Boekrecensie De prijs van geluk ~ Ruben Gowricharn

Hans Ramsoedh

De prijs van geluk is de eerste roman van Ruben Gowricharn. Hij is hoogleraar Hindostaanse diaspora aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Het boek heeft als thema’s migratie, integratie, vervreemding, worsteling met culturele identiteit, succes en verlies. Het is niet gebruikelijk dat een wetenschapper/hoogleraar de wetenschappelijke pen verruilt voor de literaire. Het gaat namelijk om twee verschillende takken van sport; de keurslijf van  wetenschappelijke conventies versus de literaire vrijheid van de romancier. Daarom maakt dit boek nieuwsgierig.

De prijs van geluk handelt over het jonge echtpaar Kamla en Boyke dat op Meerzorg een winkel runt en rond de onafhankelijkheid, zoals zoveel Surinamers in die periode, met hun drie jonge kinderen besluit naar Nederland te vertrekken. Via een opvangcentrum belanden ze uiteindelijk in Den Haag. In Nederland wordt hun 4e kind geboren. Boyke had in Suriname de mulo tot en met de vierde klas doorlopen maar het diploma niet behaald en Kamla had twee klassen mulo gedaan. In Nederland gaat Boyke aan de slag als magazijnmedewerker, terwijl Kamla als huismoeder zorgdraagt voor de kinderen. In het leven van Kamla en Boyke is de Nederlandse buurvrouw Marijke een belangrijke levensgids. Zij staat voor dit gezin altijd klaar met goedbedoelde en nuttige adviezen. De rol van de Haagse markt en Milan wordt uitvoering beschreven: dé plek vooral om andere Hindostanen te ontmoeten.

De kinderen zijn succesvol in Nederland. De oudste zoon behaalt zijn HEAO-diploma, de tweede zoon studeert af als ingenieur, het derde kind, Bea, studeert af als jurist en de jongste zoon wordt arts. Vier kinderen met een hogere opleiding, geen slechte score voor laaggeschoolde ouders uit Meerzorg. De kinderen hebben de ‘vooruitgangsideologie’ van hun ouders waar gemaakt, dat wil zeggen zij zijn verder gekomen dan de ouders.

Boyke en Kamla maken zich wel zorgen over de groeiende culturele afstand tot hun kinderen. Zo betekent het opgroeien van de kinderen in Nederland de afbrokkeling van het vanzelfsprekende gezag van de ouders. Vooral de puberende Bea zorgt voor veel kopzorgen. Zij is een uitgaansqueen, een modepop en heeft weinig op met ‘koelie’s’ en de ‘koeliecultuur’. Zij ontwikkelt zich tot een ‘bruine bakra’. Twee zonen trouwen met Hindostaanse partners, een derde met een Afgaanse vrouw terwijl Bea met een Nederlandse studiegenoot trouwt.
Als de kinderen het huis uit zijn ontstaat er langzamerhand verwijdering tussen Boyke en Kamla. Kamla legt het aan met een Nederlandse maatschappelijk werker, Hans, wat uiteindelijk een scheiding tot gevolg heeft. Ondanks de scheiding blijft het contact tussen Boyke en Kamla goed.

Nu de kinderen het huis uit zijn en ondanks haar lat-relatie met Hans komt Kamla in een zwart gat terecht. In haar optiek moet zij de kinderen bedelen om langs te komen. ‘Ik heb geen kinderen meer, ze komen niet meer zoals vroeger, ze zijn weg’, aldus Kamla. Maar ook als de kinderen allemaal bij haar op bezoek zijn, voelt zij zich een vreemde. Gesprekken tussen de kinderen gaan over de aandelenbeurs, skivakanties en golfen.

Kamla heeft het gevoel geen deel meer uit te maken van het leven van haar kinderen. De kinderen praten vooral met elkaar en over zaken waar de ouders niets van afweten. Er is niks Hindostaans meer aan de kinderen, volgens Kamla. Ze begint zich te schamen voor haar kinderen en ontwikkelt het gevoel dat ze als moeder volkomen gefaald heeft. In haar optiek zijn de kinderen bruine bakra’s, Hollanders, geworden. Kamla twijfelt of ze het als moeder zo goed heeft gedaan. Ze kan het niet rijmen dat het effect van haar succes zo vervreemdend is.

Met zijn roman wil Gowricharn, zoals hij op de achterflap vermeldt, een weinig besproken worsteling met culturele identiteit en gezinscohesie aan de orde stellen, aspecten die gepaard gaan met een verwarrende kluwen van trots, verdriet, blijdschap, teleurstelling, voldoening en schuldgevoel. In de optiek van de schrijver heeft het geluk (succesvolle integratie) een prijs waar niemand over spreekt, een taboe dus.

Het thema van deze roman stelt de keerzijde van de zo gevierde integratie aan de orde en de prijs die zowel binnen- als buitenlandse migranten betalen. Zullen veel Hindostanen in Nederland zich herkennen in de thema’s die Gowricharn in zijn roman aansnijdt? Zeer zeker, dit geldt niet alleen voor de eerste generatie Hindostanen, maar ook voor de tweede en derde generatie. Punt is wel dat het geluk (wat dat ook moge zijn) en de prijs die daarvoor betaald worden voor een ieder verschillend zijn. De titel de prijs van geluk roept bij mij associaties op met het opmaken van een verlies- en winstbalans. In deze roman slaat de balans vooral door naar de verlieskant (vervreemding tussen ouders en kinderen). Geluk is daarnaast subjectief en de prijs die daarvoor betaald wordt is voor een ieder verschillend. Dit hangt uiteraard samen met de bagage van de migrant, zoals opleidingsachtergrond, werkervaring et cetera. De prijs van geluk moet daarom in de eerste plaats worden gelezen als hét verhaal van Boyke en Kamla en niet als dat van de doorsnee Hindostaan of migrant in Nederland. Ik moet gelijk hieraan toevoegen dat het trouwens ook niet de insteek van de auteur is, maar het is goed om dit hier te benoemen.

Met zijn roman heeft Gowricharn thema’s aangesneden die herkenbaar zullen zijn voor veel migranten en niet alleen voor Hindostanen. Dit boek is in een toegankelijke stijl voor een breed lezerspubliek geschreven en verdient dan ook brede aandacht.

Ruben Gowricharn, De prijs van geluk. Soesterberg 2019: Uitgeverij Aspekt. ISBN 789463387279, 274 pp., prijs € 22.50.

TOP