Hindorama

Let's get IN(fo)SPIRED!
  • HOME
  • ACTUEEL
  • CULTUUR
  • COLUMN
  • INTERVIEW
  • JAI
    • JNAN ADHIN INSTITUUT (JAI)
    • BIBLIOTHEEK
      • MIGRATIEGESCHIEDENIS
  • OVER ONS
    • CONTACT
    • WEBSHOP Sampreshan.com
    • VRIENDEN van HINDORAMA
    • ADVERTEREN
    • NUTTIGE LINKS | DOWNLOAD
WEBSHOP

Hanna vertelt over de slavernij en de Hindostaanse immigratie

zondag, 22 mei 2022 by Redactie Hindorama

In dit dubbel prentenboek vertelt auteur Rehana (Hanna) Lalmahomed de geschiedenis van Afro-Suri­namers en Hindostaanse Surinamers. Zij beschrijft beeldend hoe de voorouders van Afro-Surinamers en Hindostaanse Surina­mers in Suriname zijn terechtgekomen: de gevangen­neming van Afrikanen en de werving van Indiase contractarbeiders in het thuisland, hun vervoer naar het nieuwe land Suriname en het zware werk dat zij na aankomst in Suriname moesten verrichten. Het prenten­boek besteedt ook aandacht aan de behandeling die zij ondergingen en geeft de overeenkomsten en verschillen tussen slavernij en contractarbeid weer.

De schrijfster Rehana Lalmahomed

De korte teksten wor­den onder­steund door kleurige illus­tra­ties die de lezer mee­voeren naar de tijd van toen. De publicatie is ge­schikt voor jong (jeugd 9+) en oud. Met de grote prenten erbij leent het zich ook goed om voor jongere kinderen voor te lezen of erover te vertellen.

In het basisonderwijs is dit prentenboek een aanvulling op het vak wereldoriëntatie. De teksten lenen zich ook voor het vak begrijpend lezen. In het kader van inclusief onderwijs is deze publicatie zonder meer een aanwinst.

Rehana Lalmahomed, geboren in Suriname, kwam op 9-jarige leeftijd naar Nederland en heeft in Den Haag als leerkracht in het basisonderwijs gewerkt. Toen viel haar het gebrek  aan informatie over de geschiedenis van Suriname op. Zij heeft altijd zelf informatie hierover verzameld om de historische kennis van de leerlingen aan te vullen.

Hanna vertelt over de slavernij en de Hindostaanse immi­gratie • Schrijfster: Rehana (Hanna) Lalmahomed • Illus­traties: Jurmen Kadosoe • Tekstadvies: Kanta Adhin • ISBN/EAN 9789083199610 • Uitgave: Sampreshan, Zoeter­meer 2022 i.s.m. Jnan Adhin Instituut (JAI) • hardcover • 68 pagina’s • prijs 24,50 euro (inclusief verzendkosten) • GRATIS KLEURPLATEN

Verschijnt binnenkort | Verzending vanaf 31 mei 2022
Webshop SAMPRESHAN.COM

Pers (recensie-exemplaar): info@sampreshan.com
Informatie voor de boekhandel

BOEKPRESENTATIE VOLGEBOEKT
Zondag 29 mei 2022 | 13:00-17:00 | Gebouw Eekta, Boylestraat 20, Den Haag

***

Enkele reacties

“Ik heb het met belangstelling gelezen. De heftige illus­tra­ties geven dit onderwerp goed weer. Wat mij betreft is het een informatief boek voor de leeftijd 9+. Heel belangrijk dat dit onder de aandacht gebracht wordt. Ik denk dat het goed is als er lessuggesties en/of verwerkingsopdrachten komen zodat er met de kinderen over gesproken kan worden.” Monica van der Meer – Specialist Team Lezen en Ontmoeting | Bibliotheek Forum Zoetermeer

***

“In het basisonderwijs is dit prentenboek een aanvulling op het vak wereldoriëntatie. De teksten lenen zich ook voor het vak begrijpend lezen. In het kader van inclusief onderwijs is deze publicatie zonder meer een aanwinst.”  Krishna Autar – Pedagoog en auteur van o.a. Allochtone leerlingen in het speciaal onderwijs.

***

“Chapeau!! Een prachtig boek over een gruwelijk onderwerp. Er zit een mooie opbouw in. De zinnen lopen vlot, het leest lekker. Het boek vraagt om in één adem uitgelezen te worden. Het is zeer geschikt voor een grote doelgroep.” Rita Stüger – Schrijfster van A is van Anansi

Enkele pagina’s uit het prentenboek
Hanna vertelt over de slavernij

Hanna vertelt over de Hindostaanse immigratie

GRATIS KLEURPLATEN

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, Migratiegeschiedenis, NIEUWS
No Comments

Ik Suriname – Kanta Adhin

zondag, 15 mei 2022 by Redactie Hindorama

Kanta Adhin

Ik las recent over de foto expositie in Amsterdam Ik Azië die tot 30 juni loopt in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. De exposi­tie is een initiatief van vier fotografen met een Azia­tische achtergrond, die met dit initiatief beogen stereo­typen over Aziaten te be­strijden. Stereotypen die zij tegenkomen, zijn onder andere: “Aziaten zijn allemaal Chinezen” of “allemaal spleetogen”. Dergelijke beelden geven inderdaad blijk van een zeer beperkte, zo niet bagatelliserende, kijk op het Aziatische continent. Met hun tentoonstelling willen de fotografen daarom de grote diversiteit van Azië laten zien. Ik heb de tentoonstelling nog niet bezocht, maar het viel me in de berichtgeving op dat een van de fotografen het er over had dat Azië gigantisch is en het dus niet terecht is dat men bij Aziaten vooral denkt aan Chinezen, Japanners en Koreanen. Men moet toch echt ook denken aan Afghanen, Iraniërs of Turken. Ik vond het opmerkelijk dat mensen van, in mijn beleving, voor de hand liggende landen als India en Indonesië niet werden genoemd. Ik ben dan ook benieuwd naar de expositie en de diversiteit die daar wordt tentoongesteld.

Ik heb mij behoorlijk geërgerd aan de woke-trend om vanwege de coronapandemie niet over Chinezen te spreken maar over Aziaten. Personen van Chinese komaf klaagden namelijk dat zij erg veel met discriminatie en pesterijen te maken hadden omdat China als boosdoener van de pandemie werd gezien. In praatprogramma’s op de tv merkte ik toen een geforceerdheid om woorden als Chinees, Chinese afkomst te vermijden en het te hebben over Aziaat, Aziatische afkomst. Dit, om te voorkomen dat men van discriminatie of kwetsend woordgebruik zou kunnen worden beticht. Als je het over spleetoog of babi pangang hebt om een Chinees aan te duiden, moet je beseffen dat dát echt niet kan. Maar het land waar iemand vandaan komt niet meer durven noemen, is ronduit belachelijk! Moeten we nu ook oppassen om iemands Russische afkomst te vermelden uit vrees dat die zich gekwetst voelt vanwege het oorlogsgeweld van Rusland tegen Oekraïne? Het doet mij in ieder geval goed dat de initiatiefnemers van de expositie er niet op zitten te wachten onder een grote verzamelnaam te worden gevat of dit nu vanuit beperkte kennis, bekrompenheid of misplaatste empathie voortkomt.

Ook ten aanzien van Afrika heb ik mensen vaker horen zeggen: “Ik ben in Afrika geweest” of “Ik heb een aantal jaren in Afrika gewoond.” Vanuit mijn reflex denk ik dan dat ze het continent hebben bereisd, maar als ik doorvraag blijkt dat ze met vakantie in Kenia zijn geweest of een paar jaar als familielid van een expat in Nigeria hebben doorgebracht. Het is natuurlijk niet onjuist wat ze zeggen, maar bij mij roept het wel een bepaald beeld op. Een beeld van onverschilligheid, van gebrek aan enige betrokkenheid bij het land waar je bent geweest of hebt gewoond. Ze zouden, bijvoorbeeld, niet zeggen “Ik ben in Zuid-Europa geweest” als ze van vakantie in Spanje of Italië terug zijn.

Ik moet bekennen dat ik zelf wel eens zeg dat ik oorspronkelijk uit Zuid-Amerika kom. Dat is dan tijdens inter­natio­nale bijeen­­komst­en waar ik Neder­land vertegen­woordig en mensen mij vragen waar ik ‘echt’ vandaan kom. Omdat ik weet of vermoed dat Suriname hun niets zal zeggen, begin ik het in te leiden door eerst Zuid-Amerika te noemen en dan Suriname, een land ten noorden van Brazilië. Ooh! Er begint iets bij hen te dagen, in ieder geval de geografische ligging. Echter, voor hen is dan nog onduidelijk waarom ik er “Indiaas” uitzie. Dus komt daarna de uitleg over de koloniale geschiedenis, over de contract­arbeiders die na afschaffing van de slavernij vanuit toenmalig Brits-Indië naar Suriname zijn overgebracht. Een behoorlijke klus zo in de koffiepauze tijdens een confe­ren­tie. Een Hindostaanse kennis zei een keer tegen mij waarom ik mij er niet makkelijk van afmaak en gewoon zeg: India. Klaar!

Nou, dat is bij mij tegen het zere been. In Nederland bestaat nog steeds een hardnekkig beeld dat Surinamers alleen Afro-Surinamers zijn. Als we dat beeld willen bestrijden en de diversiteit van Suriname voor het voetlicht willen brengen, moeten we vooral niet vervallen in dergelijke gemakzucht. Het zou mooi zijn als Nederlanders van Surinaamse komaf de handen ineen slaan om gezamenlijk een juist beeld van Suriname neer te zetten.

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN, NIEUWS
No Comments

De herontdekking en actualiteit van Anton de Koms WIJ SLAVEN VAN SURINAME* – Hans Ramsoedh

zondag, 08 mei 2022 by Redactie Hindorama

Dr. Hans Ramsoedh publicist en historicus

Anton de Kom (1898-1945) was in de jaren dertig van de twintigste eeuw een strijder tegen het Neder­landse kolonialisme in Suri­name. Tijdens de Twee­de Wereldoorlog was hij in Nederland actief in het Haagse verzet tegen de Duitse bezetting. Hij heeft zijn strijd tegen het natio­naal­socia­lisme uiteindelijk moeten bekopen met zijn leven in een Duits concentratiekamp in 1945. Over zijn rol als antikoloniale strijder en verzetsman tijdens de Duitse bezetting van Nederland verwijs ik naar mijn eerdere bijdrage op de site van Hindorama. In 1934 publiceerde De Kom zijn boek met de uitdagende titel Wij slaven van Suriname dat een aanklacht inhield tegen het Nederlandse kolonialisme in Suriname.

Portret van Anton de Kom in de Bijlmer. Foto Hedy Tjin

Wij slaven van Suriname
In dit boek beschreef hij op een verhelderende en schrijnende manier de mensonterende en erbarmelijke omstandigheden van de nazaten van voormalige slaven en (ex)contractarbeiders die nauwelijks verschilden van de periode ten tijde van de slavernij.

De Kom heeft zich bij dit boek laten inspireren door de Surinaams-Nederlandse schrijver Albert Helman die in 1926 de roman Zuid-Zuid-West publiceerde. In zijn epiloog hekelde Helman de verwaarlozing van Suriname door Nederland. De Kom haakte in op de aanklacht van Helman door in zijn boek een aantal citaten uit Zuid-Zuid-West op te nemen. Wij slaven van Suriname is dan ook een met helmaniaanse passie geschreven aanklacht tegen het Nederlandse kolonialisme in Suriname.

De Nederlandse regering was al door de Centrale Inlichtingen Dienst (CID) gealarmeerd over het opruiende karakter van het aanstaande boek van De Kom. Het communistische dagblad De Tribune had namelijk een voorpublicatie afgedrukt. Reden voor de CID om op bezoek te gaan bij uitgeverij Contact in Amsterdam en de conceptversie te toetsen aan eventuele strafbare passages. De CID heeft tevergeefs nog geprobeerd publicatie te voorkomen omdat de Nederlandse regering vreesde voor negatieve gevolgen in Suriname als het boek zou verschijnen. Toen het boek in 1934 verscheen luidde het voorwoord dat vanwege opmerkzaamheid van zekere zijde (bedoeld werd de CID), en teneinde een ongestoorde verspreiding van dit werk te verzekeren, na overleg met de schrijver enkele wijzigingen in de tekst zijn aangebracht zonder daarbij de waarde van het boek aan te tasten. In hoeverre er wijzigingen in de definitieve tekst onder invloed van de inlichtingendienst zijn aangebracht of dat De Kom onder druk van de uitgever bepaalde passages heeft moeten schrappen, is onduidelijk. Volgens de biografen van De Kom (Woortman & Boots) is van censuur geen sprake geweest. De Kom zou in hun optiek vrijwillig hebben meegewerkt aan iedere wijziging.

