Trumpetgeschal – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Het nieuwe jaar is ingeluid met veel lawaai, niet alleen van vuurwerk, maar ook van de luidkeelse voornemens van de nieuwe president van Amerika. Na zijn installatie is hij direct aan de slag gegaan en je kunt van alles zeggen en denken over Donald Trump – hij is niet bepaald my cup of tea – maar hij weet wel wat wakker schudden, choqueren en de wereld op zijn kop zetten is.
“Mijn meest trotse nalatenschap zal die van een vredestichter en vereniger zijn,” zei Trump op 20 januari, de dag van zijn beëdiging. Het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas in de Gazastrook daags ervoor wordt op zijn conto geschreven en hij zal niet nalaten dat van de daken te schreeuwen. Maar of dit zal beklijven, is de vraag. Trump staat bekend als een onvoorwaardelijke vriend van Israël dat alweer druk bezig is met aanvallen in de Westelijke Jordaanoever. Trump en Netanyahu zitten op een lijn als het gaat om annexatie van gebieden om de veiligheid van hun land te garanderen. Maar Trump denkt groter: Make America great again is zijn slogan. Hij heeft zijn zinnen gezet op het strategisch gelegen Groenland en wil zo nodig ook Canada annexeren als die de grenzen met de VS niet beter bewaakt en illegale migratie tegengaat. Plannen heeft hij ook met het Panamakanaal en de Golf van Mexico die volgens hem Golf van Amerika moet heten. En met mensen als Elon Musk die nu met hem samen aan de knoppen zit, zal het hele planetenstelsel eraan moeten geloven.
Vroeger zouden we misschien lacherig doen, maar inmiddels is Europa goed wakker geschud. Hun Big Brother vaart een eigen koers enkel gericht op eigen belang, met lak aan internationale afspraken om de wereld te verbeteren en zonder schroom voor een nieuwe ronde van landjepik. Eeuwen geleden waren het Europese landen die overal ter wereld met geweld gebieden koloniseerden. Ze proberen nu juist met dat verleden in het reine te komen. Daarenboven zucht Europa nu onder het imperialisme van de Russische president Poetin en speelt Trump hem en zijn aspiraties in de kaart.
Om Amerika weer great te maken, wil Trump zijn land beschermen tegen ongewenste vreemdelingen, Amerikaanse producten beschermen tegen importproducten, maar wel over grondstoffen van andere landen beschikken voor technologische producten. Hij wil Groenland niet alleen vanwege een aantal belangrijke vaarroutes van de VS, maar ook vanwege belangrijke grondstoffen als uranium en ijzer die door het smelten van de ijskappen steeds meer beschikbaar komen. Verder zal hij bedrijven van Amerikaanse techmiljardairs niets in de weg leggen om lustig en listig door te gaan met het vergaren van bodemschatten uit landen die hij niet tot Amerikaans grondgebied wil maken. Rwanda en Congo, bijvoorbeeld vanwaar grondstoffen voor batterijen in mobiele telefoons en elektrische auto’s komen. Deze worden zeer zeker niet op een nette manier verkregen. De ‘rebellen’ die recent Goma hebben veroverd zijn poppen in het grotere spel. Of we het willen of niet, velen van ons zullen wel telefoons of auto’s met ‘bloedbatterijen’ hebben.
Met zijn optreden zet Trump Europa en de NAVO voor schut. Nu staat de NAVO onder leiding van de Nederlander Mark Rutte, die zijn premierschap lachend vervulde en alle schandalen van zich kon laten afglijden. Dit jaar zal een cruciale NAVO-top in Den Haag plaatsvinden, de Stad van Vrede en Recht en ook de stad van Rutte. Wie zal als vredestichter en vereniger uit de bus komen? Donald Trump die met zijn geschal als een olifant door een porseleinkast gaat? Of Mark Rutte met zijn verbindende lach en zijn huid als een gladde aal? Ik bedenk me nu dat vandaag het Chinese nieuwjaar wordt ingeluid: het jaar van de slang. De slang staat voor wijsheid, pragmatisme en het goed kunnen omgaan met onverwachte gebeurtenissen. Op wie zou China inzetten?
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
2025: Een (terug)keerpunt? – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Elk jaar hopen we weer op goede en gunstige ontwikkelingen in ons leven. Maar we kunnen niet voorspellen wat er gaat gebeuren en welke wending dingen nemen. Drie jaar geleden hadden we niet gedacht dat er oorlog in Europa zou uitbreken en nog minder dat die zolang zou duren. In zijn nieuwe functie als secretaris-generaal van de NAVO heeft Mark Rutte een alarmerende boodschap afgegeven, namelijk dat we ons geestelijk moeten voorbereiden op oorlog en dat er offers zullen moeten worden gebracht. Er zal meer geld naar defensie moeten waardoor er minder voor andere zaken beschikbaar is. En dat in een tijd dat in Nederland gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting onder druk staan, en wereldwijd het klimaat. Bovendien is migratie al een tijd een hot issue. De grote aantallen migranten zouden veel overlast veroorzaken en de druk op de voorzieningen vergroten. Bij de laatste verkiezingen werd een antimigratie partij de grootste en in 2024 werd voor het eerst een regering gevormd met deelname van deze partij. Niet autochtone Nederlanders voelen zich niet meer op hun gemak.
