Aandacht voor Hindostaanse contractarbeid in de roman Plantage Wildlust van Tessa Leuwsha

Chan Choenni

De laatste jaren is er steeds meer belangstelling voor de slavernij in Suriname en het slavernijverleden van Nederland. Ook de contractarbeid en de contracttijd in Suriname genieten steeds meer belangstelling. Informatie over deze perioden kan men krijgen door de boeken en artikelen die worden gepubliceerd te lezen. Een andere informatiebron vormen de zogeheten historische romans. De verhalen die zich in deze historische perioden afspelen zijn doorgaans gebaseerd op historische feiten, maar meestal zijn de personages gefingeerd en/of geanonimiseerd. De Surinaamse schrijfster Cynthia Mc Leod is de bekende vertegenwoordiger van dit genre. Zij heeft verschillende boeken geschreven, die gretig aftrek vinden. Bij velen heeft zij dan ook de Surinaamse geschiedenis voor het voetlicht gebracht. Helaas heeft zij slechts zijdelings aandacht voor Hindostanen, een van de belangrijkste bevolkingsgroepen van Suriname. Voor zover zij aandacht aan deze groep besteed, blijven de karakters een beetje vlak, zoals in haar boek Hoe duur was de suiker? Blijkbaar moet men tot de Hindostaanse groep behoren en/of over behoorlijk veel inlevingsvermogen beschikken om over Hindostaanse personages te schrijven en ook de groep adequaat te portretteren. Het rijke culturele leven en de verschillende familierelaties van Hindostanen beschrijven is immers geen gemakkelijke opgave. Toch zijn er schrijvers die de Hindostaanse contractarbeid, de contracttijd en daarna de periode van inburgering in Suriname tot onderwerp hebben gekozen. In dit verband verwijs ik naar de aardige roman van de Pakistaans-Indiase schrijver Safdar Zaïdi getiteld De suiker die niet zoet was. Dit boek werd eerst gepubliceerd in het Urdu en is later geredigeerd door publicist Rappa (Robby Parabirsing) en in 2014 uitgegeven door uitgeverij Ralicon in Suriname. In hetzelfde jaar publiceerde de schrijfster Shantie Singh een vuistdikke historische roman getiteld Vervoering die uitkwam bij de uitgeverij Libris. En vorig jaar publiceerde K.R. Sing een indrukwekkende Surinaamse familiegeschiedenis getiteld Uit de klei van Saramacca uitgegeven door uitgeverij Boom.

Tessa Leuwsha (foto Sirano Zalman)

Plantage Peperpot
Onlangs publiceerde Tessa Leuwsha de historische roman getiteld Plantage Wildlust die zich afspeelt tijdens de contracttijd in Suriname. Naast een Nederlands echtpaar -de directeur van de plantage en zijn echtgenote- en de zwarte opzichter Creebsburg figureert de Hindostaanse contractarbeider Rambaroos in dit toegankelijk geschreven boek. Rambaroos arriveert als twaalfjarige jongeman voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog uit India in Suriname. Hij dient zijn vijfjarige contractperiode uit op een Surinaamse plantage. Zijn moeder is overleden en van zijn vader is hij gescheiden. Op plantage Wildlust, waar koffie wordt geproduceerd en de meeste arbeiders Hindostaanse contractarbeiders zijn, werkt hij als het ware als jongste bediende. Leuwsha heeft zich gebaseerd op plantage Peperpot (onder Hindostaanse contractarbeiders bekend als Piprapath) gelegen aan de rechteroever van de Surinamerivier tegenover Paramaribo. Zij heeft de familiearchieven van de eigenaren van deze plantage doorgenomen en ook de relevante geschiedenisboeken bestudeerd, alsook de foto’s uit die tijd. Leuwsha is er dan ook in geslaagd in haar historische roman een vrij levendig beeld te schetsen van een Surinaamse plantage in het begin van de twintigste eeuw. Helaas zijn er enkele schoonheidsfouten: het leprozen gesticht Chatillion gelegen aan de rechteroever van Surinamerivier was niet van de Rooms-katholieke missie, maar van de Surinaamse overheid. Ook werden geen foto’s gemaakt van Hindostaanse contractarbeiders bij de inschrijving, wel van de Javaanse contractarbeiders. En de Hindostaanse contractarbeiders werden besteld en gingen na aankomst naar hun planter (plantage); kinderen en ouders werden niet van elkaar gescheiden.