Afb. 1: 1e druk van Wij slaven van Suriname met stofomslag | Afb. 2: Engelse uitgave van Wij slaven van Suriname 2022 | Afb. 3: Omslag 16e druk Wij slaven van Suriname 2020

Wij slaven van Suriname is opgebouwd uit drie delen: Het tijdperk der slavernij, Het tijdperk der ‘vrijheid’ en De Koms weerzien met en afscheid van Suriname. Voor het tijdperk van de slavernij baseerde De Kom zich hoofdzakelijk op een aantal bekende naslagwerken over Suriname en deels ook op verhalen van zijn grootmoeder die de slavernij nog had meegemaakt. Dit boek is dan ook een mengeling van een historische studie en een politiek manifest die een felle aanklacht tegen het koloniaal systeem van uitbuiting inhouden.

De Kom was zijn tijd ver vooruit door ook oog te hebben voor Hindostanen en Javanen. Zijn hoogste ideaal was eenheid en samenwerking tussen de arme Creolen, Hindostanen, Javanen en overige bevolkingsgroepen. Hij benadrukte het belang van samenwerking tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Suriname. Zijn parool was proletarische eenheid. Hierover schreef hij: ‘Misschien zal ik er in slagen iets van die verdeeldheid uit de weg te ruimen die de zwakte was dezer gekleurden, misschien zal het niet geheel onmogelijk zijn om negers en Hindostani, Javanen en Indianen te doen verstaan hoe slechts de solidariteit alle zonen van moeder Sranang kan verenigen in hun strijd voor een menswaardig leven’.

Radicale breuk met koloniale geschiedschrijving
De Koms inspiratie voor het schrijven van dit boek kwam voort uit onvrede over het geschiedenisonderwijs in Suriname. Surinaamse schoolkinderen moesten alles weten van Michiel de Ruyter en Willem van Oranje, maar over eigen helden die opstonden tegen het koloniale bewind kwamen ze niets te weten en zoals hij schreef: ‘Geen beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken dan dit geschiedenisonderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd’. De Kom wilde juist over de eigen helden schrijven. Een echte geschiedenis van Suriname kon volgens hem alleen worden geschreven door een afstammeling van slaven zelf die het leed nog in de ogen van zijn grootmoeder had gezien.

De Kom legde vooral nadruk op de geestelijke ontwikkeling van de Surinaamse bevolking als middel om zich te emanciperen. Met zijn boek wilde De Kom de Surinamer zijn trots teruggeven. Zwart zelfbewustzijn, zelfrespect en proletarische eenheid zijn dan ook kernbegrippen in dit boek. Het betekent dat De Kom met zijn felle aanklacht zich niet alleen richtte tegen de economische en politieke aspecten van het kolonialisme, maar vooral ook tegen de psychologische dimensie ervan. Veelzeggend is de passage: ‘Geen volk kan tot volle wasdom komen dat erfelijk met een minderwaardigheidsgevoel belast blijft. Daarom wil dit boek trachten het zelfrespect der Surinamers op te wekken’.

Wij slaven van Suriname markeert ook een cesuur in de geschiedschrijving over Suriname. Het was namelijk de eerste keer dat de Surinaamse geschiedenis werd geschreven vanuit het antikoloniale, radicale gezichtspunt van de onderdrukten. Het is deze radicale breuk met de koloniale penvoering, evenals De Koms focus op de psychologische dimensie van het kolonialisme, die Wij slaven van Suriname tot een uniek boek maken.

Doodzwijgen van een ‘oproerkraaier’
Wij slaven van Suriname verscheen in een periode toen het Nederlandse kolonialisme buiten het linkse circuit in Nederland nauwelijks in twijfel werd getrokken. Het betekende ook dat toonaangevende media in Nederland met opzet niet over De Koms boek repten. Het raakte dan ook vanaf zijn verschijning gemarginaliseerd. De Kom werd namelijk beschouwd als een ‘communistische agitator’ en een ‘oproerkraaier’. De koloniale geschiedenis zou De Kom dan ook doodzwijgen. Illustratief voor deze opstelling is het sinds 1919 verschijnende tijdschrift West Indische Gids (thans Nieuwe West Indische Gids / New West Indian Guide geheten) uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor Taal-Land- en Volkenkunde (KITLV) in Leiden. In de West Indische Gids komen we geen enkele melding of recensie tegen van Wij slaven van Suriname: Het werd genegeerd. In de naoorlogse periode heeft de uit Suriname afkomstige Leidse hoogleraar Rudolf van Lier met zijn boek Samenleving in een grensgebied lange tijd de beeld­vorming over de persoon van De Kom en zijn Wij slaven Suriname bepaald. Samenleving in een grensgebied verscheen oorspronkelijk in 1949 als proefschrift en is in 1971 en 1977 herdrukt en geactualiseerd. Het gold tot het eind van de jaren zeventig als hét standaardwerk over Suriname. Wie geïnteresseerd was in Suriname begon met het lezen van Samenleving in grensgebied. Van Lier typeerde Wij slaven van Suriname als een ‘herinnering die deel werd van een pathetische gegriefdheid en rancune bij de lagere Creoolse volksklasse’ (1977, p. 279). Met andere woorden, in de optiek van Van Lier ging De Kom gebukt onder een slavernijtrauma.

Wel sterk beïnvloed door het gedachtegoed van De Kom waren Surinaamse nationalisten in de jaren veertig en vijftig, zoals het Statenlid Wim Bos Verschuur, de cultuurnationalist Papa Koenders en de nationalisten verenigd in de Partij Nationalistische Republiek (PNR) onder aanvoering van de politicus Eddy Bruma, maar zij pasten zelfcensuur toe. Hoewel zijn boek in nationalistische kring ijverig werd bestudeerd, zou, onder invloed van de Koude Oorlog, in het openbaar nimmer gerefereerd worden aan de persoon van Anton de Kom en zijn denkbeelden. De Koms activiteiten werden namelijk geassocieerd met het communisme en in die hoek wensten de nationalisten niet gezet te worden.

In de jaren vijftig en zestig werd Wij slaven van Suriname op de middelbare school in Suriname door docenten bestempeld als ‘verderfelijke lectuur van een gevaarlijke communist die men beter niet kon lezen’(info van André Haakmat, oud-minister in Suriname in de jaren ’80). Mijn kennismaking met het boek was begin jaren zeventig toen ik op de kweekschool zat in Suriname. Op mijn vraag aan de docent Nederlands (die uit Nederland kwam) of ik voor de leeslijst Nederlands in het examenjaar Wij slaven van Suriname mocht lezen reageerde hij afwijzend: Wij slaven van Suriname is geen literatuur! Ik moest mij houden aan de auteurs uit de verplichte leeslijst met daarop namen van Nederlandse auteurs, zoals Hugo Claus, A. den Doolaard, Simon Vestdijk, Hella Haasse, Marga Minco, W.F. Hermans, Louis Couperus et cetera. Het betekent dat tot begin jaren zeventig dit boek in Suriname nog werd beschouwd als ‘verderfelijke lectuur’. Dat is nu gelukkig wel anders.

Herontdekking
Het zou tot 1971 duren voordat er een herdruk van Wij slaven van Suriname verscheen. Tussen de eerste en tweede druk verschenen verschillende roofdrukken (illegale kopieën in stencilvorm uitgebracht). Het waren linkse Surinaamse studenten in Nederland die eind jaren zestig Wij slaven van Suriname herontdekten als manifest en inspiratiebron voor hun ontluikende politieke bewust­zijn. Mede hierdoor vond Wij slaven van Suriname na 1971 langzamerhand ingang onder een Surinaams en Nederlands lezerspubliek.

Borstbeeld van Anton de Kom bij de Anton de Kom universiteit in Suriname. Foto: Eric Kastelein (Oog in oog met Paramaribo 2020)

Een grove annexatie van De Kom en zijn gedachtegoed volgde door de coupplegers onder aanvoering van Desi Bouterse in 1980. De militaire regering gaf aan het proces van natievorming hoge prioriteit. Zij beschouwde De Kom als een pionier en voorloper van een Surinaams nationalisme en socialisme. Hiermee werd De Kom voor het militaire regime een icoon van het ‘revolutionaire’ Suriname. De tragiek van deze ideologische inlijving was echter dat De Kom postuum diende als banier voor een militair regime dat zich kenmerkte door repressie en moordpartijen. De militaire repressie en moorden zouden De Kom met walging hebben vervuld. Deze annexatie door de militairen deed de beeldvorming rond De Kom geen goed. In oktober 1983 werd de universiteit van Suriname door het militaire regime omgedoopt tot de Anton de Kom Universiteit, in de volksmond afgekort met ADEK. Zijn beeltenis verschijnt ook op in die jaren gedrukte Surinaamse bankbiljetten. Met de herwaardering van de persoon van De Kom in Suriname vond verspreiding van het gedachtegoed van De Kom steeds meer ingang.

Activisme in Nederland en De Koms herwaardering
Het is echter niet in Suriname maar in Nederland dat met succes strijd is geleverd voor de rehabilitatie van De Kom en daarmee voor zijn herwaardering alsmede brede aandacht voor zijn Wij slaven van Suriname. Afro-Surinaamse activisten in Nederland en de erven De Kom hebben een lange strijd gevoerd voor zijn eerherstel. Dankzij die strijd kreeg De Kom in maart 1982 postuum van de Nederlandse regering het Verzetsherdenkingskruis. Deze activisten hebben zich ook ingezet voor meer aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden. Voor hen zijn slavenhandel en slavernij en de gevolgen daarvan voor de nazaten van slaven onderdeel geworden van hun identiteitspolitiek.

Standbeeld Anton de Kom. Foto Hans Ramsoedh

Een belangrijke impuls voor de discussie over het Nederlandse slavernijverleden en daarmee ook voor meer aandacht voor De Kom en zijn Wij slaven van Suriname kwam door de VN Wereld Anti Racisme Conferentie in Durban, Zuid Afrika, in 2001. Op deze conferentie werden de trans-Atlantische slavenhandel, slavernij en het kolonialisme tot misdaden tegen de menselijkheid verklaard. In Nederland vroegen Afro-activisten om implementatie van de Durban verklaring en niet geheel zonder succes. Nederland financierde de realisatie in 2002 van het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark in Amsterdam en in 2003 werd het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) opgericht met als doel onderzoek te doen naar en bewustwording van het Nederlandse slavernij­verleden. Deze toegenomen aandacht voor het Nederlandse slavernijverleden leidde ertoe dat in april 2004 het plein bij het stadsdeelkantoor Amsterdam Zuidoost (Bijlmer) werd omgedoopt tot het Anton de Komplein. 61 jaar na zijn dood, op 24 april 2006, werd eveneens in Amsterdam Zuidoost een bronzen standbeeld van hem onthuld.

In 2006 werd in opdracht van de Nederlandse regering voor het geschiedenisonderwijs de geschiedeniscanon van Nederland samengesteld. Deze canon moest richting geven aan het geschiedenisonderwijs in het basisonderwijs en de eerste twee klassen van het voortgezet onderwijs. Vijf van de vijftig vensters hadden betrekking op de Nederlandse koloniale geschiedenis waaronder slavenhandel en slaver­nij. In de herziene geschiedeniscanon in 2020 kreeg ook Anton de Kom een plek. Hij is hiermee de eerste Surinamer die een plek heeft gekregen in de Nederlandse geschiedeniscanon.

Als gevolg van bovenvermelde ontwikkelingen kwam er ook meer aandacht voor Anton de Kom en zijn Wij slaven Suriname. In februari 2020 verscheen inmiddels de 16e druk. In 2020 behoorde het tot de top tien van best verkochte historische boeken in Nederland en won het ook de publieksprijs voor het non-fictie boek van het jaar.

Dr. Hans Ramsoedh
(Centrale Bibliotheek Den Haag)

Actualiteit van Wij slaven van Suriname
Met zijn boek staat Anton de Kom aan het begin van een traditie van aanklachten tegen slavernij en kolonialisme in het Caraïbisch gebied met als bekende auteurs Aimé Césaire (in de jaren dertig grondlegger van de Négritude-beweging die de emancipatie van de zwarte bevolking in de Franse overzeese gebieden bepleitte), C.L.R. James (The Black Jacobins: Toussaint L ‘Ouverture and the San Domingo Revolution 1938), Eric Williams (Capitalism and Slavery 1944) en Frantz Fanon (Zwarte huid, blanke maskers 1952). Wij slaven van Suriname hoort samen met de hiervoor genoemde publicaties tot de moderne klassiekers uit het Caraïbisch gebied. Door de taalkundige kloof bleef De Kom echter een tamelijk onbekende schrijver en activist in het Caraïbisch gebied. In grote delen van het Caraïbische gebied is immers Engels de voertaal en het betekent dat Wij slaven van Suriname daardoor ook onbekend bleef. Wel verscheen in 1936 van Wij slaven van Suriname een Duitse vertaling in de Sovjet Unie. In 1981 kwam in Cuba een Spaanse vertaling uit en de Venezolaanse ambassade in Suriname kwam in 2009 met een eigen Spaanse uitgave. Nadat er na 1987 decennia lang pogingen waren ondernomen om een Engelse vertaling van Wij slaven van Suriname uit te brengen, verscheen begin dit jaar eindelijk de Engelse vertaling: We slaves of Suriname.