Veel Surinamers trokken naar Nederland voorafgaand aan de onafhankelijkheid in 1975. Vroeger werd wel eens gegrapt dat Surinamers weer naar hun land zullen vertrekken als hier oorlog uitbreekt. Een oudere Surinaamse man die nu al meer dan vijftig jaar in Nederland woont, zei tegen mij: “Wat denk je? Zullen zij bereid zijn voor de ‘Nederlandse leeuw’ te sterven? Er zijn weinig Surinamers die het Nederlands volkslied uit het hoofd kennen, laat staan uit volle borst zingen.” Nu is dat lied met vijftien coupletten wel erg lang, maar doorgaans wordt alleen het eerste couplet gezongen, soms gevolgd door het zesde couplet. “Je moet begrijpen,’’ vervolgde hij, “dat woorden als ‘van Duitse bloed’ en ‘de Koning van Hispanje’ in het eerste couplet ook geen gepassioneerde verbondenheid met het land oproepen. Je hoort nergens ‘Nederland’ of ‘Holland’. Je kunt je voorstellen dat de woorden van Rutte mensen aan het denken zetten. En dat is nog niet alles! Tegenwoordig moet je oppassen als je ruzie hebt met iemand. Die plaatst zo een vuurwerkbom bij je voordeur. Het is niet alleen oorlog met Rusland die dreigt.”
Ja, dat is ook zo. We zien de laatste tijd een toenemende trend van explosieve conflicten, letterlijk en figuurlijk. De gedachte dat vuurwerkbommen alleen in het criminele milieu worden gebruikt, klopt niet. Volgens de politie gaat het in meer dan de helft van de gevallen om ‘huis-tuin-en-keuken-conflicten’. Een dramatisch dieptepunt was de explosie in Den Haag op 7 december die ook mensenlevens eiste. “Weet je dat er in 2024 meer dan duizend incidenten met explosieven zijn geweest, dat is meer dan twee per dag! Kan je voorstellen! En dan hebben ze het over veiligheid in Suriname. Ja er zijn berovingen, maar niemand plaatst zomaar een bom bij je deur.”
Nog even over de grap van vroeger: zullen veel mensen nu geneigd zijn naar Suriname te vertrekken? Met de olievondsten zijn er goede vooruitzichten voor economische groei en kunnen er investeringen worden gedaan voor verbetering van de diverse voorzieningen. Er zal menskracht nodig zijn. Volgens mijn gesprekspartner zal het niet zo een vaart lopen, maar het jaar 2025 zou wel een turning point kunnen markeren. “Kijk, ik ga vaker naar Suriname, maar ik ben nu een oude man en wordt niet gezien als concurrent voor een baan. Maar als je komt om het land te helpen opbouwen, word je met achterdocht bekeken en, als het even kan, weggepest. Jouw kennis en kunde kan je in je broekzak stoppen. Anderen daar die hun broekzakken met geld uit de staatskas vullen, mogen blijven. Je moet daar ook niet gaan om iedereen de les te lezen of meteen een ministers- of ambassadeurspost te eisen. Oudere mensen zullen misschien wel gaan, maar de generatie die hier is opgegroeid, zie ik nog niet zo gauw massaal hun boeltje pakken. Misschien pas als de situatie hier echt dreigend wordt. Maar meisje, je kent die Surinamers. Als je dan teruggaat, zullen ze je niet sparen met opmerkingen dat je met de staart tussen de benen bent teruggekomen nu Nederland niet meer veilig voelt.”
Sowieso zal 2025 voor Suriname een gedenkwaardig jaar worden. Behalve dat het 50 jaar onafhankelijkheid markeert, is het land met het overlijden van een couppleger/ex-president/veroordeelde meervoudige moordenaar/voortvluchtige crimineel fysiek bevrijd van de meest omstreden figuur in de recente Surinaamse geschiedenis. Welke impact dat zal hebben op de verkiezingen in mei 2025 en de koers van Suriname zal nog moeten blijken.
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
Excuses – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Suriname viert volgende week zijn 50ste Onafhankelijkheidsdag. Op 25 november 1975 werd de staatkundige band met Nederland verbroken. Volgend jaar is het dus 50 jaar geleden dat het land onafhankelijk werd, maar omdat de dag voor het eerst in 1975 werd gevierd, zal dit op 25 november 2024 voor de 50ste keer gebeuren. Dat is ook een goed moment voor reflectie. Echt onafhankelijk is geen enkel land. Economisch is de hele wereld van elkaar afhankelijk, het ene land meer dan het andere. Sommige, zoals Suriname, hebben het IMF-infuus nodig om orde op zaken te kunnen stellen, omdat ze dat zelfstandig niet voor elkaar krijgen. Voor Suriname was er wel enige hoop op een redelijk ontwikkelingsniveau gezien het bedrag van ruim vier miljard gulden dat bij de start werd meegegeven door Nederland. Zoals de toenmalige premier Arron placht te zeggen ”Moni de” (Geld is er). Helaas ontbrak het aan de mentaliteit om er dingen mee te doen die de hele bevolking ten goede zouden komen en een duurzame basis voor verdere ontwikkeling zouden leggen.
Sterker, het ontbrak indertijd ook aan een mentaliteit van inclusie: het gezamenlijk bouwen aan een samenleving van en voor iedereen. Immers, bij het proces naar de onafhankelijkheidsverklaring werd de op dat moment grootste bevolkingsgroep in Suriname, de Hindostanen, bewust politiek buitengesloten. In plaats van een zo belangrijke stap in de ontwikkeling van een land in een vertrouwenwekkende sfeer te laten plaatsvinden, werd gekozen voor uitsluiting en polarisatie. Het gevolg: een massale uitstroom uit Suriname van kader dat het land goed had kunnen gebruiken. Het waren zeker niet alleen Hindostanen die geen vertrouwen hadden in wat hun te wachten stond na 25 november 1975. Ook een grote groep Creolen verliet het land, alsook kleinere aantallen van andere Surinaamse bevolkingsgroepen.
In de discussies over het koloniale verleden hoor je veel over trauma’s waar huidige generaties nog steeds last van hebben. In navolging van excuses voor het slavernijverleden hebben enkele personen recent ook excuses van de koning geëist voor de contractarbeid van Brits-Indiërs. De schadelijke gevolgen daarvan zouden nog steeds doorwerken op de Hindostaanse nakomelingen in Nederland. Ik weet niet precies op welk onderzoek dit is gebaseerd en om welke schadelijke gevolgen het gaat die nu nog steeds een rol spelen. Verder vraag ik me af of ook breder wordt gekeken naar de impact van de contractarbeid op huidige generaties van nakomelingen met name in het Verenigd Koninkrijk. Dit land is immers de grote boosdoener met landen als Nederland en Frankrijk als meelifters.
