In 1999 werd ook een parfum­merk gelanceerd met de naam Lata Eau de Parfum. In hetzelfde jaar richtte ze ook het Master Deenanath Mangeshkar Hospital op in Pune (Poona) in de staat Maharastra. Het werd beheerd door de Lata Mangeshkar Medical Foundation. Zij doneerde ook geld aan de slachtoffers van de aardbeving in 2005 in de staat Kashmir. Kortom: zij was een sociaal mens en een voorbeeldstellende persoonlijkheid.

Premiers van India met Lata Mangeshkar.

In 1962 woedde een oorlog tussen India en China. India heeft deze oorlog verloren. Lata Mangeshkar zong in januari 1963 een patriottisch lied tegen de achtergrond van de dramatische afloop van de Chinees-Indiase oorlog in aanwezigheid van Jawaharlal Nehru, toen de premier van India. Nehru kon zijn tranen niet in bedwang houden bij het lied ‘Ay Mere Watan Ke Logo’. Het lied was gecomponeerd door C. Ramchandra en geschreven door de dichter Pradeep. De eerste strofe luidt: Ay mere watan ke log. Djara bhar le agho me ansu. Djo shaheed howe djara jaad karo kurbani. (Oh landgenoten. Geef de tranen uit uw ogen de vrije loop. Degenen die martelaar zijn geworden sta stil bij de offers die zij hebben gebracht).

Tijdens een van mijn bezoeken aan India bezocht ik Navi Mumbai (Nieuw Mumbai) om ‘booming’ India te aanschouwen. Er waren daar moderne hoge flats verrezen en er was een modern en luxe winkelcentrum opgetrokken. Dit vaderlands­lievende lied galmde door het centrale plein. Ik werd emotioneel en tegelijkertijd trots. Lata Mangeshkar heeft lang genoeg geleefd om ‘booming ‘India en de opheffing van een groot deel van de schrijnende armoede mee te kunnen maken. De invloed van de voice van Lata is diepgaand. Tijdens de wereldconferentie van de Indiase diaspora in 2012 in de stad Jaipur (in de staat Rajahstan) waar ongeveer 3.000 deelnemers aanwezig waren, heb ik hiervan mogen getuigen. Voor de opening, toen vrijwel iedereen zittend met elkaar zat te keuvelen, werd een lied van Lata Mangeshkar voorafgaand aan de openingspeeech afgespeeld. Het was aangrijpend om te zien hoe de emotie bezit van ons nam. Ondanks alle verschillen tussen de delegatieleden uit de verschillende landen en de Indiërs luisterden wij verstild naar de voice van de Indiase nachtegaal. Prachtig en waardig! Lata Mangeshkar roept dezelfde emoties op als de zangeres Umm Khalsoum in de Arabische wereld, de fado­zangeres Amalia Rodrigues in de Portugese landen, de chanson zangeres Edith Piaff in de Franse wereld en de zangeres Aretha Franklin met haar soulliederen in Afro-Amerikaanse gemeenschap.

Narendra Modi en Lata Mangeshkar.

Terecht stelde de Indiase premier Narendra Modi in een eerbetoon aan de Indiase nachtegaal: ‘De komende generaties zullen zich haar herinneren als een trouwe en hard­werken­de icoon van de Indiase cultuur, wiens melodieuze stem een ​​ongeëvenaard vermogen had om mensen te betoveren. Ze laat een leegte achter in onze natie die niet kan worden opgevuld’. Maar gelukkig kan men altijd en op elk gewenst moment de meeste van haar liederen beluisteren en de films zien. Lata didi heeft een onmisbare bijdrage geleverd aan de Hindostaanse cultuur en gemeenschap en onze aan dank aan haar is immens.

Maar zij had ook een moederlijke uitstraling. Haar sentimentele lied ‘Oh ma, tu kitni achi ai’ is een ode aan het moederschap. Evenals zovelen onder ons is ook Lata Mangeshkar uiteindelijk bezweken aan de gevolgen van een corona infectie; eigentijdser kan het niet. Bahut dhanyabaad (heel veel dank), didi!!! Ik besluit dan ook dit in memoriam voor onze Lata didi met het neuriën haar evergreen afscheidsnummer: Lag ja gale…

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, LIFESTYLE, NIEUWS, Taal & Literatuur
No Comments

Je naam is het symbool van je identiteit – Pandit Bhasker Rewti

zondag, 06 februari 2022 by Redactie Hindorama

Pandit Bhasker Rewti

Wanneer we naar de geschiedenis kijken dan zien we dat India (hierna ‘Bhārat’ genoemd omdat deze naam de officiële naam is) ongeveer 900 jaar is leeggeplunderd door invallers, bezetters en onderdrukkers die continu hebben getracht de lokale cultuur te vernietigen. De invallers, bezetters en onderdrukkers kwamen uit het noorden en namen de Islam en de Koran mee. Daarna is Bhārat ingevallen, bezet en onderdrukt door Portugezen, Fransen, Nederlanders en Engelsen. Wil men een volk vernietigen dan moet men de afkomst, cultuur, alle eigen namen en alle herinneringen die aan de afkomst verbonden zijn vernietigen. Het vernietigen en afpakken van de cultuur en godsdienst van de Indiase (hierna Bhāratse) inwoners hebben de moslims continu tijdens de bezettingsperiode uitgevoerd. De Engelsen vielen vanuit de oostkust Bhārat binnen en de vernietiging van de Bhāratse levenswijze en cultuur werd voortgezet. De Engelsen namen de Bijbel mee en er werden duizenden kerken gebouwd. Zowel de moslims als de Engelsen hebben de veranderingen en de vernietigingen naar hun eigen zin en stijl doorgevoerd. We zien dat hierdoor onder andere plaatsnamen in Bhārat zijn veranderd.

De namen van plaatsen werden veranderd
Enkele voorbeelden: Karṇavatī werd Ahmedabad, Saṁbhajī Nagar werd Aurangabad, Ānand Nagar werd Ahmed Nagar, Mumbai werd Bombay, Kōlkātā werd Calcutta, Chēnnai werd Madras. Agrāvan werd veran­derd in Agra, Prayāgrāj werd veranderd in Allaha­bad, et cetera.

Tempels werden veranderd in moskeeën
Maar ook onze Bhāratse tempels werden afgebroken en op dezelfde plaatsen werden dan moskeeën gebouwd. Enkele voorbeelden. De naam van bijvoorbeeld de Śiva mandir in Agra die Tējō Mahālaya heette werd veranderd in Taj Mahal. De Rāma Janmabhūmi tempel in Ayōdhiyā werd de Babri Mahdjid, de Kāśī Viśvanāth tempel werd de Gyanvapi Moskee, de Kṛṣṇa bhūmi tempel werd de Shah Idgah moskee, Ādināth tempel werd de Adina Moskee, de Bhadrakālī tempel werd de Jama Mahdjid, et cetera.

De namen van land en volk werden veranderd
Ook de naam van het land, cultuur en godsdienst zijn na de invasie veranderd.

Het vernietigen van het kenniscentrum van de Bhāratse inwoners
Takṣaśilā was de eerste en grootste internationale universiteit ter wereld, gevestigd rond 500 jaar voor Christus in het oude onverdeelde noorden van Bhārat. Tegenwoordig is de plaats waar het gebouwd was Pakistan geworden. Takṣaśilā is door de Hunnen vernietigd. De Vēdische Nālandā Universiteit in Bihār is door de Turkse moslims onder leiding van Bakhtiyar Khilji geplunderd, de studenten werden verkracht en onthoofd, alle boeken zijn verbrand en uiteindelijk is de universiteit vernietigd en platgebrand.