De Koms gedachtegoed blijft nog steeds nieuwe generaties inspireren. Wij slaven van Suriname wordt thans in Suriname en door activisten in Nederland die zich inzetten voor meer aandacht voor het Nederlandse slavernij­verleden en strijden tegen institutioneel racisme beschouwd als een van de kernteksten van dekoloniserend denken. Niet compositie en literaire stijl maken Wij slaven van Suriname tot een bijzonder boek, want de stijl ‘kraakt en wringt soms en sommige bladzijden zijn tamelijk dor’, maar ‘de passie en verbetenheid waarmee hij zijn teksten schrijft die de lezers altijd weer bij de strot grijpen en de moed waarmee hij misstanden durfde aan te kaarten’ aldus Michiel van Kempen, hoogleraar Caraïbische litera­tuur aan de UVA (De Groene Amsterdammer, 8 april 2020). In zijn Anton de Kom-lezing in 2005 zei oud-minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin, dat De Kom in de directe confrontatie met gewelddadig onrecht iets liet zien van echte universaliteit die verder reikt dan welke verschillen dan ook. Zo streed De Kom niet alleen tegen het Nederlands kolonialisme in Suriname maar ook tegen het Nazisme in Nederland dat hij beschouwde als een vorm van slavernij.

De Max Havelaar (1860) van Multatuli is inmiddels uitgegroeid tot een van de belangrijkste werken uit de Nederlandse literatuur en verankerd in het collectieve geheugen van Nederland. Niet alleen in Suriname maar ook in Nederland is de canonisering van Wij slaven van Suriname van deze strijder tegen kolonialisme en nationaalsocialisme op zijn plaats.

Verder lezen:

  • de Kom. Zijn strijd en ideeën. Samengesteld door het Anton de Kom-Abraham Behr Instituut. Amsterdam 1989: Sranan Buku.
  • Themanummer OSO. 75 jaar Wij slaven van Suriname. De turbulente biografie van een boek. 2010, jrg. 29, nr. 1 (193 pp.). Digitaal te raadplegen dbnl.nl > Oso
  • Woortman & A. Boots, Anton de Kom. Biografie. Amsterdam 2009: Contact
  • Anton de Kom, Wij slaven van Suriname, Amsterdam 2020: Atlas Contact (20e druk). Met een voorwoord van Tessa Leuwsha, Duco van Oostrum en Mitchell Esajas.
  • Anton de Kom, We slaves of Suriname. Cambridge 2022: Polity Press

* Deze bijdrage is een bewerking van mijn lezing over Anton de Kom in de Centrale Bibliotheek Den Haag op 20 april 2022 op initiatief van het Gemeente Archief Den Haag en de Anton de Kom-stichting.

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, Nederland, NIEUWS
No Comments

GEDICHTEN op HINDORAMA

dinsdag, 26 april 2022 by Redactie Hindorama

 

Rabindranath Tagore

Heden is de wereld waanzinnig van haat,
conflicten zijn wreed en gaan voort in angst,
haar paden kronkelend, verward haar hebzuchtige banden.
Alle schepselen roepen om uw nieuwe geboorte.
Gij van grenzeloos leven,
red hen, verhef uw eeuwige stem van hoop,
laat de lotus der Liefde
met haar onuitputtelijke schat aan honing
haar kelk openen in uw licht.

Zo sereen, zo vrij,
veeg in uw onmetelijke genade en goedheid
alle donkere vlekken weg uit het hart dezer aarde.

Gij schenker van onsterfelijke geschenken,
geef ons kracht tot verzaking
en doe een oproep op onze trots.
Laat in een stralend nieuwe zonsopkomst van wijsheid
de blinden hun zicht terugkrijgen
en laat leven komen tot zielen die dood zijn.

Zo sereen, zo vrij,
veeg in uw onmetelijke genade en goedheid
alle donkere vlekken weg uit het hart dezer aarde.

De mens z’n hart lijdt vanwege een koorts van onrust,
het gif van zelfzucht,
en een dorst die geen einde kent.

Landen wijd en zijd pronken op hun voorhoofd
het bloedrode teken van haat.

Raak hen met uw juiste hand,
maak hen één in geest,
breng harmonie in hun leven,
breng een ritmiek aan schoonheid.

Zo sereen, zo vrij,
veeg in uw onmetelijke genade en goedheid
alle donkere vlekken weg uit het hart dezer aarde.

1927, Rabindranath Tagore (7 mei 1861-7 augustus 1941) – vertaald uit het Engels (hieronder) door Liesbeth Meyer

The world today is wild with the delirium of hatred,
the conflicts are cruel and unceasing in anguish,
crooked are its paths, tangled its bonds of greed.
All creatures are crying for a new birth
of thine,
O, Thou of boundless life,
save them, rose thine eternal voice of hope,
let Love’s lotus with its inexhaustible treasure
of honey
open its petals in thy light.

O Serene, O Free,
in thine immeasurable mercy and goodness
wipe away all dark stains from the heart
of this earth.

Thou giver of immortal gifts
give us the power of renunciation
and claim from us our pride.
In the splendour of a new sunrise of
wisdom
let the blind gain their sight
and let life come to the souls that are
dead.

O Serene, O Free,
in thine immeasurable mercy and goodness
wipe away all dark stains from the heart
of this earth.

Man’s heart is anguished with the fever
of unrest,
with the poison of self-seeking,
with the thirst that knows no end.
Countries far and wide flaunt on their
foreheads
The blood-red mark of hatred.

Touch them with thy right hand,
make them one I spirit,
bring harmony into their life,
bring rhythm of beauty.

O Serene, O Free,
in thine immeasurable mercy and goodness
wipe away all dark stains from the heart
of this earth.

1927, Rabindranath Tagore (7 mei 1861-7 augustus 1941), eigen vertaling uit het Bengaals.

Uit de bundel Tagore-Gedichten (februari 2022), een verzameling van 106 Engelstalige gedichten van Tagore met de Nederlandse vertaling van Liesbeth Meyer (www.its-tagore.nl)

***

Bij de vijver

Vanaf het raam op de eerste verdieping kunnen ogen
een hoek zien van de vijver
die midden in augustus vol is tot aan de rand.
Bomen, diep reflecterend, trillen in het water
met de glans van groene zijde.
Groepen van kolmi en heloncho groeien op de randen.
Op de hellende oever kijken areca’s naar elkaar.
Aan deze kant staan oleanders, witte rongons, een shiuli;
twee veronachtzaamde tuberozen laten povere knoppen zien.
Een heg van hennep versterkt met bamboe,
daarachter, boomgaarden van banaan, guava en kokosnoot.
Verder weg, tussen bomen, het dakterras van een huis
waar een sari hangt.
Een dikke man met ontbloot bovenlijf, natte doek om zijn hoofd,
zit op de geplaveide trap van de aanlegsteiger, zijn werphengel uitgeworpen.
Uur na uur gaat voorbij.

De dag loopt ten einde.
Een door de regen schoongewassen hemel.
Zelf verloochenende bleekheid in afnemend licht.
Een langzame bries komt op,
die het water van de vijver doet rimpelen;
pompelmoesbladeren trillen en glinsteren.
Ik kijk, en het komt mij voor
dat dit de bleke reflectie is van een andere dag,
die mij, door de gaten in het hek van de moderne tijd,
het beeld brengt van iemand uit een ver verleden tijd.
Haar aanraking is teder, haar stem zacht,
haar zwarte ogen zijn betoverend en simpel.
De rode wijde rand van haar witte sari
valt rondom haar voeten.
Zij spreidt een kleed uit voor haar gast om te zitten op het erf,
zij veegt het stof weg met het eind van haar sari,
zij haalt water in de schaduw van mangobomen –
dan roept de ekster vanaf de shajina-tak
en de zwarte zangvogel zwiept zijn staart tussen dadelbomen.
Wanneer ik haar vaarwel zeg en weg ga,
kan ze nauwelijks iets zeggen –
laat alleen de deur op een kier staan
en staat daar, de weg afturend
met doffe ogen.

Een bewerking van Tagore door Liesbeth Meyer
Uit: Groene Mango’s, www.boekenbestellen.nl, ISBN 978-94-6345-050-8
Origineel: Punashcha (1932) 

***

Het was nacht en donker.

De Kathedraal trilde op haar grondvesten.
Jan Klaassen woonde daar allang niet meer
en Paramaribo verloor haar karakter.

Een schot in je borst.
De stilte valt uiteen!

Bloed, je laatste drank, sijpelde uit alle poriën.
Geen vezel van je dronk er niet van.

Eén voor één laat je
alles en iedereen los.
Je volk.
Je familie.
Je kameraden.
Je huis.
Je spullen.
Je kleren.
Je schoenen.
In de donkere kou lig je.
In je graf heb je geen wachten.
Dat uur is voorbij.

Je littekens
tekenen op je gelaat
zullen in het donker
een geheim blijven.

…. een glimlach.

Stil slaapt
de tijd
de dood
en het leven
in jou.

Je trek naar een andere einder
weg
ge
val
len
uit
de
tijd.

Asha Radjkoemar / Cándani / Saya Yasmine Amores
(8 maart 1965 – 4 augustus 2021)
Uit: Cándani Geef mij het land dat in jou woont, Uitgeverij Conserve (2004)

***

Kahān?

sapnā
jagāike
herāi gaile

samay daure
jingi gujre

aise
heraile
ki lautke
nā aile

sapnā
jagāike
kahān herāi gaile?

Waar?

dromen
strooide je in de ogen
toen verdween je

de tijd vlucht
het leven verstrijkt

onthutst
verdween je
en je kwam
niet meer terug

dromen
strooide je in de ogen
waar ben je toen
verloren geraakt?

Asha Radjkoemar / Cándani / Saya Yasmine Amores
(8 maart 1965 – 4 augustus 2021)
Uit: Bánsuri ke gam/Het verdriet van de fluit, Uitgeverij In de Knipscheer (2020)

***

Alleen de stilte
Is hoorbaar.
Elk teken
Van de dag
Is dood.
Ginds ligt
De horizon.
Nog verder
Licht de kim.
Slechts het zwijgen
Van de stilte
Spreekt
Nog luider
Dan de dag.

Bhai, pseudoniem van James Ramlall (1935-2018)

***

Freedom 

Freedom from fear is the freedom
I claim for you my motherland!

Freedom from the burden of the ages, bending your head,
breaking your back, blinding your eyes to the beckoning
call of the future;

Freedom from the shackles of slumber wherewith
you fasten yourself in night’s stillness,
mistrusting the star that speaks of truth’s adventurous paths;

Freedom from the anarchy of destiny
whole sails are weakly yielded to the blind uncertain winds,
and the helm to a hand ever rigid and cold as death.

Freedom from the insult of dwelling in a puppet’s world,
where movements are started through brainless wires,
repeated through mindless habits,
where figures wait with patience and obedience for the
master of show,
to be stirred into a mimicry of life.

Vrijheid*

Vrijheid van angst is de vrijheid
die ik eis voor u mijn moederland!

Vrijheid van de last der eeuwen, die uw hoofd buigt,
uw rug breekt, uw ogen verblindt voor de wenkende
roep van de toekomst;

Vrijheid van de ketenen van de slaap waarmee
u zichzelf vastzet in de stilte van de nacht
en u wantrouwt de ster die spreekt over de avontuurlijke paden van de waarheid;

Vrijheid van de anarchie van het lot
hele zeilen zijn zwakjes overgeleverd aan de blinde onzekere winden,
en het roer aan een hand stijf en koud als de dood.

Vrijheid van de belediging te leven in een marionettenwereld,
waar bewegingen worden gestart door hersenloze draden,
herhaald door hersenloze gewoonten,
waar figuren geduldig en gehoorzaam wachten op de
meester van de show,
om aangezet te worden tot een imitatie van het leven.

(*niet officiële vertaling)

Rabindranath Tagore (7 mei 1861-7 augustus 1941)
(Kolkata, 1901)

***

Ingesproken gedicht
Klik op de afbeelding om het te beluisteren!