In Suriname werd en wordt de dag van de Hindostaanse Immigratie gevierd als een feestelijk gebeuren. Er wordt ook stilgestaan bij de bijdrage van Hindostanen aan de ontwikkeling van Suriname. Velen hadden zich willen blijven inzetten voor het land, ware het niet dat zij zich door het etnisch gepolariseerde klimaat rondom de onafhankelijkheid niet meer veilig voelden. Een heleboel families die in Suriname een goed bestaan hadden opgebouwd, verkochten hun bezittingen vaak voor een appel en ei of lieten die in beheer van anderen achter om zo snel mogelijk het land te kunnen verlaten. Eenmaal in Nederland moesten zij opnieuw beginnen in een koud klimaat, opgesloten in vaak oude tochtige huizen, zich een weg zoekend in een totaal andere samenleving. Eén waarin hun tradities niet werden omarmd en waar de brandweer werd gebeld als er een pujá werd gehouden; waar zij niet meer even bij familie en vrienden konden langsgaan zoals ze voorheen gewend waren: gewoon lekker even langsrijden en kijken of er iemand onder het huis of op balkon zit; waar het spreidingsbeleid van de regering zorgde voor verwijdering van elkaar en mensen terechtkwamen in plaatsen als Beerta, Lutjebroek, Tietjerksteradeel, waar geen Surinamer ooit van had gehoord.
Thans worden Hindostanen in Nederland wel als een goed geïntegreerde groep gezien. Maar velen denken terug aan wat ze hebben achtergelaten en wat ze in Nederland ervoor terug hebben gekregen. In economische zin zijn velen erop vooruitgegaan; er waren ook goede scholingsmogelijkheden voor de kinderen. Maar wat niet altijd zichtbaar is, is dat mensen klimatologische, sociaalmaatschappelijke, ruimtelijke omstandigheden hebben verdragen (in het Sarnámi: sahe) en zich hebben ingezet om vooruit te komen. In Nederland ben je vaak een nummertje, terwijl in Suriname je bijdrage al gauw zichtbaar is. Door sommigen wordt dat gemis met veel opschepperij (gedjaf) gecompenseerd. Voor anderen is er een gemis aan het gevoel van innerlijke trots dat ze daadwerkelijk een verschil maken.
Dat Surinamers in groten getale in Nederland aanwezig zijn en discriminatie en andere vernederingen ervaren, is een direct gevolg van de wijze waarop de onafhankelijkheid van Suriname tot stand is gekomen. Als we het hebben over de doorwerking van het koloniale verleden – het slavernijverleden en de contractarbeid – laten we op de 50ste Onafhankelijkheidsdag vooral niet vergeten de trauma’s van de doorbreking van de koloniale banden. Van wie willen we daarvoor excuses?
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
In de schaduw van de niemboom – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Onlangs was ik na lange tijd in Suriname voor een kort verblijf. Het was hartverwarmend om na lange tijd weer familie en vrienden te zien. Uiteraard kwamen er herinneringen op, leuke en minder leuke. Er waren ook nieuwe ervaringen, leuke en minder leuke. En dan waren er natuurlijk de vele verhalen over het reilen en zeilen in Suriname.
Pas ben ik thuis nog erg bezig geweest met het laten snoeien van de haag voor ons huis. Deze was erg groot geworden en begon naar mijn mening te veel over het trottoir te komen. Daarom viel het mij op, dat het in Suriname heel normaal is dat iedereen op de berm voor zijn huis bomen of struikjes kan planten. Als je vruchtenbomen hebt geplant, kun je niet vreemd opkijken dat de rijpe vruchten zijn geplukt door voorbijgangers voordat je er zelf de kans toe hebt gehad. Maar dat is all in the game. Waar ik logeerde, was er een niemboom geplant. In de hitte – want heet was het de afgelopen periode – zag ik voetgangers en bromfietsers even in de schaduw rusten alvorens hun weg te vervolgen. Ook auto’s stopten er soms, wellicht omdat de bestuurder even wilde bellen of appen en dat op een beschut plekje wilde doen.
Sowieso moeten bewoners de stukken overheidsgrond voor hun huis zelf onderhouden, want er komt echt niemand om dit te doen ondanks het feit dat er bij de plantsoenendienst legio mensen werken. Bij een zware regenbui zijn grote delen van Paramaribo en daarbuiten onder water omdat het de overheid niet boeit kreken, sloten, goten en trenzen regelmatig te laten ophalen. Als je iemand bij de overheid kent, kan die misschien regelen dat dit in jouw buurt wel gebeurt.

Niemboom in Paramaribo – foto Hindorama
Het enorme ambtenarenapparaat biedt altijd gespreksstof. Bijna 60 procent van de Surinaamse beroepsbevolking is in overheidsdienst. Een groot deel functioneert niet of nauwelijks. De tijd die mensen kwijt zijn aan balies bij overheidskantoren! Er zijn vaak genoeg ambtenaren aanwezig, maar allen met iets anders bezig dan hun werk: een privételefoongesprek, de krant lezen of een broodje eten. Het lijkt er soms op dat de competentie klantvriendelijkheid nog moet worden uitgevonden. Daarentegen is de competentie assertiviteit – voor zichzelf opkomen – bij klantonvriendelijken en de ondermaats presteerenden niet zelden goed ontwikkeld (“Zie je niet dat ik eet; je moet wachten!”). Als er overuren kunnen worden geclaimd, staan ze in de voorste rij; bij acties om salarisverhoging roepen zij het hardst.