Hindostaanse kinderen in de Palmentuin (contracttijd)

Leuwsha heeft een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader. Zij debuteerde in 2005 met de roman Parbo blues gebaseerd op het verhaal van haar Surinaamse vader. In het boek Fansi’s-stilte onderzocht ze de geschiedenis van haar Surinaamse oma en haar roots. In dit boek verhaalt zij hoe lastig het is om over het verleden te schrijven. Haar Surinaamse oma Fansi hulde zich grotendeels in stilzwijgen en wilde gewoon niet vertellen over vroeger en de zware tijd in Suriname. Toch lukte het Leuwsha om het Surinaamse verleden te doen herleven. Dat geldt ook voor het boek Plantage Wildlust. Het jonge Nederlands echtpaar uit Zeeland komt naar Suriname om het beheer over een plantage over te nemen. De zwarte plantageopzichter Creebsburg is een nazaat van tot slaafgemaakten en hij onderdrukt de Hindostaanse contractarbeiders. Het Nederlandse echtpaar raakt verstrikt in de heersende machtsverhoudingen en besluit na een paar jaar toch weer terug te keren naar Nederland. Een bijzondere rol is weggelegd voor de jongen Rambaroos, gebaseerd op een bestaande persoon. De beschrijving van het leven op de plantage is indrukwekkend alsook de beschrijving van een Hindostaans huwelijk. Ik vond de spanning rond de jaarlijkse oogst van de koffie en onzekerheid over de opbrengst mooi weergegeven. Al met al is het een zeer lezenswaardig boek geworden. Daarom heeft de producent Emjay Rechsteiner van Staccato Films nu al de filmrechten van Plantage Wildlust gekocht. Laten wij hopen dat deze producent een mooie film maakt en vooral de Hindostanen door deze film in de geschiedenis van Suriname een rechtmatige plek geeft. De scene rond het Hindostaans huwelijk bijvoorbeeld, leent zich daar uitstekend voor.

Plantage Mariënburg, Commewijne-district, Beneden Commewijne-rivier, Suriname (1860-1900)

Stiefmoederlijke behandeling
De van de oorsprong Aziatische groepen in Suriname, namelijk Hindostanen, Javanen en Chinezen hebben immers van oudsher een stiefmoederlijke behandeling gehad in de geschiedschrijving van Suriname alsmede in de literatuur. Ook in het representeren van Suriname in het buitenland en de beeldvorming over Suriname figureren zij marginaal. Toegegeven: zij kwamen later aan in Suriname dan de tot slaafgemaakten. Hun nazaten, de Surinamers van Afrikaanse oorsprong, namelijk de Afro-Surinamers, de Marrons en Gemengden werden geassocieerd met Suriname. Sinds halverwege de vorige eeuw vormden de andere groepen echter de helft van de Surinaamse bevolking en zij hebben een onuitwisbare rol gespeeld in Suriname. Recent heeft de Hindostaanse gemeenschap zich dan ook terecht in Nederland geroerd naar aanleiding van een wervingsactie op de Nederlandse televisie voor hulp aan de slachtoffers van de Corona pandemie in Suriname. In de televisie–uitzending was slechts een marginale rol weggelegd voor Hindostanen, die zowel in Nederland als in Suriname nog steeds de grootste bevolkingsgroep vormen. Het excuus van de programmamakers dat er te weinig tijd was en zij daarom geen rekening konden houden met de etnische diversiteit van de Surinaamse bevolking sneed geen hout. Bovendien had een actieve Hindostaanse organisatie zich wel gemeld. En programmamaker Humberto Tan heeft jarenlang een televisieprogramma gepresenteerd. Nooit heeft hij een Hindostaan in zijn talkshow een plek gegeven, maar Afro-Surinamers en Gemengden zijn wel ruimschoots aan bod gekomen. Er zijn verzoeken geweest om ook aandacht te besteden aan Hindostaanse Surinamers. Terwijl hij anderen verweet geen rekening te houden met etnische diversiteit bleef hijzelf blind voor de diversiteit in Surinaamse gemeenschap. Dat was veelbetekenend voor zijn houding. Ook bij de recente Suriname tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam was de stiefmoederlijke behandeling te merken. Ook in dit verband is tevergeefs aangedrongen op het etaleren van de etnische diversiteit in Suriname. Laten wij hopen dat de makers van film Plantage Wildlust zullen afrekenen met deze stiefmoederlijke behandeling en Hindostanen adequaat zullen portretteren. Daarmee kunnen zij een bijdrage leveren aan een evenwichtige beeldvorming over de geschiedenis van Suriname. Het boek van Leuwsha bevat voldoende scenes daarvoor. Overigens moest Rambaroos na het aflopen van zijn vijfjarig arbeidscontract beslissen of hij naar India terug zou gaan of zich in Suriname zou vestigen. Hoe dat afloopt, verklap ik niet. Daarvoor moet u zelf het boek lezen en voor de prijs hoeft u het niet te laten liggen. Het boek Plantage Wildlust met op de cover een veelzeggende historische foto van de Hindostaanse jongeman en een Afro-Surinaamse vrouw met twee witte kinderen op de schoot kost slechts 19,50 euro.

Tessa Leuwsha, Plantage Wildlust, Amsterdam/Antwerpen 2020: uitgeverij Augustus/Atlas Contact, ISBN 9789025458942, 206 pagina’s, €19,50 te bestellen via www.atlascontact.nl en de boekhandel

TOP