Jit Narain, pseudoniem van Djietnarainsingh Baldewsingh (1948)
LP plaat: Haryári (1978) Stem: Jit Narain

***

Mijn odyssee 

Door de dunne muren van de tijd
wenken wensen mij als sirenen.
Roerloos drijf ik
naar hun bedrieglijke lokroep.
Elk verweer stolt
tot een lavende smeltkroes van dromen.
Elk van hun beloftes zwelt zwaarder aan,
voordat zij mij neuriënd ontglippen.
Maar de ontgoocheling duurt nooit lang.
Dorstend naar een windspil,
die houvast kan bieden in mijn
buitelingen van pijn naar pijnloos,
dobber ik op een zee van zilte zeges
en milde tegenspoed.
Koersloos verstrengeld in een touw
van veroordeling en erkenning.

Alleen de toeschouwer ziet,
Dichter,
dat de wolken onbezonnen vlekken
vegen op de zon.
Het gouden rad van tijden wentelt
Zilverspuwend door.
Trekt zich niets aan van gezichtsbedrog.

Mala Kishoendajal

***

Málá ke moti es rákhi jhalke,
buni jes.

Yád ke guthe khát bát men ched kare ke hoi,
bát ke bartáw ke bháw kare ke hai.

Als parels in een snoer schittert de as,
als druppels.

Om de herinneringen te rijgen
moeten in de zinnen ogen worden gemaakt
en wat het gebruik van woorden waard is,
moet worden bepaald.

Jit Narain, pseudoniem van Djietnarainsingh Baldewsingh (1948)
Uit: Gedichtenbundel Een mensenkind in niemandsland, Uitgeverij In de Knipscheer ISBN 9789493214231 (2021) [Agni ke yád – yád ke rákhi / Ter herinnering aan Agni – de as van de herinnering (1991)]

***

De rotsen 

Ik bewonder rotsen
omdat ze hun hardheid
niet verschuilen
achter huichelachtige praatjes.

Ik bewonder rotsen
omdat ze manmoedig huilen
als ze onbeschut trotseren
onbeschofte tropische stortbuien.

Ik bewonder rotsen
omdat ze niet wegrollen,
niet huiveren, zich niet verstoppen
voor duivelse tropenzon.

Bovenal bewonder ik rotsen,
door zon geblaakte rotsen,
omdat ze niet buigen
voor de passaat
zoals anderen zonder ruggengraat.

Walter Palm (1951)
Uit: Sierlijke golven krullen van plezier, Uitgeverij In de Knipscheer, ISBN 9789062656448 (2009)

***

Ájá 

Gelegen in de hangmat, ogen open dan weer dicht,
lijkt het of hij denkt te gaan spreken.
Wie wie is bereikt hem niet meer.
Of wéét hij wat hij doet, rest hem niets meer te zeggen?
Wie weet niet dat hier gewacht moet worden,
dat de dood veel tijd heeft,
veel meer tijd dan de tijd.

Toen het eigen vreemd werd, moest het touw wel breken,
alsof, uit de hangmat gegooid,
de pijn van mijn gretige liefde mij trof;
alsof nu pas mijn ogen opengingen dat ik ben dankzij hem.

Nu is de vraag wie in wiens geest leeft,
wie in eigen geest.
Wie je ’t ook vraagt zegt: al in het begin,
in de stappen der contractanten,
is de geest gevormd.

Met spijt overladen blijf ik achter,
geen contractant kan ik nog vragen.
Op sommige vragen vind ik antwoord in mijn eigen leven,
voor vele ben ik de gescheurde bladen van de geschiedenis
nog aan het plakken.

Jit Narain, pseudoniem van Djietnarainsingh Baldewsingh (1948)
Uit: Dal Bhat Chatni (1977)

***

Paul Middellijn (1949)

***

Verstoot mij niet.
Zend mij niet heen.
Tot wie zou ik mij moeten wenden.
Neen, verstoot mij niet,
Maar neem mij op,
En laat mij
Tussen je lippen rusten.
Sluimeren in je adem.
Slapen in je ogen.
Neen, zend mij niet heen.
Laat mij je schaduw zijn.

Bhai, pseudoniem van James Ramlall (1935-2018)

***

Suriname

Dit land
heb ik gekozen
hier geplant
in het getij van
de dagen en nachten
mijn leven,
bij de schrokkige zee
die het strand
van mijn hart
aanvreet en
stuk slaat
op gezette tijden,
maar in een vergevingsgebaar
legt tussen de wortels
van wanhoop
kust voor latere geslachten.

Shrinivási (1926-2019)

***

Over pijn zingen

Ik heb horen zeggen dat pijn,
die ontredderende, etterende zweer,
pas dan verdwijnt als jij als je er niet
over peinst het te verdringen,
maar juist over zingt.
In parlando.
Liefst nog in duet
met een feeërieke muze.
Dan wordt wat ongehoord is,
ineens gehoord,
zelfs beluisterd, besproken.
Dus zing ik over dat mateloos
zeurende gezwel in nog meer
kleuren dan de regenboog,
alsof het een lied is.
Een extatisch, orgastisch,
feilloos veinzend liefdeslied.

Mala Kishoendajal (1959)
Uit: Pijn in parlando (2009)

***

din ke lacchan ghari-anusár hai

ghar men sáj ke áwáj
halká se hawá hai
aur khusi chaile já hai
anjor andhiyár ke chipá dei
anet ke hár hoi

de klok bepaalt de aard van de dag

in het huis klinkt muziek
er waait een lichte wind
de voldoening verbreidt zich
het licht zal het donker bedekken
het onrecht zal verliezen

Jit Narain, pseudoniem van Djietnarainsingh Baldewsingh (1948)
Uit: Natraj – De dans van Shiwa (2020)

***

khali pyala
(een leeg glas)

Ik ben een glas – leeg –
dat staat te wachten
op een tafel,
in een onbewoond vertrek.
Ik heb geen verlangen,
maar ben tevreden,
als ik ooit
iemand laven mag.

Bhai, pseudoniem van James Ramlall (1935-2018)
Uit: Vindu (1982)

***

Toen realiseerde hij zich
dat de rivier
toch maar één oever had
waarop hij stond
en naar de verte keek
waarin een beeld
uit vroegere dagen
langzaam maar zeker
was opgelost
zodat er toekomst
noch verleden was
verlangen niet
en eindelijk geen verdriet.

Tab use anubhav huá
ki nadi ká sirph
ek hi kinárá thá
jahán khare hokar bite dinon ki
kahin dur talak dekhtá
jádon men dhul gayí
átmiya cchabi dikhti
aur jiske bád
nákoi bhavishya thá
na atit
na icchá
aur na antim shok.

Shrinivási (1926-2019)
Nieuw Amsterdam (1983), Suriname

***

Antahin icchá

Rát ke andherá ke gahirái men
ham sunilá
cánd ke ghunghat parlai howe.
Joti ke ákhari pad
andherá men gunjanái ját hai.
E dard jaun ke pyár kahal já hai,
le já hamme ek bár aur i andherá men.
Ham ohi rastá se mile mángilá
jahán ham uthái saki:
joti ke.

Eindeloos verlangen

In de plooien van de nacht
hoor ik
de enkelbanden van de maan verloren gaan.
De laatste stappen van het licht
galmen steeds verder het duister in.
O pijn die liefde mag heten,
draag mij nog een keer het duister in.
Ik wil de weg vinden
waar ik het oprapen kan:
het licht.

Rabin S. Baldewsingh
Uit: Man ke muni / In de stilte van de ziel (2013)

***

Diyá Satura

Het bescheiden klein stil lichtje
Verbrandt zichzelf stillekens
En verspreidt een weinig licht …
Volg niet het dwaallicht van uw intellect
En uw deugd zal geen gevaar lopen …

Shyam Adhin (1954-2005)
Uit de verzameling: ÁPAS KE BÁT, Uitgave St. Rishi Foundation (2017)

***

Welke gedaante keert het tij
wolk na wolk barst tot bui
naar wie snakt het oog zonder
wiens stem voel ik mij alleen

ooit volop in vreugde
tot meer geluk niet in staat
is in welke scheiding vandaag
wat nog restte weer vergaan

vriendinnen noch de wereld begrepen
bij wie open ik dit gekluisde hart
die ik liefheb meer dan mezelf begreep
hoe zou dan een vreemde begrijpen

wie deelt mijn zonderling verhaal
wie neem ik in vertrouwen
wie weet verwelkt mijn jeugd
als een offerbloem

hoe schreeuwt dit verlangen
wie vertel ik, hoe
die niet begreep het ongesproken woord
verstaat hij de taal van liefde?

 

Badal ke bhens bhi lautal mausam
badal ke bádal
barse hai
keke dekhe ke tarse ánkhi
kekar boli bin suná man

kabhi khusi rahali, rahá sukh etná
ki sah sakti aur ketná
áj baki jon báki rahge
bahge kaun judái sanghe

saheliyan ná samjhin ná samjhis samáj
ab kholi kahán ápan dil ke tajori
samjhis baki ná jon ján se pyárá
phir samjhe kaise paráyá

kese kahi ápan kathin kaháni
keke lei bharose men
kahin jhurdái na jái, ke jáne jawáni
pujá ke phul jaise

cáhat cillá hai cháti men aise
ham boli kese boli kaise
anbolal bát jon samjhis ná
u prem
ke bhásá samjhe kaise

Raj Ramdas
Uit: KAHÁN HAI U – WAAR IS ZIJ, Uitgeverij Maya (2003)

***

een spa blauw

Kelken vol zomerlicht
verspat op bladgouden ranken
bemint zij de eerste de beste
een azuren zee waadt
door het hazenpad
koersloos deinen
schelle refreinen
het einde een begin
van vroeger rest mij
altijd hetzelfde nu
zelfverschimmend in zicht
wanneer ik jou ontmoeten wil
ontbloeit de schemering
herrijs jij
adem ik
een tafel verder

Chitra Gajadin
Uit: Schoorvoetige tijden, Uitgeverij Maya (2000)

***

het gebeurt elke dag weer

het gebeurt elke dag weer
hij is er zo gewoon aan geraakt

ontelbare beelden
voegen zich tot één

hij kijkt en schouwt zelfs

in kleurrijke kostuums
wordt aan één stuk doorgedanst

vlinder en pauw
vloeien in elkaar over
veren dwarrelen, bladeren vallen
de dans is één en al souplesse

in iedere golf
laat zich hetzelfde patroon zien

roj-roj ke honi hai

roj-roj ke honi hai
haito bán par gail

bahute se cehrá
sab ekke men samá hai

parkhe hai i aur niháre bhi

rang-birang pauság men
nacá rahal hai ek sur

ekke men miljá hai
titli aur mor
pakhná ure, pattá gire
nác ke lacak apne men bhine

lacak ke har halfá pe
ekkehin suratiyá dikhe

Jit Narain
Uit: Natraj – De dans van Shiwa (2020)

***

het bestaan

dit bestaan wil ik niet haastig leven
geelwortel niet overijld
laten smeren op mijn lichaam
laat mij maar zachtjes
gaar worden op traag vuur
rustig rijpen op een tak
voor jou
ja, voor jou

met handen gestoken in de zakken
mijn hoofd opgeheven, nog niet bescheiden
wandel ik en dans
op krediet van vreugde en genot
laat mij rusten voor de deur van zoete dromen
triomferen
na alles eerst te verliezen
voor jou
ja, voor jou

leg mij neer naast mijn eigen schaduw
in alle rust in de bries van een open raam
laat de tedere stuifregen spelen met mij
al zou het buiten de maat
en ver van zuivere tonen
laat mij schallen op de snaren van het bestaan
schommelen op de snijvlak van een melodie
voor jou
ja, voor jou

i jingi

ham na mángila jaldi jaldi
jiye jingi
ham na mángila lage jaldi
denhi men hardi
hamme churende madhim ánch pe
pakkende astile dár pe
tor khátir
han tor khátir

jebi men háth dár ke
abbe tanko na moor gár ke
tahrilá ghoomilá náchilá
mauj ke udhár pe
hamme baithende sapná ke dwár pe
jeetende sab kuchh hár ke
tor khátir
han tor khátir

dusar ke na baki
hamme hamár parchháheen ke bagle letáde
tim se ego khulal khirki ke hawá men letende
khoob khelende
barkhá ke madhim bauchhár ke ham se
tál ke báhar cháhe sur se door
hamme bajende jingi ke tár pe
jhoolende geet je dhár pe
tor khátir
han tor khátir

Raj Mohan
Uit: Bapauti/Erfenis, Uitgeverij In de Knipscheer (2008)

***

Geschenk

Ach, mijn liefste, welk van mijn geschenken zal ik je dit keer geven,
bij het aanbreken van de dag?
Een ochtendlied?
Maar zo lang duurt de ochtend niet –
de hitte van de zon doet hem verwelken als een bloem
en liedjes die vervelen, gaan voorbij.