Uiteraard wil ik degenen die hun werk serieus nemen niet te kort doen. Want zulke mensen zijn er zeker ook. Ik zag tijdens een evenement personen van een aantal overheidsdiensten die voorlichting gaven onder meer over onderwijs, bosbeheer en de aankomende verkiezingen (in mei 2025). Zij waren erg vriendelijk en geduldig en wisten waar ze het over hadden. Het is dan ook jammer dat goedwillenden die hun werk serieus doen en resultaten willen neerzetten, moeten verkeren tussen personen die door deze of gene politicus zijn geregeld en van wie verder niet wordt verwacht dat ze het werk doen waar ze zogenaamd voor zijn aangenomen. Sterker, deze laatsten zitten de goedwillenden in de weg. Ze creëren een enorme blubber of organiseren chaos waar serieuze mensen zich dagelijks doorheen moeten ploeteren. Sommigen gaan stug door; anderen taaien af naar het bedrijfsleven of naar het buitenland. Een deel valt echter ten prooi aan de blubber en chaos en gaat uit zelfbehoud daaraan meedoen.
Suriname is een land met veel potentie vergeleken met menig ander land. Het is gezegend met vruchtbare grond, met waardevolle grondstoffen, met een tropisch regenwoud en is vrij van natuurrampen. Met een bevolking van iets meer dan een half miljoen mensen zou in theorie iedereen een goed bestaan kunnen hebben. Echter, door de jaren heen is door opeenvolgende regeringen een bestuurscultuur gecreëerd waardoor een groot deel van de bevolking denkt dat je alleen maar via de politiek of het ambtenarenapparaat een graantje (soms kilo’s granen!) welvaart kan meepikken. De olievondsten stemmen in dat opzicht dan ook niet tot optimisme. In welke zakken zullen de opbrengsten verdwijnen, is de vraag die menigeen bezighoudt. De bestuurders van het land zouden echt even de tijd moeten nemen om in de schaduw van een niemboom te verpozen om vervolgens een goede weg in te slaan. De niemboom wordt ook wel wonderboom genoemd vanwege de vele medicinale toepassingen. Surinamers zeggen vaker: “Bij God en in Suriname is alles mogelijk.” Laten we hopen dat in Suriname de wonderen de wereld nog niet uit zijn.
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
Warm bad – Kanta Adhin

“Bent u een Trisser?” werd mij een paar keer gevraagd toen ik een maand geleden in de Johannes Postkazerne in Havelte (provincie Drenthe) was. Op 30 augustus vond daar een reünie plaats van Nederlanders die in de periode 1945-1975 hun militaire dienstplicht in Suriname vervulden bij de Nederlandse Troepenmacht in Suriname (TRIS). Er waren wel zeker tegen de 800 mensen aanwezig. Met de vraag aan mij werd beoogd vast te stellen of ik bij een oud-Trisser hoorde. “Nee, nee”, riep ik gauw. “Ik vergezel iemand van de pers.” Daarmee liep ik wel een paar gadgets mis. De oud-Trissers werden namelijk vergast op speldjes, armbandjes en als klap op de vuurpijl een kepie met een mooi embleem. Iets wat ze nooit hadden gekregen toen ze in dienst waren. Waarom, was niet duidelijk, maar nu werd dat goedgemaakt. De organisator Ad van Wingerden van de Stichting TRIS Kontakten was trots op de mooie bijeenkomst die in stijl plaatsvond, en met de nodige nostalgie.
Tijdens gesprekken met verschillende oudgedienden, allemaal (ruim) over de zeventig, een enkele net daaronder, viel het op met hoeveel warmte zij aan hun tijd in Suriname terugdachten. Een dacht met veel liefde terug aan zijn bijdrage aan de bouw van een ziekenpost in het binnenland. Ik dacht toen: Ja, Surinamers zelf waren vaak niet bereid in het binnenland te werken. En ook nu is de stichting van Ad van Wingerden druk met projecten in Suriname. Nog steeds is er een drive om een bijdrage aan de opbouw van Suriname te leveren.
Net een dag ervoor had ik een gesprek met een kennis die met zijn familie terug was van een vakantie in Suriname. De negativiteit waar hij me mee overlaadde! Niets was goed in dat land. Ik had gewoon geen zin meer om te luisteren. Ik woon in Nederland en heb vanwege de Decembermoorden een beladen relatie met Suriname, maar ik kan niet tegen zo een zielloze betrokkenheid met je land van herkomst. Die gesprekken met de oud-Trissers voelden in vergelijking daarmee als een warm bad. Er zullen vast mensen zijn die nu denken dat ik nog vastzit in een koloniale mentaliteit. Maar ach, ook met dat soort mensen heb ik niets, want het is hun zogenaamde gedekoloniseerde geest die vanaf 1975 voor veel ellende heeft gezorgd, waardoor Suriname zich ondanks het aanwezige potentieel, niet heeft kunnen optrekken naar een redelijk economisch niveau.
Het viel me op dat in de brochure van de Stichting TRIS Kontakten die ter gelegenheid van de reünie is uitgegeven, ook een item is gewijd aan de snelle ontwikkeling van Singapore. Ik zou Suriname zeker niet willen vergelijken met deze staat die op een oppervlakte van 716 km² ruim zes miljoen inwoners herbergt, terwijl Suriname met een oppervlak van meer dan tweehonderd keer zo groot nog maar net meer dan een half miljoen inwoners telt. Er zijn nog tal van andere verschillen te bedenken. Maar ik zag wel wat men duidelijk wilde maken: Singapore heeft er indertijd werk van gemaakt om op zoek te gaan naar kennis en ervaring in het buitenland om het ontwikkelingsniveau van het land te verhogen. Ook Nederlanders hebben een bijdrage geleverd. Een hint dus aan Suriname om zich ook open te stellen voor kennis en ervaring van buitenaf.