Bekeringen en verandering van de eigen naam

  • De moslims hebben gedwongen bekeringen toegepast. U had de keuze tussen vermoord worden of moslim worden. Of, als niet moslim moest u zware belastingen betalen. Vele arme mensen waren toen door de Belastingmaatregel gedwongen om moslim te worden. De eigen hindoe­naam werd dan gelijk veranderd in een moslimnaam.
  • De Puranische Sanātana pandit baba’s, die het kastenstelsel hebben gebracht, hebben ook ertoe bijgedragen dat de allerlaagste kasten vrij snel werden overgehaald om moslim te worden. Immers bij de Purāṇische Sanātana Dharma hadden ze helemaal geen rechten. De Purāṇische pandit baba’s hadden bepaald dat de spijt­optanten niet het recht hadden om terug te keren naar de Sanātana Dharma. Zij vonden dat bekeerde arme mensen tot Islam onrein waren geworden.
  • De Engelsen brachten het Macaulayisme en er werden duizenden kerken gebouwd. Bhāratse mensen werden bekeerd tot het christendom. Deze bekeringen gaan tot en met heden in volle vaart nog door. Als je een christen wordt dan wordt je naam ook veranderd in een christelijke naam.

Wat is Macaulayisme? Engeland heeft de vraag gesteld “Hoe kunnen we de inwoners van India zodanig veranderen dat ze uiterlijk op Indiërs lijken maar van binnen Engelsen worden? Het antwoord is gegeven door Lord Macaulay: “Pak hun taal, cultuur, namen en hun identiteit af en geef Indiërs het gevoel dat wanneer ze Engels praten, dat ze dan superieur zijn”. Het plan van Lord Macaulay werd letterlijk uitgevoerd. Gurukula’s (kostscholen waar naast wetenschap ook Sanskriet lessen werden gegeven) werden vernietigd en de taal Sanskriet werd verboden. Verder zijn ze ook doorgegaan met het zoveel mogelijk veranderen van (plaats) namen in Bhārat. Dit beleid hebben ze trouwens ook in Brits-Guyana toegepast. Onze broeders in Guyana kunnen bijna geen Hindi meer spreken.

In Bhārat wordt soms de term “Macaulay’s Children” gebruikt om te verwijzen naar mensen van puur autochtone afkomst die de westerse cultuur als hun eigen levensstijl hebben overgenomen. Een “halfbloed” kind voelt zich superieur in Bhārat. Onze Bhāratse inwoners zijn inderdaad geworden zoals de Mahā-guru Lord Macaulay het had gewild, namelijk geen Bhāratse maar Hindoestaanse Indiërs met een bruine huidskleur en wonend in Bhārat. Daardoor uiten veel mensen in en uit Bhārat zich in het Engels, soms vooral om aan te geven dat ze beter ontwikkeld zijn dan mensen die alleen Hindi of hun eigen moedertaal spreken. Het is zelfs zo ver gekomen dat veel mensen in Bhārat geen zuiver Hindi meer kennen of hun moedertaal niet meer kunnen spreken. Er zijn in Bhārat ongeveer 415 levende talen. De trots dat ze bruine Engelsen zijn raast al een sneltrein nog steeds voort in Bhārat en bij Bhāratse mensen in het buitenland.

Bij de bekeringen door moslims en christenen worden nog steeds de hindoenamen veranderd in moslim- of christelijke namen. Deze verandering heeft ten doel je verleden te doen vergeten en je identiteit te vernietigen. Tegenwoordig mogen in Bharat bekeerde christenen geen contact meer hebben met hindoes omdat de christenen bang zijn dat ze weer hindoes worden.

India is op 15 augustus 1947 onafhankelijk geworden. Na de onafhankelijkheid is het land geregeerd door moslims en christenen, namelijk de Nehrū-Gandhi clan. De vernietiging van de Sanātana Dharma dendert na de onafhankelijkheid van Bhārat nog steeds voort. Onze geleerde pandits werden in 1990 uit Kashmir verdreven. De overheid geleid door de Nehrū-Gandhi clan deed niets om dit te voorkomen. Maar wanneer een bewuste Indiër deze christelijke en moslimbekeringen in Bhārat een halt wil toeroepen, 900 jaar vernietiging van Bhārat wil corrigeren, dan word je gebombardeerd tot niet seculiere, nationalistische, fundamentalistische en fana­tie­ke hindoe die moslims en christenen vervolgt. Voor de wereld doen de moslims en christenen zich dan zielig voor. Dit is kennelijk de reden dat er weinig positief nieuws door westerse journalisten in Europa wordt verspreid. Zodra er echter iets negatiefs gebeurt dan komt het nieuws in grote krantenkoppen in heel Europa.

Mensen in Bharat zijn ongeveer 900 jaar onderdrukt en gehersenspoeld. Het lijkt alsof deze onderdrukking in onze genen is gaan zitten. “Wij vinden alles goed en alle goden zijn hetzelfde” is ons karakter geworden. We komen niet meer op voor onze cultuur en levenswijze. We schamen ons om te zeggen: “Ik ben Bhāratīya of mijn voorouders komen uit Bhārat en mijn godsdienst (het woord religie en godsdienst is gebonden aan Islam en het Christendom) is, neen, mijn levenswijze is de Sanātana Dharma. Hebben wij geen Vēdische ruggen­graat meer? Wordt het nu geen tijd om als Sanātana Dharma met de Vēda’s (de ware bron van Sanātana Dharma) in de hand, bewuster in het leven te staan? Wordt het geen tijd om uw gedrag en de effecten van uw gedrag te bekijken? Wordt het geen tijd om over je gevoelens te praten en over wat 900 jaar onderdrukking heeft opgeleverd? Wordt het geen tijd om uw achtergrond en uw eigen geschiedenis te onderzoeken? Wordt het geen tijd om na te denken hoe we minimaal kunnen bijdragen aan de bewustwording van onszelf en onze kinderen? Kunnen we deze bewustwording ook thuis beginnen met de opvoeding van onze kinderen? Wordt het geen tijd om onze kinderen te laten groeten door met de handen bijeengebracht voor het hart het woord namastē te zeggen? Het is verbazingwekkend dat zelfs kinderen van 5 jaar oud zich schamen om de handen bijeen te brengen en geen namastē willen zeggen. Wordt het geen tijd om onze kinderen hun identiteit te geven door de juiste namen bij de geboorte mee te geven waarop ze trots kunnen zijn? Onze kinderen verdienen het om hun eigen identiteit te hebben.

Namen aan onze kinderen geven
Een van de 16 Vēdische saṁskāra’s is de “Nāmakaraṇam Saṁskāra”. Dit is de 5e saṁskāra. De Nāmakaraṇam saṁskāra is een ceremonie om het kind een voornaam te geven. Niet zomaar een willekeurige naam, maar een naam met betekenis. Een naam die de wens van de ouders uitdrukt en gedragen kan worden door de maatschappij. Een naam die het kind stimuleert de doelen te bereiken die de naam suggereert. Ik zal het duidelijk maken aan de hand van 2 voorbeelden waarom een betekenisvolle naam zo belangrijk is:

  1. Stel dat u een bedrijf wilt oprichten maar u geeft het geen naam. Hoe wilt u dan bekend worden? Een passende naam geven is essentieel voor uw bedrijf. Stel u wilt een advocatenkantoor beginnen en uw kantoor heet “Advocatenkantoor bela­ze­ren”. Stel dat u een olifant cadeau hebt gekregen. U noemt uw olifant “mijn kaboutertje”. Voelt u dat deze namen niet kloppen?
  2. Stel dat de wetenschapper Newton aan zijn ontdekking geen naam zou geven. Is dan deze kennis niet begrensd en alleen beschikbaar voor hemzelf. Door een naam te geven en te vertellen wat zwaartekracht is, heeft hij de wereld verteld wat hij heeft ontdekt.