Ach vriend, wanneer je in de schemer langskomt aan mijn poort,
wat is het dat je vraagt?
Wat is het dat ik je kan geven?
Een licht?
Een lamp uit één van de afgelegen hoeken van mijn stille huis?
Maar wil je die meenemen de drukke straat in?
Helaas,
de wind zal hem doen uitgaan.

Welke geschenken ik ook bij machte ben je te geven,
of het nou bloemen zijn
of parels voor om je hals,
hoe kunnen ze je behagen,
als ze na verloop van tijd zeker zullen vergaan,
barsten, hun aantrekking verliezen?
Alles wat mijn handen in de jouwe kunnen leggen
zal door je vingers glippen
en in vergetelheid vallen in het stof
om tot stof te worden.

Veel beter is het,
wanneer je in de lente vrijelijk ronddwaalt door mijn tuin,
en een onbekende verborgen bloem
je in plotselinge verbazing op doet schrikken
door haar geur;
laat dan dat plots opkomend moment mijn geschenk zijn.
Of, wanneer je een schaduwrijke laan aftuurt
en een neerkomend huiverend spatje van het ondergaand licht
van het rijkelijk bijeen vergaard zweem van de avond,
je plots stil doet staan
en je dagdromen omzet in goud;
laat dat licht een simpel geschenk zijn.

Het meest waardevolle is van korte duur;
het schittert slechts even, dan gaat het weg.
Het laat zich niet verklaren –
het laat ons pad trillen door haar melodie;
haar dans lost op bij het getinkel van een enkelband.
Ik weet niet hoe er grip op te hebben –
geen hand, geen woord heeft er vat op.
Vriend, alles wat je daar zelf van kunt bemachtigen,
zonder te vragen, zonder te weten,
laat dat van jou zijn.
Alles wat ik je kan geven heeft weinig betekenis,
of het nu een bloem is of een lied.

Rabindrenath Tagore, Dān uit Balākā, 1916
Video: Daan van Rabindranath Tagore 
Uit: Rabindrenath Tagore – een drieluik

***

De liefde danst in een dronken bui 

De liefde danst in een dronken bui 
op de rimpels van mijn ziel 
en jij snakt naar adem.

Het geluid van de schellen rond jouw enkel 
dringt diep door in mijn geest; 
ik kan het niet meer aan.

Voorzichtig oh danseres 
beheers je, 
demp dit verleidelijke gerinkel.

De angst overdondert mijn lichaam, 
de vlammen zijn onbeheersbaar: 
straks wordt de schellensymfonie nog mijn galg, oh lief.

Pyár nasá men náce hai 

Pyár nasá men náce hai 
hamár man par cahar ke 
sáns lewe dam toke ná.

Ghunghru ke awáj 
chanke hai nas nas men; 
dabal hai, káte khun ná.

Husiyár raho, káncani debi.
Bas men rakh 
apan awáj ke jará.

 Dar badan men
bige áge: 

ghunghru bane ná phási hamár.

Rabin S. Baldewsingh
Video: Pyár nasá men náce hai
Uit: Hindorama, Gedichten in het Sarnámi

***

Het liefdesvuur gloeit in het hart, mijn lief

Het liefdesvuur gloeit in het hart, mijn lief.
De aarden oven getooid met gebladerde droogte.
De liefde opgeslokt door rook herkent jouw gedaante niet eens.

In deze gloed plaats ik mijn huwelijkstempel wachtend op jou.
Bedwelmd door de muziek die liefde verwelkomen mag, lijkt de herinnering een gebed en de droom een verlangen.

Gebukt ga ik onder jouw naakte liefde; vertwijfeld of ik mij nog schuil kan houden in de schaduw van jouw dromen waar voor mij geen zetel rest.

Het liefdesvuur gloeit in het hart, mijn lief. Het geknetter van het vuur is de melodie van mijn verdriet. Mijn hoop, ga maar op in deze versierde oven. Het vuur is nu de bruidsstoel van mijn liefde.

Dil men pyár sulge hai, sáthi

Dil men pyár sulge hai, sáthi.
Darárá men sajáwal culhá men.
Dhuwán men sanáil pyár hamár
najar ná lage sakal tor kahán.

Ehi sulgal dil men sajá deli máro apan
torhi intejár men.
Dubal hai ham sahanái ke nasá men,
jahán yád hai mantar sapaná hai khwáhis.

Jhukal hai tor pyár ke bas men;
málum ná chupal rahi
tor sapaná ke ánre men
jahán hamare liye koi pirhá ná báki.

Dil men pyár sulge hai, sáthi.
Cailá ke rág hai ab dard ke kaháni.
Bhasam ho já tu i sajáwal culhá men, bharosá.
Agni hai doli pyár ke hamár.

Rabin S. Baldewsingh
Video: Dil men pyár sulge hai, sáthi
Uit: Hindorama, Gedichten in het Sarnámi

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, CULTUUR
No Comments

Nationaal Comité 4 en 5 mei en Oorlogsgravenstichting: omissie hersteld met nu ook aandacht voor Suriname – Eric Kastelein

dinsdag, 26 april 2022 by Redactie Hindorama

Eric Kastelein

Nationaal Comité 4 en 5 mei neemt oorlogs­monu­men­ten Paramari­bo/Suri­name op

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei beheert een database met daarin meer dan 4000 oorlogsmonumenten uit 25 landen. Die monumenten herinneren aan Nederland en de Tweede Wereldoorlog, aan oorlogssituaties en aan vredes­operaties daarna.

Oorlogsmonument aan de Waterkant met op de achtergrond de Surinamerivier (Paramaribo).

Ik ontdekte dat Paramaribo/Suriname ontbrak en dat de negen oorlogsmonumenten die beschreven staan in het boek Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed niet in deze database waren opge­no­men. Na overleg met het comité is dit hersteld. Ik heb teksten en foto’s aangeleverd en de monumenten zijn sinds september 2021 te raadplegen en te zien.

Ga naar de website https://www.4en5mei.nl/, ga naar “Oorlogsmonu­menten”, “Monument zoeken”, “Zoek een monument” en vul in Paramaribo of Suriname.

Koreaans Oorlogsmonument

Oorlogsgravenstichting: oorlogs­monu­men­ten gekoppeld aan personen die voor­komen op monumenten in Paramaribo/Suriname

In Nederland zijn 180.000 mensen door de Oorlogs­gravenstichting geregistreerd als oorlogs­slacht­offer. Mannen, vrouwen en kinderen die hun leven verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog of tijdens gewelddadige conflicten daarna – zoals in voormalig Nederlands-Indië en tijdens recente vredesmissies (bron: Oorlogs­gra­ven­stichting).

Synagoge in Paramaribo: Herinneringsmonument vermoorde Surinaamse joden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland.

En deze mensen hebben een verhaal. De stichting verzamelt die geschiedenissen in de verhalen- database op de website. Bezoekers kunnen heel makkelijk een bijdrage toevoegen, zoals foto’s, krantenberichten, overlij­dens­adver­tenties, onderscheidingen en nog veel meer. Voor Parama­ribo/Suriname ontbrak helaas de koppeling naar de betreffende oorlogsmonumenten.

Zijkant monument

­Na intensief overleg is het sinds eind april 2022 mogelijk de persoon te koppelen aan het monu­ment. In Paramari­bo/Suri­na­me waar hij of zij op vermeld staat. Door op de koppeling te klikken, kom je bij het betreffende monu­ment op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei!

Een voorbeeld op  https://oor­logs­graven­stichting.nl/: Zoek op Voss, Harry Frederik 12 03 1912 – 29 05 1943, lees zijn verhaal en ontdek het monument in Paramaribo.

Foto’s: Eric Kastelein (Oog in oog met Paramaribo. Verhalen over het herinneringserfgoed)

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, Nederland, NIEUWS
No Comments

One day event met Mohanji – De reis naar vrijheid

maandag, 25 april 2022 by Redactie Hindorama

Wie is Mohanji

Mohanji is een filantroop. Hij is de grondlegger van Ammu­care, ACT Foundation, Mo­han­ji Foundation, Hima­la­yan School of Tradi­tion­al Yoga, Dance, Language Mar­tial Arts en de World Con­sciousness Alliance. Hij heeft zijn leven gewijd aan het dienen van de wereld. Hij heeft de mens­heid lief en gelooft dat menselijkheid de beste religie voor mensen is. Menselijkheid voorbij alle door de mens gemaakte barrières zoals kaste, kleur, geloof, nationaliteit en cultuur. Zijn liefde strekt zich uit tot alle wezens op aarde en hij bewandelt het pad van ahimsa (geweld­loos­heid) in gedachte, woord en daad. Hij wordt gedreven door de overtuiging dat wij allen de aarde als een betere plek moeten achterlaten na erop te hebben geleefd.

Mohanji is van nature een non-conformist en vermijdt om zichzelf in kaders te plaatsen. Hij ziet zichzelf als een vriend van de wereld – of het nu gaat om het helpen van armen en hulpelozen, het in hun kracht zetten van mensen die emotioneel of mentaal lijden, het begeleiden van hen die op zoek zijn naar persoonlijke en spirituele ontwikkeling of het zorgen voor vogels en dieren en het milieu in het algemeen.

Mohanji’s uitstraling is als een liefhebbende moeder, een dierbare vriend, een toegewijde familieman, een heldere filosoof en een liefdevolle gids die zijn hulp en bijstand onvoorwaardelijk aanbiedt. Geen wonder dat ieder zich op een andere manier met hem verbindt, ieder op zijn eigen unieke manier.

Bevrijding of verlichting is de hoeksteen van Mohanji’s leringen. Hij wijst ons waar we moeten kijken, maar niet wat we moeten zien. Hij legt grote nadruk op bevrijding van de verstrikkingen, opvattingen en gewoontepatronen van het leven. In de praktijk demonstreert hij dit zelf door een leven te leiden dat vrij is van de gebondenheid en conditionering van de geest. Hij laat zien hoe we volkomen natuurlijk kunnen leven, in totale acceptatie van het leven zoals het komt, zonder een gevoel van weerstand, ongeacht mensen, tijd, ruimte, situaties of opvattingen.

“Echt meesterschap is de beheersing van de eigen geest”, zegt Mohanji, waarmee hij bedoelt dat spiritualiteit tot uitdrukking komt in het bewustzijn waarmee we leven en ons dagelijks leven ervaren. Hij pleit voor het pad van onbegrensdheid waarbij spontaniteit en flow alles is wat er is; helemaal jezelf zijn!

Hij gelooft in het beminnen van het leven en benadert elke situatie in het leven met de verwondering en nieuws­gierig­heid van een pasgeboren kind zonder (voor)oor­delen.

Belangrijkste pijlers van Mohanji’s filosofie

Hij benadrukt zuiverheid, vertrouwen, onvoorwaardelijke liefde en onbaatzuchtige dienstbaarheid aan alle levende wezens als fundament en pijlers van een evenwichtig menselijk bestaan. Hij beschouwt gebeden van dank­baar­heid als het hoogste gebed die de innerlijke rijkdom vergroten en zowel genade als overvloed aantrekken.

Zijn ochtendgebed is: “Dank u dat u mij nog een dag in de wereld laat dienen.” Dit gebed wordt gevolgd door een vraag aan zichzelf: “Wat kan ik nog meer doen voor de wereld van vandaag?” Hij moedigt iedereen aan om hetzelfde te doen en voortdurend de waarde van het bestaan op aarde te beoordelen aan de hand van de waarde die ze aan de wereld hebben toegevoegd, binnen hun vermogen en invloedssfeer.

Spiritualiteit is een levensstijl

Als familieman met een verleden in het bedrijfsleven gelooft Mohanji dat spiritualiteit een onderdeel is van elk aspect van iemands leven. Hij bewijst dat met het voorbeeld van zijn eigen leven.

Hij speelt alle rollen in zijn leven zo goed als hij kan – een plichtsgetrouwe zoon, een liefhebbende echtgenoot, een toegewijde vader, een ondersteunende vriend, een bemoedigende gids en een trouwe burger. In alle opzichten vervult Mohanji zijn rol tot in perfectie.

Hoewel zijn openbare leven in 2012 begon, was het een moeizame reis om zijn huidige niveau van wereldwijde erkenning te bereiken. Hij is nooit bang geweest om zijn pad alleen te bewandelen, ondanks de vele hindernissen, bezwaren, verraad en valpartijen op die reis. Vanuit relatieve anonimiteit verhief hij zichzelf tot wereldwijde erkenning door zijn dienstbaarheid, liefde en vaste geloof in menselijkheid.

Hij gelooft dat zijn aanwezigheid op aarde te danken is aan de genade en steun van de krachtige traditie van bevrijding en de verschillende meesters die in eeuwige vrijheid leefden volgens die traditie.