Een andere factor voor de economische groei van Singapore is het door de overheid ontwikkelde sterke arbeidsethos gecombineerd met weinig corruptie. Van de 180 gemeten landen op de index van Transparency International stond Singapore in 2023 op de 5e plaats van minst corrupte landen; Suriname op de 87ste plaats. Ook hier dus werk aan de winkel voor Suriname, want los van welke vergelijking met welk land dan ook zijn arbeidsethos en een integere overheid waarden waarnaar elk land moet streven. En dan zien we liever geen mensen die alleen maar negativiteit uitstralen, maar mensen die het land een warm hart toedragen en blij en trots zijn als ze na jaren een kepie krijgen die hun weer met Suriname verbindt.
Foto’s: Radjin Thakoerdin
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
Domweg de slimste – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Ik vind het altijd wel leuk naar het tv-programma De Slimste Mens te kijken, al verwonder ik me wel vaker over de kennis die kandidaten worden verondersteld te hebben. Vragen over ins en outs van reality tv-programma’s of wie met wie een relatie heeft zijn aan mij beslist niet besteed. Ook niet aan het eenmansjurylid Maarten van Rossem; hij laat het niet na zich laatdunkend over dergelijke zaken uit te laten. Hij is historicus/amerikanist en bij vragen over geschiedenis leeft hij wat op, voor zover je dat kan zien bij hem. Hij zit er altijd als een zoutzak bij, een bewust gekozen imago waar hij niet weinig voor wordt betaald: futloos, maar alleswetend. Hoewel? Ook hij geeft blijk van selectieve kennis van de geschiedenis.

Beeld: website NPO/Start
In de aflevering van 2 augustus stelde presentator Philip Freriks de vraag in welk land het Johan Adolf Pengel International Airport ligt. Voor de drie kandidaten een compleet raadsel. Zuid-Afrika, Duitsland en Oostenrijk waren de landen die zij noemden. Namen als Johan Adolf zetten je natuurlijk makkelijk op het verkeerde been. Freriks was toch wat verbaasd. “Suriname”, zei hij met klem en vervolgde: “Het vliegveld is vernoemd naar de eerste president van Suriname.” Dat verifieerde hij nog even bij Van Rossem. Deze beaamde dat Pengel de eerste president was van Suriname. Beide heren zijn kennelijk onbekend met het feit dat op 25 november 1975, toen Suriname onafhankelijk werd van Nederland, Johan Ferrier als eerste president van Suriname werd geïnstalleerd. Dat de kandidaten, onder wie een met Surinaamse roots, het antwoord op de vraag niet wisten, kan ik door de vingers zien. Het vliegveld van Suriname staat veelal bekend onder de oorspronkelijke naam Zanderij. Eerlijk gezegd vind ik deze naam ook te prefereren boven de gebezigde afkorting JAPI-airport, die erg makkelijk respectloze associaties oproept met het woord yapi dat in het Sranantongo aap betekent.
Pengel was geen president, maar minister-president. In 1963 was hij de eerste zwarte minister-president afkomstig uit de groep van Volkscreolen, in tegenstelling tot de lichtgekleurde Creoolse elite die tot dan de politieke macht uitoefende. Hij overleed in 1970 en was dus niet meer in beeld ten tijde van de onafhankelijkheid van Suriname. Dat Van Rossem die als allesweter wordt gepresenteerd, niet weet wie Pengel was – hij had het vooraf ook kunnen opzoeken – geeft eens te meer niet alleen het gebrek aan kennis van, maar ook de onverschilligheid ten opzichte van de koloniale geschiedenis aan.
Ik ben benieuwd hoeveel kandidaten bij De Slimste Mens zouden weten waar de datum van 17 augustus 1945 voor staat. Het zal me niet verbazen als deze wordt verward met 15 augustus 1945. Op deze datum, die als het formele einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden geldt, worden jaarlijks bij het Indisch Monument in Den Haag de slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië herdacht. Dat twee dagen daarna op 17 augustus de onafhankelijkheid van Indonesië werd uitgeroepen door Indonesische vrijheidsstrijders, is minder bekend en nog minder dat deze onafhankelijkheidsverklaring niet door Nederland werd geaccepteerd en met een wrede oorlog werd bestraft. Misschien is het wel bekend dat de uiteindelijke soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 plaatsvond, maar minder dat dit onder grote internationale druk gebeurde; wellicht is nog minder bekend dat Indonesië Nederland heeft moeten betalen om onafhankelijk te worden. Nederland eiste zelfs te worden gecompenseerd voor een oorlog die het zelf was begonnen, maar werd door de VS tot orde geroepen. Als expert op het gebied van Amerikaanse geschiedenis – zeer zeker niet van de koloniale geschiedenis – zal Van Rossem dit misschien wel weten.
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
De kokosnoot is uit de boom gevallen – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Al tijden zijn de ogen gericht op de aankomende Amerikaanse presidentsverkiezingen in november van dit jaar. Dat de strijd ging tussen twee (hoog)bejaarde witte heren vond ik een mismoedige vertoning, allesbehalve een teken van een dynamische democratie. Daar is nu verandering in gekomen, nadat Joe Biden zijn kandidatuur voor de Democratische partij terugtrok. Met vicepresident Kamala Devi Harris – vrouw, 59 jaar, van Jamaicaans-Indiase afkomst – nu in de race is alles in een andere context komen te staan. En wie had gedacht dat wijze woorden van haar overleden moeder, Shyamala Gopalan, zo belangrijk zouden worden in haar campagne. ‘You think you just fell out of a coconut tree?’ hebben heel wat los gemaakt. Ze zijn nu echter behoorlijk uit hun context gehaald en leiden als ‘coconut meme’ een eigen leven.