Inderdaad. Als er iets nieuws in ons leven komt moet daar een passende naam aan worden gegeven. Als u bekendheid wilt geven aan uw vinding zult u er een naam aan moeten geven en vertellen wat het doet en waarvoor u het kunt gebruiken. In de wereld is er zelfs een octrooi op namen. Als u dit doet, dan komt er bekendheid in de samenleving, de maatschappij en de hele wereld. Dit veroorzaakt een herkenning bij alle mensen. De naam vertelt iets over uw bedrijf en het product.

Als we deze gedachte doortrekken naar de namen van onze kinderen dan zouden we ook mooie, passende namen kunnen geven die de wens van de ouders uitdrukken. De maatschappij krijgt dan een indruk van wat voor identiteit de persoon heeft. Er zijn heel veel mooie namen die in de Vēda’s en in alle overige Vēdisch gerelateerde boeken voorkomen. Er zijn mooie namen te vinden in onze geschiedenisboeken zoals de Ramāyana en Mahābhārata. Deze namen bepalen uw identiteit. Het zegt iets over wie u bent, wat uw achtergrond is, wat de wensen zijn geweest van de ouders en wat van u verwacht kan worden. Het geeft je een identiteitsgevoel. Het zegt iets over je geschiedenis, je voorouders en waar je vandaan komt.

Is er een reden te verzinnen waarom u uw eigen identiteit zou willen verliezen door uw kind een naam te geven die niet uit uw eigen cultuur komt? Zijn we dan niet trots op onze eigen namen, cultuur en gewoontes? Zou u deze trots niet door willen geven aan uw kind zodat u de identiteit van uw kind niet afpakt? Door geen naam uit uw eigen cultuur te geven brengt u uw kind later in verlegenheid en u pakt de identiteit van het kind af. Het klopt gewoon niet wanneer later iemand vraagt “hoe heet je” en het antwoord is “Kees”, terwijl uw kind bruin is en daal, bhaat, roti en chutney eet. Er zijn verschillende psychologen, zoals de Duitse psycholoog de heer Jochen Gebauer, die het bovenstaande bevestigen. Hij zegt dat de naam iets vertelt over wie u bent. Uw naam is sterk verbonden met uw identiteit. Een passende naam maakt u gelukkiger.

Een naam is slechts een woord, maar een woord kan behoorlijk krachtig zijn. Een naam geven aan het kind is het schenken van een woord met een bijzondere betekenis dat voortaan levenslang als roepnaam zal worden gebruikt. Iedere keer wanneer het kind wordt aangesproken met de voornaam zullen, bewust of onbewust, de gevoelens van het kind positief worden geraakt. De betekenis daarvan zal het kind inspireren om te begrijpen wat de wensen zijn van de ouders. Dit inspireert het kind om een goed mens te zijn. Het zal de gevoelens en het karakter van het kind beïnvloeden.

Zouden namen van dieren en dingen het kind inspi­reren? Namen als Gaṅgā (de Ganges rivier) of Tōtā (papegaai) zijn weinig inspirerend. Namen om niet trots op te zijn en die het kind in verlegenheid kunnen brengen dienen ook te worden vermeden.

Aan welke eisen zou een naam dan moeten voldoen?

  1. De naam moet het kind positief inspireren, een goed gevoel geven en prikkelen om na te denken wat van hem/haar wordt verwacht.
  2. De naam moet niet te lang en gemakkelijk uit te spreken zijn.

Voornamen met mooie volle beginletters, die in de dagelijkse omgang zo weinig mogelijk misvormd kunnen worden zijn geschikt om te dienen als roepnaam. Deze naam moet het liefst 2 tot 4 lettergrepen bevatten. Het belangrijkste is dat de namen kort, krachtig en gemak­kelijk uitspreekbaar moeten zijn. Tevens dient het mooi te klinken en een positieve, inspirerende betekenis te hebben.

***

Saṁskāra Bhāskara – de zestien Vedische Saṁskāra’s en de vier levensdoelen dharma, artha, káma en móksha | Auteur/uitgave Bhaskar Rewti 2021 Zoetermeer | ISBN 9789082710649 | hardcover pp. 288 | prijs 15 euro (excl. verzendkosten). U kunt dit boek bestellen via brewti@gmail.com

De opbrengst van dit boek gaat naar de Stichting voor Armen en Wezen ten behoeve van de inrichting van een in aanbouw zijnde polikliniek voor de allerarmsten in het dorpje Padampur (Órisa, India). Voor meer informatie over SAW zie: www.armenenwezen.nl

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Nederland, Religie & Levenswijze, Suriname, Taal & Literatuur, Traditie
No Comments

Sarnami hai als klassieker in de Surinaamse literatuur – Hans Ramsoedh

donderdag, 27 januari 2022 by Redactie Hindorama

Ruim vijftig jaar na verschijning is Sarnami, hai (1969) van de Surinaamse schrijfster Bea Vianen opnieuw her­drukt. Deze roman, evenals Strafhok (1971) van dezelfde schrijfster, wordt beschouwd als een klassieker in de Surinaamse literatuur. Opvallend daarbij is de uitge­brei­de positieve recensies in de recensierubrieken van de Nederlandse kwaliteitskranten en weekbladen. Kreeg Sarnami, hai bij verschijning in 1969 al enthou­siaste literaire kritieken in Nederland, ook bij deze herdruk overheersen de lovende literaire kritieken: ‘Een be­klemmende maar tegelijk ook vitale roman‘ (De Groene Amsterdammer, 4 november 2021); ‘Heruitgave van Sarnami hai is een voltreffer’ (de Volkskrant, 18 november 2021); ‘Een roman die je met een klap in het gezicht achterlaat’ (NRC, 10 december 2021), ‘Haar nu heruitgegeven debuut is koortsig sensueel en prachtig’ (Tijdgeest, Trouw 22 januari 2022).
Deze uitgebreide recensies bij deze herdruk zijn echter niet verrassend, aangezien de aandacht in Nederland voor het slavernijverleden en het kolonialisme sterk is toegenomen sinds de opkomst van Black Lives Matter. Langzamerhand is er inmiddels geen enkel boek in Nederland over, bijvoorbeeld, slavernij dat aan de aandacht van Nederlandse recensenten ontsnapt. Het is alsof zij hun ‘blinde vlek’ hebben ontdekt.