“Het leven gaat over prestaties, maar niet over de prijzen en trofeeën in de kast. Het gaat om de zegeningen die je aan de hulpelozen hebt gegeven. Het gaat over ons vermogen om een positief verschil te maken voor een ander wezen. Ware prestaties kunnen niet op de vingers worden geteld, maar kunnen alleen worden gemeten aan de hand van iemands spirituele vooruitgang, iemands niveau van bevrijding. Echte prestaties zijn de tastbare momenten die we onbaatzuchtig hebben beleefd. Dit is de enige plek waar iedereen wint. Alle materiële ver­wor­ven­heden zijn winst voor sommigen en verlies voor anderen”, aldus Mohanji.

Wereldwijde ‘footprint’

Mohanji heeft een aantal platforms gecreëerd om degenen die met hem willen samenwerken in staat te stellen waarde toe te voegen aan de samenleving door middel van consequente daden van vriendelijkheid en mededogen.. Hij geeft het goede voorbeeld en is voortdurend bezig anderen te helpen en te dienen van anderen, waarbij hij zich beschikbaar stelt voor goede doelen die de samenleving ontwikkelen en verbeteren. Zo heeft hij verschillende goede doelen en organisaties opgericht, zoals Ammucare, ACT Foundation, Mohanji Foundation, Himalayan School of Traditional Yoga, World Con­scious­ness Alliance, Early Birds Club, om maar enkele te noemen.

Op dit moment zijn er ongeveer 15 landen waar sommige of al deze instellingen formeel zijn geregistreerd en er zijn vrijwilligers actief in meer dan 80 landen. Gezamenlijk werken zij aanzijn missie om mensen te helpen hun hoogste potentieel te bereiken en daardoor een betere wereld te creëren. Als uiting van dankbaarheid aan de wereld heeft Mohanji zijn lessen en technieken gratis beschikbaar gesteld aan de wereldwijde gemeenschap.

In overeenstemming met het pad van ahimsa (geweld­loos­heid), is Mohanji ervan overtuigd dat praktische initiatieven nodig zijn om alternatieven te bieden om mensen te helpen bewuste keuzes te maken die pijn en lijden voor de natuur, mens en dier vermijden. Met dat doel lanceerde hij onder andere initiatieven als Ahimsa Vegan (een veganistische restaurantketen), Vegan First (India’s eerste portaal voor veganisten, dat in 2019 de internationale Vegan Conference in New Delhi organiseerde) en Ahimsa Wear (een label voor veganistische en dierproefvrije kleding) om een wereld te creëren zonder wreedheid. Als erkenning voor zijn belangeloze dienstbaarheid aan de wereld, is hij wereldwijd op grote schaal gehuldigd en bekroond door verschillende organisaties.

Het grote nieuws is dat Mohanji in het Pinksterweekend naar Almere komt.

De stichting Mohanji Nederland organiseert een eendaags evenement op 4 juni. U bent van harte uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn.

DE REIS NAAR VRIJHEID

Zaterdag 4 juni | 10:00 – 17:00 | Almere

Deze tijden vragen om speciale maatregelen.

Dit is de kans om ons bewustzijn te verhogen onder leiding van Mohanji!

Je overtuiging voor het pad doet ertoe zegt MOHANJI.

Waarom nu?

De geest zal je testen.

Situaties zullen je op de proef stellen.

De tijd zal je op de proef stellen.

Alles in het leven zal je op de proef stellen.

Grijp deze kans nu MOHANJI, een wereldleraar en filantroop, in Nederland is. (www.mohanji.nl)

 

PROGRAMMA 4 JUNI 2022

• Sathsang met Mohanji en Q&A
• Meditatie
• Live music met Mantra Vibes, Aura Rascón & JanLucas van Velzen
• Veganistische lunch
• Twee pauzes met koffie/thee, fruit en koekjes
• Boekpresentatie van de allereerste vertaalde Nederlandse boeken
• Goodiebag (inclusief een boek van Mohanji)
• Fotoshoot met Mohanji en mogelijkheid tot boek signeren

(Tijdens het evenement zal Engels gesproken worden)

Ticket volwassene: € 150,-
Ticket kind: 12-18 jaar: € 50,-

Tijd: 10:00 – 17:00 uur
Ontvangst vanaf 09:00 uur met koffie en thee

Adres: Veluwezoom 45, 1327AK Almere, Nederland

Er is een beperkt aantal tickets beschikbaar, dus wacht niet te lang met een reservering maken. Dit evenement wil je gewoon niet missen!

Voor meer informatie ga naar website
www.mohanji.nl

Bestel je ticket (klik op deze link)
https://mailchi.mp/593e0dced92a/mohanji-event-4-juni

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, Nederland, NIEUWS
No Comments

One day event with Mohanji – The journey to freedom

maandag, 25 april 2022 by Redactie Hindorama

Who is Mohanji

Mohanji is a philanthropist and a humanitarian. He is the founder of Ammucare, ACT Foundation, Mohanji Foun­da­tion,  Himalayan School of Traditional Yoga, Dance, Lan­guage Martial Arts and World Con­scious­ness Alliance. He has dedicated his life towards serving the world. He is a lover of humanity believing humanity to be the best religion for humans. Humanity beyond all man-made barriers such as caste, colour, creed, nationality and culture. His love extends to all the beings on earth and he walks the path of ahimsa (non-violence) in thought, word and action.  He is driven by the conviction that we should all leave the earth a better place after having lived on it.

A non -conformist by nature, Mohanji avoids putting himself into frames and sees himself as a friend of the world – be it aiding the poor and helpless, empowering those in emotional or mental torment, guiding those seeking personal and spiritual development, caring for birds and animals or caring for the environment at large.

Mohanji’s nature radiates that of a loving mother, a best friend, a devoted family man, a lucid philosopher and a loving guide, offering his help and assistance unconditionally. Little wonder that each person connects with him differently, in their own unique manner.

Liberation is the cornerstone of Mohanji’s teachings where he points us at where to look but not what to see. He places great emphasis on liberation from the bindings, concepts and habits of life. He himself practically demonstrates this by leading a life free from the bindings and conditioning of the mind – totally natural, with total acceptance of life as it comes without resistance, irrespective of people, time, space, situations or concepts.

“True mastery is the mastery of one’s own mind.” says Mohanji, who maintains that spirituality is expressed in the awareness with which we live and experience our daily lives. He advocates the path of Pathlessness where the spontaneity and flow is all there is; being totally yourself!

He believes in romancing life, approaching every situation in life with wonder and curiosity of a new-born child without preconceptions or judgments.

Key Pillars of Mohanji’s philosophy

He emphasizes purity, faith, unconditional love and selfless service towards fellow beings of all species, as the foundation and pillars of a balanced human existence. He considers the prayer of gratitude as the highest prayer that increases inner richness and attracts both grace and abundance.

His morning prayer is, “Thank you for letting me serve one more day in the world” which is followed by a question to himself, “What more can I do for the world today?” He encourages everyone to do likewise and constantly assess the worth of their existence on earth by the value they have added to the world, within their capacity and scope of influence.

Spirituality is a lifestyle

Being a family man and a former corporate professional, Mohanji believes that spirituality is a part of every aspect of one’s life, proving it with the example of his own life.

He plays all the roles in his life as best as he can – a dutiful son, a loving husband, a doting father, a supportive friend, an encouraging guide and a steadfast citizen. In every aspect, Mohanji performs his role to perfection.

Even though his public life started in 2012, it was an arduous journey to reach from there to his current level of global recognition. He was never afraid to walk alone despite the many hurdles, objections, betrayals and falls on that journey. Coming from relative anonymity, he raised himself to global recognition through his service, love and firm conviction in humanity.

He believes that his presence on earth is due to the grace and support of the powerful tradition of liberation and the various masters who lived in eternal freedom according to that tradition.

“Life is about achievements, but  is not about the cups and trophies in the wardrobe. It is about the blessings that you rendered to the helpless. It is about our ability to make a positive difference to another being. True achievements cannot be counted in fingers, but can only be measured through one’s spiritual progress, one’s level of liberation.  True achievements are the tangible moments that we lived selflessly. This is the only place where everyone wins. All material achievements are gain for some and loss for some”.

~ Mohanji

Global ‘footprint’

Mohanji has created a number of platforms to allow those who choose to associate with him to add value to society through consistent acts of kindness and compassion.  He leads by example and is constantly busy in helping and serving others, making himself available to champion causes that develop and improve society. He has founded various charities and organisations such as Ammucare, ACT Foundation, Mohanji Foundation, Himalayan School of Traditional Yoga, World Consciousness Alliance and Early Birds Club to name a few.

Today, there are around 15 countries where some or all of these institutions are formally registered while followers are present in over 80 countries. They collectively work to further his mission of helping people reach their highest potential and thereby making this place a better world. As an expression of gratitude to the world, Mohanji has made his practices and techniques  available for free to the worldwide community.

In line with his path of ahimsa (non-violence), Mohanji firmly believes that practical initiatives are required to provide cruelty free alternatives to help people make conscious choices to avoid causing pain and suffering to nature and its beings. Towards that end, he has inspired Ahimsa Vegan (a vegan chain of restaurants), Vegan First (India’s first portal for vegans, that hosted the international Vegan Conference in New Delhi in 2019) and Ahimsa Wear (a label for vegan and cruelty free apparel) amongst other initiatives to create a cruelty free world. In recognition of his selfless service to the world, he has been widely feted and awarded by various organisations from around the world.

With great joy  we can announce that Mohanji is coming to Almere.

Foundation Mohanji Netherlands is organzing a One day Event on the 4th of june. You are most welcome to join.

The journey to Freedom

Saturday june 4th | 10:00 – 17:00 | Almere

These times call for special measures.

Now is the chance to raise our consciousness under the guidance of Mohanji!

Your conviction to the path matters says MOHANJI.

Why now?

The mind will test you.

Situations will test you.

Time will test you.

Everything in life will test you.

Seize this opportunity now that MOHANJI, a world teacher and humanitarian, is in Holland. (www.mohanji.org)

PROGRAM JUNE 4th 2022

• Sathsang with Mohanji and Q&A
• Meditation
• Live music with Mantra Vibes, Aura Rascón & JanLucas van Velzen
• Vegan lunch
• Two breaks with coffe/tea, fruit and sweets
• Bookpresentation of the first translated Dutch books
• Goodiebag (including a book of Mohanji)
• Fotoshoot with Mohanji and opportunity of book signing

(The event is English spoken)

Ticket adult: € 150,-
Ticket child: 12-18 jaar: € 50,-

Time: 10:00 – 17:00 uur
Walk in at 09:00 uur with coffee and tea

Address: Veluwezoom 45, 1327AK Almere, The Netherlands

There is a limited number of tickets available, so don’t wait too long to make a reservation. You don’t want to miss this! Order your tickets on www.mohanji.org/events or at this button

www.mohanji.nl

Order your ticket here (Please click on this link)
https://mailchi.mp/593e0dced92a/mohanji-event-4-juni

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, Nederland, NIEUWS
No Comments

Vergeten helden uit de Nederlandse koloniën – Hans Ramsoedh

woensdag, 20 april 2022 by Redactie Hindorama

Dr. Hans Ramsoedh publicist en historicus

Velen hebben de mini­a­tuurstad Madurodam in Den Haag weleens bezocht, maar ik schat in dat weinigen op de hoogte zijn van de achtergrond van dit attrac­tie­park. Dit attractie­park, opgericht in 1952, is vernoemd naar de op Curaçao geboren verzets­held George Maduro. Hij studeerde rechten in Nederland en was vlak vóór de Tweede Wereldoorlog gemobiliseerd. Na de Duitse bezetting van Nederland sloot Maduro zich aan bij het Nederlandse verzet. Hij werd in 1943 gearresteerd en door de Duitsers overgebracht naar het concentratiekamp Dachau waar hij in 1945 overleed. Vanwege zijn verzetsactiviteiten werd hem in 1946 postuum de militaire Willemsorde (hoogste militaire onderscheiding in Nederland) toegekend. In 1952 stelden Maduro’s ouders geld beschikbaar om van Madurodam een herden­kings­monument te maken voor hun zoon.

Een andere bekende verzetsstrijder is de in Suriname geboren Anton de Kom. Sinds zijn opname in de Nederlandse geschiedeniscanon in 2020 is er in de Nederlandse media veel aandacht voor zijn strijd tegen het Nederlands kolonialisme in Suriname en zijn rol bij het verzet in Nederland tegen de Duitse bezetting.