Kamala Harris met moeder Shyamala Gopalan. Foto Kamala Harris/Facebook
Harris haalde de woorden van haar moeder aan tijdens een toespraak in mei 2023 in het kader van een initiatief van het Witte Huis om onderwijs- en economische kansen voor Latino’s te vergroten. Daarbij ging ze in op manieren om Latino studenten te ondersteunen en hoe deze ondersteuning zich zou kunnen uitstrekken tot hun families en gemeenschappen “omdat niemand van ons in een silo leeft”. “Alles heeft een context”, zei Harris en toen vertelde ze wat haar overleden moeder haar en haar jongere zus voorhield: ‘Ik weet niet wat er mis is met jullie jonge mensen. Denken jullie dat jullie net uit een kokosnootboom zijn gevallen? Je bestaat in de context van alles waarin je leeft en wat er voor je kwam.’
Videoclips van de toespraak werden via sociale media verspreid, maar in februari van dit jaar werd het citaat van de kokosnootboom eruit gelicht en door de Republikeinen geridiculiseerd. Terwijl Trump Kamala Harris graag als “lunatic”, “insane” en “crazy” omschrijft, is de kokosnoot meme inmiddels uitgegroeid tot een viraal symbool van steun aan haar (“KHive”). Media in de VS melden dat de meme wordt verspreid door beroemdheden, contentmakers en Democraten in berichten op sociale media die miljoenen keren zijn bekeken. Zo staat in een steunbetuiging op X van Senator Brian Schatz: “Mevrouw de vicepresident, we zijn klaar om te helpen” met een foto waarop hij in een kokospalm klimt. De post is ongeveer vier miljoen keer bekeken. Een video op TikTok van Alexandria Ocasio-Cortez, lid van het Huis van Afgevaardigden, met de woorden “Het kan me niet schelen of je uit een kokosnootboom bent gevallen. God zegene je” is al ruim 1,5 miljoen keer bekeken. Zangers als Kesha en Charli XCX hebben de meme verder gepopulariseerd op TikTok en X. Verder zie je vrolijke berichten van contentmakers als “Het is kokosnoottijd baby, Joe Biden is afgehaakt.” “Denk je dat zijn terugtreding uit een kokosnootboom is gevallen?”
Voor Harris is het natuurlijk geweldig dat de kokosnoot meme zo positief uitpakt voor haar campagne. Volgens Michael Franklin, een communicatiestrateeg uit Washington DC en oprichter van Words Normalize Behavior, is het voordeel van de meme in het bijzonder de zonnige uitstraling die nu eenmaal uitgaat van een palmboom en een kokosnoot. Dat maakt het moeilijk er een negatieve wending aan te geven. Hij denkt dan ook dat “Project Coconut Tree” zeker helpt om jonge kiezers aan te trekken, vooral degenen die normaal niet geïnteresseerd zijn in politiek. Daarnaast gaat er ook iets menselijks van uit, namelijk een herinnering van Harris aan haar moeder.
Memes zijn een belangrijke manier waarop de jongere generatie communiceert. Het is aan de ene kant dan ook begrijpelijk dat daarop wordt ingespeeld. Een beetje plezier, vooral niet te serieus. Aan de andere kant is het jammer dat er geen aandacht is voor de diepere boodschap achter de woorden van Harris’ moeder, die uit Tamil Nadu afkomstig was. Ik denk dat zij met haar woorden de hindoeïstische boodschap van Vasudhaiv Kutumbakam heeft willen overbrengen: de eenheid en onderlinge verbondenheid van al het bestaande. Alles maakt deel uit van één realiteit. We moeten ons er dus van bewust zijn dat wat we doen altijd wel impact heeft op iemand of iets anders. Het zou mooi zijn als de kiezers in de VS, maar ook anderen, iets meer van deze spirituele boodschap meekrijgen en er niet alleen op sun en fun wordt gefocust.
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
Hindostanen – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Binnen de Hindostaanse gemeenschap in Nederland is er geen eenstemmigheid over het gebruik van het woord Hindostanen. Vaak bezigt men de term Hindoestanen, soms ook geschreven als Hindustanen. Dat dit niet alleen voor de eigen groep verwarrend is, maar vooral ook voor buitenstaanders behoeft geen betoog.
Nu er in het hedendaagse debat over de koloniale geschiedenis steeds meer aandacht wordt gevraagd voor de contractarbeid, is het volgens mij belangrijk om hier wat meer duidelijkheid over te verschaffen. De contractarbeiders die vanuit Brits-Indië naar Suriname kwamen waren voor het grootste deel hindoe (ruim 80%), maar er waren ook moslims (ongeveer 17%) en een kleine groep christenen. In Suriname werden zij lange tijd als Brits-Indiërs/Brits-Indische immigranten aangeduid, maar de mensen zelf noemden hun geboorteland Hindostan/Hindustan. Beide spellingen waren gangbaar.

Tijdens de presentatie van dit boek op 1 juni 2024 was er ook discussie over de term Hindostanen.
De contractarbeiders kwamen met een vijfjarig contract. Na afloop konden zij terugkeren naar hun land, een nieuw contract aangaan of zich vestigen in Suriname. Naarmate zich meer Brits-Indiërs in Suriname hadden gevestigd en zij Suriname als hun vaderland begonnen te beschouwen, wilden zij af van de aanduiding Brits-Indische immigrant. De vereniging van deze immigranten die in 1910 was opgericht, sprak in haar jaarverslag van 1920 niet meer over Brits-Indische immigranten maar over Hindostani. Dit is tot Hindostanen geworden.
In de tijd dat Brits-Indië in de strijd om onafhankelijkheid van Groot-Brittannië werd verscheurd door de onderlinge bloedige strijd tussen hindoes en moslims, is in Suriname bewust de term Hindostanen omarmd. Hindustaan of Hindoestaan zou ten onrechte een associatie met een groep, de hindoes, oproepen. Dit gebeurt ook, want als men het bijvoorbeeld heeft over Hindoestaanse feestdagen, dan zijn dat hindoefeestdagen. Voor moslims was de term Mohammedanen gangbaar. Met Hindostanen wordt de groep als geheel op basis van de etnische afkomst aangeduid (inclusief degenen die christenen waren of een andere of geen godsdienst aanhingen).