Bea Vianen (Paramaribo, 6 november 1935 – aldaar 6 januari 2019) geldt als een van de belangrijkste Surinaamse proza-auteurs van de jaren zeventig. Op de middelbare en kweekschool in Suriname was zij in die jaren en nog lange tijd daarna Surinames meest gelezen auteur. Er was geen leerling/student die niet één van haar eerste twee romans gelezen had. Ik moet gelijk hieraan toevoegen dat er in de jaren zeventig weinig proza­schrijvers in Suriname waren. Albert Helman was eveneens een veelgelezen schrijver, maar die woonde sinds de jaren twintig van de twintigste eeuw buiten Suriname.
Vianen was van gemengd etnische afkomst (moeder Hindostaans, vader Creools) en in haar werk is het vooral de Hindostaanse levenssfeer die overheerst. Zij is de eerste Surinaamse schrijfster van wie het werk bij de vooraanstaande Nederlandse uitgeverij Querido ver­scheen.
Haar moeder overleed op jonge leeftijd en de toen achtjarige Bea werd op het internaat bij de soeurs geplaatst, een verblijf dat, zoals zij in interviews vertelde, voor haar een sterk traumatisch periode zou worden. Voor het tijdschrift Avenue schreef zij in 1969 haar verhaal over de streng katholieke opvoeding in het internaat. Dit verhaal is in het kerstnummer van de Groene Amsterdammer (16 december 2021) integraal herdrukt. Na de mulo rondde Vianen de kweekschool af. Vervolgens vestigde zij zich in 1957 in Nederland waar zij als onderwijzeres werkzaam was. Het was echter geen permanent vertrek, want ze leefde sedertdien voort­durend gedurende periodes aan beide zijden van de oceaan. Ze ontwikkelde een haat-liefdeverhouding met Suriname en was kritisch over de verstikkende cultuur, de maatschappelijke verhoudingen en de etnische scheidslijnen. Haar geboorteland was een Strafhok met gesloten kamers voor de verschillende etnische groepen. Tussendoor woonde zij met onder­brekingen in landen als Bolivia, Columbia, Ecuador en Peru. De laatste jaren vóór haar overlijden woonde ze in een verzorgingstehuis in Suriname.

Bea Vianen debuteerde in de eerste helft van de jaren zestig met poëzie en proza in het in Suriname uitgegeven literaire tijdschrift Soela. In 1965 kwam haar eerste dichtbundel Cautal uit die liefdesliederen aan Krishna bevatte en waarin de migrantenpsyche even­eens een thema is.

Eerste druk Sarnami, hai 1969

Haar romandebuut volgt in 1969, Sarnami, hai. Deze roman is het verhaal van het meisje S. (Sita) dat op achtjarige leeftijd haar jonge moeder verliest. Zij komt vervolgens bij de soeurs in het internaat. Tijdens de pubertijd als zij inmiddels op het mulo zit, woont zij weer bij haar autoritaire en nurkse Creoolse vader die nauwelijks in haar is geïnteresseerd en haar jongere broertje. Het is het Paramaribo van de jaren vijftig van de vorige eeuw. In de multi-etnische Surinaamse samenleving heerst verdeeldheid en armoede en zijn tradities belangrijker dan individuele wensen. Zeker voor meisjes en vrouwen. Ze kan goed leren en is meer geïnteresseerd in boeken dan in jongens. Het is haar ambitie om biologie in Nederland te studeren.
Het verhaal begint als Sita zestien jaar is en op zoek gaat naar haar (maternale) grootouders die als contract­arbeiders met het laatste transport in 1916 vanuit Brits-Indië naar Suriname zijn gekomen. Sita kent haar verleden en dat van haar voorouders echter niet, ze is ‘iemand zonder geschiedenis’. Deze grootouders hadden een dochter, Radjkumari geheten, de moeder van Sita. De grootmoeder van Sita pleegde zelfmoord waarna haar grootvader naar Brits-Indië terugkeerde met achterlating van zijn dochter als wees in Suriname. Sita wil weten waarom haar grootvader zijn dochter aan een vreemde, ontwortelde en drankzuchtige vrouw te Lelydorp had toevertrouwd. Met uitzondering van enkele foto’s van haar grootouders die zij krijgt van de ‘weesmoeder’ van haar moeder komt zij echter nauwelijks iets te weten over haar grootouders. Haar moeder zweeg over de jaren die zij als kind bij haar weesmoeder had doorgebracht.

Sarnami, hai 2021

Haar ambitie om verder te studeren raakt op een zijspoor als ze zwanger raakt. Ze trouwt met haar vriend op zijn islamitisch. Hij begrijpt echter weinig van haar verlangen om zichzelf te ontwikkelen. Het huwelijk wordt voor haar een ongelukkige periode waarin zij vooral op zichzelf is aangewezen. Uiteindelijk besluit Sita van haar vriend die meer af- dan aanwezig is te scheiden. De prijs die zij daarvoor moet betalen is het zoontje afstaan aan haar ex-man, een voorwaarde die hij stelde voor de echtscheiding. Uiteindelijk staat ze haar zoontje af aan haar man om vrij te kunnen zijn. Haar individuele vrijheid kon zij slechts opeisen door naar Nederland te vluchten.
Met deze stap verbindt zij zich met de door haar zo vervloekte grootvader die met achterlating van zijn dochter terugging naar Brits-Indië en die wellicht eveneens verlangde naar vrijheid. Zo schrijft zij over haar grootvader: Ik haat je, grootvader. Je hoeft mij niet te vergeven dat ik je een hond noem. Een zwijn. Een smerige wegloper. Maar wat heb ik aan deze be­schul­digingen? We zijn uit hetzelfde hout gesneden. Ook ik vervloek deze wildernis. En ook ik zal een kind achter­laten! (p. 190).

Met haar besluit verzet Sita zich tegen de benauwende tradities en kiest zij voor vrijheid, zelfbevrijding en de eigen identiteit. Vrijheid betekent voor Vianen het doorsnijden van alle banden en het aangaan van geen enkele verplichting. Degene die zich bindt, wordt de gevangene van zijn omstandigheden, of zoals zij aan het eind van haar roman schrijft: Omdat ik weet wat ik niet wil: Stikken! Stikken! Stikken! (p. 213)

Bea Vianen op oudere leeftijd.

Na Sarnami, hai en Strafhok schreef Vianen nog een aantal andere romans (Ik eet, ik eet, tot ik niet meer kan, 1972; Het paradijs van Oranje, 1973, 1985; Geen onder­delen, 1979). In haar romans spelen de thema’s (ingeperkte) vrijheid, hypocrisie, gekonkel, vooroordelen, de kleinsteedsheid van de Surinaamse samenleving en de uitzichtloosheid een allesoverheersende rol. De scherpte in haar twee eerste romans zou echter, zoals Michiel van Kempen schreef, gaandeweg ‘oplossen in het gruis van haar bestaan’ (De Groene Amsterdammer, 23 januari 2019). Haar overige romans zouden dan ook nooit de populariteit van haar twee eerste boeken halen.

In Sarnami, hai schildert Bea Vianen, zoals Xandra Schutte in haar recensie schrijft, een genadeloos beeld van de man-vrouw-verhouding in het Suriname van de jaren vijftig, de knoet van achterdochtige vaders en daarna die van de echtgenoten (De Groene Amster­dammer, 4 november 2021). Afgelopen vijftig jaar is er weliswaar in dat opzicht het nodige veranderd, maar veel van wat Bea Vianen in Sarnami, hai beschrijft heeft vijftig jaar na dato nauwelijks aan actualiteit ingeboet. Dat maakt deze roman terecht tot een klassieker en de moeite waard om te lezen.
Voor een uitgebreid overzicht van de poëzie en proza van Bea Vianen, zie wikipedia>Bea Vianen

Bea Vianen, Sarnami, hai. Suriname, ik ben.
Amsterdam 2021: uitgeverij Cossee. 222 pp. 
€ 22,99

Foto’s Bea Vianen:  (1) Michiel van Kempen, Geschiedenis van de Surinaamse literatuur en (2) Literatuurgeschiedenis.org

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Korte berichten, Nederland, NIEUWS, Nieuws uit Suriname, Suriname, Taal & Literatuur
No Comments

Nieuw verschenen: Hindoes in zicht – ontwikkelingen binnen het hindoeïsme in Nederland

maandag, 20 december 2021 by Redactie Hindorama

Het hindoeïsme in Nederland is zeer gevarieerd geworden. Voorheen kende men hier alleen de Sanatan Dharm en de Arya Samaj, de twee stromingen van het Surinaams hindoeïsme. Maar in de loop van de afgelopen jaren zijn ook grote groepen hindoes uit Sri Lanka en India naar Nederland gekomen. Zij brachten andere uitingsvormen van deze religieuze traditie met zich mee. Verder is er veel veranderd onder de Surinaamse hindoes zelf. Zo beleven jongvolwassenen de religie op een andere manier dan hun ouders. Het boek Hindoes in zicht geeft een helder beeld van al deze ontwikkelingen binnen het hindoeïsme in Nederland.