Naast Maduro en De Kom zijn er nog andere helden uit de Nederlandse koloniën (Suriname, de Antillen en Nederlands-Indië) wier rol en bijdrage echter een vergeten hoofdstuk zijn in boeken, films en herdenkingen. Omroep Max besteedt binnenkort in een drieluik aandacht aan een aantal van deze helden. In deze bijdrage besteed ik aandacht aan een aantal Surinaamse verzetsstrijders tijdens de Duitse bezetting van Nederland. Allereerst enkele opmerkingen over de vestiging van Surinamers in Nederland vóór 1940 en de Surinaamse hulp aan Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Surinamers in Nederland vóór 1940
Tot circa 1920 waren het vooral Surinamers uit de gegoede middenklasse die naar Nederland kwamen voor een universitaire opleiding en na afronding van de opleiding veelal terugkeerden naar Suriname. Tussen 1920 en 1940 ging het om een honderdtal studenten. In de jaren twintig en dertig vertrokken er vervolgens ook mannen uit de Creoolse volksklasse naar Nederland op zoek naar een beter bestaan. In deze periode heerste er in Suriname economische malaise. De betere banen waren niet voor donkere Afro-Surinamers weggelegd, maar voor de Hollanders en lichtgekleurde Creolen. Onder de Creolen uit de volksklasse die zich in Nederland vestigden gaat het vooral om verstekelingen en personen die op de vaart werkzaam waren en vervolgens besloten zich permanent in Nederland te vestigen. Amsterdam en in mindere mate Rotterdam waren de belangrijkste vestigingssteden voor deze groep. Hoe groot deze groep was, is niet exact vast te stellen. Zij werden niet apart geregistreerd aangezien zij de Nederlandse nationaliteit hadden. Naar schatting ging het in de jaren dertig om twee- tot drieduizend Creoolse mannen. De meesten trouwden met Nederlandse vrouwen, een gemengd huwelijk waarvan in Nederland zeker in de jaren dertig geen sprake was van sociale acceptatie.

In de jaren dertig was het voor de veelal laaggeschoolde Creoolse Surinamers in Nederland moeilijk om aan een baan te komen. Het waren de crisisjaren en velen van hen waren op de bijstand aangewezen. Een aantal van hen vond een bestaan in de entertainment industrie (nacht- en jazzclubs) als muzikant, portier, barman en uitsmijter. Eind jaren twintig won de jazzmuziek aan populariteit en een twintigtal Surinamers vond emplooi als jazzmuzikant waaronder de saxofonist Kid Dynamite, de trompettist Teddy Cotton, de gitarist Lex Vervuurt en de gitarist Max Woiski. Door het Amsterdamse gemeentebestuur werd met enige zorg gekeken naar de opmars van de jazzclubs in deze stad waar vooral veel zwarte mannen werkten. De jazzscene werd beschouwd als zedenverwildering en als muziek van zwarten die een funeste invloed had op jeugdigen. Veel blanke meisjes voelden zich aangetrokken tot de zwarte mannen en hun muziek. De Amsterdamse politie hield dit soort gelegenheden daarom dan ook in de gaten.

De Duitse bezetting van Nederland had aanvankelijk geen consequenties voor de zwarte Nederlanders. Ondanks de racistische ideologie van de Duitsers werden zij om hun huidskleur niet aan vervolging blootgesteld. Zij werden niet beschouwd als Ariërs en aangezien de nazi’s geen voorstander waren van ‘rassenvermenging’ werden zij om die reden dan ook niet gedwongen te werken in de Duitse arbeidsdienst. Gekleurde Nederlanders konden hun brood- en aardappelbonnen ruilen voor rijstbonnen. Tot eind 1941 konden de Surinaamse jazzmuzikanten nog vrijelijk optreden. Veel Duitse militairen behoorden tot de vaste bezoekers van de jazzscene. Na de Japanse aanval op Pearl Harbor (7 december 1941) veranderde de situatie. De Verenigde Staten verklaarden de oorlog aan Japan en Duitsland. Door de Duitsers werden nu Amerikaanse cultuuruitingen beschouwd als vijandig en dat gold ook voor de jazz. In 1942 verbood de nazi-gezinde Amsterdamse hoofdcommissaris caféhouders om Suri­naam­se muzikanten te engageren omdat hij hen een groot moreel gevaar achtte voor de vrouwelijke Nederlandse jeugd. Kort daarop vaardigde het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten een algeheel verbod op jazz uit.

In tegenstelling tot de gekleurde Nederlanders was het lot van de Joodse groep in Nederland (evenals in andere landen die te maken hadden met een Duitse bezetting) tijdens de Tweede Wereldoorlog desastreus. Onder de circa 102.000 Joden die door de Duitsers zijn vermoord of door ziekte en uitputting om het leven kwamen (vijfenzeventig procent van de totale Joodse bevolking in Nederland), hadden ongeveer honderd een Surinaamse achtergrond.

Synagoge in Paramaribo: Herinneringsmonument vermoorde Surinaamse joden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland.

Surinaamse hulp aan Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog
Suriname was niet direct betrokken bij de Tweede Wereld­oorlog. Een veelgehoorde uitspraak tijdens de oorlogsjaren was: In Suriname hebben we de oorlog niet gevoerd, maar gevierd. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ontstond er namelijk grote vraag naar aluminium voor de Amerikaanse oorlogsindustrie. Het had tot gevolg dat de bauxietindustrie in Suriname expan­deer­de om te kunnen voldoen aan de Amerikaanse vraag naar aluminium voor de bouw van oorlogs­vlieg­tuig­en. De bauxietwinning in Suriname werd van vitaal belang voor de Amerikaanse oorlogsindustrie. Vanwege dat belang en het feit dat de Nederlandse militaire verdediging van Suriname nauwelijks iets voorstelde, werden in november 1941 circa twee­dui­zend Amerikaanse militairen in Suriname gestationeerd ter bescherming van de bauxietmijnen. De opkomst van de bauxietindustrie tijdens de oorlogsjaren betekende definitief het einde van Suriname als een plantagekolonie. Bauxiet werd na 1945 de kurk waarop de Surinaamse economie dreef.

De legering van Amerikaanse troepen in Suriname leidde tot de bouw van nieuwe defensiewerken (schuilkelders, loopgraven, bunkers, wegen, militaire luchthaven, wapen­maga­zijn). Circa vierduizend mensen vonden emplooi bij de Amerikaanse defensiewerken. De Amerikanen betaalden hoge lonen. Plantagearbeiders verlieten massaal de plantages voor de hogere lonen die de Amerikanen betaalden. Nieuwe fabriekjes (sigaretten, frisdranken, zeep, lucifers) werden opgericht om aan de groeiende vraag naar consumptiegoederen te voldoen.

Na de Duitse bezetting van Nederland op 10 mei 1940 was in Suriname aanvankelijk weinig bekend over de situatie in Nederland. De oorlog had de handel en het per­sonen­ver­keer tussen Suriname en Nederland praktisch stilgelegd. Na 1941 bereikte het nieuws over bezet Nederland langzamerhand Suriname. Er ontstond in Suriname grote betrokkenheid bij het wel en wee van de Nederlandse bevolking. Circa vijfhonderd Surinaamse vrijwilligers meldden zich aan voor de Prinses Irene Brigade in Canada om te strijden tegen de Duitse bezetters van Nederland. De Nederlandse premier Gerbrandy stelde echter geen prijs op ‘nikkertjes’ in de Prinses Irene-brigade’. Hij vreesde ook dat er mogelijk raciale spanningen met Nederlandse dienstplichtigen uit Zuid-Afrika binnen de Prinses Irene Brigade zouden optreden. Na de oorlog zouden deze vrijwilligers worden overgebracht naar Australië om vervolgens ingezet te worden in de strijd tegen de Indonesische vrijheidsstrijders.

Naast de vrijwilligers voor de Prinses Irene-brigade deden zo’n tweehonderd Surinamers dienst als kanonniers (gunners) op marine- en koopvaardijschepen die bauxiet vervoerden naar de Verenigde Staten en olie, voedsel en wapens naar Europa. Een dertigtal Surinaamse kanonniers overleed als gevolg van oorlogshandelingen.

Er werd door de Surinaamse bevolking geld ingezameld voor de aanschaf van een spitfire gevechtsvliegtuig voor de geallieerde oorlogsvoering, een torpedojager ter vervanging van het schip Van Galen dat in Rotterdam was vergaan tijdens de meidagen van 1940 en voor het in Londen opgerichte Prins Bernhard Fonds dat ook bestemd was voor de aanschaf van wapens. De Surinaamse bevolking zamelde ijverig metaal en zilverpapier in ten behoeve van de oorlogsindustrie. Tonnen ervan werden verscheept naar de VS. Daarnaast werden verschillende hulpacties op touw gezet om hulpgoederen (onder andere kleding en voedsel) naar Nederland te verzenden na de bevrijding.

Als dank voor de verleende Surinaamse steun tijdens de oorlogsjaren schonk Nederland aan Suriname het Dankbaarheidsmonument dat in 1955 door koningin Juliana en prins Bernhard werd onthuld. Het monument bestaat uit een beeldengroep van drie meisjes in brons. De drie meisjes staan voor de Creoolse (links) en Hindostaanse (rechts) Surinamers die hun armen om de rug van het Nederlandse volk (midden) slaan. De drie kleine kopjes op de sokkel representeren de kleinere bevolkingsgroepen in Suriname. Op de achterzijde van de sokkel is een plaquette geplaatst met de tekst:

Nederland gedenkt
dankbaar de hulp
tijdens de oorlog
1940-1945
en daarna door
Suriname uit gevoel
van saamhorigheid
verleend

Dankbaarheidsmonument op het Sivaplein in Paramaribo.

Verzetshelden uit de Nederlandse koloniën
Terug naar de verzetshelden uit de Nederlandse koloniën in Nederland. Hieronder een bespreking van de rol van enkele verzetsstrijders afkomstig uit Suriname: Leo Lashley, Paul en Hans Flu en de familie Rijk Van Ommeren.

Leo Lashley (1903-1980) studeerde geneeskunde en in 1930 promoveerde hij in de oogheelkunde. Hij vestigde zich als oogarts in Rotterdam en was in deze stad voorzitter van de Rotterdamse artsenvereniging. Vanuit die functie protesteerde hij in 1942 tegen de oprichting van de nazistische Artsenkamer. Hij nam deel aan het verzet in Rotterdam door onderduikers veilige adressen te bezorgen. Toen een van de ondergedoken vrouwen in 1944 zwanger raakte, was Lashley de enige arts die bereid was te helpen. Door zich in de avonduren in te lezen in de verloskunde hielp hij in 1944 bij de geheime bevalling. Nadat hij een aantal keren door de Duitsers werd gearresteerd dook hij onder tot de oorlog voorbij was. In het najaar van 1944 hielp hij de spoorwegstakers en sloot hij zich bij de Binnenlandse Strijdkrachten aan. Als arts bij het Militair Gezag was hij na de oorlog betrokken bij de berechting van collaborateurs. In 1948 vestigde hij zich als arts op Curaçao. Na zijn pensioen kwam hij terug naar Nederland waar hij in 1980 overleed.

Paul Flu (1884-1945) studeerde geneeskunde in Suriname en Nederland. In 1921 werd hij benoemd tot hoogleraar in Leiden en in 1938 aan dezelfde universiteit benoemd tot rector magnificus. Hij kwam op voor de universitaire vrijheid en werd in 1942 door de Duitsers onder huisarrest geplaatst en in 1944 overgebracht naar een Duits concentratiekamp. Hij overleefde het concentratiekamp maar stierf geheel uitgeput in december 1945. Zijn oudste zoon Hans Flu (1912-1944) was huisarts in Leiden. Tijdens de oorlogsjaren hielp hij meerdere mannen aan valse medische verklaringen om te zorgen dat zij niet voor de verplichte arbeidsdienst in Duitsland hoefden te gaan werken. Na een gewapende verzetsactie in 1944 werd Hans Flu door de Duitsers opgepakt en vervolgens dood­geschoten.

De vader van de gebroeders Rijk Van Ommeren, Harry Rijk van Ommeren, was landmeter en journalist en van 1909 tot 1923 lid van de Koloniale Staten van Suriname. Hij overleed in 1923 waarna zijn echtgenote en vijf kinderen (vier zoons en een dochter) zich in 1925 in Nederland vestigden. Alle vier zonen (Frank, Humphry, Lodewijk, Norbert) waren actief in het landelijke en het Haagse verzet. Zij verrichtten hand- en spandiensten voor het Haagse verzet en waren betrokken bij het verschaffen van onderduikadressen en distributiebescheiden aan joodse onderduikers in heel Zuid-Holland. Hun zuster Jacqueline was actief in het verzet buiten Den Haag. Humphry en Norbert werden door de Duitsers opgepakt en in 1945 weer vrijgelaten. Met de twee andere broers liep het minder goed af. Frank werd in 1944 opgepakt en op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Lodewijk werd in 1944 gearresteerd en naar het concentratiekamp Neuengamme in Duitsland gedeporteerd waar hij in 1945 overleed. Humphry vestigde zich in 1949 in Suriname en werd directeur van het Surinaams Bureau voor Statistiek. In 1960 werd hij directeur van het Ministerie van Algemene Zaken van Suriname en vier jaar later keerde hij als raadsadviseur in het kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Suriname terug naar Den Haag.