In de contracttijd waren de relaties tussen hindoes en moslims heel hecht; elkaars religieuze feestdagen werden samen gevierd. Deze relatie wilde men graag behouden. De eerste Hindostaanse schrijver, Munshi Rahman Khan (1874-1972) die als contractarbeider naar Suriname was gekomen, schreef in het Hindi en Urdu. Hij prefereerde het Hindi omdat hij meende dat daarmee de broederschap tussen hindoes en moslims die tijdens de contracttijd was ontstaan, vastgehouden kon worden.
Zeer recent hoorde ik over het Shabier Ishaak Crematieoord te Uitkijk in Suriname. Ik kende alleen Weg naar Zee en het Jagdew Paragh Crematorium aan de Sophie Redmondstraat in Paramaribo als crematieplekken. Inmiddels zullen er ook wel andere zijn. Maar een crematieoord met een moslimnaam, terwijl moslims hun doden niet cremeren, vond ik heel opvallend. In een artikel in Dagblad Suriname las ik toen over de verdiensten van de heer Shabier Ishaak voor de totstandkoming van het crematieoord te Uitkijk. Hij was ook voorzitter van de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie (NSHI). Na zijn overlijden in mei 2021 is het crematieoord naar hem vernoemd. Dit vond ik ook een mooi voorbeeld van solidariteit tussen hindoes en moslims in Suriname.
In de huidige roerige tijden van polarisatie wordt er in Nederland veel gepraat over niet-uitsluiting, inclusieve samenleving en verbinding. De benaming Hindostanen is daarom bij uitstek te prefereren boven Hindoestanen of Hindustanen als wij het over de hele groep contractarbeiders en hun nakomelingen hebben.
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
Hindoes en kleurrijke berichtgeving – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Afgelopen week was het weer Holi, het nieuwjaars-en lentefeest van hindoes. Het was goed te zien dat dit weer uitgebreid is gevierd op een aantal plaatsen met gekleurde poeders en de bijpassende vrolijke chautal muziek. Ook de Holika-verbranding de avond ervoor is een happening, meestal voor een kleiner publiek. Daar wordt, in de gedaante van de heks Holika, het kwade verbrand. Dit berust op een verhaal van de boze koning Hiranyakashipu en zijn zoon Prahlad die toegewijd was aan God Vishnu. Dit tot grote ergernis van de koning die zichzelf tot God had verklaard. Het lukte hem maar niet zijn zoon af te houden van Vishnu en schakelde daarom zijn zus, de kwaadaardige heks Holika, in om Prahlad te lokken en hem vervolgens de vuurdood te laten sterven. Echter, Prahlad wordt gered vanwege zijn sterke geloof en Holika komt om in de vlammen. Het is goed om deze traditie te verduidelijken, omdat in de huidige tijd al gauw vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het feit dat het kwade wordt voorgesteld door een vrouw. Dit kan dan een eigen leven gaan leiden en zo de traditie in een negatief daglicht plaatsen. Je merkt vaak dat hier niet veel voor nodig is.

Holi-viering op het Hobbemaplein in Den Haag. Foto Ranjan Akloe
Beelden van Holi-vierende mensen in India gingen de wereld rond en ik zag berichtgeving met als kop ‘Hindoes besmeuren elkaar met gekleurd poeder’. Dit leidde tot een aantal reacties, waaronder ‘Ik ga liever een paar maanden in een mijn werken dan deze troep op mijn gezicht.’ Er waren ook reacties die zich richtten op het woord ‘besmeuren’ (vies maken). Waarom zo een negatief woord voor iets vrolijks? Daaraan zou je nog kunnen toevoegen dat het feest als het ware juist bedoeld is als zelfreiniging. Immers het kwade wordt afgeworpen en Holi is ook een feest van gelijkheid. Op deze dag tellen onderlinge verschillen niet. Door iedereen te kleuren, is iedereen gelijk. Dit soort – soms onbedoelde – negatieve kleuring van andere culturen in de media krijg je als er onvoldoende kennis van die cultuur is.
Dit brengt me op de berichtgeving rond de opening van de Ram Mandir in Ayodhya twee maanden geleden. In een artikel op deze website gaf de auteur, Mahesvari Autar, blijk van boosheid over de negatieve berichtgeving in de Nederlandse pers. Deze stond niet in het teken van alom heersende vreugde onder hindoes over de hele wereld, maar had het over politieke manipulaties van de Indiase premier Modi. Zij liet het niet daarbij zitten, maar nam het initiatief om een gesprek te organiseren over de beeldvorming van hindoes in de media. Dit zal nu plaatsvinden op 24 april aanstaande en via een oproep op de website van de Nederlandse Vereniging van Journalisten kunnen Nederlandse journalisten en mediamakers zich aanmelden (https://www.villamedia.nl/artikel/hindoes-in-de-media). Voor een integere journalist of mediamaker die zich bezighoudt met berichtgeving over andere culturen, lijkt dit een mooie gelegenheid tot kennisverrijking met het oog op evenwichtige berichtgeving.
Helaas schuilt het probleem vaak juist in het woord ‘evenwicht’, oftewel ‘het midden’. Dat vinden media saai. En op basis van ‘wat de boer niet weet, de boer niet eet’, wordt er vanuit een gebrek aan kennis een negatief beeld ‘uitgespuugd’. Meer kennis over het Holi-feest, bijvoorbeeld, zou wellicht ook koppen kunnen opleveren als ‘Hindoes vieren het feest van de gelijkheid’, of ‘Hindoes luidden de lente kleurrijk in’. Echter, als het om een bewuste verkeerde voorstelling van zaken gaat, helpt meer kennis niet. Dan zijn er andere motieven die helaas niet mooier kunnen worden ingekleurd.