Wat wordt behandeld is bepaald door de deskundigheid en het specialisme van de auteurs die aan het woord komen. Niettemin heeft men na lezing van dit boek een goede indruk van wat er op het gebied van het hindoeïsme in Nederland gaande is. Maar voordat de huidige ontwikkelingen worden besproken, schetst Jan Peter Schouten in hoofdstuk 2 de geschiedenis van het hindoeïsme in Nederland. Hij neemt de lezer mee naar de Sterkampen in Ommen waar Jiddu Krishnamurti in augustus 1928 voor het eerst een belangrijke rede houdt. Deze bijeenkomsten waren de eerste hindoe­ïstische vormen van samenzijn in Nederland (de toenmalige koloniën uitgezonderd). Vanaf dat moment is de aanwezigheid van hindoes in Nederland alleen maar groter geworden; het begon bij de grote migratie van Surinamers en liep via de komst van de Tamil hindoes door tot aan de huidige instroom van kenniswerkers uit India.

Het boek werd aangeboden aan de Ambassadeur van India, de heer Pradeep Kumar Rawat door Bikram Lalbahadoersing.

Daarna volgen in het boek drie delen die ieder een aantal hoofdstukken omvatten. Het eerste deel heet ‘Huis’ en staat stil bij wat er bij de hindoes thuis gebeurt. Het eerste hoofdstuk daarvan, geschreven door Dineesh Lalbahadoersing, geeft een indruk van de zoektocht van jongvolwassen hindoes naar een eigen moderne hindoe levensstijl die recht doet aan zowel de eigen religieuze traditie als de eisen van een leven in Nederland vandaag de dag. Hoofdstuk 4, geschreven door Sharda Balla, laat zien hoe belangrijk Bollywoodfilms zijn voor het hindoeïsme thuis en hoe deze films invloed uitoefenen op de positie van de vrouw in deze omgeving.

Daarna komt het tweede deel met de titel ‘Geloofs­gemeenschap’. Het eerste hoofdstuk van deze sectie, van Freek Bakker, gaat over de tempelbouw in de lage landen, terwijl Amresh Tewarie in het volgende hoofdstuk laat zien welke moeilijkheden hindoes moeten overwinnen om met succes een nieuw hindoe bedehuis te bouwen. Hoofdstuk 7, geschreven door Pieter van der Woude, laat de ontwikkeling zien die de hindoe processies in ons land doormaakten. Bedacht moet worden dat de hindoes in Nederland hun eerste processies hielden toen in Nederland nog steeds een processieverbod gold. Nu kijkt niemand er meer van op.

Kavita Parbhudayal (Haagse wethouder Zorg, Jeugd en Volksgezondheid en 1e locoburgemeester) ontving ook een exemplaar.

Het derde deel gaat over de ‘Samenleving’. Dit onderdeel gaat namelijk in op hoe de hindoes zich manifesteren in de Nederlandse samenleving. Het begint met een hoofdstuk geschreven door Bikram Lalbahadoersing, die aandacht schenkt aan enkele hindoe vrouwen op vooraanstaande posities in Nederland. Daarna beschrijft Soerish Jaggan de ontwikkeling van de hindoeïstische geestelijke verzorging in het leger, de gevangenissen, de ziekenhuizen en de verpleegtehuizen. In hoofdstuk 10 geeft Victor van Bijlert een interessante inkijk in de wereld van de indologen aan de universiteiten in de lage landen. Daar was namelijk nauwelijks aandacht voor wat zich afspeelde onder de hindoes in hun directe omgeving. Freek Bakker staat in hoofdstuk 11 stil bij de omgang van hindoes met andersgelovigen, in het bijzonder de moslims en de christenen.

Het boek wordt afgesloten met een nabeschouwing waarin de auteurs van deze bundel nog één keer terugblikken en een poging doen de essentie te pakken van de ontwikkeling die de hindoe religie in de lage landen gedurende de laatste decennia heeft door­gemaakt. Daarna proberen zij te ontdekken welke veranderingen zich in de komende jaren zullen voltrekken in het Nederlands hindoeïsme.

Het boek begint met een voorwoord van de Z.E. Chandrikapersad Santokhi, President van de Republiek Suriname. Hij schrijft: ‘De banden tussen Nederlandse hindoes en Suriname zijn heel intensief. Dit maakt dat ontwikkelingen in Nederland ook van invloed zijn op hindoes in Suriname. Vandaar dat ik met heel veel belangstelling kennis heb genomen van de inhoud van dit boek.’

Hindoes in zicht – Recente ontwikkelingen onder hindoes in Nederland | Bikram Lalbahadoersing en Freek L. Bakker (red.) | Uitgeverij Parthenon 2021 | ISBN 9789083214320 | pp. 254 | prijs 24,90 euro (excl. verzendkosten). Te bestellen via de site van de uitgeverij Parthenon of bij Bol.com

Foto’s: Bikram Lalbahadoersing

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Korte berichten, Nederland, NIEUWS, Religie & Levenswijze, Taal & Literatuur
No Comments

Boek Jane Mahalini Haridat: Vrede sluiten met je afkomst

maandag, 13 december 2021 by Redactie Hindorama

Onlangs is het boek Vrede sluiten met je afkomst – Mijn werkelijke waarde als vrouw van Jane Mahalini Haridat uitgekomen. Jane is een spirituele coach / schrijver / spreker / multidi­mensionaal medium. Haar werkwijze is erop gericht mensen te begeleiden naar een bezield leven. Het schrijven van dit boek heeft haar in staat gesteld ook met zichzelf in het reine te komen. Terwijl zij zich eerder afkeerde van haar Hindostaanse afkomst omdat zij deze associeerde met misbruik, pijn en verdriet, omarmt zij nu haar werkelijke waarde als vrouw en als Hindostaanse. Zij overstijgt de pijnlijke jeugd­ervaringen en sluit vrede met haar familie waardoor zij innerlijke bevrijding ervaart. Ze ziet haar jeugd­ervaringen als een bron van kracht die haar in staat hebben gesteld zich spiritueel te ontwikkelen. Met haar boek wil zij anderen lessen aanbieden om een pad naar liefde en compassie voor zichzelf te volgen dat uiteindelijk naar innerlijke bevrijding leidt. Naast haar eigen levensverhaal bevat het boek enkele verhalen van personen die zij heeft begeleid op de weg naar een bezield leven. Ook zijn er (korte) recensies in opge­nomen van Irene van Gent (auteur van het boek Volg je eigen weg), Roy Martina (holistisch arts en auteur van de internationale bestseller Emotioneel Evenwicht) en Kanta Adhin (voorzitter Jnan Adhin instituut en columnist Hindorama). Het boek is als onderdeel van een driedelig boekenpakket in eigen beheer uitgegeven. De andere twee delen zijn een aantal startoefeningen voor degenen die zelf naar een bezield leven willen toewerken en een helende meditatie met de kracht van Hawaii (Aloha-meditatie).

Het boek werd door Jane Haridat o.a. aangeboden aan Kavita Parbhudayal (Haagse wethouder Volksgezondheid), Kanta Adhin en prof. Chan Choenni. Linksonder: ceremoniemeester Joy Bindraban

 Levensverhaal
In het boek vertelt Jane over haar leven. Zij is als jongste kind opgegroeid in een groot Hindo­staans gezin dat in Suriname op Blauwgrond woont. Haar vader werkt bij OGEM (Surinaamse energiemaat­schappij) en is voor­zitter van een voetbal­vereniging. Haar moeder is niet geschoold. Alhoewel ze met elf kinderen zijn (drie meisjes en acht jongens) voelt Jane zich een eenling die er niet echt bij hoort. Ze voelt geen verbondenheid en dat heeft onder meer te maken met het feit dat blijkbaar niemand door heeft wat zij doormaakt, namelijk dat zij regelmatig door een van de broers wordt misbruikt. Alleen haar náni (oma van moederszijde) die op het erf woont, blind en verminkt door lepra, laat merken dat zij weet wat er gebeurt en probeert op haar manier dat te voorkomen. Maar niemand praat erover. Jane gelooft dat haar broers en zussen haar misschien juist vanwege het misbruik niet betrekken.

Jane ervaart wel liefde en warmte van haar moeder en vader. Zij beschrijft het verdriet van haar moeder die het verlies van haar eerste dochter die als baby van zes maanden stierf, nooit te boven is gekomen. Ook ziet zij haar moeders onvrede met het feit dat zij niet geschoold is. Ze beschrijft de genegen­heid van haar vader die erg trots op haar is omdat ze goed leert. Over haar oudste zus die de baas over iedereen speelt, heeft ze dubbele gevoelens. Warmte en bewondering heeft ze voor een broer en schoonzus bij wie zij gedurende haar mavo- en havo-opleiding in Nederland woont en die haar de kans hebben gegeven de thuissituatie te ontvluchten. Terug in Suriname ervaart ze een vrijere thuissituatie.

De verhalen van Mirjam van den Boezem en Maarten Koole zijn in Jane’s boek opgenomen.

Na in Suriname een tijdje in de verpleging te hebben gewerkt, vertrekt Jane weer naar Nederland voor verdere studie. Ze trouwt met een Creoolse man die zij eerder in Suriname had ontmoet en krijgt twee kinderen. Met haar combinatiestudie Filosofie en Bedrijfskunde krijgt Jane een goede baan. Zij gaat zich echter steeds meer verdiepen in zichzelf, de zelfhaat en woede die ze voelt, haar drang om geliefd te zijn, erbij te horen. Dit leidt naar het pad van verwerking van haar jeugd­trauma’s en het terugvinden van haar Hindostaanse roots. Ze sluit zich aan bij diverse spirituele groeperingen en maakt reizen naar o.a. India en Hawaii. In Hawaii ervaart ze de universele oerkracht die haar helpt haar eigenwaarde te (her)vinden en haar seksualiteit positief te ontwikkelen. Daardoor voelt ze zich veilig en kan met vergeving en liefde terugkijken op haar jeugd. In een ode aan haar familie toont ze dankbaarheid dat zij dankzij hun lessen terug is bij zichzelf.

Vrede en harmonie
Jane beschrijft typisch Hindostaanse taferelen, zoals het bereiden van maaltijden met roti, doks en chutney, en bepaalde huwelijksgebruiken (zoals het tegenhouden bij de deur van een bruidspaar door zusjes van bruid of bruidegom die de doorgang pas vrijgeven nadat zij geschenken of geld hebben gekregen). Aangezien de familie christelijk is worden er geen religieuze Hindo­staanse handelingen verricht. Jane’s náni, die voor behandeling van haar lepra was aangewezen op christelijke instellingen had zich tot het christendom moeten bekeren. Uit Jane’s verhaal blijkt dat dit haar náni parten speelde. Tijdens een spirituele reis naar India hoort zij de stem van haar náni die al twintig jaar dood is en die vraagt om een pújá voor haar te doen bij godin Durgá. Jane doet dit met blijdschap en liefde.

In de familie Haridat zijn interraciale huwelijken niet vreemd. Jane’s kennismaking met haar Creoolse schoonzus en ook Creoolse buren leidt tot verwondering bij haar over de vrijere gewoontes tegenover de vele taboes die zij binnen de Hindostaanse familie ervaart. Na de transformatie die zij doormaakt en de ontwikkeling van een universele visie, kan ze alles in perspectief plaatsen en keert ze zich niet meer af van haar Hindostaanse afkomst. Hierdoor is Jane in staat de gebeurtenissen openhartig, maar ook op neutrale wijze te beschrijven, vrij van woede, haat of ander negatief oordeel jegens degenen die haar pijn hebben bezorgd. Ze rekent niet met hen af, integendeel. Ze gaat ermee om zoals het citaat van Tony Robbins in begin van haar boek: “Don’t judge the moment. Let your worst things become your greatest gifts”.

Tante Annie (londa ke nác) en Sunaya Brinkman (Hawaiiaanse dans)

Irene van Gent (auteur van Volg je eigen weg) schrijft in haar recensie onder meer: “Het boek leest als een trein, je wilt doorlezen hoe Jane zich door haar leven beweegt. Jane raakt je door je eerlijk en openhartig te schrijven over haar misbruikverleden. Het boek is in liefde geschreven, waarmee Jane meteen laat zien dat ze echt vrede heeft gesloten met haar verleden.”

Voor Kanta Adhin geeft het verhaal van Jane een praktisch inzicht in de levensbeschouwelijke stadia van een mens die ook het hindoeïsme kent, zoals beschreven in het boek Dharm-Karm – Inleidende ethische beschouwingen van Jnan Adhin. Zij schrijft onder meer: “[..] een klein meisje geboren en getogen op Blauwgrond, Suriname, wordt een vrouw van het universum. Een vrouw die zich vereenzelvigt met de kosmische oerkracht en komt tot innerlijke harmonie en harmonie met haar externe omgeving. [..] Doordat Jane niet in hokjes denkt, maar zich openstelt, ervaart zij het universum: de ultieme beschaving.”

Jane Haridat met haar ex-man Micle Jaliens en zonen Isvar en Jami.

Thuiskomst
Voor Jane is ‘thuiskomen’ belangrijk, terug naar jezelf, naar je ziel. In haar geval was het essentieel vrede te sluiten met haar afkomst. Deze drang ontstond nadat zij bij een persoon die zij hielp bespeurde dat die haar Indische afkomst verloochende. Maar thuiskomen is ook de juiste balans vinden tussen ratio en emotie, tussen verstand en hart, tussen man-zijn en vrouw-zijn.

Roy Martina (holistisch arts en auteur van Emotioneel evenwicht) schrijft in zijn recensie onder meer: “Voor mij is dit boek op vele punten een feest van herkenning. Dit boek herinnert mij eraan wie ik werkelijk ben. Ik identificeer me niet meer met een kleur, volk, land of etnische afkomst. Door het lezen van dit boek keer ik terug naar mijn spirituele essentie en omarm ik wie ik echt ben.”

De boekpresentatie vond plaats op 28 november 2021 in Brasserie Bijna Thuis in Rijswijk en werd opgefleurd met londa ke nác en Hawaiiaanse dans. Londá ke nác is een traditionele Hindostaanse dans uitgevoerd door een man verkleed als vrouw. Jane wilde deze dans graag als onderdeel van de boekpresentatie om twee redenen: ten eerste een eerbetoon aan haar náná (opa van moederszijde) die deze dans beoefende en ten tweede omdat hiermee het duale man-vrouw van de mens wordt uitgebeeld. Vanwege haar mystieke binding met Hawaii (dat thuiskomst betekent) kon een traditionele Hawaiiaanse dans natuurlijk niet ontbreken.

Jane Mahalini Haridat – Vrede sluiten met je afkomst – Mijn werkelijke waarde als vrouw | Uitgave Mahalini’s Productions 2021 | ISBN 9789083208008| pp. 208 | prijs 24,50 euro (excl. verzendkosten). Te bestellen via de site www.janeharidat.com/vrede-sluiten-met-je-af­komst/ of via e-mail: info@janeharidat.com

Foto’s: Annelies Diertens en Sampreshan/Hindorama

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Korte berichten, LIFESTYLE, Nederland, NIEUWS, Religie & Levenswijze, Taal & Literatuur
No Comments

Afscheid van professor Ruben Gowricharn – Hans Ramsoedh

donderdag, 02 december 2021 by Redactie Hindorama

Op maandag 29 november j.l. nam professor Ruben Gowricharn afscheid als bijzonder hoogleraar Hindo­staanse Diasporastudies aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Deze leerstoel is in 2010 ingesteld door de Stichting Diaspora Leerstoel Lalla Rookh met als doel het bevorderen van onderwijs in en onderzoek naar de Surinaams-Hindostaanse gemeenschap in Nederland, Suriname, India en daarbuiten. De benoeming van de bijzonder hoogleraar is voor een periode van vijf jaar. Van 2010 tot en met 2015 bekleedde Chan Choenni deze leerstoel. Hierna nam Gowricharn de fakkel over.
Het werd een verlaat afscheid van Gowricharn als bijzonder hoogleraar Hindostaanse Diasporastudies aangezien corona steeds roet in het eten gooide bij de planning van het afscheid eerder.
Gowricharn heeft een behoorlijke wetenschappelijke staat van dienst. Van 2002 tot 2006 bekleedde hij de FORUM/Verwey-Jonker Leerstoel aan de Universiteit van Tilburg. Van 2007 tot 2017 was hij hoogleraar Sociale Cohesie en Transnationale Vraagstukken aan dezelfde universiteit. Van zijn hand verschenen talloze weten­schappe­lijke boeken en artikelen.

Zijn afscheidsrede heette Wetenschap gerelativeerd. Kanttekeningen uit de leefwereld waarin hij onder meer afrekent met het zogeheten onafhankelijk en objectief karakter van onderzoek. In zijn optiek is objectief onderzoek een onhaalbaar streven omdat de sub­jecti­viteit van de onderzoeker hoe dan ook doorwerkt in het onderzoeksresultaat. Het zijn de culturele normbeelden van onderzoekers die de interpretatie van data sterk bepalen. Met andere woorden, het streven naar objectiviteit en onafhankelijkheid is in de visie van Gowricharn pretentieus en tot mislukken gedoemd.

Na zijn afscheidsrede werd Gowricharn toegesproken door emeritus hoogleraar Frank Bovenkerk, lid van het bestuur van de Lalla Rookh Diaspora Leerstoel, die hem een door Jaswina Elahi, Sandra Trienekens en Hans Ramsoedh geredigeerd liber amicorum (vriendenboek) getiteld Against better judgement: rethinking multi­cultural society aanbood met bijdragen van 22 vrienden, collega’s, kinderen en oud-promovendi van Gowricharn.
Gowricharn werd ook toegesproken door Rajendre Khargi, voorzitter van de Stichting Lalla Rookh Diaspora Leerstoel, die in zijn speech de belangrijke bijdrage van hem memoreerde, zoals het op de internationale kaart zetten van Hindostaanse Diaspora door de organisatie in 2017 van een internationale diaspora conferentie in Den Haag met als resultaat de publicatie van een viertal Engelstalige wetenschappelijke bundels die handelen over verschillende aspecten van de Indiase diaspora bij de gerenommeerde uitgeverij Routledge in Engeland.

Het afscheid van Gowricharn als bijzonder hoogleraar betekent geenszins het einde van zijn  ‘publicatiedrift’. Hij is op dit moment bezig met de afronding van een vergelijkende studie naar Hindostaanse boeren in Suriname, Guyana, Fiji en Mauritius die in de loop van 2022 door Oxford wordt uitgegeven. Hierna heeft hij nog andere publicaties in de planning staan die op niet al te lange termijn het daglicht zullen zien.
Gowricharn geldt als een wetenschapper pur sang maar combineert inmiddels de keurslijf of rigiditeit van wetenschap met de literaire vrijheid van de romancier om, zoals hij in zijn afscheidsrede het stelde, daarmee de beperkingen van de wetenschap te overstijgen en de werkelijkheid accurater weer te geven.

Heuglijk nieuws voor Gowricharn was dat enkele dagen voor zijn afscheids­rede er een schikking kwam in een conflict met de universiteit van Tilburg en hij van alle blaam werd gezuiverd. Begin 2019 bepaalde de Universiteit van Tilburg namelijk dat Gowricharn geen promotor of lid van een promotiecommissie meer mocht zijn. Hij zou tijdens de begeleiding van een proefschrift over de overdrachtsmechanismen van Salafisme (een Islamitische stroming) de wetenschappelijke integriteit hebben geschonden. Gowricharn heeft zowel het besluit als de sancties aangevochten. Na bijna drie jaar procederen en praten kwamen partijen op 26 november 2021 tot een schikking, Gezamenlijke verklaring | Tilburg University. Op de website van de universiteit van Tilburg staat dat ‘volgens de huidige Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit 2018 geen sprake is van een schending van de wetenschappelijke integriteit door prof. dr. R. Gowricharn.’ Daarmee is Gowricharn in eer hersteld en kan hij z’n academische loopbaan van alle blaam gezuiverd afsluiten.

In een eerdere bijdrage op deze site is een interview met Gowricharn opgenomen waarin wordt ingegaan op zijn wetenschappelijke loopbaan en publicaties.

Foto’s: Rabin Baldewsingh

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Korte berichten, Nederland, NIEUWS, Taal & Literatuur
No Comments

Recensie boek pandit Bhasker Rewti: Saṁskāra Bhāskara – de zestien Vedische Saṁskāra’s – Pandit B.W. Jaipal

woensdag, 01 december 2021 by Redactie Hindorama

Recent kwam het boek Saṁskāra Bhāskara van pandit Bhasker Rewti uit, waarin hij de tijdloze ceremonieën (sanskára’s) uit de Veda’s beschrijft alsook de Vedische begrippen dharma, artha, káma en móksha. 

Al geruime tijd bestaat er behoefte om vooral onze jongeren in Nederland en Suriname te voorzien van de essentie en context van de zestien sanskára’s. Dit zijn ceremonieën die worden uitgevoerd op sacrale momenten in het leven van de mens, zoals het besluit om kinderen te nemen, de zwangerschapsperiode, de geboorte en naamgeving, het begin en het eind van de schoolperiode, het huwelijk en het overlijden. Het Sanskriet woord sanskára heeft betrekking op de manier van opvoeding of karaktervorming. De auteur is erin geslaagd om de betekenis en achtergronden van deze ceremonieën, evenals hun relatie tot de vele aanpalende aspecten van de Vedische dharma, op een prettig leesbare manier weer te geven.

De Veda’s

Bij de aanvang van de mensheid heeft Paramátmá ons – via de vier Rishi’s (Zieners), te weten Agni, Váyu, Áditya en Angirá, de universele wijs­he­den van de vier Veda’s geschonken. Door verwijzingen naar de mantra’s van deze Vedás en de vele sútra’s (korte, prikkelende uitspraken) van de Vedische filosofie, maar ook door de heldere metaforen in dit boek, zijn belangrijke elementen van de Vedische kennis voor eenieder bijzonder toegankelijk geworden. Verbroedering, humaniteit, respect en opvoeding van kinderen met universele waarden en normen staan centraal in het boek. Een van de metaforen die wordt gebruikt: ”Door water op de bladeren te sproeien zal de boom niet groener worden. U zult eerst de wortels moeten bewateren om mooie groene blaadjes te krijgen.” Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat voor een goede opvoeding van kinderen de ouders eerst zelf moeten weten wat en goede opvoeding inhoudt.

Dag van inschrijving op een Gurukul (onderwijsinstelling).

Het is zuur om te constateren dat vele van de in dit boekwerk uitgelegde sanskára’s in de vergetelheid zijn geraakt. Van de zestien besproken sanskára’s wordt slechts een viertal redelijk frequent gedaan. Is hier nu sprake van onwetendheid of geen prioriteit willen stellen aan het voltrekken van deze ceremonieën voor onze kinderen? Mogelijk is het gemis aan deze sanskára’s mede een verklaring voor onze achteruit hollende samenleving, wat zich dagelijks uit in zinloos geweld, disrespect voor ouderlijk gezag, korte lontjes, generatiekloven, complottheorieën, brandhaarden en, zeker niet het minst belangrijk, het slinks aanwakkeren van sentimenten die aan ras zijn gerelateerd.

Er is een groot tekort aan literatuur waarin de Vedische filosofieën in het Nederlands zijn uiteengezet. De auteur heeft deze leegte met dit prachtig uitgevoerde boek opgevuld en in begrijpelijke taal een flink aantal diepzinnige filosofieën uit de Veda’s helder uiteengezet. Hoe langer u zich in deze onderwerpen verdiept, hoe meer u zult willen weten over de Vedische opvoeding. Ook zal u worden geprikkeld om deze sanskára’s daadwerkelijk uit te voeren. Federatie Prathinidhi Arya Sabha Nederland (PRASNE) beveelt u aan dit boek aandachtig te lezen en de inhoud te delen, maar vooral in uw leven toe te passen.

Saṁskāra Bhāskara – de zestien Vedische Saṁskāra’s en de vier levensdoelen dharma, artha, káma en móksha | Auteur/uitgave Bhaskar Rewti 2021 Zoetermeer | ISBN 9789082710649 | hardcover pp. 288 | prijs 15 euro (excl. verzendkosten). U kunt dit boek bestellen via e-mail: brewti@gmail.com

De opbrengst van dit boek gaat naar de Stichting voor Armen en Wezen ten behoeve van de inrichting van een in aanbouw zijnde polikliniek voor de allerarmsten in het dorpje Padampur (Órisa, India). Voor meer informatie over SAW zie: www.armenenwezen.nl

Pandit Bhasker Rewti

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Korte berichten, Nederland, NIEUWS, Religie & Levenswijze, Taal & Literatuur
No Comments

Kunnen Hindostanen de historische last van zich afschudden? – SHON

vrijdag, 12 november 2021 by Redactie Hindorama

Martin Sitalsing, hoofdcommissaris van de Regionale Politie Eenheid Midden-Nederland, heeft tijdens de Divali-lezing 2021 de Hindostaanse gemeenschap opgeroepen, om hun groepsidentiteit en ambities in te zetten, om radicalisering en polarisatie in de Nederlandse samenleving te bestrijden.

Groot is hij niet terwijl hij op het podium staat van het nieuwe Theater Amare in Den Haag. Maar in zijn politiepak en daarbij schouderstukken met een blaadje, een wapen en een kroon, maken zijn woorden veel indruk. “Kunnen we vanuit onze kracht, talent en ambitie, een stap naar voren zetten om de brugfunctie te vervullen in een samenleving waarin velen met een migratieachtergrond achtergesteld worden of zich achtergesteld voelen?”

“Er zijn drie grote veiligheidsvraagstukken die zich in de duisternis voltrekken en de samenleving ernstig desta­bili­seren”, zegt Sitalsing. “Het gaat om de digitale onveiligheid, zoals fraude, fake nieuws en bedreigingen. Maar het gaat ook om de zware, georganiseerde criminaliteit, waarin extreem geweld plaatsvindt en aan de waarden van de rechtsstaat wordt getornd. En natuurlijk ook om polarisatie en radicalisering waarin verschillen worden uitvergroot en meningen boven feiten gaan.”

Bij de opening van de lezing met een gebed door Kolonel Pandit Komal Bisseswar, het nieuwe hoofd van de Dienst Hindoe Geestelijke verzorging (DHGV) bij de Nederlandse krijgsmacht, heeft het goede al het kwade vermoedelijk al uit de theaterzaal geleidt. Maar wie brengt daarbuiten het licht in de duisternis? Het koor van de bekende zanger Lucky Singh, met jongens en meisjes van de Shri Vishnu basisschool in kleurrijke traditionele Indiase kleding, zou een goede poging kunnen doen. Hun stemmen klinken tijdens deze lezing namelijk net zo mooi als een nachtegaal.

Vlnr Jan Zoet (directeur Amare), Kaushilya Budhu Lall (voorzitter RvT SHON) en Martin Sitalsing

Maar voor Sitalsing is dat blijkbaar niet genoeg om de kwa­de geesten weg te jagen en het licht te brengen op alle plekken waar de duisternis heerst. De ambitie van de Hindostanen in Nederland richt zich, volgens hem, teveel op de eigen ontwikkeling. “Op zich niet verkeerd, maar er is meer”, benadrukt hij. “We kennen vanuit onze Indiase roots het kastenstelsel, de spanningen tussen hindoes en moslims en de tegenstelling tussen laag en hoog opgeleid. Kunnen wij als Hindostanen in de westerse wereld deze historische last van ons afschudden en met onze ambitie een bijdrage leveren om de samenleving naar een hoger niveau te tillen?”

Je kunt bijna een speld horen vallen als hij besluit met het gedicht ‘Nabij het lichtschip’ van zijn oom Martinus Lutchman, meer bekend als Shrinivasi. “Ik sta voor uw deur, laat mij niet zonder loods een hopeloze strijd voeren.”

Kijk hieronder de lezing van Martin Sitalsing terug. De divali lezing wordt jaarlijks georganiseerd door Stichting Hindoe Onderwijs Nederland (SHON) en Sanatan Hindoe Parishad Nederland (SHPN) samen met Amare als onderdeel van de Nationale Divali viering.

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR, Korte berichten, Nederland, NIEUWS, Religie & Levenswijze, Taal & Literatuur, Traditie
No Comments
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6

Search

  • EN | Colofon | Adverteren [About us]
  • Gebruikersvoorwaarden
  • Privacy- en cookiebeleid
  • Contact | e-mail: info@hindorama.com
  • Sitemap

Schrijf je in voor onze Hindorama Nieuwsbrief

Door u in te schrijven voor onze GRATIS NIEUWSBRIEF blijft u op de hoogte van de meest recente informatie.

Is de Hindostaanse gemeenschap sterk genoeg met elkaar verbonden?

https://youtu.be/1f2v0db5gao
Hindorama

© 2023 Sampreshan/Hindorama
Jnan Adhin Instituut (JAI) | All rights reserved |

TOP