In 2012 werd door de gemeente Den Haag in de verzetsheldenbuurt van de Haagse wijk Leidschenveen een brug naar de gebroeders Rijk van Ommeren vernoemd. De brug bevindt zich tussen de Bob Oosthoeklaan en de Gerard Doggerlaan.

Oorlogsmonument aan de Waterkant in Paramaribo.

Drieluik Omroep Max en de vergeten helden
Omroep MAX komt op maandag 2, dinsdag 3 en woensdag 4 mei op NPO 2 met een drieluik Vergeten Helden. In deze serie duikt presentator Jörgen Tjon A Fong (in het dagelijks leven directeur van theater De Kleine Komedie in Amsterdam) in het leven van een aantal heldhaftige strijders uit de Nederlandse koloniën: mannen en vrouwen die zich in Nederland met gevaar voor eigen leven tijdens de Tweede Wereldoorlog aansloten bij het verzet, samen vochten met Nederlandse verzetsstrijders, de nazi’s saboteerden of Joden hielpen om onder te duiken. Hij gaat op zoek naar verhalen van strijders en onderzoekt waarom hun daden vaak onderbelicht bleven in de Nederlandse geschiedenis: kwam het door hun achtergrond of was het politiek? In elke aflevering staat één (voormalige) kolonie met haar verzetshelden centraal: hoe zag hun wereld eruit vóór de oorlog, wat was de relatie met hun land ten opzichte van Nederland, wat dreef hen om bij het verzet te gaan en bij welke heldendaden waren zij betrokken? En tenslotte: wat viel hen ten deel na de oorlog?

Deel van Oorlogsmonument aan de Waterkant in Paramaribo.

De vele helden uit de Nederlandse koloniën hebben de geschiedenisboeken zelden gehaald en kregen weinig waardering na de oorlog. Bij het herdenken van de oorlog in Nederland is het van groot belang dat de rol en bijdrage van deze vergeten helden ook een plek krijgen in het Nederlandse collectieve geheugen van de Tweede Wereldoorlog.

Maandag 2 mei:
Aflevering 1 Suriname om 22.15 uur / NPO 2

Dinsdag 3 mei:
Aflevering 2 Nederlands Indië
 om 22.15 uur / NPO 2

Woensdag 4 mei:
Aflevering 3 Nederlandse Antillen om 22.10 uur/ NPO 2

Foto’s: Eric Kastelein (Oog in oog met Paramaribo, 2020)

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, Nederland, NIEUWS
No Comments

Het Modi-effect en hindoe-moslimrelaties in Nederland – Kanta Adhin

zondag, 17 april 2022 by Redactie Hindorama

Kanta Adhin

In de Volkskrant van 9 april 2022 verscheen een opi­nie­artikel over de Indiase film The Kashmir Files. Deze film handelt over het lot van de hindoe­gemeen­schap (Pan­dits) na de bestorming van de Kashmir-vallei in 1989-1990 door islamitische mili­tan­ten. De auteurs van het stuk, allen verbonden aan de in Nederland gevestigde stichting The London Story, wijzen op de vele haatdragende en nationalistische incidenten in India naar aanleiding van de film die door de regering van premier Narendra Modi wordt geprezen en de nationalistische politieke ideologie (Hindutva) van deze regering in de kaart speelt. Zij menen dat vertoning van de film in andere landen nationalistische en islamofobe sentimenten binnen de hindoediaspora zou kunnen aanwakkeren en uit­eindelijk tot spanningen leiden. Hun bezorgdheid vloeit voort uit de constatering dat het hindoenationalisme ook binnen de Indiase diaspora’s springlevend is. Ook hier in Nederland waar volgens hen de laatste tien jaar een groeiende invloed van de Indiase nationalistische regering waarneembaar is. De voorzitter van de Hindoeraad heeft verontwaardigd gereageerd, want waar is de onder­bouwing van de auteurs voor deze bewering? (zie reactie in de Volkskrant van 15 april 2022).

Ik deel de mening van de Hindoeraad dat een bewering over groei­ende invloed in Neder­land van de nationa­lis­tische Indiase regering onder leiding van premier Modi nadere toe­lich­ting behoeft. Wat wordt precies met invloed bedoeld? Is er sprake van een actieve beïnvloeding door de India­se regering door middel van financiering van organisaties in Nederland? Door actieve verspreiding van het Hindutva gedachtegoed tijdens bijeenkomsten of door andere bemoeienis met de hindoegemeenschap? Met andere woorden, is er sprake van “de lange arm van Modi”? Als dat zo is, moeten concrete voorbeelden kunnen worden genoemd.

Of bedoelen de auteurs van The London Story dat er sprake is van een groeiende populariteit van Modi onder hindoes in Nederland? Daar kan ik mij wat bij voorstellen omdat ik vaker mensen tegenkom die met bewondering over hem praten. Dan gaat het vooral om wat hij doet voor de ontwikkeling van het land en in het bijzonder voor de arme bevolking, zoals zijn programma Digital India, met als doel onder meer snelle internettoegang ook in platte­landsgebieden en digitale geletterdheid te bevorderen en daarnaast de productie van elektronische goederen in het land te stimuleren. Of zijn Ujjwala-scheme om gratis LPG-aansluitingen te verstrekken aan huishoudens op het platteland. Er zijn zeker ook mensen die daarnaast de nationalistische politiek ten gunste van hindoes toejuichen, want hoe kan het zijn dat in een land waar hindoes in de meerderheid zijn de moslims zo een bevoorrechte positie innemen? Wetgeving om daar een eind aan te maken, zien zulke Modi-fans dan ook niet als een groot probleem. In Nederland is er toch ook geen wetgeving die minderheden een bevoorrechte positie toekent? Ook de buitenlandse optredens van Modi en zijn contacten met grootmachten zetten India op de kaart. Deze bewonderaars vinden dat de daadkrachtige Modi ervoor zorgt dat hindoes ertoe doen, zich niet laten marginaliseren en niet in onzichtbaarheid gehuld blijven. Dit is een opsteker voor hun hindoe-identiteit.

Narendra Modi, premier van India

Het is echter de vraag of deze bewonderaars – of een deel daarvan – zich door Modi laten verleiden tot intense haat en geweld tegen moslims en daarmee Indiase toestanden in Neder­land introduceren. De voorzitter van de Hin­doe­raad spreekt dit ferm tegen. De hindoe­gemeen­schap in Nederland laat zich niet verleiden tot islamofobie! Voorts onderstreept zij de goede contacten met het Contactorgaan Moslims en Overheid waarbij nadrukkelijk is aangegeven “dat wij, Nederlandse moslims en hindoes, ons niet uit elkaar laten drijven. De auteurs van het opiniestuk op de site van de Volkskrant hebben de goede relaties tussen moslims en hindoes in Nederland zwaar onderschat!” Ik kan me voorstellen dat er op orga­ni­satieniveau geen sprake is van haatzaaiing en het aanwakkeren van spanningen, maar hoe is het gesteld met individuen? Wat doen zij en hoe ontvankelijk zijn zij voor het nationalistische gedachtegoed waar zij al veel over kunnen lezen, ook op sociale media? Nederlandse hindoes kijken ook veel naar Indiase televisiezenders.

In het algemeen lijkt het erop dat men wel het onderscheid kan maken tussen wat er in India speelt en het multi­culturele leven hier in Nederland. Dit geldt wellicht ook voor andere Europese landen. De auteurs schrijven ook dat er nog geen escalaties zijn opgetreden na vertoning van The Kashmir files in Europese bioscopen. Het is natuurlijk altijd verstandig alert te blijven op signalen van radicalisering want je kunt geen enkele groep daarvan uitsluiten. Echter, van de auteurs van het opiniestuk mag wel worden verwacht dat zij hun uitspraken met feiten staven. Dan kan ook de lezer beoordelen of vertoning van een film als The Kashmir files reden tot bezorgdheid is.

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN, NIEUWS
No Comments

The Modi effect and Hindu-Muslim relations in the Netherlands – Kanta Adhin

zondag, 17 april 2022 by Redactie Hindorama

Kanta Adhin

On 9 April 2022, the na­tion­al newspaper Volks­krant published an opinion article about the Indian film The Kashmir Files. This film deals with the fate of the Hindu community (Pandits) after the storming of the Kashmir valley in 1989-1990 by Islamic militants. The authors of the piece, all affiliated with the Netherlands-based foundation The London Story, point to the many hate and nationalist incidents in India as a result of the film, which has been praised by Prime Minister Narendra Modi’s government and plays into the hands of its nationalist political ideology (Hindutva). They feel that screening the film in other countries could stir up nationalist and Islamophobic sentiments within the Hindu diaspora and ultimately lead to tensions. Their concern stems from the observation that Hindu nationalism is alive and well even within the Indian diasporas. Also here in the Netherlands where, according to them, a growing influence of the Indian nationalist government can be observed in the last ten years. The chairman of the Hindu Council (the government interlocutor for Hindus in the Netherlands) reacted indignantly, because the authors do not substantiate this claim. (See reaction in theVolkskrant of 15 April 2022).

I share the opinion of the Hindu Council that a claim about growing influence in the Nether­lands of the nationalist Indian go­vern­­ment led by Prime Minister Modi needs further expla­na­tion. What exactly is meant by influence? Is there active influence by the Indian government through funding of organisations in the Netherlands? By actively spreading the Hindutva ideology during meetings or by other interference with the Hindu community? In other words, are the authors talking about ’the long arm of Modi’? If so, they should be able to come up with concrete examples.

Or do the authors mean that there is a growing popularity of Modi among Hindus in the Netherlands? I can imagine this, because I often meet people who talk about him with admiration. Their admiration is often about his efforts to develop the country and, in particular, to improve the conditions of the poor population, such as his Digital India programme, which aims to promote, among other things, rapid Internet access in rural areas and digital literacy and to stimulate the production of electronic goods in the country. Or his Ujjwala scheme to provide free LPG connections to rural households. There are certainly also those who applaud nationalist policies in favour of Hindus, for how can it be that in a country where Hindus are in the majority, Muslims have a privileged position? Legislation to put an end to this, therefore, is not seen by such Modi fans as a major problem. After all, there is no legislation in the Netherlands that favours minorities, is there? Modi’s foreign policy and his contacts with superpowers also put India on the map. These admirers believe that the energetic Modi ensures that Hindus matter, that they are not marginalised and do not remain shrouded in invisibility. This is a boost to their Hindu identity.

Prime Minister Modi

The question is, however, whether these admirers – or some of them – will let themselves be seduced into intense hatred and violence against Muslims and thus introduce Indian scenes in the Netherlands. The chairman of the Hindu Council firmly refutes this. The Hindu community in the Netherlands will not allow itself to be seduced into Islamophobia! Furthermore she emphasises the good contacts with the Muslim government interlocutor (Contactorgaan Moslims en Overheid) and together they state “that we, Dutch Muslims and Hindus, will not let ourselves be driven apart. The authors of the opinion piece in the Volkskrant have seriously underestimated the good relations between Muslims and Hindus in the Netherlands!” I can imagine that on an organisational level there is no hate speech and stirring up tensions, but what about individuals. What do they do and how receptive are they to the nationalist thinking they can read a lot about, also on social media. Dutch Hindus also watch a lot of Indian television channels.

In general, it seems that people can make the distinction between what is going on in India and the multicultural life here in the Netherlands. This may also apply to other European countries. The authors themselves write that no escalations have yet occurred following the screening of The Kashmir Files in European cinemas. Of course it is always wise to stay alert to signs of radicalisation, because you cannot exclude any group from it. However, the authors of the opinion piece can be expected to back up their statements with facts. Then the reader, too, can judge whether the screening of a film like The Kashmir File is a cause for concern.

Read more
  • Published in BIBLIOTHEEK, COLUMN, NIEUWS
No Comments
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4

Search

  • EN | Colofon | Adverteren [About us]
  • Gebruikersvoorwaarden
  • Privacy- en cookiebeleid
  • Contact | e-mail: info@hindorama.com
  • Sitemap

Schrijf je in voor onze Hindorama Nieuwsbrief

Door u in te schrijven voor onze GRATIS NIEUWSBRIEF blijft u op de hoogte van de meest recente informatie.

https://youtu.be/1f2v0db5gao
Hindorama

© 2022 Sampreshan/Hindorama
Jnan Adhin Instituut (JAI) | All rights reserved |

TOP