Slider- en headerfoto Ranjan Akloe
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN
Ram Mandir als symbool van vrede – Kanta Adhin

Kanta Adhin
Enkele dagen geleden werd in India de prestigieuze Ram Mandir in Ayodhya geïnaugureerd. Deze hindoetempel is gebouwd op de plek waar Ram zou zijn geboren (Ram Janma Bhúmi). Voor hindoegelovigen een zeer heilige plek, waar enkele eeuwen geleden tijdens de moslimoverheersing van India een moskee werd gebouwd, de Babri Masjid. Bij de inauguratie zei premier Modi dat de nieuwe tempel een symbool is van vrede, geduld, harmonie en vriendschap. De geschiedenis van deze nieuwe tempel is echter verre van vredig en harmonieus en het is de vraag of deze nu kan worden toegedekt met pracht en praal.

Een glimp van de Pran Pratishtha ceremonie van de Shree Ram Janmaboomi Tempel in Ayodhya, Uttar Pradesh op 22 januari 2024. (foto Wikipedia)
Er zijn verschillende uiteenzettingen over deze specifieke plek in Ayodhya en of de Babri moskee zou zijn gebouwd na (bewuste) vernietiging door de moslimheersers van een bestaande hindoetempel ter ere van Ram. Ruzies hierover tussen hindoes en moslims door de tijd heen culmineerden in 1992 in het afbreken van de moskee door fanatieke hindoes. Deze actie had hevige rellen tot gevolg, waarbij enkele duizenden doden vielen. In 2019 bepaalde het Indiase Hooggerechtshof dat de plek aan de hindoes toekwam om daar de Ram Mandir te bouwen. Aan de moslims moest een ander stuk land ter beschikking worden gesteld voor de bouw van een moskee.
De Ram Mandir is nog niet af, maar de plaatsing van het beeld van een jonge Ram (Ram Lalla) werd als een geschikt moment geacht om de tempel alvast in gebruik te nemen. Aan de duizenden verzamelde gelovigen zei premier Modi: “Onze Ram is in Ayodhya aangekomen na eeuwen van wachten, geduld en offers.” ”Ram Lalla zal niet meer in een tent verblijven. Ram Lalla zal nu in een schitterende tempel verblijven.”
Deze woorden brachten mij terug naar mijn eerste herinnering aan het verhaal van Ram, Ramayana. Als kind gingen mijn broer en ik met onze áji (oma van vaderszijde) – op instructie van onze vader – naar de film Ramayana die draaide in theater De Paarl in Paramaribo. Het was nog de tijd van de oude filmprojector. De film was al letterlijk stuk gedraaid, want de strook met het beeldmateriaal brak in het begin elke keer af, zodat we de eerste tien minuten van de film wel vier keer te zien kregen. De lol was er al bijna van af toen het verhaal eindelijk doorliep. Toen ontvouwde zich een aangrijpend en spannend verhaal dat het haperende begin helemaal deed vergeten. Thuis aangekomen begon mijn vader ons te overhoren. Mijn broer glipte weg, dus moest ik de proef alleen doorstaan. Wat had ik gezien, wat had ik geleerd? Ik had een heleboel gezien en het duizelde me nog.

Narendra Modi (foto Live Updates Fb-groepspagina)
In ieder geval had ik een hele sympathieke, dienstbare, dappere, opofferingsgezinde en rechtschapen Ram gezien. Iemand die zonder morren afstand doet van de troon en in ballingschap gaat, zodat zijn vader een ooit gedane belofte aan een van zijn echtgenoten (niet de moeder van Ram) kan nakomen. Deze echtgenote wil haar eigen zoon Bharat op de troon, maar die is trouw aan Ram en wil geen koning worden. Uiteindelijk doet hij het, maar in naam van Ram en totdat Ram na veertien jaar terugkeert. Tijdens zijn ballingschap leeft Ram heel sober. Hij komt in aanraking met volkeren van andere koninkrijken. Met zijn broer Lachmon en de sterke Hanuman helpt hij onrecht te bestrijden. Als zijn vrouw Sita wordt ontvoerd, gaat hij de strijd aan met de bijna onoverwinnelijke demonenkoning Ravan van Lanka (thans Sri Lanka). Nooit denkt hij eraan zelf te gaan heersen in de koninkrijken waar hij wint, maar laat die voor een rechtschapen familielid van de overwonnen heerser. Tja, wat had ik geleerd? Eigenlijk dat het verhaal van Ram een universeel verhaal is van liefde, trouw, opoffering, rechtvaardigheid en geen enge grenzen kent van ras, kleur, godsdienst, afkomst en dergelijke.
In zijn inauguratierede verwees premier Modi naar de controverse rond de bouw van de tempel. Hij was het oneens met critici die meenden dat de Ram Mandir aanleiding zou zijn tot een oplaaiend vuur in het land. “Ram is geen vuur maar energie, Ram is geen geschil maar oplossing, Ram is niet alleen van ons maar van iedereen en Ram is niet alleen het heden maar ook eeuwig,” aldus de premier. Dit is precies wat ik uit het levensverhaal van Ram heb geleerd en waar ik mij dus in kan vinden.
Waar ik mij niet in kan vinden is de suggestie dat Ram zo een schitterende tempel heeft gewild om naar Ayodhya terug te keren. Soberheid en opoffering behoren tot de eigenschappen van Ram. Hij wordt als godheid vereerd en het lijkt mij dan ook ongepast om aan hem typisch menselijke eigenschappen van uiterlijk vertoon toe te schrijven. Ram verblijft graag in een tent om zijn volk te dienen. De tempel is er dan ook niet voor Ram, maar voor de mensen die hem willen vereren. Zij moeten bijdragen aan vrede, harmonie en vriendschap in de Indiase samenleving en dat kan volgens mij alleen als Ram in hun hart verblijft.
- Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN