Column Kanta Adhin

Racisme: bubbelen of bestrijden?

De laatste tijd is heel veel gezegd en geschreven over de dood van de Amerikaan George Floyd. Het viraal gaan van een filmpje waarin een blanke politieagent voor het volle oog van de camera – schijnbaar in alle rust – de zwarte Floyd in bedwang houdt met zijn knie in diens nek, bereikte het beoogde effect: massale woede in de VS en daarbuiten over het zoveelste zwarte slachtoffer van geweld door blanke politieagenten en weer eens het ultieme bewijs van racisme. Ook in Nederland gingen mensen de straat op, het grootste deel voor vreedzaam protest. Maar, zoals altijd, neemt een aantal graag de kans te baat om te rellen. Hoe schokkend de beelden ook zijn, ik heb toch mijn vraagtekens bij het (slaafs) overnemen van issues die in Amerika spelen en deze ook tot racisme-issues in Nederland verheffen. En eerlijk gezegd heb ik helemaal niet zoveel op met mensen die met veel lawaai zonder enige relativering iedereen ter verantwoording roepen voor hun leed als gevolg van de slavernij. Alsof zij het alleenrecht op slachtofferschap hebben en iedereen op eieren moet lopen om niet kwetsend te zijn. In Suriname hebben hun (groot)ouders zich ook van een racistische kant laten zien.

Halverwege de vorige eeuw hadden kinderen van Hindostaanse contractarbeiders zich ontwikkeld en wilden meer dan alleen in de rijstpolders werken. Echter, zij stuitten op een Creoolse bevolking, die het alleenrecht op de Surinaamse beschaving opeiste. Voor ‘koelies’ was geen plaats in het ‘ontwikkelde Paramaribo’, waar de superieure Creoolse cultuur heerste. Andere bevolkingsgroepen en hun cultuur werden als minderwaardig weggezet, inclusief de Marrons (nakomelingen van indertijd gevluchte slaven). Jnan Adhin die een gelijkwaardige plaats claimde voor alle bevolkingsgroepen en hun cultuur werd racistisch beschimpt en weggehoond door mensen van Wie Eegie Sanie, een vereniging van intellectuelen die het Creools-Surinaams bewustzijn bevorderde. Hoezo Hindostaanse identiteit? Ga dan terug naar India! Toen Adhin in de jaren zestig, na een aantal studies in Nederland te hebben afgerond, in Suriname kwam te werken op het bureau Volkslectuur van het ministerie van Onderwijs, werd hij tegengewerkt door de Creools-nationalistische kliek. Toen hij een keer op kantoor kwam, zag hij dat zijn bureau was verwijderd. Hij liet zich niet uit het veld slaan. Toen hij minister van Justitie werd, was een van zijn daden de intrekking van het verbod op beoefening van de Winti-cultuur van de Marrons.

Racistische pesterijen werden ook op straat gevoeld, ook door kinderen die gebullyd werden door Creoolse kinderen. Ik probeerde op weg naar school groepjes Creoolse meisjes te vermijden. Die riepen je sowieso altijd scheldwoorden toe, maar een keer was ik al fietsend met een stok keihard op mijn pols geslagen onder geroep: ‘Joe koeliemeid, je denkt zeker dat je haar mooi is, no?’ En dat was niet uitzonderlijk. Het was een vaste routine van de in groepjes opererende Creoolse meisjes in schooluniform (van christelijke scholen) om met soortgelijke woorden meisjes met glad haar aan hun vlechten of paardenstaart te trekken of te bespugen. Er waren meisjes die hun haar kort lieten knippen of dat overwogen, alleen maar om die vernederingen uit de weg te gaan.

Nu de uitkomst van de recente verkiezingen in Suriname wijst op het aantreden van een Hindostaanse president, zijn er weer mensen die zich in de meest abjecte racistische bewoordingen uiten. Hopelijk laten de Surinamers zich door dergelijke racistische verdeel-en-heersshit niet afleiden en doen zij wat ze moeten doen: de wederopbouw van Suriname met gezamenlijke inspanningen ter hand nemen.

In Nederland moeten we kijken naar hier bestaande vormen van racisme en geen issues importeren die een hyperige bubbel creëren waarin mensen zich aldoor moeten afvragen of hun woorden al of niet kwetsend kunnen worden opgevat. Laat ik duidelijk zijn: racisme moet worden bestreden. Maar het kan niet zo zijn dat vanuit de rol van eeuwig slachtofferschap anderen schuldgevoelens worden aangepraat door hun toe te roepen: ‘Je denkt zeker dat je niet racistisch bent, no?’ Maar het kan ook niet zo zijn dat anderen lomp (pest)gedrag (blijven) vertonen. Een maatschappij wordt gevormd door de mensen en uiteindelijk komt het neer op inachtneming van de meest basale fatsoensnormen en kennis en bewustheid van de geschiedenis met al zijn beladenheid. Kortom: opvoeding en onderwijs. Het zou voor alle partijen beter zijn daar de energie op te richten in plaats van elkaar met (over)verhitte discussies in een wurggreep te houden of  bubbels te creëren die helder zien en denken in de weg staan. Toevallig staat op mijn kalender van wijsheden bij 1 juli een Kameroens gezegde: “Het hart van een wijze is rustig als helder water”.

TOP